1905 N 39.
Donderdag 30 Maart.
92s1" jaargang.
PëRSONEELE belasting
FEUILLETON,
In eer hersteld.
Do uitga?» dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjjdagavotd
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f S-25£
Afzonderlijke nonimers 5 cent.
Insending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De prjjs der gewc-ne advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel ineer 10 ct.
Bjj d rente opgaaf ?an driemaal plaatsing derzelfde adTsrtcntie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodbariïhte» en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,berekend.
Aanvragen ons en vermelding van liefdegaven 6 cent per regel.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens.
Het voljaars-kobier van de
voor deze gemeente over het dienstjaar
1905 is op heden ter invordering gesteld
in handen van den ontvanger der directe
belastingen binnen deze gemeente, en zal
ieder aangeslagene verplicht zgn het
verschuldigde ten gestelden tjjde te vol
doen.
Goes, den 29 Maart 1905.
De Burgemeester van Goes,
DE KONING KOOIJ.
Bekendmaking Drankwet.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Goes,
Gelezen hot besluit van Gedeputeerde
Staten van Zeeland, d.d. 3 Maart 1905,
no. 132, 3e afd., P. B. no. 25
Gaven aan hen, die op grond van hot
bepaalde in artikel 5 tweeds lid der
Drankwet (Staatsblad 1904 no. 235) voor
nemens mochten zjjn om eeöe vergunning
voor den kleinhandel in sterken drank
boven het maximum te vragen onder
overlegging van twee verklaringon, waar-
bjj afstand wordt gedaan van twee ver
gunningen in overweging om ter
vermjjding van mogoljjke teleurstelling
en geldelijke schade zich, vóór dat
zjj afstandsverklaringen overleggen, te
vergewissen of zjj vallen in de termen
van éón der bepalingen van artikel 8
dier wet.
Voorts wordt onder hunne aandacht
gebracht, dat Burgemeester en Wethou
ders ook om andere redeneD, dan ver
meld in artikel 8 de vergunning, kunnen
weigeren, zoodat voor hen, wier omstan
digheden bedenking kunnen doen rjjzen,
omzichtigheid ia aan te bevelen bjj het
opkoopeti van vergunningen met hot doel
een nieuwe vergunning te vragen.
Goes, 29 Maart 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
G. A. HAJENIUS.
Nederland en het Buitenland.
Vandaag, Woensdag, zal in de Tweede
Kamer de regeering worden geïnterpel
leerd over het aftreden van den minister
van buitenlandsche zaken, de omstandig
heden, die daartoe hebben geleid en de
gevolgen van dit ontslag. Door de rc-gee-
ring zal dan waarschjjnljjk opheldering
worden gegeven, die noodig is.
Inderdaad, dringend noodig, want de
behartiging dor buitenlandsche zaken
schijnt op zonderlinge wijze te hebben
plaats gehad en het is meer dan een
vermoeden, wanneer wordt gezegd, dat
onze buitenlandsche politiek de lachlust
van het buitenland heeft opgewekt. En
wat kan voor een land schadeljjker zijn,
wat minder in overeenstemming met zijn
31
F.en A-inerikaausche Detectiveroman.
Mjjnheor Eustace werd zeer rood «n
zag den ouden detectieve bjjna angstig
in h«t kalme en onbewegelijke gelaat.
>Zoo is het, mijnheer", antwoordde hij,
niet zonder fierheid, »maar hoe weet gij
dat alles
»Ik heb, om u de waarheid te zeggen,
Dorisons boedelberedderaar er toe ge
bracht om geloof te slaan aan de on
schuld van John Dorison en hjj heeft mij
inzage gegeven van al de onder zjjne
berusting zjjnde papieren omtrent die
aangelegenheid. Dat ik u zoo ronduit
zeg, waar het op staat, mjjnheer Eustace,
moet eenvoudig worden toegeschreven
aan de omstandigheid, dat het mij om
de onopgesmukte waarheid te doen is en
ik daarbjj geen reden heb, iemand naar
den mond te spreken of te ontzien. Als
ik mij niet vergiB, mijnheer Eustace, zjjt
gjj een man vol rechtschapenheid, die er
ook niet tegen op ziet uw dankbaarheid
te toonen voor eenmaal genoten welda
den".
