904. N". 118. Donderdag 6 October. 91s" jaar; De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, J* S,2$o Afzonderlijke nommers 5 cout. Inzending van advertentie» vóór 2 uren op den dag der uitgave. Do prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regols 50 cent, eiken regel moer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 rogels 1,berokend Aanvragen om en vermolding van liefdegaven 5 cent per regel. Uitgave van de Naaml. Yennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. Het Meel en de Meelfabrikaten in de ingediende Tariefwet. De Vereeniging »Het Vrije Ruilverkeer" heeft thans oen blaadje, No. 33, uitge geven, waarin Groep IV meel on meel fabrikaten, uit het ontwerp-Tariefwet wordt beschouwd. Deze groep is, wat hare financieele beteekenis betreft, eene der minst aan zienlijke van de ingediende tariefwet. Hare vermoedelijke opbrengst wordt niet hooger geraamd dan f 106.100, waarvan ongeveer de helft komt voor Tokening van havermout, do andere helft zal wor den opgebracht door verschillende arti kelen te zamen, zooals stjjfsel, vermicelli, fabrikaten van meel en aardappelmeel, sago en dergelijke. Met het oog op de volksvoeding verdient een invoerrecht van f 2.50 per 100 K.G. op havermout af keuring de Minister meent echter, dat het past in het systeem zijner wet, te zamen met de voorgestelde invoerrechten op het reeds zoo groote aantal artikelen van dageljjksch gebruik, die de ingediende nieuwe tariefwet ontsieren. Hare belangrijkheid ontleent deze groep echter niet voornamelijk aan de daarin opgenomen artikelen, maar aan betgeen in do memorie van toelichting gezegd wordt over het daarin niet opgenomen invoerrecht op tarwemeel. In het vóór- ontwerp der nieuwe tariefwet werd een invoerrecht op tarwemeel voorgesteld van 30 cents per 100 K.G., aan de bestrjjding waarvan ia September 1903 reeds een blaadje (No. 20) werd gewijd. Over het ontbreken van dit recht in het wetsontwerp zegt de memorie van toelichting het volgende Hoewel in het stelsel van dit tarief- ontwerp meel van granen (tarwe, rogge) als hallfabrikaat, is to beschouwen en dus voor belasting met een recht Daar den maatstaf van 3 pCt. dor waarde in aan merking zou komen, en zoodanig recht voor den broodverbruiker niet tot noe menswaardige verhooging van uitgaven zou leiden, is van belasting afgezien met het oog op het bijzonder karakter van dat halffabrikaat, ook in verbaDd met do belangen van de veeteelt en van de njj ver heid, in het bijzonder die der textiel industrie, welke bij hot bereiden van garens groote kwantiteiten meel gebruikt." De Minister schijnt van meening te zjjn, dat een invoerrecht op meel van granen wel tot noemenswaardige ver hooging van uitgaven zal leiden voor de veeteelt en de textiel-industrie, niet voor deD broodverbruiker, eene meening, die met geen enkel woord nader wordt toe gelicht. Een invoerrecht op meel zal de prijzen van al het meel vermoedelijk met het volle invoerrecht verhoogen, niet i7 FJËÏÏiLitEiöF. Een Familiereete. Naar het Fransch, DOOR PAUL BERTNAT. Daniël was niet bepaald beleefd ge weest. Hij had niet kunnen nalaten om dien Pierre Boissier te ergeren, want zgn vader had hem verteld, dat hij haar achterna liep. Maar de luitenant had zelf ruwe uitdrukkingen gebezigd, die een voldoening noodzakelijk maakten. Hij was van plan om zgn tegenpartg te staan, ofschoon hij wel begreep, dat hij het on derspit zou delven, tegenover zoo iemand met zulke jjzeren knuisten. Het was mal. Daar