904. N". 118.
Donderdag 6 October.
91s"
jaar;
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, J* S,2$o
Afzonderlijke nommers 5 cout.
Inzending van advertentie» vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
Do prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regols 50 cent, eiken regel moer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 rogels 1,berokend
Aanvragen om en vermolding van liefdegaven 5 cent per regel.
Uitgave van de Naaml. Yennootschap „Goesche Courant". Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens.
Het Meel en de Meelfabrikaten
in de ingediende Tariefwet.
De Vereeniging »Het Vrije Ruilverkeer"
heeft thans oen blaadje, No. 33, uitge
geven, waarin Groep IV meel on meel
fabrikaten, uit het ontwerp-Tariefwet
wordt beschouwd.
Deze groep is, wat hare financieele
beteekenis betreft, eene der minst aan
zienlijke van de ingediende tariefwet.
Hare vermoedelijke opbrengst wordt niet
hooger geraamd dan f 106.100, waarvan
ongeveer de helft komt voor Tokening
van havermout, do andere helft zal wor
den opgebracht door verschillende arti
kelen te zamen, zooals stjjfsel, vermicelli,
fabrikaten van meel en aardappelmeel,
sago en dergelijke. Met het oog op de
volksvoeding verdient een invoerrecht van
f 2.50 per 100 K.G. op havermout af
keuring de Minister meent echter, dat
het past in het systeem zijner wet, te
zamen met de voorgestelde invoerrechten
op het reeds zoo groote aantal artikelen
van dageljjksch gebruik, die de ingediende
nieuwe tariefwet ontsieren.
Hare belangrijkheid ontleent deze groep
echter niet voornamelijk aan de daarin
opgenomen artikelen, maar aan betgeen
in do memorie van toelichting gezegd
wordt over het daarin niet opgenomen
invoerrecht op tarwemeel. In het vóór-
ontwerp der nieuwe tariefwet werd een
invoerrecht op tarwemeel voorgesteld van
30 cents per 100 K.G., aan de bestrjjding
waarvan ia September 1903 reeds een
blaadje (No. 20) werd gewijd.
Over het ontbreken van dit recht in
het wetsontwerp zegt de memorie van
toelichting het volgende
Hoewel in het stelsel van dit tarief-
ontwerp meel van granen (tarwe, rogge)
als hallfabrikaat, is to beschouwen en dus
voor belasting met een recht Daar den
maatstaf van 3 pCt. dor waarde in aan
merking zou komen, en zoodanig recht
voor den broodverbruiker niet tot noe
menswaardige verhooging van uitgaven
zou leiden, is van belasting afgezien met
het oog op het bijzonder karakter van
dat halffabrikaat, ook in verbaDd met do
belangen van de veeteelt en van de njj ver
heid, in het bijzonder die der textiel
industrie, welke bij hot bereiden van
garens groote kwantiteiten meel gebruikt."
De Minister schijnt van meening te
zjjn, dat een invoerrecht op meel van
granen wel tot noemenswaardige ver
hooging van uitgaven zal leiden voor de
veeteelt en de textiel-industrie, niet voor
deD broodverbruiker, eene meening, die
met geen enkel woord nader wordt toe
gelicht. Een invoerrecht op meel zal de
prijzen van al het meel vermoedelijk met
het volle invoerrecht verhoogen, niet
i7 FJËÏÏiLitEiöF.
Een Familiereete.
Naar het Fransch,
DOOR
PAUL BERTNAT.
Daniël was niet bepaald beleefd ge
weest. Hij had niet kunnen nalaten om
dien Pierre Boissier te ergeren, want
zgn vader had hem verteld, dat hij haar
achterna liep. Maar de luitenant had
zelf ruwe uitdrukkingen gebezigd, die
een voldoening noodzakelijk maakten. Hij
was van plan om zgn tegenpartg te staan,
ofschoon hij wel begreep, dat hij het on
derspit zou delven, tegenover zoo iemand
met zulke jjzeren knuisten. Het was
mal. Daar begreep hg uit de woede van
Pierre Boissier meer dan uit de waar
schuwingen van zgn vader en de halve
vertrouwelijkheden van den abt. Andere
dan vriendschapsbanden verbonden den
luitenant en juffrouw Dólestang. Hij
kwam te laat.