De heer Eustace werd nog rooder bjj
die woorden van den man, die zoo rond
voor de vuist tegen hem sprak.
>Gjj begrijpt wol," hernam Carthcart,
»dat ik u niet uit nieuwsgierigheid onder
vraag of met het doel u iets onaange
naams te zeggen, doch alleen met bet
doel om de verhouding te bepalen, waarin
gjj en Ruben Dorison tot elkander hebt
gestaan. Zulk vertrouwen als hom door
u geschonken werd, moet van zgn kant
belangen, dan dat men zich in andere
landen vroolijk maakt om het droevig
figuur, dat het eene 6laat, daar immers
geen minister van buitenlandsche zaken
daarginder zal nalaten van de gunstige
gelegenheid gebruik te maken om een
voorsprong te krijgen in de een of andere
richting. Hjj, die lacht in dc diplomatie,
gevoelt zich tevreden, en lacht hjj ten
koste van een ander, dan heeft hij zich
tevredenheid bezorgd ook ten koste van
dien ander.
Het is een voortdurend waakzaam zjjn
in de buitenlandsche politiek men leeft
er in een wereld van de scherpste con
currentie, waarin geen strafbepalingen
tegen oneerlijke concurrentie bestaan. De
mededingenden zijn vrjj in doen en laten,
geen scheidsrechter is er, die recht boven
andere overwegingen doet gaan, want het
Hof van Arbitrage, dat zoo'n scheids
rechter had kunnen worden, is daarvan
slechts eon parodie.
Nederland heeft ongetwjjfeld niet de
minsto reden in do volkerenwereld op
z'n »qui vive" te zijn, want het heeft
voel gunstige levensvoorwaarden en wie
in een voordeelige positie verkeert, heeft
veel beDjjders en veel afgunstigen. Neder
land heeft groofcen handel en Nederland
heeft koloniënwat bet eerste betreft
moet het alles in het werk stellen dien
handel to behouden en uit te breiden, en
wat bot tweede aangaat moet het oppassen,
dat de buren er met de vingers af bljj ven.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft dus de dubbele taak voor een dege-
ljjke consulaire vertegenwoordiging te
zorgen en op te kooien voor Nederlands
belangen op handelsgebied bjj elke ge
legenheid, bjj het maken van toltarieven,
bij het oprichten van internationale trusts,
bij het aanleggen van scheepvaartlijnen,
bij het vorleonen van voordeelen aan
andere mogendheden door derden, enz.
en hij moet de politieke samenstelling,
de stroomingen naar coalities, naar samen
werken tusschen mogendheden en de
richtingen, waarin de regeeringen haar
landen sturen, nauwkeurig nagaan en er
gebruik van maken om zich bij mogelijke
moeilijkheden van een achterdeurtje te
kunnen voorzien of door de hulp van
een bondgenoot onaantastbaar te maken.
En in ons land zgn beide verplichtingen
in de laatste jaron leeljjk in don knel
en is het departement aan het sloffen
geraakt. We behoeven slechts te herin
neren aan de slappe houding van de re-
geering tegenover de Z.-Afr. Sp. Mij.,
aan de quaestie van een consulaat-gene
raal in Pretoria, aan de weifeling om
voor Krugers stoffeljjk overschot een schip
ter beschikking te stellen. En het ont-
wjjkend antwoord van den minister op
de vraag in de Kamer of het zalmtrac-
taat wel werd gehandhaafd, behoeft nau
welijks meer te worden genoemd, terwijl
de onzekerheid, waarin wjj verkeeren
omtrent de plannen van Pruisen tot het
heffen van scheepvaarttollen op den Rjjn,
door de verklaringen van den afgetreden
minister in onrust is veranderd. Zelfs
ook met vertrouwen beantwoord zijn.
Ik draag thans vrjj nauwkeurig kennis
van de wijze, waarop mjjnheor Dorison
leefde, maar hoe gjj geleefd hebt, weet
ik niet. Tot nog toe, hebt gjj mij op mjjn
eenvoudige opgave, toen ik u zeide, wat
ik ben en wat ik voorheb, geloofd, nu
ben ik evenwel van plan u sommige
vragen te stellen, die gjj gewis den eersten
den besten vreemdeling niet beantwoorden
zoudt, van wien gjj meendet, dat hjj niet
het recht had, zo u te doen. Wees dus
zoo goed, mjjnheer Eustace, om, vóór vrjj
zoover komen, mjjn getuigschriften of
wol geloofsbrieven in te zien."
