1905 N 39. Donderdag 30 Maart. 92s1" jaargang. PëRSONEELE belasting FEUILLETON, In eer hersteld. Do uitga?» dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjjdagavotd uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f S-25£ Afzonderlijke nonimers 5 cent. Insending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. De prjjs der gewc-ne advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel ineer 10 ct. Bjj d rente opgaaf ?an driemaal plaatsing derzelfde adTsrtcntie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodbariïhte» en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,berekend. Aanvragen ons en vermelding van liefdegaven 6 cent per regel. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. Het voljaars-kobier van de voor deze gemeente over het dienstjaar 1905 is op heden ter invordering gesteld in handen van den ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente, en zal ieder aangeslagene verplicht zgn het verschuldigde ten gestelden tjjde te vol doen. Goes, den 29 Maart 1905. De Burgemeester van Goes, DE KONING KOOIJ. Bekendmaking Drankwet. Burgemeester en Wethouders der ge meente Goes, Gelezen hot besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 3 Maart 1905, no. 132, 3e afd., P. B. no. 25 Gaven aan hen, die op grond van hot bepaalde in artikel 5 tweeds lid der Drankwet (Staatsblad 1904 no. 235) voor nemens mochten zjjn om eeöe vergunning voor den kleinhandel in sterken drank boven het maximum te vragen onder overlegging van twee verklaringon, waar- bjj afstand wordt gedaan van twee ver gunningen in overweging om ter vermjjding van mogoljjke teleurstelling en geldelijke schade zich, vóór dat zjj afstandsverklaringen overleggen, te vergewissen of zjj vallen in de termen van éón der bepalingen van artikel 8 dier wet. Voorts wordt onder hunne aandacht gebracht, dat Burgemeester en Wethou ders ook om andere redeneD, dan ver meld in artikel 8 de vergunning, kunnen weigeren, zoodat voor hen, wier omstan digheden bedenking kunnen doen rjjzen, omzichtigheid ia aan te bevelen bjj het opkoopeti van vergunningen met hot doel een nieuwe vergunning te vragen. Goes, 29 Maart 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KONING KOOIJ. De Secretaris, G. A. HAJENIUS. Nederland en het Buitenland. Vandaag, Woensdag, zal in de Tweede Kamer de regeering worden geïnterpel leerd over het aftreden van den minister van buitenlandsche zaken, de omstandig heden, die daartoe hebben geleid en de gevolgen van dit ontslag. Door de rc-gee- ring zal dan waarschjjnljjk opheldering worden gegeven, die noodig is. Inderdaad, dringend noodig, want de behartiging dor buitenlandsche zaken schijnt op zonderlinge wijze te hebben plaats gehad en het is meer dan een vermoeden, wanneer wordt gezegd, dat onze buitenlandsche politiek de lachlust van het buitenland heeft opgewekt. En wat kan voor een land schadeljjker zijn, wat minder in overeenstemming met zijn 31 F.en A-inerikaausche Detectiveroman. Mjjnheor Eustace werd zeer rood «n zag den ouden detectieve bjjna angstig in h«t kalme en onbewegelijke gelaat. >Zoo is het, mijnheer", antwoordde hij, niet zonder fierheid, »maar hoe weet gij dat alles »Ik heb, om u de waarheid te zeggen, Dorisons boedelberedderaar er toe ge bracht om geloof te slaan aan de on schuld van John Dorison en hjj heeft mij inzage gegeven van al de onder zjjne berusting zjjnde papieren omtrent die aangelegenheid. Dat ik u zoo ronduit zeg, waar het op staat, mjjnheer Eustace, moet eenvoudig worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat