1905 N". 80.
Zaterdag 8 Juli.
92ste jaargau
Uit liet leven
mijner oude vriendin.
Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woomdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs par kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, J* 1,25»
Afzonderlijke nommers S cent.
ln/£»iSti»9 van adue^lenfiën wcoj1 2 uren op den dag deo*
uitgave*
De prgs dor gewone advertentiön is van 1-5 regels-50 cent, eiken regel meer 10
Sg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pr
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebben
dankbetuigingen worden van 110 regel* 1,berekend.
Aanvragen om en vermelding van liefdegavon 5 cent per regel.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens.
Bij dit no behoort een bijvoegsel.
Buitenland.
Een overzicht
over de toestanden in het buitenland
moot noodzakelijk beginnen met den oor
log in Mandsjoorije. Hoewel we daarvan
tegenwoordig weer zoo goed als niets
vernemen, dan dat de Japanners de een
of andere onmogelijk uitte spreken Chi-
neesche plaats hebben genomen en dat de
Russische ruiterij veel succes heeft en
zich dan daarna eervol terugtrekthoe
wel het voor het verdere Europa en Azië
is, alsof er geen oorlog te bespeuren was,
is de indirecte invloed van den strijd
niet te miskennen.
Wat genieten de jingo's in Engeland
van den loop der zaken, wat droomen zij
van steeds grooter Groot-Britannië en vati
steeds machtiger heerschappij met al de
handels- en nij verheidsvoordeelen, daaraan
verbonden. Zij hebben in hun bladen en
anderszins moeite genoeg gedaan den
oorlog aan te stoken en nu plukken zij
de zoete vruchten Rusland was de aarts
vijand, die in Azië voortdurend aan do
uitbreiding van Engelands handel in den
weg stond. Rusland was de reus met
grijnzend gelaat, die altijd gemoedelijk
naast den Arabier en naast den Midden-
Aziër stond, wanneer John Buil kwam
aanzetten met een grooten ieegen geld
buidel en bijbels en whisky. En de groote
Rus met zijn diplomatieke talenten fluis
terde dan altijd den Aziaat in diens eigen
taal ia, hoe gevaarlijk die Engelschman
was en die Engelschman kwam dan in
den regel met de kous op den kop thuis.
Wat heeft John Buil nu een voldoening
daarover. Thibet hoeft hij voor zijn han
del geopend en als het er maar niet zoo
moeilijk intrekken was, zou dat een r|jke
bron voor den groothandelaar worden
Afghanistan wordt door hem bewerkt,
Perzïë al maandenlang. Geen Russisch
leger te vreezen, want de soldaten be
vriezen ginds in de loopgraven of schieten,
om wat te doen te hebben, hun broeders
dood in de straten van Lodz, van Odessa.
En de Russische diplomatie, daar is de
fut heelemaal uit en geen wonder, want
de Aziatische potentaten luisteren alleen
naar hem, die groot is en zich weet te
doen eerbiedigen, terwijl nu Rusland noch
groot, noch eerbiedwaardig meer is en
de Tsaar alleen in naam een groot vorst is.
Engeland vaart het best bij dezen oor
log, na Japan tenminste, maar de groote
eerzucht en de onverz&delgke winzucht
van de Britsche groothandelaars en fabri
kanten hebben dit laad naar nog een
zet gedreven. Voor eenigen tijd werd de
wereld verbljjil met de mededeeling, dat
26 FEUILLETON,
Door W. Reuibürg.
Vertaling van mej. J. A. v. d. L.
»Maar wat zal de wereld er van zeg
gen vroeg ik. »Wat uwe tante en
gravin Sateroski, als juffrouw Siegismund
op eens familie van haar wordt
»Maak je niet angstig, wij trouwen
zoo spoedig mogelijk, en ik zou dengene
wel eens willen zien, die mevr. v. Eber-
hardt den verschuldigden eerbied niet
bewijst." Zijne donkere oogen vlamden
toornig op. >lk smeek je, denk daar nu
niet meer over, en beangstig jezelf niet
noodeloos, maar vertrouw op mij", voegde
hjj er dan bjj en streek met zijn hand
over de oogen, als wilde hij de onaan
gename voorstellingen, die zich aan hem
opdrongen, wegvegen.