Dit zeggend stelde hjj den ander een
pakje papieren ter hand, die hij uit zgn
borstzak had gehaald, en leunde toen in
zgn stoel terug, geduldig wachtend, tot
mijnheer Eustace ze zou hebben ingezien.
Nadat dit gebeurd was, stelde de heer
Eustace hem do papieren weder ter hand,
zeggende
»I)at is voldoeude, mijnheer Carthcart,
wat ik daar gelezen heb legt eeno loffe-
ljjke getuigenis af van uw karakter, uw
stilzwijgendheid en uw eerljjkheid als
ambtenaar der geheime politie."
>lk heb ook inderdaad in mjjn tjjd
menig stuk goed werk afgeleverd," zeide
Carthcart mot gepaste zelfschatting. Wan
neer gjj dus van mijn identiteit overtuigd
zjjt, mijnheer Eustace, wil ik verder
gaan. Het beste zal, dunkt rajj, zgn, dat
ik mjjn inzicht oponljjk verklaar, waarbjj
gjj mij wellicht zult kunnen helpen om
uit sommige dingen, die nu nog een
waarschijnlijkheid zjjn, een zekerheid
voor mij te maken. Ge hebt gezien, hoe
die onvoltooide brief op directe wjjze
denzoon beschuldigt. De schrjjver schjjnt
hel meest er onder te ljjden, dat al zgn
de regeling der consulaire vertegenwoor
diging is in een hoek geschoven, terwijl
toch do gelegenheid voor de behandeling
gunstig en het onderwerp goed voorbe
reid was geweestmaar de beer v. Lijnden
had bljjkbaar wat anders te doen
Ondertusschen is het aan onze buiten
landsche politiek niet te bomerken ge
weest, wat dan wèl op dit departement
is uitgevoerd. Of wil men wjjzen op het
verdrag tusschen Prankrgk en Nederland
gesloten over den handel tusschen beider
koloniën Maar dan heeft men een heel
slecht voorbeeld gekozen, want aan dat
verdrag zat voor ons niet voel goeds
tegenover wat er in werd weggegeven.
Ja, wjj hebben wel gekregen het arbi
trage-verdrag met Denemarken, maar het
is een groote vraag of de afgetreden mi
nister daaraan veel heeft gewerkt
En deze treurige onachtzaamheid en
droevige behartiging van zeer belangrjjke
zaken is ergerljjk en wekt groote veront
waardiging, waar in het buitenland meer
en meer over onze koloniën wordt ge
schreven, waar de vraag in volle ernst
wordt behandeld of niet Amerika dan
wel Japan op een zeker oogenblik do
begeerige oogen zal doen vallen op bet
gunstig gelegen gebied, en waar men in
Duitschland de mogeljjkheid niet ontkent
van een bescherming van ons land en
onze koloniën door den grooten buurman,
die bezig is zich op zee toe te rusten
en toch zelf geen koloniën van eenige
beteekenis heeft 1
Ten slotte moet worden gewezen op
de strooming in Duitschland, geriebt op
een tolverbond, een postunie met Neder
land, natuurljjk slechts de voorboden van
een gehoelo inlijving, die ons land Duit-
sche vrijheid, Duitsche invoerrechten en
den Duitschen Keizer zou bezorgen
En er zgn werkelijkNederlandsche bladeD,
die dat nog zoo erg niet zouden vinden
De Wostfaalsche industrie-koningen ge
voelen daar ook wel iets voor, getuige,
wat onlangs in hun orgaan heeft gestaan
over dit onderwerp, en als Nederland
maar wilde wie weet? Moet nu niet
een minister van buitenlandsche zaken
van al deze bewegingen partij trekkeD,
met al dit stroven zgn voordeel doen en
beginnen te begrijpen, dat in ons isolement
onze kracht niet zit en dat er eens om
gezien moet worden naar steun voor 't
geval van nood.