begreep hg uit de woede van Pierre Boissier meer dan uit de waar schuwingen van zgn vader en de halve vertrouwelijkheden van den abt. Andere dan vriendschapsbanden verbonden den luitenant en juffrouw Dólestang. Hij kwam te laat. De wijze, waarop Gratienne sprak, de eiseh, dien zij dien joDgen stelde, waren eene bekentenis gelgk. Zij wilde niet dat haar idylle in een drama zou verande ren. Terwijl hij eigenlijk maar voor den vorm protesteerde, liet bij haar maar praten en bedacht, dat het 't best zou zijn om zich niet te verzetten tegen eene ver zoening. Gratienne ging dus haastig voort ♦Als mijnheer de la Bochère hoort, dat wij reeds sedert mijne komst alhier, plan nen maken voor de toekomst en dat wij een zelfden wensch koesteren, zal hg wel begrijpen waarom ge zoo driftig zjjt ge worden Een ieder zoekt zgn geluk daar, waar hij het meent te vinden. Ik ben overtuigd, dat het mijne bestaat in de genegenheid van dezen vriend, die mg liefheeft, evenals ik hem, en wien ik be loofd heb, dat wij ondanks alles, toch eenmaal gelukkig zjjn". alleen van hot van buiten ingevoerde, maar ook van het binnenlandsch ge fabriceerde, en daarmede zal ongetwijfeld samengaan eene verhooging ook van de prijzen van de producten van meel, on verschillig of grondstof of product be stemd zgn voor den broodgebruiker, de veeteelt of de textiel-industrie. Naar van wel ingelichte zjjde verluidt, zullen door belanghebbenden pogingen in het werk worden gesteld om tijdens de behandeling van de nieuwe tariefwet in de Tweede Kamer der Staten-Generaal de invoer rechten op meel, waarvan de Minister heeft afgezien, daarin weder opgenomen te krijgen. Daarom bestaat or alle aan leiding nogmaals op de nadeelen te wijzen, aan zulk een invoerrecht verbonden. In rond# cijfers bedraagt het jaar- lijksch verbruik van tarwemeel in ons land ongeveer 400 millioen kilogrammen, waarvan 175 millioen worden ingevoerd en 225 millioen door de inlandscho meel fabrieken worden geleverd. Deze laatste hoeveelheid wordt in hoofdzaak gefabri ceerd door een klein aantal groote meel fabrieken, voor het meerendeel vereenigd in eene vakvereenigingde Nederland- sche Vereeniging van Meelfabrikanten. Het behoeft geen betoog, dat bij de heffing van een invoerrecht van buiten- landsch tarwemeel, de meelfabrikanten de prijzen van hun product zoo mogelijk tot het volle bedrag van dat invoerrecht zullen verhoogen. Het betrekkelijk kleine aantal en do reeds bestaande organisatie zullen het vormen van een kartel en daaruit voortvloeiende prjjsverhoogiog van het fabrikaat zeer vergemakkelijken. In Duitschland bestaat reeds sedert eenige jaren een syndicaat, opgericht door 42 meelfabrieken mot een aandeelenkapitaal van ongeveer 37 millioen Reichsmark. Dat voorbeeld zal ook in Nederland on getwijfeld navolging vinden. Een invoer recht op tarwemeel van 30 cents per 100 Kgr. zoude dan den prijs van de benoodigde 400 millioen Kilogrammen verhoogen met f 1,200,000, waarvan bij onveranderden invoer f 525,000 zoude vloeien in de schatkist, doch f675,000 in de beurzen der meelfabrikanten. Bij afnemenden invoer zal hot aandeel der schatkist dalen, dat der meelfabrieken stijgen. Over het geheel genomen ver keert de Nederlandsche meelindustrie, volgeDS het oordeel van eenen deskundige, opgenomen in de Nederlandsche Bak kerscourant van 4 Mei 1903, in bloeienden staat. Zij heeft geene bescherming noodig en er bestaat geene aanleiding haar een subsidie van f 675,000 te verstrekken nit de zakken der