Ruth had zich den eersten keer dat
Bergen en Eberhardt, na dien verschrik-
kelijken avond, weer bg ons waren in
't geheel niet vertoond. De heeren hadden
haar alleen nog maar gezien, toen zij
bleek, verstoord, en zeer door het bloe^
dig drama aangegrepen, in het ouderlijk
huis terugkeerde. Wat dat zich weghou
den voor haar neef en aanstaanden broeder
beteekende, konden Hanna noch ik be-
grjjpen. De eerste nam het bepaald euvel
op, dat haar zuster niet het minste ver
langen toonde, met haar verloofde kennis
te maken.
Maar eens op een Zondagavond, toen
de heeren weer den dag bij ons doorge
bracht hadden en wij vrooïijk en verge
noegd bg den haard in het kleine salon
zaten, over HanDa's dicht voor de deur
staande bruiloft sprekende en ik voor een
hangen tgd vol angstige zorgen door de
nabgheid van den geliefden man scha
deloos gesteld werd, ging do deur open
en trad Rath binnen. Het was vrij don-
Engeland en Frankrijk een koloniaal
verdrag hadden gesloten, waarbg aan
Frankrgk invloed in Marokko werd ge
geven en Engeland de vrije hand in
Egypte kreeg. Mot de andere mogend
heden werdt dit laatste in orde gebracht,
maar de Marokko-quaestie heeft aan
Frankrijk groote last bezorgd. En de rol,
die nu Engeland speelt, toont heel duide
lijk aan, dat de regeering drommels goed
wist, wat ze deed door zoo'n verdrag te
sluiten. De
Marokko-quaestie
is onzen lezers vermoedelijk goed bekend.
Engeland heeft wel gezorgd, dat het
vuurtje, daardoor ontstaan tusschen de
oude vijanden Frankrijk en Duitschland,
werd aangestookt; immers, een oorlog
tusschen Frankrijk en Duitschland zou
voor Engeland zoo voordeelig zijn als
men zich maar eenigszins denken kan.
Uit dan Boeren-oorlog weet men, dat de
jingo's er niet tegen op zien zich te
bevoordeelen door een oorlog, maar een
groot voordeel te behalen zonder oorlog,
door namelijk twee anderen te laten
vechten, is onbetaalbaar
En Duitschland is voor Engeland een
nachtmerrie. Neef Wilhelm is altgd even
vriendelijk voor oom Edward, is steeds
even beleefd, voorkomend en attent
maar ondertusschen wordt daar in de
Oostzee een vloot gevormd, waarin de
jaloersche Brit een aanstaande mede
dingster naar de heerschappij ter zee ziet.
Telkens on telkens duikt in de Britsche
bladen een beschouwing over Duitschlands
zeemacht op en steeds wordt daaraan
toegevoegd, dat Duitschland Engeland
wil ter zg streven. En een wedstrijd is
het geworden in scheponbouw, want het
is de eer en het is alles voor den Engelsch
man zoo sterk ter zee te zijn als twee
vijandelijke vloten tezameDwelke ook.
Op doD duur houdt Engeland dat niet
volstraks komt Japan met een vloot
van de eerste kwaliteit, straks komt
Noord-Amerika met een reuzenweormacht
en dan is Engeland de heerscher ter
zee geweest 1
Daar 't land geen groot leger behoeft te
onderhouden, wanneer de vloot maar goed
is, kunnen de kosten voor de zoemacht
betrekkelijk hoog zijn eer men van over
matige miiitairistische uitgaven gaat spre
ken, maar de tijd is niet zoo ver meer
af, dat ook aan die zijde van het Kanaal
de belastingschuldige andere waar voor
zijn geld gaat eischen dan de pantser
schepen, die vastloopon, en onderzeesche
booten, die niet weer boven water komen.
De oorlog in de wateren van Japan heeft
aan Engelands marine menig leEje ge
geven, straks komt de admiraliteit en
klopt aan om kredieten voor nieuwe
ker in de kameronder het
babbelen hadden wij geen acht geslagen op
de invallende duisternis alleen het vuur
in den haard wierp een zwakken, rood-
achtigen sehijnde op dichtstbijzijnde voor
werpen. Men koD .het gezicht der jonge
vrouw niet onderscheiden, maar de won
derlijk heldere, zoete stem, die onwille
keurig het hart trof, zoodat Eberhardt
plotseling levendig het hoofd naar haar
toewendde, zeide»o wat is het hier
donker en ik wilde toch zoo graag mijn
aanstaanden zwager en mijn ouden, goeden
neef Wilhelm zien". Het klok zoo naïef,
zoo kinderlijk, alsof een kind het gezegd
had.