het mij om de onopgesmukte waarheid te doen is en ik daarbjj geen reden heb, iemand naar den mond te spreken of te ontzien. Als ik mij niet vergiB, mijnheer Eustace, zjjt gjj een man vol rechtschapenheid, die er ook niet tegen op ziet uw dankbaarheid te toonen voor eenmaal genoten welda den". De heer Eustace werd nog rooder bjj die woorden van den man, die zoo rond voor de vuist tegen hem sprak. >Gjj begrijpt wol," hernam Carthcart, »dat ik u niet uit nieuwsgierigheid onder vraag of met het doel u iets onaange naams te zeggen, doch alleen met bet doel om de verhouding te bepalen, waarin gjj en Ruben Dorison tot elkander hebt gestaan. Zulk vertrouwen als hom door u geschonken werd, moet van zgn kant belangen, dan dat men zich in andere landen vroolijk maakt om het droevig figuur, dat het eene 6laat, daar immers geen minister van buitenlandsche zaken daarginder zal nalaten van de gunstige gelegenheid gebruik te maken om een voorsprong te krijgen in de een of andere richting. Hjj, die lacht in dc diplomatie, gevoelt zich tevreden, en lacht hjj ten koste van een ander, dan heeft hij zich tevredenheid bezorgd ook ten koste van dien ander. Het is een voortdurend waakzaam zjjn in de buitenlandsche politiek men leeft er in een wereld van de scherpste con currentie, waarin geen strafbepalingen tegen oneerlijke concurrentie bestaan. De mededingenden zijn vrjj in doen en laten, geen scheidsrechter is er, die recht boven andere overwegingen doet gaan, want het Hof van Arbitrage, dat zoo'n scheids rechter had kunnen worden, is daarvan slechts eon parodie. Nederland heeft ongetwjjfeld niet de minsto reden in do volkerenwereld op z'n »qui vive" te zijn, want het heeft voel gunstige levensvoorwaarden en wie in een voordeelige positie verkeert, heeft veel beDjjders en veel afgunstigen. Neder land heeft groofcen handel en Nederland heeft koloniënwat bet eerste betreft moet het alles in het werk stellen dien handel to behouden en uit te breiden, en wat bot tweede aangaat moet het oppassen, dat de buren er met de vingers af bljj ven. De minister van buitenlandsche zaken heeft dus de dubbele taak voor een dege- ljjke consulaire vertegenwoordiging te zorgen en op te kooien voor Nederlands belangen op handelsgebied bjj elke ge legenheid, bjj het maken van toltarieven, bij het oprichten van internationale trusts, bij het aanleggen van scheepvaartlijnen, bij het vorleonen van voordeelen aan andere mogendheden door derden, enz. en hij moet de politieke samenstelling, de stroomingen naar coalities, naar samen werken tusschen mogendheden en de richtingen, waarin de regeeringen haar landen sturen, nauwkeurig nagaan en er gebruik van maken om zich bij mogelijke moeilijkheden van een achterdeurtje te kunnen voorzien of door de hulp van een bondgenoot onaantastbaar te maken. En in ons land zgn beide verplichtingen in de laatste jaron leeljjk in don knel en is het departement aan het sloffen geraakt. We behoeven slechts te herin neren aan de slappe houding van de re- geering tegenover de Z.