Maar dan moeten we eerst een bewind
man hebben van voldoende bekwaamheid,
iemand, die niet allosn dansen en vrien-
deljjk-doon kan, maar iemand laat bjj
van ander geloof zgn dan dr. Kuyper als
er geen vriendje te vinden is met zulko
eigenschappen die met groote be
kwaamheid en vooral veel tact de
meest in dit kabinet gemiste eigenschap
voorkomt, dat ons land nog verder
de risée van het buitenland wordt en
anderen zich ziet ontwikkolen en ziet
gedjjen, terwjjl het zelf big ft teren op de
oude positie on de gevaarlijk optimiste
bewering dat ons land veilig is dooi
den naijver van de mogendheden. L.
ongeluk moet geweten worden aan een
ondankbaren zoon. Daar hjj slechts één
zoon bezat, zoo volgt daaruit bjj eone
oppervlakkige en waarschijnlijk heel na
tuurlijke beschouwing, dat er in zjjn
brief van dien zoon sprake was. Maar
daar tegenover staat, dat niets in het
leven van John Dorison zulk een be
schuldiging rechtvaardigt. We vinden
veeleer talrjjke bewijzen dat de vader
zelf dien zooe met vertrouwen, trots en
liefde gedenkt en dat die zoon zjjn vader
vereerde met hoogachtende liefde. Een
tegenspraak van belang derhalve Nog
merkwaardiger komt mij het feit voor,
dat het jonge mensch zelf alles deed wat
mogelijk was om den grond, waarop die
aanklacht dan toch steunen moest, te
doen onderzoeken, dat hij voor hen, die
dot onderzoek dedon, zgn geheele leven
heeft bloot gelegd. Zijne bemoeiingen in
die zaak waren, ik stem het dadelijk
toe, plomp en ongeschikt, zooals men
dat van een drie en twintigjarig jong-
menscb, die zich in zgn eer beloedigd
voelt, ook niet anders verwachten kon,
maar nadat dat zelfde jonge mensch met
een verbitterd hart voor onverdionden
smaad acht jaren in den vreemde had
doorgebracht, komt hij terug en wil
hij opnieuw de zaak, waaraan hem zoo
heel veel gelegen is, onderzoeken en
doen onderzoeken. Zij, die hem zacht be-
oordeelen, zeggen, dat zgn vader niet bij
zijn verstand moot zijn geweest, toen hjj
dien beschuldigenden brief schreef of
wel, dat hij, als de brief maar voltooid
had kunnen worden, al het raadselachtige,
wut daar nu in te lezon stond, wel zou
hebben opgehelderd. Woder anderen, en
daaronder behooien ook de ambtenaren
der politie, die met onderzoek zgn be-
Buitenland.
Keeta.
Indertjjd namen de groote mogendheden
in al haar wjjsbeid het plechtige besluit,
dat het eiland Kreta met zgn 3 tot 400.000
inwoners een zelfstandig Rjj^je zou vor
men onder het oppermachtig bestuur van
den Griek8chen pring Qeorge. En als
heeren iets wijzen, moeten de andere
menschen het prjjzen, wordt wel eens
gezegd. Een tijdlang is dat dan ook zoo
gegaan, maar die tjjd is al weer voorbjj
en men is begonnen te mopperen de
Kretenzers hebben heelomaal geen lust
onder het bjjna absolute bewind van eon
prins en onder allerhoogste contróle zoo
genaamd zelfstandig te zijn. Zjj willen
deel uitmnken van het Rjjk, waartoe zjj
zeer goed kunnen behooren en zeker ook
zouden behooren, wanneer er niot iets
bestond als hoogere internationale poli
tiek. Maar de Kretenzers malen wat om
die hoogere politiek en daar hebben zij
volkomen geljjk aan zij hebben al eenige
keereü getracht een opstand in het leven
te roepen om den commissaris te doen
vertrekken en Kreta bjj Griekenland in-
geljjfd te krijgen, maar 't is nog niet
gelukt. Wel heeft de prins verleden jaar
de mogendheden eens gepolst over de
qnaestie, maar hard voor zgn land ge
werkt heeft hjj zeker niet. en de Regee-
riDgen hebben hem eenvoudig afgesoheept
met een Sgeen denken aan verandering"
och, de heeren hebben tegenwoordig de
handen te vol met de quaestie van het
verre Oosten om nog weer te kunnen be
ginnen met de gewone Oostersche quaestie.