»Ruth 1" riep Eberhardt opspringend
en haar hand vattend, >dat wij zoo elkan
der terugzien moeten Hg had op
warmen toon gesproken en ook Bergen
voegde er eenige deelnemende woorden
bij. Zij drukte een oogenblik don zak
doek tegen de oogen, en zeide toen zacht
»ik bid je, spreek daar niet over, dat
kan ik niet hooren", waarna zij zich in
den bijgeschoven stoel liet vallen. Na
eene kleine pauze wendde zij zich tot
Eberhardt en zeido
»Ja, het was een heerlijke tgd, Wilhelm,
toen wij in Bonn voor onze spaarpen
ningen snoeperijen gingen koopen weet
je nog dat de winkeljuffrouw ons op bet
laatst kende, als wg er kwamen, en dat
zij eens vroeg of wg verloofd waren
Haar zilverreine lach klonk door de
kamer en zooeven waren er nog tranen
om den overleden echtgenoot in hare
oogen geweest. Eberhardt moest onwille
keurig meelachen. »Ja, ja, dat weet ik
nog wel. Wat de tijden toch veranderen 1"
Een bediende bracht licht. De schijn
van de groote bronzen lamp viel helder
en vol op Ruth, die tegenover ons zat.
Zij zag er wonderschoon uit. De donkere
lokken kwamen van onder het zwarte
kapje te voorschijn, de groote, zeldzaam
mooie oogen schemerden in voebtigen
glans onder de laDge wimpers, do kloine,
roode mond, nog half tot een lach g£-
•raen van booten en mijneo en mu
nitie eaz. Binnenkort worden extra-groote
zeemanoeuvres gehouden, dan zal blgken,
dat er nog veel noodig is.
De tegenwoordige premier Balfour en
de mannen van Chamberla'n willen de
koloniën laten mee bijdragen voor de
Britsche vloot, zooels een der maatregelen
is van net gfoote plan van een nauwer
aansluiting van Groot-Brittannië en de
koloniën, maar daarvan ziet men nog
niets komen. Trouwens, de voorteekenen
wijzen er op, dat het land niet is gediend
van een Chamberlain- of Balfour-regee-
ringweliswaar heeft de regeering nog
een unionistische meerderheid in het
Lagerhuis, maar geen zetel wordt vacant
of een opposant komt hem vervullen tenzij
in een enkel zeer vast district, waar dan
toch een kleine meerderheid wordt behaald.
Balfour is als het kind, dat bljjft hangeü,
treuzelen en ta'men, wanneer de klok
beddetgd aanwjjst hg weigert de kie
zers te laten beslissen, omdat hg weet,
dat de uitspraak dier kiezers een ver
pletterende nederlaag zal zijn voor hem
en voor Chamberlain. Het protection-
nisme van de regeering van den Boeren
oorlog, men wil er niet aan.
We schrijven »de regoering van den
Boeren-oorlog", letterlijk is dat niet
juist, want sedert zijn er nogal wat ver
anderingen in het kabinet geweest, maar
inderdaad is het. een ministerie van de
mannen, die voor een groot deel invloed
uitoefenden op den loop van zaken tijdens
den oorlog, terwijl Chamberlain nog steeds
als minister zonder aanstelling grooten
invloed op de regeering nitoefeDt. Uit
de geschiedenis van het legerschandaal
blijkt trouwens maar al te goed, dal dezo
regeering haar verantwoordelijkheid wel
gevoelt. Dat schandaal heeft veel stof
doen opdwarrelen, maar Balfour kwam
met een grooten gieter en trachtte het
stof weer neer te slaan. Do schandalen
van officieren on andere ambtenaren, die
ontzettend knoeiden, met de leverantie
van muilezels enz. zullen nu een com
missie bezighouden en zijn dus weer van
de baan af.