belastingschuldigen. Stelt men de vraag, wie de grootste consumenten van meel zijn en wie dit bedrag dus in hoofdzaak zullen moeten opbrengen, dan is het niet twijfelachtig, ♦O, juffrouw Gratienne riep Pierre uit, over die stoutmoedige bekentenis verbaasd. Maar wie zou haar hebben kunnen tegenhouden Zij ging voort Hjj moet het wetoD. Wat ik u nu vertel, mijnheer de la Bochère, zou ik straks tegen uw vader gezegd hebben, als bjj om mjjn hand kwam vragen. Ik vertrouw, dat u wel veronderstelt, dat ik de reden van dat reisje en van mijns vaders overkomst doorgrond heb. Ik zeg het u maar, een beetje minder op mijn gemak. Maar de zaak blijft dezelfde. U is loyaal en edelmoedig. Ik zou gaarne vriendschap met u sluiten. Is dat niet verkieslijk boven rancune De plaats was al bezet, mgnheer Daniël. U zult wel inzien hoeveel moeite het ons kosten zal, om gelukkig te worden Wees nu eens galant tot aan het eind. Maak ons het leven niet nog moeilijker." Gebruik ma kend van de verbazing, door haar woorden veroorzaakt, zei zij »Pierre, geef uit liefde voor mij den heer de la Bochère je hand. Mijnheer Daniël, neem uit vriendschap voor mij de toegestokeno hand aan Daniël zei daarop ♦kom, sla toe en wees voortaan niet zoo ruw ♦Je bent beter dan ik," zei Pierre, ttrwjjl hij zijn hand vatte, ♦het is waar, ik had ongelijk. Ik vraag je ♦Houd op," viel Daniël hem in de rede. ♦Ik wil niet, dat je dat woord uitspreekt, oude vriend. Je bent altijd een stijfkop geweest. Dat je er zoo ook wel kunt komen, bewijst ge mij. Ik wil niet zeg gen, dat het mij niet spijt 1" ♦Je arme mooie stok," zei Gratienne. »Dat zal zgn huwelijkscadeau zgn in de toekomst." »Wil je dat het zij zoo »Ja je zaken staan niet bestHoe neemt je vader het op ♦Zoo slecht mogelijk." ♦Dat was wel te voorzien. Maar bij u, Gratienne, zal het ook niet zoo ge- dat alweder van de kleine beurzen de betrekkoljjk grootste offers zullen worden gevraagd. Ter bovordering van den na- tioualen arbeid laat zich een invoerrecht op tarwemeel niet verdedigen, omdat voor het fabriceeren van tarwemeel arbeiders in den eigenlijken zin van het woord slechts in kleinen getale noodig zijn, daar dit in hoofdzaak machinaal en automa tisch geschiedt. Men mag aannemen, dat de invoer van buitenlandsch tarwemeel ongtveer evenveel handenarbeid vereischt als het malen van inlandsch meel. Door een invoerrecht op tarwemeel zullen slecht» enkele bijzondere belangen wor den gebaat, zal bet algemeen belang ten zeerste worden benadeeld. Bovendien is daaraan verbonden een groot indirect nadeel. Men herinnert zich de beweging, en kele jaren geleden in ons land door be langhebbenden op het getouw gezet, ter verkrijging van invoerrechten op graan. Tot vóór korten tijd heeft deze geslui merd en hoorde men van graanrechten nauwelijks meer gewagen. De regeering heeft verklaard niet voornemens te zijn deze in dit vierjarig tijdperk voor te stellen. Bij de verkiezingen van 1901 heeft de tegenwoordige meerderheid ver zekerd, dat men niet dezen keer tot graan rechten zoude overgaaD, niet omdat men daarvan de slechte gevolgen erkende, maar omdat de verhoogiDg der graan prijzen althans voorloopig de invoering van graanrechten onnoodig maakte. Ver andering van inzicht bij de regeering omtrent dit onderwerp of daling der prijzen zoude de graanrechten, welke thans achter de schermen blijven, weder op den voorgrond bunnen doen treden en het land blootstellen aan de groote nadeelen onvermijdelijk verbonden aan invoerrechten