En aldus keerde prins Georqe terug
Daar zgn ontrouwe Kretenzers en trachtte
hen met gestrengheid in hun lot te doen
berusten. De uitkomst was ovenwei niet
de bedoeldede Kretenzers worden met
den dag meer ontevreden en grijpen naar
de wapenen, zoodat er werkeljjk een op
stand dreigt van grooter omvang dan
men gewoon is. Zeshonderd Kretenzers
kwamen dezer dagen bjj Kanea samen
om alvast een wetgevende vergadering
samen te stellen en zjj namen het besluit,
dat Kreta met Griekenland vereenigd zal
worden. En de prins kan daartegen niot
veel doen, want hij heeft alleen gendar
men om hem te helpen.
Italië.
Na een zonderlingen crisis is een
nieuw ministerie gevormd, waarvan For-
tis premier en Tittoni voor buitenlandsche
zaken is. Men hoeft daar in Rome vreemd
gescharreld met deze ministerie-verwis
seling eerst werd gezegd, dat het kabi
net aftrad wegens ziekte van den pre
mier, waarop al spoedig de naam van
Fortis word genoemd. Daarna kwam bet
afgetreden kabinet weer in de Kamer,
waar een eonvoudige motie van vertrou
wen werd aangenomentoch bleef de
premier niet aan en nu is Fortis met
Tittoni aan hot bewind, zoodat van een
nieuwe richting in de regeering zeker
last geweest, blijven volhouden, dat de
beschuldigingen, in den brief vervat, op
den man af en niet voor twee uitloggin
gen vatbaar waren. Voor mijn persoon
ben ik nog een andere meening toege
daan."
Mjjnheer Eustace was tot op dit oogen
blik rustig in zijn fauteuil big ven zitten,
met de hand onder zgn kin. Nu even
wel richtte hij zich op en zag don ouden
detectieve belangstellend en vragend aan.
>In den onvoltooiden brief," hernam
Carthcart, terwijl hg het door hem ge
maakte afschrift in handen nam, »spreekt
Ruben Dorison van een ondankbaren
zoon, maar hjj noemt geen naam. JobD,
zgn lieveling, wordt nergens genoemd,
en daaruit maak ik op, dat hjj
»Nog een anderen zoon moet hebben
gehad 1" viel de heer Eustace den Bpre-
ker met opgewondenheid in de rede.
»Zoo is 'tantwoordde Carthcart met
vastheid van stem. »Met dat onwrikbaar
geloof en met de kennis van uw intimi
teit met Ruben Dorison kwam ik hier,
om van u te vernemen, of 't u niet
mogeljjk zou zgn, nog de eene of andere
aanwjjzing te doen, waaruit bljjken kon,
dat ik mg in mjjne meening niet heb
vergist."
Mjjnheer Eustace was reeds opgestaan
en liep nu, blijkbaar opgewonden, haastig
en gejaagd op en neer. Eindeljjk bleef
hjj staan en zeide
»Ge zoert daar familiegeheimen aan,
mjjnheer, en ik weet niet.
»Mot uw welnemen," viel de oude de
tectieve hem in de rede. »Laat rag u dade
lijk verklaren, dat ik reeds eeoigszins op
de hoogte ben van de verhouding, waarin
de cude Dorison tot een zekere dame
moet hebben gestaan; ik weet wel niet
niet mag worden gesproken. Italië staat
in het teeken der sociale hervormingen
er is een sterke radicale partij, dio even
wel bjj dan aanval op het regeerings-
kasteel bij de laatst gehouden verkiezin-
g-*n werd afgeslagen. Maar dat laatsto
was voornamoljjk te wijten aan de repu-
blikeinscho leuze, die de linkerzijde
draagt en vooropstelt, zoodat mon niet
mag meenen, dat do regeering zonder
hervormingen op sociaal gebied kan voort-
regeeren. Of de heer Fortis do man is,
die tot stand te brengeD, weet men niet.
GOES, 29 Maart 1905.