Van Engeland naar Frankrijk is geen
groote stap in figuurlijken zin in wer
kelijkheid is de afstand tusschen beide
landen toch zoo groot, dat do groote
zwemmer Holbein er nog niet in is ge
slaagd van de eene naar de andere kust
te komen. En een brug noch een onder
zeesche doorgang zullen bomen voor en
aleer nieuwe uitvindingen zgn gedaan.
Onmogelijk mag men het niet noemen,
want de wetenschap snelt zóó vooruit,
dat zij er wel wat op vinden zal om
dezen grooten afstand te verkleinen.
In Frankrijk dan heerscht in politieke
kringen groote wrevel over den loop van
opend, toonde twee rijen schitterend witte
tanden, het lange, zwarte kleed omsloot
de bekoorlijkste figuur, en zij lag in
den leuningstoel, alsof zij niot het minste
vermoeden van hare schoonheid had. Ik
was zelf zoo in haar aanblik verdiept, dat
eerst hot plotseling zwijgen van Eberhardt
mij naar hem deed zien. Hij zag zijne
nicht met onverholen bewondering aan,
en ook Bergen keek met groote oogen
naar Rutb.
Ruth, harerzijds, had de heeren slechts
even terloops aangezieD, en speelde in
onverschillige houding met het eind van
den langen, zwarten sluier, die, bevallig
geschikt, van haar weduwekapje afhing
zij had zich in de VVeener salons do ele
gantste manieren eigen gemaakt, zoodat
zij zelfs haar neef met geen nieuwsgie
rigen blik lastig viel, en naar 'fc scheen
evenmin de bewondering bemerkte waar
mee men haar aanzag.
Ik voelde een lichten stéék in 't hart,
toen ik den indruk bemerkte, dien de
schoonheid mijner heimelijke vijandin op
Eberhardt maaktedoch het kon toch
niet anders of men moest verrast zijn,
als men haar na langen tgd voor 't eerst
weer zag. Bergen was er ook door ver
blind geweest, en ik boorde boe bij later
tot Hanna zeide »uwh zuster is eene
schoonheid van den eersten rang, ik kan
wel zeggen, eene volmaakte schoonheid,
zooals ik nog nergens gezien heb."
»Neen maar, jou don JuaD," schertste
Hanna.
»Maar jij bevalt me toch nog beter,
mijn schat, op jou gezichtje staat de
goedheid van je hart te lezen, die de
vrouw, welke die bezit, tot de schoonste
op aarde maakt," voegde hg er bij en
kuste zijne verloofde hartelijk op het
voorhoofd.
Dat troostte mij, die goedheid moest
Eberhardt bij Ruth ook missen, en hij
beminde mijhg mocht haar aanzien
zooveel hij wilde, zijn hart behoorde on
herroepelijk aan mij. Dit gevoel liet het
mg ook zonder jaloesie aanzien, dat Ruth,
de Marokko-quaestie de stand van zaken
is nu deze, dat Duitschland het voorstel
heeft gedaan een
groote conferentie
te houden om alles te regelen. Onderwijl
is de Dnitsche gezant in Marokko bezig
van den Sultan voordeeltjes voor dit en
voor dat te halen en doet de Sultan
tegenover Frankrijk, alsof hij zeggen wil
»doe me eens wat, ik heb nu sterke vrien
den 1" Ernstige besprekingen zijn gevoerd
tusschen den Duitschen gezant te Parijs
en Ronvier, een reeks stukken is door de
gezanten met hun regeeringen gewisseld
en eindelijk kwam een nota van Rouvier
aan Von Biilow. Vermoedelijk zal Frank
rijk ten slotte de conferentio wel aan
nemen.
Het Marokko-gedoe heeft het patriot
tisme weer doen opvlammen de natio
nalisten hebben aan de vijanden van
Frankrijk de illusie, dat zij in troebel
water zouden kunnen visschen, dadelijk
ontnomen, doordat enkele hunner leiders,
zonder dat het iets aan duidelijkheid te
wenschen overliet, verklaarden dat bij een
conflict met het buitenland alle politieke
binnenlandsche oneenighedon zouden wor
den vergeten en alle Fransehen als één
man naar de wapenen zouden grijpen.
Wanneer »le tambour bat, le clairon
sonne", dan zal dat werkeljjk wel zoo
geschieden maar zoo ver komt bet niet.
