1905 N". 80. Zaterdag 8 Juli. 92ste jaargau Uit liet leven mijner oude vriendin. Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woomdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs par kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, J* 1,25» Afzonderlijke nommers S cent. ln/£»iSti»9 van adue^lenfiën wcoj1 2 uren op den dag deo* uitgave* De prgs dor gewone advertentiön is van 1-5 regels-50 cent, eiken regel meer 10 Sg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pr slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebben dankbetuigingen worden van 110 regel* 1,berekend. Aanvragen om en vermelding van liefdegavon 5 cent per regel. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. Bij dit no behoort een bijvoegsel. Buitenland. Een overzicht over de toestanden in het buitenland moot noodzakelijk beginnen met den oor log in Mandsjoorije. Hoewel we daarvan tegenwoordig weer zoo goed als niets vernemen, dan dat de Japanners de een of andere onmogelijk uitte spreken Chi- neesche plaats hebben genomen en dat de Russische ruiterij veel succes heeft en zich dan daarna eervol terugtrekthoe wel het voor het verdere Europa en Azië is, alsof er geen oorlog te bespeuren was, is de indirecte invloed van den strijd niet te miskennen. Wat genieten de jingo's in Engeland van den loop der zaken, wat droomen zij van steeds grooter Groot-Britannië en vati steeds machtiger heerschappij met al de handels- en nij verheidsvoordeelen, daaraan verbonden. Zij hebben in hun bladen en anderszins moeite genoeg gedaan den oorlog aan te stoken en nu plukken zij de zoete vruchten Rusland was de aarts vijand, die in Azië voortdurend aan do uitbreiding van Engelands handel in den weg stond. Rusland was de reus met grijnzend gelaat, die altijd gemoedelijk naast den Arabier en naast den Midden- Aziër stond, wanneer John Buil kwam aanzetten met een grooten ieegen geld buidel en bijbels en whisky. En de groote Rus met zijn diplomatieke talenten fluis terde dan altijd den Aziaat in diens eigen taal ia, hoe gevaarlijk die Engelschman was en die Engelschman kwam dan in den regel met de kous op den kop thuis. Wat heeft John Buil nu een voldoening daarover. Thibet hoeft hij voor zijn han del geopend en als het er maar niet zoo moeilijk intrekken was, zou dat een r|jke bron voor den groothandelaar worden Afghanistan wordt door hem bewerkt, Perzïë al maandenlang. Geen Russisch leger te vreezen, want de soldaten be vriezen ginds in de loopgraven of schieten, om wat te doen te hebben, hun broeders dood in de straten van Lodz, van Odessa. En de Russische diplomatie, daar is de fut heelemaal uit en geen wonder, want de Aziatische potentaten luisteren alleen naar hem, die groot is en zich weet te doen eerbiedigen, terwijl nu Rusland noch groot, noch eerbiedwaardig meer is en de Tsaar alleen in naam een groot vorst is. Engeland vaart het best bij dezen oor log, na Japan tenminste, maar de groote eerzucht en de onverz&delgke winzucht van de Britsche groothandelaars en fabri kanten hebben dit laad naar nog een zet gedreven. Voor eenigen tijd werd de wereld verbljjil met de mededeeling, dat 26 FEUILLETON, Door W. Reuibürg. Vertaling van mej. J. A. v. d. L. »Maar wat zal de wereld er van zeg gen vroeg ik. »Wat uwe tante en gravin Sateroski, als juffrouw Siegismund op eens familie van haar wordt »Maak je niet angstig, wij trouwen zoo spoedig mogelijk, en ik zou dengene wel eens willen zien, die mevr. v. Eber- hardt den verschuldigden eerbied niet bewijst." Zijne donkere oogen vlamden toornig op. >lk smeek je, denk daar