op graan. Zoowel in het noorden als in bet zui den des lands spreekt men in landbouw- kringon onverholen zijne weinige inge nomenheid met de ingediende tariefwet uit. Men beklaagt zich, dat vele artikelen door den landbouw benoodigd, zooals machinerieën, werktuigen en gereed schappen, drijfriemen, leer, touwwerk, glas, verf, verschillende soorten en voor werpen van steen en ijzer, hout en hout fabrikaten enz. door invoerrechten in prijs zullen worden verhoogd, terwijl de te verwachten hoogere prijzen voor voe- diDgs- en genotmiddelen, voor stoffen, kloederen en modewaren, voor aardewerk, pottobakkerswerk en papier ook de uit gaven van den landbouwer zullen doen stijgen. Welke vergoeding biedt hem de nieuwe tariefwet voor zijne meerdere uit gaven allereerst in zijn bedrijf? Reeds gaan stemmen op, die zich verzetten tegen deze vermeerdering van den belasting druk voor den landbouw, die daarin aan- makkeljjk gaan." ♦Dat geloof ik ook wel." ♦Nu, ik ga er dadelijk been. En als wij ons dan teruggetrokken hebben, mijD vader en ik >Dan zullen wij samen neen alle drie nog goede vrienden worden," zei zij lachend. ♦Dat kan wel niet anders," antwoordde Daniël zuchtend »u is zoo bekoorlijk Schrik maar niet, Boissier, ik zeg het als je vriend. Maar je bent een geluks kind, dat ge voor mij zijt geweest. Laat mij teD minste de troost, dat als ik jou voor wasI Je weet nooit hoe een stuivertje rollen kan 1" ♦Maar de plaats was al bezet 1" ♦Ik laat ze je. En, onpartijdig gespro ken, juffrouw Gratienne, geloof ik, dat u het betere deel gekozen hebt. U zult zien, dat ik als vriend voortreffelijk ben, maar als echtgenoot misschien wel te wenschen over zou laten 1" Kom, nu vernedert gij uzelf." ♦Misschien had ik het niet moeten zeg gen. Maar ik stel belang in u beiden. Ge zijt strijders uit het heldentijdperk, eigenlijk moest ik boos zgn, u moest eens weten hoe papa en mama er mij voor op gewarmd hebben. En uwe ouders hadden er ook niet op tegen. Hat gaat mijn neus voorbij. Ik giog mezelf reeds als oen volmaakt echtgenoot beschouwen En nu blijf ik vrjjgezel. Nu ga ik weer dommigheden doen. En dat zal uw schuld zgn. Het neemt niet weg, dat het jam mer is." De beminnelijke losbol was er nog al kalm onder. Hij vond het avontuur erg origineel. Nog nooit had hg haar zoo bekoorljjk gevonden, als toen ze hem dat koude bad toediende, met schitterende oogen en koortsig gekleurde wangen. Wat een moedig ding Hg vond het daarenboven wel aardig om de vriend van zulk een mooi meisje te zijn, en hij zag ook in, dat Pierre leiding vinden de nieuwe tariefwet ge heel onaannemelijk te achten, tenzij daar in een matig invoerrecht op graan wor de opgenomen. Hoeveel meer voedsel zal gegeven worden aan dat verlangen, wan neer bovendien door de heffing van een invoerrecht op tarwemeel de veeteelt rechtstreeks zou worden getroffen I Door de indiening van zijn ontwerp tol vast stelling eener nieuwe tariefwet, heeft de Minister het sluimerend verlangen naar graanrechten, zg het dan voorloopig ook nog sporadisch, reeds opgewekt. Goed keuring en aanneming van zijn ontwerp zouden zonder eenigen twjjfel er toe leiden, dat de aandrang naar graanrechten zou toenemen en de waarschijnlijkheid openen, dat de regeering, na zich in dit vierjarig tijdperk op het glibberig pad der bescherming te hebben begeven, in het daarop volgende zou moeten zwichten voor dien aandrang. De nadeelen, waar mede de nijverheid in het algemeen en ook do landbouw door de ingediende nieuwe