Hedenavond vergadert de gemeente
raad van Goes en op de agenda komt
voor een voorstel van de raadsleden de
hbJ. F. v. d. LeeuwJ. C. H. Hollmann cn
W. Kakebeeke tot wijziging der verorde
ning tot heffing van schoolgeld. Dit voor
stel heeft den volgenden inhoud
Aan den Raad der gemeente Goes.
Ondergeteekonden stellen Uwen raad
voor, de verordening tot heffing van
schoolgeld op school A zóó te wijzigen,
dat er kinderen toegelaten kunnen worden
tegen een maandeljjksche ^choolgeldhef-
fing van 40 cent
le. is het eerstondergeteekende, als lid
van de klassificatie-commissie, meermalen
gebleken, dat er ouders zgn, die geen 60
cent per maand kunnen betalen, doch te
gegoed zgn om 20 cent per maand te
betalen
2e. dat op school B klassen bestaan
van 40 on meer kinderen, terwijl in school
A klassen zgn van 7 tot 20 kindoren
3e. oordeelen zjj dat het is in het be
lang van het onderwjjs op school B dat
de bevolking daarvan eenigszins afneemt
4e. dat het ook uit rechtvaardigheids
oogpunt tegenover de onderwjjzers over
weging verdient, daar deze voor hetzelfde
traktement aan 40 kinderen moeten
les geven, terwijl hunne collega's op
school A voor zoo'n weinig bevolkte klas
staan
alle welke zaken gaarne door ondergo-
teekenden mondeling zullen toegelicht
worden, indien zulks den Raad gewonscht
voorkomt.
Dinsdagavond trad als laatste spreker
in dit seizoen voor de Vereen, v. Alg.
Wetensch. Bel. te GoeB in een weer goed
bezochte vergadering op de heer Henri
Borel. Spr. hield een causerie over de
Chineesche taal on de Chineosche philo-
sofie. Hij zette uiteen, dat er verschil
lende talen worden gesproken in China
al naar de streek, waar men is, maar
dat de beschaafden gewoonljjk alle met
elkander kunnen omgaan doordat zjj het
Mandarijnen-Chineesch 6preken. Met voor
beelden werd uiteengezet op welke wjjze
de Chineezen hun woorden schrjjveD
waarbij opmerkelijk is, dat, wear mefi in
in Europa den klank voorstelt, in China
het begrip in de karakters wordt neer
gelegd.
Na de pauze besprak de heer Borel de
tot boever die verhouding ging, maar
zjjn portret, zgn zegelring en een paar
strookjes papier, afgescheurd vsn een
brief, dien hjj moet geschreven hebben
werden in haar woning gevonden. Van
grooter beteokeni6 is bet volgendeBe
doelde dame heeft gernimen lijd achter
een, vijf en twintig jaar lang, een huis
bewoond in het beneden deel der stad
dat op haar naam stond ingeschreven
Het bezit van dat huis werd haar op den
22 April 1854 opgedragen door Richard
Basselin tegen een som van elfduizend
vjjfhonderd dollars. Nu vond ik tusschen
de papieren van den ouden Dorison een
wi6selbewijs, dat te zijnen laste door de
Engelsche Bank was uitbetaald epn som
van elfduizend vjjfhonderd dollars ten
behoeve van Richard Baeselin op den 22
April 1854. Bedoelde Basselin is kort
daarop naar Buffalo gegaan, waar hjj het
vorig jaar is overladen. Ge ziet bet ver
bard; niet vaar? Maar nu dien ik nog
te woten, waaraan de vrijgevigheid van
Ruben Dorison moet worden toegeschre
ven en of dat geld inderdaad gegeven
of voorgeschoten is geworden, al heb ik
ook nergens eenig bewjjs van afbetaling
gevonden."
Mijnheer Eustace, die zoolang Carth
cart aan het woord was, tegenover hem
had gestaan, vroeg hem plotseling »Boe
heette die vrouw
>Dat zal ik u zeggen vóór ik heenga,
mjjnheer Eustacevoorloopig is 't meer
de quaestie, dat mijn vragen beantwoord
worden, dan dat ik van mjjn kant uw
nieuwsgierigheid bevredig."
(Wordt vervolgij.