De wijze, waarop Gratienne sprak, de
eiseh, dien zij dien joDgen stelde, waren
eene bekentenis gelgk. Zij wilde niet dat
haar idylle in een drama zou verande
ren. Terwijl hij eigenlijk maar voor den
vorm protesteerde, liet bij haar maar
praten en bedacht, dat het 't best zou zijn
om zich niet te verzetten tegen eene ver
zoening. Gratienne ging dus haastig voort
♦Als mijnheer de la Bochère hoort, dat
wij reeds sedert mijne komst alhier, plan
nen maken voor de toekomst en dat wij
een zelfden wensch koesteren, zal hg wel
begrijpen waarom ge zoo driftig zjjt ge
worden Een ieder zoekt zgn geluk daar,
waar hij het meent te vinden. Ik ben
overtuigd, dat het mijne bestaat in de
genegenheid van dezen vriend, die mg
liefheeft, evenals ik hem, en wien ik be
loofd heb, dat wij ondanks alles, toch
eenmaal gelukkig zjjn".
alleen van hot van buiten ingevoerde,
maar ook van het binnenlandsch ge
fabriceerde, en daarmede zal ongetwijfeld
samengaan eene verhooging ook van de
prijzen van de producten van meel, on
verschillig of grondstof of product be
stemd zgn voor den broodgebruiker, de
veeteelt of de textiel-industrie. Naar van
wel ingelichte zjjde verluidt, zullen door
belanghebbenden pogingen in het werk
worden gesteld om tijdens de behandeling
van de nieuwe tariefwet in de Tweede
Kamer der Staten-Generaal de invoer
rechten op meel, waarvan de Minister
heeft afgezien, daarin weder opgenomen
te krijgen. Daarom bestaat or alle aan
leiding nogmaals op de nadeelen te wijzen,
aan zulk een invoerrecht verbonden.
In rond# cijfers bedraagt het jaar-
lijksch verbruik van tarwemeel in ons
land ongeveer 400 millioen kilogrammen,
waarvan 175 millioen worden ingevoerd
en 225 millioen door de inlandscho meel
fabrieken worden geleverd. Deze laatste
hoeveelheid wordt in hoofdzaak gefabri
ceerd door een klein aantal groote meel
fabrieken, voor het meerendeel vereenigd
in eene vakvereenigingde Nederland-
sche Vereeniging van Meelfabrikanten.
Het behoeft geen betoog, dat bij de
heffing van een invoerrecht van buiten-
landsch tarwemeel, de meelfabrikanten
de prijzen van hun product zoo mogelijk
tot het volle bedrag van dat invoerrecht
zullen verhoogen. Het betrekkelijk kleine
aantal en do reeds bestaande organisatie
zullen het vormen van een kartel en
daaruit voortvloeiende prjjsverhoogiog
van het fabrikaat zeer vergemakkelijken.
In Duitschland bestaat reeds sedert eenige
jaren een syndicaat, opgericht door 42
meelfabrieken mot een aandeelenkapitaal
van ongeveer 37 millioen Reichsmark.
Dat voorbeeld zal ook in Nederland on
getwijfeld navolging vinden. Een invoer
recht op tarwemeel van 30 cents per
100 Kgr. zoude dan den prijs van de
benoodigde 400 millioen Kilogrammen
verhoogen met f 1,200,000, waarvan bij
onveranderden invoer f 525,000 zoude
vloeien in de schatkist, doch f675,000
in de beurzen der meelfabrikanten. Bij
afnemenden invoer zal hot aandeel der
schatkist dalen, dat der meelfabrieken
stijgen. Over het geheel genomen ver
keert de Nederlandsche meelindustrie,
volgeDS het oordeel van eenen deskundige,
opgenomen in de Nederlandsche Bak
kerscourant van 4 Mei 1903, in bloeienden
staat. Zij heeft geene bescherming noodig
en er bestaat geene aanleiding haar een
subsidie van f 675,000 te verstrekken
nit de zakken der belastingschuldigen.
Stelt men de vraag, wie de grootste
consumenten van meel zijn en wie dit
bedrag dus in hoofdzaak zullen moeten
opbrengen, dan is het niet twijfelachtig,
♦O, juffrouw Gratienne riep Pierre
uit, over die stoutmoedige bekentenis
verbaasd.