tariefwet worden bedreigd, zgn reeds ernstig genoeghoeveel grootere afmetingen zouden deze echter aannemen, wanneer het indirect gevolg van de in voering dezer wet zou zgn, dat ons va derland daardoor werd begiftigd met graanrechten, de onrechtvaardigste en nadeeligste belasting, welke in Nederland kan wordeD geheven 1 Men bedenke, dat het gevaar daarvoor niet denkbeeldig is, wanneer men de geesten weder oproept, die sedert 1901 schijnbaar geslapen hebben. Buitenland. Dageraad in Rusland. De regeeringspersonen in Rusland schij nen te bespeuren, dat er moeilijk op do oude wjjze kan worden voortgegaan, in dien het land niet nog zwaarder neder lagen zal lijden in de tookomst. De nieuwe minister van binnenlandscbe zaken, prins Swjatopolk Mirskihoudt toespraken, die vau een geheel anderen geest getuigen, dan er sprak uit de daden van zgn voor ganger. De tegenwoordige minister heeft zelfs aan een man van de pers eenige belangwekkende inlichtingen gegeven om trent de wgze, waarop hij zjjne taak denkt op te vatten. Als gouverneur van ver schillende Russische provinciën is hg in staat geweest, beter dan een bureau ambtenaar, die zijn heele leven bezig is met gezegeld papier, geschreven stukken en statistische gegevens, het Russische volksleven te leeren kennen. Hij is natuur lijk geen liberaal man dat is in Rus land en zelfs in Pruisen nog ondenkbaar voor een minister maar toch heeft hij het woord liberaal in een toespraak zonder weerzin gebruikt. Ook wil hij haar met hart en ziel lief had. Dus nu is alles in het reine, Bois sier ♦Ik zal nooit vergeten, de la Bocbère, hoe gij als oen echt edelman over mijn ongelijk zjjt hoen gestapt 1" Dus u heeft de baron eens laten zien op welke wgze mon chique kan handelen." Lachend stak hg hem zijne hand toe. Dat was zgn eenige wraakneming. Ietwat verlegen vroeg hg daarop ♦blijft u hier, juffrouw Gratienne, of gaat u met mg mede Of wil ik voor uit gaan Neen," antwoordde Pierre. ♦Neem haar meeik ga alleen weg." ♦Vaarwel, Gratienne,fluisterde hij. ♦Tot weerziens, Pierre. Heb mij lief." ♦Met hart en ziel." ♦Niettegenstaande alles ♦Niettegenstaande alles." Hij ging heen en Daniël zei*Ja, hij is een gelukskind. Tegen mij heeft men nog nooit iets dergeljjks gezegd." Zoudt u willen, dat ik u complimen tjes maakte Die maakt men u toch al genoeg ♦Juist. Dat zegt men echter maar eens en dan hangt het nog van den toon af, waarop bet gezegd wordt. Dien toon heeft men tegen mij nooit aangeslagen f' Dan hebt u zeker nooit goed gezocht." ♦Als ik het goed doe, dan ziet u hoe gelukkig het uitvalt 1" Zoo kwamen zg al schertsend aan de Buissonnière. Daar zgn ze." ♦Och, mevrouw Girardot, wat passen zij goed bij elkaar 1" zei de baron. ♦Vindt u dat mijnheer de la Bocbère?" Het zou van een slechten smaak ge tuigen, als ik het niet goed vond." ♦Maar kinderen, wat kom je laatDat 6taat toch niet 1" ♦Hadt ge zulke interessante gesprek ken Terwijl Gratienne baar hoed afzette, gaf Daniël den baron een teeken, dat nog niet weten van een constitutie, die bij onmogelgk acht, maar wel wil bij de bevoegdheid der semstwo's en daar mede de zelfstandigheid der provincies en gemeenten uitbreiden. En hij interesseert zich zeer, naar hij zegt, voor de Joden-quaestie. Bet schijnt, dat het verdrukte en mishandelde Israël in Rusland goede verwacbiingen van hem heeft. Alle groote Joodsche gemeenten in Zuid-Rusland hebben bem bij de aan vaarding van zijn ambt telegrafische ge- lukwenscben gezonden en bjj beeft al die telegrammen