-Afr. Sp. Mij., aan de quaestie van een consulaat-gene raal in Pretoria, aan de weifeling om voor Krugers stoffeljjk overschot een schip ter beschikking te stellen. En het ont- wjjkend antwoord van den minister op de vraag in de Kamer of het zalmtrac- taat wel werd gehandhaafd, behoeft nau welijks meer te worden genoemd, terwijl de onzekerheid, waarin wjj verkeeren omtrent de plannen van Pruisen tot het heffen van scheepvaarttollen op den Rjjn, door de verklaringen van den afgetreden minister in onrust is veranderd. Zelfs ook met vertrouwen beantwoord zijn. Ik draag thans vrjj nauwkeurig kennis van de wijze, waarop mjjnheor Dorison leefde, maar hoe gjj geleefd hebt, weet ik niet. Tot nog toe, hebt gjj mij op mjjn eenvoudige opgave, toen ik u zeide, wat ik ben en wat ik voorheb, geloofd, nu ben ik evenwel van plan u sommige vragen te stellen, die gjj gewis den eersten den besten vreemdeling niet beantwoorden zoudt, van wien gjj meendet, dat hjj niet het recht had, zo u te doen. Wees dus zoo goed, mjjnheer Eustace, om, vóór vrjj zoover komen, mjjn getuigschriften of wol geloofsbrieven in te zien." Dit zeggend stelde hjj den ander een pakje papieren ter hand, die hij uit zgn borstzak had gehaald, en leunde toen in zgn stoel terug, geduldig wachtend, tot mijnheer Eustace ze zou hebben ingezien. Nadat dit gebeurd was, stelde de heer Eustace hem do papieren weder ter hand, zeggende »I)at is voldoeude, mijnheer Carthcart, wat ik daar gelezen heb legt eeno loffe- ljjke getuigenis af van uw karakter, uw stilzwijgendheid en uw eerljjkheid als ambtenaar der geheime politie." >lk heb ook inderdaad in mjjn tjjd menig stuk goed werk afgeleverd," zeide Carthcart mot gepaste zelfschatting. Wan neer gjj dus van mijn identiteit overtuigd zjjt, mijnheer Eustace, wil ik verder gaan. Het beste zal, dunkt rajj, zgn, dat ik mjjn inzicht oponljjk verklaar, waarbjj gjj mij wellicht zult kunnen helpen om uit sommige dingen, die nu nog een waarschijnlijkheid zjjn, een zekerheid voor mij te maken. Ge hebt gezien, hoe die onvoltooide brief op directe wjjze denzoon beschuldigt. De schrjjver schjjnt hel meest er onder te ljjden, dat al zgn de regeling der consulaire vertegenwoor diging is in een hoek geschoven, terwijl toch do gelegenheid voor de behandeling gunstig en het onderwerp goed voorbe reid was geweestmaar de beer v. Lijnden had bljjkbaar wat anders te doen Ondertusschen is het aan onze buiten landsche politiek niet te bomerken ge weest, wat dan wèl op dit departement is uitgevoerd. Of wil men wjjzen op het verdrag tusschen Prankrgk en Nederland gesloten over den handel tusschen beider koloniën Maar dan heeft men een heel slecht voorbeeld gekozen, want aan dat verdrag zat voor ons niet voel goeds tegenover wat er in werd weggegeven. Ja, wjj hebben wel gekregen het arbi trage-verdrag met Denemarken, maar het is een groote vraag of de afgetreden mi nister daaraan veel heeft gewerkt En deze treurige onachtzaamheid en droevige behartiging van zeer belangrjjke zaken is ergerljjk en wekt groote veront waardiging, waar in het buitenland meer en meer over onze koloniën wordt ge schreven, waar de vraag in volle ernst wordt behandeld of niet Amerika dan wel Japan op een zeker oogenblik do begeerige oogen zal doen vallen op bet gunstig gelegen gebied, en waar men in Duitschland de mogeljjkheid niet ontkent van een bescherming van ons land en onze koloniën door den grooten buurman, die bezig is zich op zee toe te rusten en toch zelf geen koloniën van eenige beteekenis heeft 1 Ten slotte moet worden gewezen op de strooming in Duitschland, geriebt op een tolverbond, een postunie met Neder land, natuurljjk slechts de voorboden van een gehoelo inlijving, die ons land Duit- sche vrijheid, Duitsche invoerrechten en den Duitschen Keizer zou bezorgen En er zgn werkelijkNederlandsche bladeD, die dat nog zoo erg niet zouden vinden De Wostfaalsche industrie-koningen ge voelen daar ook wel iets voor, getuige, wat onlangs in hun orgaan heeft gestaan over dit onderwerp, en als Nederland maar wilde wie weet? Moet nu niet een minister