Maar wie zou haar hebben kunnen
tegenhouden Zij ging voort
Hjj moet het wetoD. Wat ik u nu
vertel, mijnheer de la Bochère, zou ik
straks tegen uw vader gezegd hebben,
als bjj om mjjn hand kwam vragen. Ik
vertrouw, dat u wel veronderstelt, dat ik
de reden van dat reisje en van mijns
vaders overkomst doorgrond heb. Ik zeg
het u maar, een beetje minder op mijn
gemak. Maar de zaak blijft dezelfde.
U is loyaal en edelmoedig. Ik zou gaarne
vriendschap met u sluiten. Is dat niet
verkieslijk boven rancune De plaats was
al bezet, mgnheer Daniël. U zult wel
inzien hoeveel moeite het ons kosten zal,
om gelukkig te worden Wees nu eens
galant tot aan het eind. Maak ons het
leven niet nog moeilijker." Gebruik ma
kend van de verbazing, door haar woorden
veroorzaakt, zei zij »Pierre, geef uit
liefde voor mij den heer de la Bochère
je hand. Mijnheer Daniël, neem uit
vriendschap voor mij de toegestokeno
hand aan
Daniël zei daarop ♦kom, sla toe en
wees voortaan niet zoo ruw
♦Je bent beter dan ik," zei Pierre,
ttrwjjl hij zijn hand vatte, ♦het is waar,
ik had ongelijk. Ik vraag je
♦Houd op," viel Daniël hem in de rede.
♦Ik wil niet, dat je dat woord uitspreekt,
oude vriend. Je bent altijd een stijfkop
geweest. Dat je er zoo ook wel kunt
komen, bewijst ge mij. Ik wil niet zeg
gen, dat het mij niet spijt 1"
♦Je arme mooie stok," zei Gratienne.
»Dat zal zgn huwelijkscadeau zgn in de
toekomst."
»Wil je dat het zij zoo
»Ja je zaken staan niet bestHoe
neemt je vader het op
♦Zoo slecht mogelijk."
♦Dat was wel te voorzien. Maar bij
u, Gratienne, zal het ook niet zoo ge-
dat alweder van de kleine beurzen de
betrekkoljjk grootste offers zullen worden
gevraagd. Ter bovordering van den na-
tioualen arbeid laat zich een invoerrecht
op tarwemeel niet verdedigen, omdat voor
het fabriceeren van tarwemeel arbeiders
in den eigenlijken zin van het woord
slechts in kleinen getale noodig zijn, daar
dit in hoofdzaak machinaal en automa
tisch geschiedt. Men mag aannemen, dat
de invoer van buitenlandsch tarwemeel
ongtveer evenveel handenarbeid vereischt
als het malen van inlandsch meel. Door
een invoerrecht op tarwemeel zullen
slecht» enkele bijzondere belangen wor
den gebaat, zal bet algemeen belang ten
zeerste worden benadeeld. Bovendien is
daaraan verbonden een groot indirect
nadeel.
Men herinnert zich de beweging, en
kele jaren geleden in ons land door be
langhebbenden op het getouw gezet, ter
verkrijging van invoerrechten op graan.
Tot vóór korten tijd heeft deze geslui
merd en hoorde men van graanrechten
nauwelijks meer gewagen. De regeering
heeft verklaard niet voornemens te zijn
deze in dit vierjarig tijdperk voor te
stellen. Bij de verkiezingen van 1901
heeft de tegenwoordige meerderheid ver
zekerd, dat men niet dezen keer tot graan
rechten zoude overgaaD, niet omdat men
daarvan de slechte gevolgen erkende,
maar omdat de verhoogiDg der graan
prijzen althans voorloopig de invoering
van graanrechten onnoodig maakte. Ver
andering van inzicht bij de regeering
omtrent dit onderwerp of daling der
prijzen zoude de graanrechten, welke
thans achter de schermen blijven, weder
op den voorgrond bunnen doen treden
en het land blootstellen aan de groote
nadeelen onvermijdelijk verbonden aan
invoerrechten op graan.