op welwillende wijze beantwoord. Zelfs de strenge beer Obo- lenski in Finland schijnt te vinden, dat de tijd gekomen is, om minder streng op te treden dan Bobrikoff, wiens uit einde bem trouwens een waarschuwing kan zjjn. En wat nog het meest zegteen En- gelsch journalist, Melville Stonespreekt van een onderhoud met den Czar, dat zeer bevredigend kan worden genoemd. De journalist kreeg verlof om openhartig te spreken aan de hoven behoeft men daartoe een speciaal verlof en maakte daarvan gebruik. De Czar verzocht bem zelfs, wat hg gezegd bad, in eene memorie neer te leggen, die hij met zijne ministers bespreken wilde. Begint bet te dagen in Rusland Heeft het Japansche kanon eindelijk de ooren en oogen der regeejingsmannon doen opengaan Van twee vrienden. Prins Herbert von Bismarck, moet ge denkschriften hebben nagelaten, die van groote waarde heeten te zgn voor de opheldering dor gebeurtenissen, die leid den tot het ontslag van zijDen vader, den rijks-kanselier. Men gelooft echter, dat deze memoires voorloopig niet in druk zullen verschjjnen. Men herinnert zich bij deze gelegen heid, dat keizer Wilhelm II en Herbert bismarek voorheen boezemvrienden waien. De jonge Bismarek onderrichtte den keizer, toenmaals nog prins van Pruisen, in de geheimen van het ministerie van buitenl. zaken. Onderwijzer en leerling werkten bard, dag aan dag, en waren onafschei— deljjk van elkaar. Toen Wilhelm keizer was geworden, nam bjj zijn vriend op al zgn eerste reizen naar het buitenland mede. Maar toen de keizer met den ouden Bismarek brak, raakte zijn vriendschap met den jongen uit. Tevergeefs trachtte do keizer hem te bewegen, dat hij in zijne staatsambten zou blijven. Herbert was al te diep gekrenkt door de bejegening zijnen vader aangedaan, en wees elk aan zoek van den Keizer af met de woorden: ♦Ik ga met mjjn vader mede." De Keizer deze niet scheen te begrjjpen. Waarop hij hem ging influisteren Laat ons heengaan ♦Waarom Dat vertel ik u meteen wel." De baron, die erg üieuwsgierg was, nam haastig afscheid, lerwjjl Daniël, tot zijne geruststelling, Gratienne heel vroc- lijk toeriep ♦Tot weerziens, juffrouw Gratienne 1" Tot weerziens, mijnheer Daniël", ant woordde zjj opgewekt. De baron dacht al. >Dat gaat gr ed Toen zij eenige schreden verder waren vroeg bjj aan zijn zoon ♦Waarom heb je mg zoo overhaast laten weggaan ♦Omdat het uit is, pspa." Watuit Je bent van zinnen 1" ♦Neen, we hebben de partij verloreD Hjj deed vervolgens het bede verhaal. Op de Buissonnière kwam het nu ook tot de door Gratienne- gewenschte ver klaring. De heer Délestang begon »Wat zijn dat aardige menscheD, die la Boei éroB. De vader is zeer beminnelijk, de zoon knap. Daar zit toch wel ras in. Weetje wat ze kwamen vragen, GratieDne ♦Ja, papa; mijnheer Daniël heeft het mjj gezegd Dus hij vond beter bet maar zdffe zeggen En heb j-> hem aangenomen ♦NeeD, papa, ik heb geweigerd." ♦Gjj hebt Alle drie uitten een zelfden kreet van verwondering. Na het hartelijke afscheid van do twee kindereD, verwachtten zij zoo iets niet. ♦Geweigerd herhaalde de bankier. ♦Dat is je toch geen ernst. Dat huweljjk is een prachtige partjj. Wat fortuin be treft zult ge het niet beter vinden, en wat Btand betreft, zoo iets zal je voor de tweede maal niet worden aangeboden 1 De ouders zijn volmaaktde jongeman kan je niet mishagen, je schjjut op den besten voet met hem te zgn waarom weiger je dan Wordt vervolydj

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1904 | | pagina 1