In verband met dit oorlogsgerommei
maakte het plan van Jaurés grooten op
gang. Door Von Bülow is evenwel do
gezant te Parjjs gelast Jaurés van zjjn
plan tot een bezoek te doen afzien.
Intusscben was de Marokko-geschiede-
nis met don val van minister Delcassé
een afwisseling in de toon reeds minder
de aandacht trekkende binnenlandsche
oneenigheden. De scheiding van Kerk en
Staat beeft te lang geduurd dan dat de
aandacht onverdeeld bleef en het is nog
wonder, dat er bg de eindstemming nog
even een opflikker ng kwam van de warmte
en geestdrift, waarmeo aan weerszijden
werd gestreden voor een zaak, die zoo
diep een beginselzaak was. De beslissing
was, zooals men die had kunnen ver
wachten Rouvier heeft do taak volbracht,
die Oombes is begonnen en die Waldeck-
Rousseau had voorbereid rationeeler was
geweest, wanneer men begonnen was met
de scheiding en daarna de congregatiewet
was gaan uitvoeren, die nu een tint van
onrechtvaardigheid droeg. Hoe dat zrde
Kerk staat nu vrij tegenover don Staat
en de politiek kan vrij worden van ker
kelijke invloeden.
In Rome was men natuurlijk reeds lang
voorbereid op do scheiding eu behoeft
men geen anderen weg in te slaan wan
neer ook de Senaat het wetsontwerp heeft
als men aan tafel ging, met haar zoetste
lachje tot Eberhardt zeide >geleid mij,
neef," en toen met hem voor mij uitging.
Ik volgde hon alleen en onopgemerkt,
zacht drukte ik mgn ring tegen het hart,
terwijl de booge gestalte van Eberhardt
ridderlijk en hoffelijk de schoone vrouw
aan den arm voerde. In de deur van de
eetkamer zag zij om. »Och Groetje, zoo
alleen Ik zal er bepaald voor zorgen,
dat er morgen ook een cavalier voor je
is. Mama moet dominé Renner vragen,
hij zal wel een net man zijn Daarbij
zagen haar schoone cogen mij fonkelend
aan.
Eberhardt had zich nu ook snel om
gekeerd eu scheen gespannen te luisteren
wat ik antwoorden zou. Ik sloeg geen
acht op »den cavalier voor morgen" en
zeide heel kalm »Uwe moeder acht den
dominé zeer hoog, gravin, een zeker be
wijs er voor, dat hg een net man is."
Ik sprak Ruth altgd aan als mevrouw
de gravin, zij had mij duidelgk te ver
staan gegeveD, dat zij dat wilde en mg
altijd met »u" aangesproken. Als mevr.
v. Bendoleben tegen mij over Ruth sprak,
zeide zg altgd »gravin Saterosky" is on
gesteld, of, »de gravin" zeide mij, enz.
De gravin wendde zich bij mijn koel
antwoord met een smadelijk opgetrokken
lip af, en zei tegen Eberhardt»Elie
sait bien dóguiser ses pensé-s."
Ja, ik wist mgne gedachten te ver
bergen, maar andere dan zg meende
waarom werd mg toch altijd de jonge
opvolger van mgn vader voorgehoudon
Aan tafel was het gesprek levendiger
dan gewoonlijk in onzen kleinon kring,
de jonge gravin was niet alleen schoon,
zg was ook geestig, en had den lossen
conversatietoon, aan de theetafel in W( e-
nen geleerd. Men sprak over Hannas
bruiloft, en kwam zoo op bruiloften in
't algemeen.
>Een gelukkige echt kan a leen die
zijn," verklaarde Ruth aan Hanna,waarbg
d" vrouw de kunst verstaat haren man niet
te vervelen, doordat zg altgd weer onver
aangenomen, en het zal worden aangen
men, heefc de Paus een vijftiental bi
schoppen in Frankrgk te benoemen, o
dat er geleidelijk vacatures zijn ontstaa
die niet werden vervuld omdat de mac
ten, die daartoe hadden moeten same
werken, de Regeering en de Paus, all
behalve gestemd waren samen te werke
Over de revolutie in Rusland allee
dithet gerucht gaat, dat de Potemki
na Feodosia met bombardement te hebbe
bedreigd, in de lucht is gevlogen. H
en waar is onbekend.