Zoowel in het noorden als in bet zui
den des lands spreekt men in landbouw-
kringon onverholen zijne weinige inge
nomenheid met de ingediende tariefwet
uit. Men beklaagt zich, dat vele artikelen
door den landbouw benoodigd, zooals
machinerieën, werktuigen en gereed
schappen, drijfriemen, leer, touwwerk,
glas, verf, verschillende soorten en voor
werpen van steen en ijzer, hout en hout
fabrikaten enz. door invoerrechten in
prijs zullen worden verhoogd, terwijl de
te verwachten hoogere prijzen voor voe-
diDgs- en genotmiddelen, voor stoffen,
kloederen en modewaren, voor aardewerk,
pottobakkerswerk en papier ook de uit
gaven van den landbouwer zullen doen
stijgen. Welke vergoeding biedt hem de
nieuwe tariefwet voor zijne meerdere uit
gaven allereerst in zijn bedrijf? Reeds
gaan stemmen op, die zich verzetten tegen
deze vermeerdering van den belasting
druk voor den landbouw, die daarin aan-
makkeljjk gaan."
♦Dat geloof ik ook wel."
♦Nu, ik ga er dadelijk been. En als
wij ons dan teruggetrokken hebben, mijD
vader en ik
>Dan zullen wij samen neen alle
drie nog goede vrienden worden,"
zei zij lachend.
♦Dat kan wel niet anders," antwoordde
Daniël zuchtend »u is zoo bekoorlijk
Schrik maar niet, Boissier, ik zeg het
als je vriend. Maar je bent een geluks
kind, dat ge voor mij zijt geweest. Laat
mij teD minste de troost, dat als ik jou
voor wasI Je weet nooit hoe een
stuivertje rollen kan 1"
♦Maar de plaats was al bezet 1"
♦Ik laat ze je. En, onpartijdig gespro
ken, juffrouw Gratienne, geloof ik, dat
u het betere deel gekozen hebt. U zult
zien, dat ik als vriend voortreffelijk ben,
maar als echtgenoot misschien wel te
wenschen over zou laten 1"
Kom, nu vernedert gij uzelf."
♦Misschien had ik het niet moeten zeg
gen. Maar ik stel belang in u beiden.
Ge zijt strijders uit het heldentijdperk,
eigenlijk moest ik boos zgn, u moest eens
weten hoe papa en mama er mij voor op
gewarmd hebben. En uwe ouders hadden
er ook niet op tegen. Hat gaat mijn
neus voorbij. Ik giog mezelf reeds als
oen volmaakt echtgenoot beschouwen
En nu blijf ik vrjjgezel. Nu ga ik weer
dommigheden doen. En dat zal uw schuld
zgn. Het neemt niet weg, dat het jam
mer is."
De beminnelijke losbol was er nog al
kalm onder. Hij vond het avontuur erg
origineel.
Nog nooit had hg haar zoo bekoorljjk
gevonden, als toen ze hem dat koude bad
toediende, met schitterende oogen en
koortsig gekleurde wangen. Wat een
moedig ding
Hg vond het daarenboven wel aardig
om de vriend van zulk een mooi meisje
te zijn, en hij zag ook in, dat Pierre
leiding vinden de nieuwe tariefwet ge
heel onaannemelijk te achten, tenzij daar
in een matig invoerrecht op graan wor
de opgenomen. Hoeveel meer voedsel zal
gegeven worden aan dat verlangen, wan
neer bovendien door de heffing van een
invoerrecht op tarwemeel de veeteelt
rechtstreeks zou worden getroffen I Door
de indiening van zijn ontwerp tol vast
stelling eener nieuwe tariefwet, heeft de
Minister het sluimerend verlangen naar
graanrechten, zg het dan voorloopig ook
nog sporadisch, reeds opgewekt. Goed
keuring en aanneming van zijn ontwerp
zouden zonder eenigen twjjfel er toe
leiden, dat de aandrang naar graanrechten
zou toenemen en de waarschijnlijkheid
openen, dat de regeering, na zich in dit
vierjarig tijdperk op het glibberig pad
der bescherming te hebben begeven, in
het daarop volgende zou moeten zwichten
voor dien aandrang. De nadeelen, waar
mede de nijverheid in het algemeen en
ook do landbouw door de ingediende
nieuwe tariefwet worden bedreigd, zgn
reeds ernstig genoeghoeveel grootere
afmetingen zouden deze echter aannemen,
wanneer het indirect gevolg van de in
voering dezer wet zou zgn, dat ons va
derland daardoor werd begiftigd met
graanrechten, de onrechtvaardigste en
nadeeligste belasting, welke in Nederland
kan wordeD geheven 1 Men bedenke, dat
het gevaar daarvoor niet denkbeeldig is,
wanneer men de geesten weder oproept,
die sedert 1901 schijnbaar geslapen
hebben.