nu niet meer over, en beangstig jezelf niet noodeloos, maar vertrouw op mij", voegde hjj er dan bjj en streek met zijn hand over de oogen, als wilde hij de onaan gename voorstellingen, die zich aan hem opdrongen, wegvegen. Ruth had zich den eersten keer dat Bergen en Eberhardt, na dien verschrik- kelijken avond, weer bg ons waren in 't geheel niet vertoond. De heeren hadden haar alleen nog maar gezien, toen zij bleek, verstoord, en zeer door het bloe^ dig drama aangegrepen, in het ouderlijk huis terugkeerde. Wat dat zich weghou den voor haar neef en aanstaanden broeder beteekende, konden Hanna noch ik be- grjjpen. De eerste nam het bepaald euvel op, dat haar zuster niet het minste ver langen toonde, met haar verloofde kennis te maken. Maar eens op een Zondagavond, toen de heeren weer den dag bij ons doorge bracht hadden en wij vrooïijk en verge noegd bg den haard in het kleine salon zaten, over HanDa's dicht voor de deur staande bruiloft sprekende en ik voor een hangen tgd vol angstige zorgen door de nabgheid van den geliefden man scha deloos gesteld werd, ging do deur open en trad Rath binnen. Het was vrij don- Engeland en Frankrijk een koloniaal verdrag hadden gesloten, waarbg aan Frankrgk invloed in Marokko werd ge geven en Engeland de vrije hand in Egypte kreeg. Mot de andere mogend heden werdt dit laatste in orde gebracht, maar de Marokko-quaestie heeft aan Frankrijk groote last bezorgd. En de rol, die nu Engeland speelt, toont heel duide lijk aan, dat de regeering drommels goed wist, wat ze deed door zoo'n verdrag te sluiten. De Marokko-quaestie is onzen lezers vermoedelijk goed bekend. Engeland heeft wel gezorgd, dat het vuurtje, daardoor ontstaan tusschen de oude vijanden Frankrijk en Duitschland, werd aangestookt; immers, een oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland zou voor Engeland zoo voordeelig zijn als men zich maar eenigszins denken kan. Uit dan Boeren-oorlog weet men, dat de jingo's er niet tegen op zien zich te bevoordeelen door een oorlog, maar een groot voordeel te behalen zonder oorlog, door namelijk twee anderen te laten vechten, is onbetaalbaar En Duitschland is voor Engeland een nachtmerrie. Neef Wilhelm is altgd even vriendelijk voor oom Edward, is steeds even beleefd, voorkomend en attent maar ondertusschen wordt daar in de Oostzee een vloot gevormd, waarin de jaloersche Brit een aanstaande mede dingster naar de heerschappij ter zee ziet. Telkens on telkens duikt in de Britsche bladen een beschouwing over Duitschlands zeemacht op en steeds wordt daaraan toegevoegd, dat Duitschland Engeland wil ter zg streven. En een wedstrijd is het geworden in scheponbouw, want het is de eer en het is alles voor den Engelsch man zoo sterk ter zee te zijn als twee vijandelijke vloten tezameDwelke ook. Op doD duur houdt Engeland dat niet volstraks komt Japan met een vloot van de eerste kwaliteit, straks komt Noord-Amerika met een reuzenweormacht en dan is Engeland de heerscher ter zee geweest 1 Daar 't land geen groot leger behoeft te onderhouden, wanneer de vloot maar goed is, kunnen de kosten voor de zoemacht betrekkelijk hoog zijn eer men van over matige miiitairistische uitgaven gaat spre ken, maar de tijd is niet zoo ver meer af, dat ook aan die zijde van het Kanaal de belastingschuldige andere waar voor zijn geld gaat eischen dan de pantser schepen, die vastloopon, en onderzeesche booten, die niet weer boven water komen. De oorlog in de wateren van Japan heeft aan Engelands marine menig leEje ge geven, straks komt de admiraliteit en klopt aan om kredieten voor nieuwe