van buitenlandsche zaken van al deze bewegingen partij trekkeD, met al dit stroven zgn voordeel doen en beginnen te begrijpen, dat in ons isolement onze kracht niet zit en dat er eens om gezien moet worden naar steun voor 't geval van nood. Maar dan moeten we eerst een bewind man hebben van voldoende bekwaamheid, iemand, die niet allosn dansen en vrien- deljjk-doon kan, maar iemand laat bjj van ander geloof zgn dan dr. Kuyper als er geen vriendje te vinden is met zulko eigenschappen die met groote be kwaamheid en vooral veel tact de meest in dit kabinet gemiste eigenschap voorkomt, dat ons land nog verder de risée van het buitenland wordt en anderen zich ziet ontwikkolen en ziet gedjjen, terwjjl het zelf big ft teren op de oude positie on de gevaarlijk optimiste bewering dat ons land veilig is dooi den naijver van de mogendheden. L. ongeluk moet geweten worden aan een ondankbaren zoon. Daar hjj slechts één zoon bezat, zoo volgt daaruit bjj eone oppervlakkige en waarschijnlijk heel na tuurlijke beschouwing, dat er in zjjn brief van dien zoon sprake was. Maar daar tegenover staat, dat niets in het leven van John Dorison zulk een be schuldiging rechtvaardigt. We vinden veeleer talrjjke bewijzen dat de vader zelf dien zooe met vertrouwen, trots en liefde gedenkt en dat die zoon zjjn vader vereerde met hoogachtende liefde. Een tegenspraak van belang derhalve Nog merkwaardiger komt mij het feit voor, dat het jonge mensch zelf alles deed wat mogelijk was om den grond, waarop die aanklacht dan toch steunen moest, te doen onderzoeken, dat hij voor hen, die dot onderzoek dedon, zgn geheele leven heeft bloot gelegd. Zijne bemoeiingen in die zaak waren, ik stem het dadelijk toe, plomp en ongeschikt, zooals men dat van een drie en twintigjarig jong- menscb, die zich in zgn eer beloedigd voelt, ook niet anders verwachten kon, maar nadat dat zelfde jonge mensch met een verbitterd hart voor onverdionden smaad acht jaren in den vreemde had doorgebracht, komt hij terug en wil hij opnieuw de zaak, waaraan hem zoo heel veel gelegen is, onderzoeken en doen onderzoeken. Zij, die hem zacht be- oordeelen, zeggen, dat zgn vader niet bij zijn verstand moot zijn geweest, toen hjj dien beschuldigenden brief schreef of wel, dat hij, als de brief maar voltooid had kunnen worden, al het raadselachtige, wut daar nu in te lezon stond, wel zou hebben opgehelderd. Woder anderen, en daaronder behooien ook de ambtenaren der politie, die met onderzoek zgn be- Buitenland. Keeta. Indertjjd namen de groote mogendheden in al haar wjjsbeid het plechtige besluit, dat het eiland Kreta met zgn 3 tot 400.000 inwoners een zelfstandig Rjj^je zou vor men onder het oppermachtig bestuur van den Griek8chen pring Qeorge. En als heeren iets wijzen, moeten de andere menschen het prjjzen, wordt wel eens gezegd. Een tijdlang is dat dan ook zoo gegaan, maar die tjjd is al weer voorbjj en men is begonnen te mopperen de Kretenzers hebben heelomaal geen lust onder het bjjna absolute bewind van eon prins en onder allerhoogste contróle zoo genaamd zelfstandig te zijn. Zjj willen deel uitmnken van het Rjjk, waartoe zjj zeer goed kunnen behooren en zeker ook zouden behooren, wanneer er niot iets bestond als hoogere internationale poli tiek. Maar de Kretenzers malen wat om die hoogere politiek en daar hebben zij volkomen geljjk aan zij hebben al eenige keereü getracht een opstand in het leven te roepen om den commissaris te doen vertrekken en Kreta bjj Griekenland in- geljjfd te krijgen, maar 't is nog niet gelukt. Wel heeft de prins verleden