Buitenland.
Dageraad in Rusland.
De regeeringspersonen in Rusland schij
nen te bespeuren, dat er moeilijk op do
oude wjjze kan worden voortgegaan, in
dien het land niet nog zwaarder neder
lagen zal lijden in de tookomst. De nieuwe
minister van binnenlandscbe zaken, prins
Swjatopolk Mirskihoudt toespraken, die
vau een geheel anderen geest getuigen,
dan er sprak uit de daden van zgn voor
ganger. De tegenwoordige minister heeft
zelfs aan een man van de pers eenige
belangwekkende inlichtingen gegeven om
trent de wgze, waarop hij zjjne taak denkt
op te vatten. Als gouverneur van ver
schillende Russische provinciën is hg in
staat geweest, beter dan een bureau
ambtenaar, die zijn heele leven bezig is
met gezegeld papier, geschreven stukken
en statistische gegevens, het Russische
volksleven te leeren kennen. Hij is natuur
lijk geen liberaal man dat is in Rus
land en zelfs in Pruisen nog ondenkbaar
voor een minister maar toch heeft
hij het woord liberaal in een toespraak
zonder weerzin gebruikt. Ook wil hij
haar met hart en ziel lief had.
Dus nu is alles in het reine, Bois
sier
♦Ik zal nooit vergeten, de la Bocbère,
hoe gij als oen echt edelman over mijn
ongelijk zjjt hoen gestapt 1"
Dus u heeft de baron eens laten zien
op welke wgze mon chique kan handelen."
Lachend stak hg hem zijne hand toe.
Dat was zgn eenige wraakneming.
Ietwat verlegen vroeg hg daarop
♦blijft u hier, juffrouw Gratienne, of
gaat u met mg mede Of wil ik voor
uit gaan
Neen," antwoordde Pierre. ♦Neem
haar meeik ga alleen weg."
♦Vaarwel, Gratienne,fluisterde hij.
♦Tot weerziens, Pierre. Heb mij lief."
♦Met hart en ziel."
♦Niettegenstaande alles
♦Niettegenstaande alles."
Hij ging heen en Daniël zei*Ja, hij
is een gelukskind. Tegen mij heeft men
nog nooit iets dergeljjks gezegd."
Zoudt u willen, dat ik u complimen
tjes maakte Die maakt men u toch al
genoeg
♦Juist. Dat zegt men echter maar eens
en dan hangt het nog van den toon af,
waarop bet gezegd wordt. Dien toon heeft
men tegen mij nooit aangeslagen f'
Dan hebt u zeker nooit goed gezocht."
♦Als ik het goed doe, dan ziet u hoe
gelukkig het uitvalt 1"
Zoo kwamen zg al schertsend aan de
Buissonnière.
Daar zgn ze."
♦Och, mevrouw Girardot, wat passen
zij goed bij elkaar 1" zei de baron.
♦Vindt u dat mijnheer de la Bocbère?"
Het zou van een slechten smaak ge
tuigen, als ik het niet goed vond."
♦Maar kinderen, wat kom je laatDat
6taat toch niet 1"
♦Hadt ge zulke interessante gesprek
ken
Terwijl Gratienne baar hoed afzette,
gaf Daniël den baron een teeken, dat
nog niet weten van een constitutie, die
bij onmogelgk acht, maar wel wil bij
de bevoegdheid der semstwo's en daar
mede de zelfstandigheid der provincies
en gemeenten uitbreiden.
En hij interesseert zich zeer, naar hij
zegt, voor de Joden-quaestie. Bet schijnt,
dat het verdrukte en mishandelde Israël
in Rusland goede verwacbiingen van hem
heeft. Alle groote Joodsche gemeenten
in Zuid-Rusland hebben bem bij de aan
vaarding van zijn ambt telegrafische ge-
lukwenscben gezonden en bjj beeft al
die telegrammen op welwillende wijze
beantwoord. Zelfs de strenge beer Obo-
lenski in Finland schijnt te vinden, dat
de tijd gekomen is, om minder streng
op te treden dan Bobrikoff, wiens uit
einde bem trouwens een waarschuwing
kan zjjn.