ker in de kameronder het babbelen hadden wij geen acht geslagen op de invallende duisternis alleen het vuur in den haard wierp een zwakken, rood- achtigen sehijnde op dichtstbijzijnde voor werpen. Men koD .het gezicht der jonge vrouw niet onderscheiden, maar de won derlijk heldere, zoete stem, die onwille keurig het hart trof, zoodat Eberhardt plotseling levendig het hoofd naar haar toewendde, zeide»o wat is het hier donker en ik wilde toch zoo graag mijn aanstaanden zwager en mijn ouden, goeden neef Wilhelm zien". Het klok zoo naïef, zoo kinderlijk, alsof een kind het gezegd had. »Ruth 1" riep Eberhardt opspringend en haar hand vattend, >dat wij zoo elkan der terugzien moeten Hg had op warmen toon gesproken en ook Bergen voegde er eenige deelnemende woorden bij. Zij drukte een oogenblik don zak doek tegen de oogen, en zeide toen zacht »ik bid je, spreek daar niet over, dat kan ik niet hooren", waarna zij zich in den bijgeschoven stoel liet vallen. Na eene kleine pauze wendde zij zich tot Eberhardt en zeido »Ja, het was een heerlijke tgd, Wilhelm, toen wij in Bonn voor onze spaarpen ningen snoeperijen gingen koopen weet je nog dat de winkeljuffrouw ons op bet laatst kende, als wg er kwamen, en dat zij eens vroeg of wg verloofd waren Haar zilverreine lach klonk door de kamer en zooeven waren er nog tranen om den overleden echtgenoot in hare oogen geweest. Eberhardt moest onwille keurig meelachen. »Ja, ja, dat weet ik nog wel. Wat de tijden toch veranderen 1" Een bediende bracht licht. De schijn van de groote bronzen lamp viel helder en vol op Ruth, die tegenover ons zat. Zij zag er wonderschoon uit. De donkere lokken kwamen van onder het zwarte kapje te voorschijn, de groote, zeldzaam mooie oogen schemerden in voebtigen glans onder de laDge wimpers, do kloine, roode mond, nog half tot een lach g£- •raen van booten en mijneo en mu nitie eaz. Binnenkort worden extra-groote zeemanoeuvres gehouden, dan zal blgken, dat er nog veel noodig is. De tegenwoordige premier Balfour en de mannen van Chamberla'n willen de koloniën laten mee bijdragen voor de Britsche vloot, zooels een der maatregelen is van net gfoote plan van een nauwer aansluiting van Groot-Brittannië en de koloniën, maar daarvan ziet men nog niets komen. Trouwens, de voorteekenen wijzen er op, dat het land niet is gediend van een Chamberlain- of Balfour-regee- ringweliswaar heeft de regeering nog een unionistische meerderheid in het Lagerhuis, maar geen zetel wordt vacant of een opposant komt hem vervullen tenzij in een enkel zeer vast district, waar dan toch een kleine meerderheid wordt behaald. Balfour is als het kind, dat bljjft hangeü, treuzelen en ta'men, wanneer de klok beddetgd aanwjjst hg weigert de kie zers te laten beslissen, omdat hg weet, dat de uitspraak dier kiezers een ver pletterende nederlaag zal zijn voor hem en voor Chamberlain. Het protection- nisme van de regeering van den Boeren oorlog, men wil er niet aan. We schrijven »de regoering van den Boeren-oorlog", letterlijk is dat niet juist, want sedert zijn er nogal wat ver anderingen in het kabinet geweest, maar inderdaad is het. een ministerie van de mannen, die voor een groot deel invloed uitoefenden op den loop van zaken tijdens den oorlog, terwijl Chamberlain nog steeds als minister zonder aanstelling grooten invloed op de regeering nitoefeDt. Uit de geschiedenis van het legerschandaal blijkt trouwens maar al te goed, dal dezo regeering haar verantwoordelijkheid wel gevoelt. Dat schandaal heeft veel stof doen opdwarrelen, maar Balfour kwam met een grooten gieter en