jaar de mogendheden eens gepolst over de qnaestie, maar hard voor zgn land ge werkt heeft hjj zeker niet. en de Regee- riDgen hebben hem eenvoudig afgesoheept met een Sgeen denken aan verandering" och, de heeren hebben tegenwoordig de handen te vol met de quaestie van het verre Oosten om nog weer te kunnen be ginnen met de gewone Oostersche quaestie. En aldus keerde prins Georqe terug Daar zgn ontrouwe Kretenzers en trachtte hen met gestrengheid in hun lot te doen berusten. De uitkomst was ovenwei niet de bedoeldede Kretenzers worden met den dag meer ontevreden en grijpen naar de wapenen, zoodat er werkeljjk een op stand dreigt van grooter omvang dan men gewoon is. Zeshonderd Kretenzers kwamen dezer dagen bjj Kanea samen om alvast een wetgevende vergadering samen te stellen en zjj namen het besluit, dat Kreta met Griekenland vereenigd zal worden. En de prins kan daartegen niot veel doen, want hij heeft alleen gendar men om hem te helpen. Italië. Na een zonderlingen crisis is een nieuw ministerie gevormd, waarvan For- tis premier en Tittoni voor buitenlandsche zaken is. Men hoeft daar in Rome vreemd gescharreld met deze ministerie-verwis seling eerst werd gezegd, dat het kabi net aftrad wegens ziekte van den pre mier, waarop al spoedig de naam van Fortis word genoemd. Daarna kwam bet afgetreden kabinet weer in de Kamer, waar een eonvoudige motie van vertrou wen werd aangenomentoch bleef de premier niet aan en nu is Fortis met Tittoni aan hot bewind, zoodat van een nieuwe richting in de regeering zeker last geweest, blijven volhouden, dat de beschuldigingen, in den brief vervat, op den man af en niet voor twee uitloggin gen vatbaar waren. Voor mijn persoon ben ik nog een andere meening toege daan." Mjjnheer Eustace was tot op dit oogen blik rustig in zijn fauteuil big ven zitten, met de hand onder zgn kin. Nu even wel richtte hij zich op en zag don ouden detectieve belangstellend en vragend aan. >In den onvoltooiden brief," hernam Carthcart, terwijl hg het door hem ge maakte afschrift in handen nam, »spreekt Ruben Dorison van een ondankbaren zoon, maar hjj noemt geen naam. JobD, zgn lieveling, wordt nergens genoemd, en daaruit maak ik op, dat hjj »Nog een anderen zoon moet hebben gehad 1" viel de heer Eustace den Bpre- ker met opgewondenheid in de rede. »Zoo is 'tantwoordde Carthcart met vastheid van stem. »Met dat onwrikbaar geloof en met de kennis van uw intimi teit met Ruben Dorison kwam ik hier, om van u te vernemen, of 't u niet mogeljjk zou zgn, nog de eene of andere aanwjjzing te doen, waaruit bljjken kon, dat ik mg in mjjne meening niet heb vergist." Mjjnheer Eustace was reeds opgestaan en liep nu, blijkbaar opgewonden, haastig en gejaagd op en neer. Eindeljjk bleef hjj staan en zeide »Ge zoert daar familiegeheimen aan, mjjnheer, en ik weet niet. »Mot uw welnemen," viel de oude de tectieve hem in de rede. »Laat rag u dade lijk verklaren, dat ik reeds eeoigszins op de hoogte ben van de verhouding, waarin de cude Dorison tot een zekere dame moet hebben gestaan; ik weet wel niet niet mag worden gesproken. Italië staat in het teeken der sociale hervormingen er is een sterke radicale partij, dio even wel bjj dan aanval op het regeerings- kasteel bij de laatst gehouden verkiezin- g-*n werd afgeslagen. Maar dat laatsto was voornamoljjk te wijten aan de repu- blikeinscho leuze, die de linkerzijde draagt en vooropstelt, zoodat mon niet mag meenen, dat do regeering zonder hervormingen op sociaal gebied kan voort- regeeren. Of de heer Fortis do man is, die tot stand te brengeD, weet