En wat nog het meest zegteen En-
gelsch journalist, Melville Stonespreekt
van een onderhoud met den Czar, dat
zeer bevredigend kan worden genoemd.
De journalist kreeg verlof om openhartig
te spreken aan de hoven behoeft men
daartoe een speciaal verlof en maakte
daarvan gebruik. De Czar verzocht bem
zelfs, wat hg gezegd bad, in eene memorie
neer te leggen, die hij met zijne ministers
bespreken wilde.
Begint bet te dagen in Rusland Heeft
het Japansche kanon eindelijk de ooren
en oogen der regeejingsmannon doen
opengaan
Van twee vrienden.
Prins Herbert von Bismarck, moet ge
denkschriften hebben nagelaten, die van
groote waarde heeten te zgn voor de
opheldering dor gebeurtenissen, die leid
den tot het ontslag van zijDen vader,
den rijks-kanselier. Men gelooft echter,
dat deze memoires voorloopig niet in druk
zullen verschjjnen.
Men herinnert zich bij deze gelegen
heid, dat keizer Wilhelm II en Herbert
bismarek voorheen boezemvrienden waien.
De jonge Bismarek onderrichtte den keizer,
toenmaals nog prins van Pruisen, in de
geheimen van het ministerie van buitenl.
zaken. Onderwijzer en leerling werkten
bard, dag aan dag, en waren onafschei—
deljjk van elkaar. Toen Wilhelm keizer
was geworden, nam bjj zijn vriend op
al zgn eerste reizen naar het buitenland
mede.
Maar toen de keizer met den ouden
Bismarek brak, raakte zijn vriendschap
met den jongen uit. Tevergeefs trachtte
do keizer hem te bewegen, dat hij in zijne
staatsambten zou blijven. Herbert was
al te diep gekrenkt door de bejegening
zijnen vader aangedaan, en wees elk aan
zoek van den Keizer af met de woorden:
♦Ik ga met mjjn vader mede." De Keizer
deze niet scheen te begrjjpen.
Waarop hij hem ging influisteren
Laat ons heengaan
♦Waarom
Dat vertel ik u meteen wel."
De baron, die erg üieuwsgierg was,
nam haastig afscheid, lerwjjl Daniël, tot
zijne geruststelling, Gratienne heel vroc-
lijk toeriep
♦Tot weerziens, juffrouw Gratienne 1"
Tot weerziens, mijnheer Daniël", ant
woordde zjj opgewekt.
De baron dacht al. >Dat gaat gr ed
Toen zij eenige schreden verder waren
vroeg bjj aan zijn zoon ♦Waarom heb
je mg zoo overhaast laten weggaan
♦Omdat het uit is, pspa."
Watuit Je bent van zinnen 1"
♦Neen, we hebben de partij verloreD
Hjj deed vervolgens het bede verhaal.
Op de Buissonnière kwam het nu ook
tot de door Gratienne- gewenschte ver
klaring. De heer Délestang begon »Wat
zijn dat aardige menscheD, die la Boei éroB.
De vader is zeer beminnelijk, de zoon
knap. Daar zit toch wel ras in. Weetje
wat ze kwamen vragen, GratieDne
♦Ja, papa; mijnheer Daniël heeft het
mjj gezegd
Dus hij vond beter bet maar zdffe
zeggen En heb j-> hem aangenomen
♦NeeD, papa, ik heb geweigerd."
♦Gjj hebt
Alle drie uitten een zelfden kreet van
verwondering. Na het hartelijke afscheid
van do twee kindereD, verwachtten zij
zoo iets niet.
♦Geweigerd herhaalde de bankier.
♦Dat is je toch geen ernst. Dat huweljjk
is een prachtige partjj. Wat fortuin be
treft zult ge het niet beter vinden, en
wat Btand betreft, zoo iets zal je voor
de tweede maal niet worden aangeboden 1
De ouders zijn volmaaktde jongeman
kan je niet mishagen, je schjjut op den
besten voet met hem te zgn waarom
weiger je dan
Wordt vervolydj