trachtte het stof weer neer te slaan. Do schandalen van officieren on andere ambtenaren, die ontzettend knoeiden, met de leverantie van muilezels enz. zullen nu een com missie bezighouden en zijn dus weer van de baan af. Van Engeland naar Frankrijk is geen groote stap in figuurlijken zin in wer kelijkheid is de afstand tusschen beide landen toch zoo groot, dat do groote zwemmer Holbein er nog niet in is ge slaagd van de eene naar de andere kust te komen. En een brug noch een onder zeesche doorgang zullen bomen voor en aleer nieuwe uitvindingen zgn gedaan. Onmogelijk mag men het niet noemen, want de wetenschap snelt zóó vooruit, dat zij er wel wat op vinden zal om dezen grooten afstand te verkleinen. In Frankrijk dan heerscht in politieke kringen groote wrevel over den loop van opend, toonde twee rijen schitterend witte tanden, het lange, zwarte kleed omsloot de bekoorlijkste figuur, en zij lag in den leuningstoel, alsof zij niot het minste vermoeden van hare schoonheid had. Ik was zelf zoo in haar aanblik verdiept, dat eerst hot plotseling zwijgen van Eberhardt mij naar hem deed zien. Hij zag zijne nicht met onverholen bewondering aan, en ook Bergen keek met groote oogen naar Rutb. Ruth, harerzijds, had de heeren slechts even terloops aangezieD, en speelde in onverschillige houding met het eind van den langen, zwarten sluier, die, bevallig geschikt, van haar weduwekapje afhing zij had zich in de VVeener salons do ele gantste manieren eigen gemaakt, zoodat zij zelfs haar neef met geen nieuwsgie rigen blik lastig viel, en naar 'fc scheen evenmin de bewondering bemerkte waar mee men haar aanzag. Ik voelde een lichten stéék in 't hart, toen ik den indruk bemerkte, dien de schoonheid mijner heimelijke vijandin op Eberhardt maaktedoch het kon toch niet anders of men moest verrast zijn, als men haar na langen tgd voor 't eerst weer zag. Bergen was er ook door ver blind geweest, en ik boorde boe bij later tot Hanna zeide »uwh zuster is eene schoonheid van den eersten rang, ik kan wel zeggen, eene volmaakte schoonheid, zooals ik nog nergens gezien heb." »Neen maar, jou don JuaD," schertste Hanna. »Maar jij bevalt me toch nog beter, mijn schat, op jou gezichtje staat de goedheid van je hart te lezen, die de vrouw, welke die bezit, tot de schoonste op aarde maakt," voegde hg er bij en kuste zijne verloofde hartelijk op het voorhoofd. Dat troostte mij, die goedheid moest Eberhardt bij Ruth ook missen, en hij beminde mijhg mocht haar aanzien zooveel hij wilde, zijn hart behoorde on herroepelijk aan mij. Dit gevoel liet het mg ook zonder jaloesie aanzien, dat Ruth, de Marokko-quaestie de stand van zaken is nu deze, dat Duitschland het voorstel heeft gedaan een groote conferentie te houden om alles te regelen. Onderwijl is de Dnitsche gezant in Marokko bezig van den Sultan voordeeltjes voor dit en voor dat te halen en doet de Sultan tegenover Frankrijk, alsof hij zeggen wil »doe me eens wat, ik heb nu sterke vrien den 1" Ernstige besprekingen zijn gevoerd tusschen den Duitschen gezant te Parijs en Ronvier, een reeks stukken is door de gezanten met hun regeeringen gewisseld en eindelijk kwam een nota van Rouvier aan Von Biilow. Vermoedelijk zal Frank rijk ten slotte de conferentio wel aan nemen. Het Marokko-gedoe heeft het patriot tisme weer doen opvlammen de natio nalisten hebben aan de vijanden van Frankrijk de illusie, dat zij in troebel water zouden kunnen visschen, dadelijk ontnomen, doordat enkele hunner leiders, zonder dat het iets aan duidelijkheid te wenschen overliet, verklaarden dat bij een conflict met