men niet. GOES, 29 Maart 1905. Hedenavond vergadert de gemeente raad van Goes en op de agenda komt voor een voorstel van de raadsleden de hbJ. F. v. d. LeeuwJ. C. H. Hollmann cn W. Kakebeeke tot wijziging der verorde ning tot heffing van schoolgeld. Dit voor stel heeft den volgenden inhoud Aan den Raad der gemeente Goes. Ondergeteekonden stellen Uwen raad voor, de verordening tot heffing van schoolgeld op school A zóó te wijzigen, dat er kinderen toegelaten kunnen worden tegen een maandeljjksche ^choolgeldhef- fing van 40 cent le. is het eerstondergeteekende, als lid van de klassificatie-commissie, meermalen gebleken, dat er ouders zgn, die geen 60 cent per maand kunnen betalen, doch te gegoed zgn om 20 cent per maand te betalen 2e. dat op school B klassen bestaan van 40 on meer kinderen, terwijl in school A klassen zgn van 7 tot 20 kindoren 3e. oordeelen zjj dat het is in het be lang van het onderwjjs op school B dat de bevolking daarvan eenigszins afneemt 4e. dat het ook uit rechtvaardigheids oogpunt tegenover de onderwjjzers over weging verdient, daar deze voor hetzelfde traktement aan 40 kinderen moeten les geven, terwijl hunne collega's op school A voor zoo'n weinig bevolkte klas staan alle welke zaken gaarne door ondergo- teekenden mondeling zullen toegelicht worden, indien zulks den Raad gewonscht voorkomt. Dinsdagavond trad als laatste spreker in dit seizoen voor de Vereen, v. Alg. Wetensch. Bel. te GoeB in een weer goed bezochte vergadering op de heer Henri Borel. Spr. hield een causerie over de Chineesche taal on de Chineosche philo- sofie. Hij zette uiteen, dat er verschil lende talen worden gesproken in China al naar de streek, waar men is, maar dat de beschaafden gewoonljjk alle met elkander kunnen omgaan doordat zjj het Mandarijnen-Chineesch 6preken. Met voor beelden werd uiteengezet op welke wjjze de Chineezen hun woorden schrjjveD waarbij opmerkelijk is, dat, wear mefi in in Europa den klank voorstelt, in China het begrip in de karakters wordt neer gelegd. Na de pauze besprak de heer Borel de tot boever die verhouding ging, maar zjjn portret, zgn zegelring en een paar strookjes papier, afgescheurd vsn een brief, dien hjj moet geschreven hebben werden in haar woning gevonden. Van grooter beteokeni6 is bet volgendeBe doelde dame heeft gernimen lijd achter een, vijf en twintig jaar lang, een huis bewoond in het beneden deel der stad dat op haar naam stond ingeschreven Het bezit van dat huis werd haar op den 22 April 1854 opgedragen door Richard Basselin tegen een som van elfduizend vjjfhonderd dollars. Nu vond ik tusschen de papieren van den ouden Dorison een wi6selbewijs, dat te zijnen laste door de Engelsche Bank was uitbetaald epn som van elfduizend vjjfhonderd dollars ten behoeve van Richard Baeselin op den 22 April 1854. Bedoelde Basselin is kort daarop naar Buffalo gegaan, waar hjj het vorig jaar is overladen. Ge ziet bet ver bard; niet vaar? Maar nu dien ik nog te woten, waaraan de vrijgevigheid van Ruben Dorison moet worden toegeschre ven en of dat geld inderdaad gegeven of voorgeschoten is geworden, al heb ik ook nergens eenig bewjjs van afbetaling gevonden." Mijnheer Eustace, die zoolang Carth cart aan het woord was, tegenover hem had gestaan, vroeg hem plotseling »Boe heette die vrouw >Dat zal ik u zeggen vóór ik heenga, mjjnheer Eustacevoorloopig is 't meer de quaestie, dat mijn vragen beantwoord worden, dan dat ik van mjjn kant uw nieuwsgierigheid bevredig." (Wordt vervolgij.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1905 | | pagina 1