GOES, 7 Juli 1905.
Met ingang van 16 dezer is de hee
P. J. Berkbout, thans cipier in de stra
gevangenis alhier, bevorderd tot adjunct
directeur in de strafgevangenis te Bred
In zijn plaats is tot cipier alhier b
noemd de heer I. Haaitsma, thans com
mies le rang in de RgkswerkinrichtiD
te Hoorn.
Dhr. P. C. den Herder Gz
Goes, is aan de polytechnische schoolt
Delft geslaagd voor het examen art. 6
2de ged.
Haro Majesteit de Koniügin ontvin
gedurende de laatste dagen ten paleiz
Het Loo tot het houden van conferentië
de navolgende heeren jhr. van Karne
beek, jhr. de Savornin Lohman, mr. Pier
son, generaal Roosebooro, prof. Drucke
en jhr. Ruya de Beerenbrouck.
Borsele. In den gemeenteraad za
eene vacature ontstaan. De heer J. Rot
tier Lz. heeft tegen 15 dezer ontslag ge
nomen wegens voortdurende ongesteld
heid.
Schore. De uitslag van de stemming
voor den Raad was als volgtAanta
kiezers 124. Uitgebracht 116 geldige
stemmen hiervan verkregon de heeren
W. in 't Anker S-. 60, M. Karelse 67,
J. W. Laven 29 en J. Verb sagen 60. Ver
kozen zgn de heeren W. in't Anker Sr.
(omdat deze onder is dan do heer J.
Verhaagen) en M. Karelse.
lerseke. Uitslag der stemming voor
3 leden van den Gemeenteraad.
Uitgebracht 362 st5 van onwaarde,
volstrekte meerderheid 179. Herkozen zijn
de 3 aftredenden J. C. van der Burght
met 295. D. Schipper met 197, C. A. E.
Saner met. 184 st.
Verder kregen de heeren J. M. Bles
84, J. L. Bom 85, W. Boogaards 100 en
M. Lindenberg 11 st. De laatste wenschte
niet in aanmerking te komen.
wacbts wat nieuws van of aan zich doet
zien, al zijn het dan soms ook kleine
luimen of grillen. Hij zal zich dan ge
lukkiger gevoelen, dan met eene zooge
naamde goede, gehoorzame vrouw, die
zgn wenschen in zijne oogen leest, en
ze probeert te vervullen, en hem nooit
gelegenheid geeft zich over haar te ver
wonderen, te ergeren of te verblgden.
Ik raad je aan, zusje, in je hu;s niet
altgd alles precies op de klok te doen,
niet altijd alles zoo in de puntjes te
hebben, de goede man vind dat spoedig
vervelend, geef hem liever nooit zijn zin."
»Het gelukkigste huwelijk is dat, waarin
man en vrouw zich naar elkander schik
ken kunnen, en waar hij noch zg zich
voor elkander door luimen of grillen
weer opnieuw belangwekkend moet ma
ken. Ik ben bepaald niet de man, om
mg door zulke middelen te laten boeien,
ik vind in een vrouw niets leelgberdan
juist zulke coquette grillen, en al is een
pruilend mondje nog zoo lief, en al zgn
de voetjes, waarmee zg toornig op den
grond stampt, de sierlijkste van de wereld,
ik zou ze nooit bunnen bewonderen. In
de plaats van verdreven verveling, zonden
wrevel en bitterheid mg vervullen. Ge
lukkig zou ik mij daaronder niet kunnen
voelen." Bergen zeide dit alles ernstig
en op eenigszins geërgerden toon, ter
wijl hij de hand zgner verloofde in de
zgne hield.
Ruth deed een spottend lachje hooren.
>Dan hebt ge het gelukkig getroffen,
luit. v. Bergen. Mijne zachtaardige zuster,
zal wel nooit een pruilend mondje trekken,
of met den voet op den grond stampen
als zij in 't een of ander haar zin hebben
wilzal zg hoofdpijn hebben of mi
graine. Dat is evenwel ook eene afwis
seling, in den grond hetzelfde, als boos
heid en luimen, e'est tout a fait égal,
dit of dat, maar 't is toch altgd nog
beter, dan altgd mooi weêr."
(Wordt vervolgdA