het buitenland alle politieke binnenlandsche oneenighedon zouden wor den vergeten en alle Fransehen als één man naar de wapenen zouden grijpen. Wanneer »le tambour bat, le clairon sonne", dan zal dat werkeljjk wel zoo geschieden maar zoo ver komt bet niet. In verband met dit oorlogsgerommei maakte het plan van Jaurés grooten op gang. Door Von Bülow is evenwel do gezant te Parjjs gelast Jaurés van zjjn plan tot een bezoek te doen afzien. Intusscben was de Marokko-geschiede- nis met don val van minister Delcassé een afwisseling in de toon reeds minder de aandacht trekkende binnenlandsche oneenigheden. De scheiding van Kerk en Staat beeft te lang geduurd dan dat de aandacht onverdeeld bleef en het is nog wonder, dat er bg de eindstemming nog even een opflikker ng kwam van de warmte en geestdrift, waarmeo aan weerszijden werd gestreden voor een zaak, die zoo diep een beginselzaak was. De beslissing was, zooals men die had kunnen ver wachten Rouvier heeft do taak volbracht, die Oombes is begonnen en die Waldeck- Rousseau had voorbereid rationeeler was geweest, wanneer men begonnen was met de scheiding en daarna de congregatiewet was gaan uitvoeren, die nu een tint van onrechtvaardigheid droeg. Hoe dat zrde Kerk staat nu vrij tegenover don Staat en de politiek kan vrij worden van ker kelijke invloeden. In Rome was men natuurlijk reeds lang voorbereid op do scheiding eu behoeft men geen anderen weg in te slaan wan neer ook de Senaat het wetsontwerp heeft als men aan tafel ging, met haar zoetste lachje tot Eberhardt zeide >geleid mij, neef," en toen met hem voor mij uitging. Ik volgde hon alleen en onopgemerkt, zacht drukte ik mgn ring tegen het hart, terwijl de booge gestalte van Eberhardt ridderlijk en hoffelijk de schoone vrouw aan den arm voerde. In de deur van de eetkamer zag zij om. »Och Groetje, zoo alleen Ik zal er bepaald voor zorgen, dat er morgen ook een cavalier voor je is. Mama moet dominé Renner vragen, hij zal wel een net man zijn Daarbij zagen haar schoone cogen mij fonkelend aan. Eberhardt had zich nu ook snel om gekeerd eu scheen gespannen te luisteren wat ik antwoorden zou. Ik sloeg geen acht op »den cavalier voor morgen" en zeide heel kalm »Uwe moeder acht den dominé zeer hoog, gravin, een zeker be wijs er voor, dat hg een net man is." Ik sprak Ruth altgd aan als mevrouw de gravin, zij had mij duidelgk te ver staan gegeveD, dat zij dat wilde en mg altijd met »u" aangesproken. Als mevr. v. Bendoleben tegen mij over Ruth sprak, zeide zg altgd »gravin Saterosky" is on gesteld, of, »de gravin" zeide mij, enz. De gravin wendde zich bij mijn koel antwoord met een smadelijk opgetrokken lip af, en zei tegen Eberhardt»Elie sait bien dóguiser ses pensé-s." Ja, ik wist mgne gedachten te ver bergen, maar andere dan zg meende waarom werd mg toch altijd de jonge opvolger van mgn vader voorgehoudon Aan tafel was het gesprek levendiger dan gewoonlijk in onzen kleinon kring, de jonge gravin was niet alleen schoon, zg was ook geestig, en had den lossen conversatietoon, aan de theetafel in W( e- nen geleerd. Men sprak over Hannas bruiloft, en kwam zoo op bruiloften in 't algemeen. >Een gelukkige echt kan a leen die zijn," verklaarde Ruth aan Hanna,waarbg d" vrouw de kunst verstaat haren man niet te vervelen, doordat zg altgd weer onver aangenomen, en het zal worden aangen men, heefc de Paus een vijftiental bi schoppen in Frankrgk te benoemen, o dat er geleidelijk vacatures zijn ontstaa die niet werden vervuld omdat de mac ten, die daartoe hadden moeten same werken, de Regeering en de Paus, all behalve gestemd waren samen te werke Over de revolutie in Rusland allee dithet gerucht gaat, dat de Potemki na Feodosia met bombardement te hebbe bedreigd, in de lucht is gevlogen. H en waar is onbekend. GOES, 7 Juli 1905. Met ingang van 16 dezer is de hee P. J. Berkbout, thans cipier in de stra gevangenis alhier, bevorderd tot adjunct directeur in de strafgevangenis te Bred In zijn plaats is tot cipier alhier b noemd de heer I. Haaitsma, thans com mies le rang in de RgkswerkinrichtiD te Hoorn. Dhr. P. C. den Herder Gz Goes, is aan de polytechnische schoolt Delft geslaagd voor het examen art. 6 2de ged. Haro Majesteit de Koniügin ontvin gedurende de laatste dagen ten paleiz Het Loo tot het houden van conferentië de navolgende heeren jhr. van Karne beek, jhr. de Savornin Lohman, mr. Pier son, generaal Roosebooro, prof. Drucke en jhr. Ruya de Beerenbrouck. Borsele. In den gemeenteraad za eene vacature ontstaan. De heer J. Rot tier Lz. heeft tegen 15 dezer ontslag ge nomen wegens voortdurende ongesteld heid. Schore. De uitslag van de stemming voor den Raad was als volgtAanta kiezers 124. Uitgebracht 116 geldige stemmen hiervan verkregon de heeren W. in 't Anker S-. 60, M. Karelse 67, J. W. Laven 29 en J. Verb sagen 60. Ver kozen zgn de heeren W. in't Anker Sr. (omdat deze onder is dan do heer J. Verhaagen) en M. Karelse. lerseke. Uitslag der stemming voor 3 leden van den Gemeenteraad. Uitgebracht 362 st5 van onwaarde, volstrekte meerderheid 179. Herkozen zijn de 3 aftredenden J. C. van der Burght met 295. D. Schipper met 197, C. A. E. Saner met. 184 st. Verder kregen de heeren J. M. Bles 84, J. L. Bom 85, W. Boogaards 100 en M. Lindenberg 11 st. De laatste wenschte niet in aanmerking te komen. wacbts wat nieuws van of aan zich doet zien, al zijn het dan soms ook kleine luimen of grillen. Hij zal zich dan ge lukkiger gevoelen, dan met eene zooge naamde goede, gehoorzame vrouw, die zgn wenschen in zijne oogen leest, en ze probeert te vervullen, en hem nooit gelegenheid geeft zich over haar te ver wonderen, te ergeren of te verblgden. Ik raad je aan, zusje, in je hu;s niet altgd alles precies op de klok te doen, niet altijd alles zoo in de puntjes te hebben, de goede man vind dat spoedig vervelend, geef hem liever nooit zijn zin." »Het gelukkigste huwelijk is dat, waarin man en vrouw zich naar elkander schik ken kunnen, en waar hij noch zg zich voor elkander door luimen of grillen weer opnieuw belangwekkend moet ma ken. Ik ben bepaald niet de man, om mg door zulke middelen te laten boeien, ik vind in een vrouw niets leelgberdan juist zulke coquette grillen, en al is een pruilend mondje nog zoo lief, en al zgn de voetjes, waarmee zg toornig op den grond stampt, de sierlijkste van de wereld, ik zou ze nooit bunnen bewonderen. In de plaats van verdreven verveling, zonden wrevel en bitterheid mg vervullen. Ge lukkig zou ik mij daaronder niet kunnen voelen." Bergen zeide dit alles ernstig en op eenigszins geërgerden toon, ter wijl hij de hand zgner verloofde in de zgne hield. Ruth deed een spottend lachje hooren. >Dan hebt ge het gelukkig getroffen, luit. v. Bergen. Mijne zachtaardige zuster, zal wel nooit een pruilend mondje trekken, of met den voet op den grond stampen als zij in 't een of ander haar zin hebben wilzal zg hoofdpijn hebben of mi graine. Dat is evenwel ook eene afwis seling, in den grond hetzelfde, als boos heid en luimen, e'est tout a fait égal, dit of dat, maar 't is toch altgd nog beter, dan altgd mooi weêr." (Wordt vervolgdA

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1905 | | pagina 1