1904. N°. 112. Donderdag 22 September. 91s'" jaargang. Een Faiuilleveete. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt» Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. PrjjB per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.25* Afzonderlijke nominers 5 cent. Inzending van advertentiën voor 2 uren op den dag der uitgave. COURANT. Do prys der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ot. Bj' directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prya slechts tweemaal berekend Geboorte-, huwelyks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Uitgave van de Naaml. Yennootschap „G-oesche Courant". Directenr-Hoofdredacteur R. G. Rij kens. De heer A. F. LASONDER, genees- en heelkundige dezer gemeente, zal Donderdag 22 September a. s, des namiddags te twee uren, in het Gasthuis zitting houden tot het gratis Vaccineeren en Hervaccineeren. De zoogenaamde trouwboekjes moeten worden medegebracht. Goes, 20 September 1904. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De Secretaris, G. A. HAJENIUS. Voor de eerste maal wordt bekend gemaakt dat de Loting voor de Nationale Militie voor deze gemeente, lichting 1905, door den heer Commissaris der Koningin is bepaald op Woensdag 12 October 1904, des voormiddags te 9 uren, te Goes, en dat die zal plaats hebben in do ZAAL BOVEN DE KORENBEURS. De inilitieplichtigen worden opgeroe pen ten gestelden dage, ure en plaatse daarbij tegenwoordig te zijn, en redeDen van vrijstelling hebbende wegens broe- derdienst, op Woensdag 19 October d. a. v des vooroiiddags tusschen 9 en 12 uren, ter Secretarie der gemeente daarvan op gaaf te doen, teneinde intijds de bewijzen en getuigschriften tot vrijstelling te kun nen aanvragen en opmaken. Goes, den 21 September 1904. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De Secretaris, G. A. HAJENIUS. Buitenland. De Duitsche Rijksdag. De vacauties zijn ten einde en in de verschillende Staten wacht den parle menten weer een gansche lijst van werk zaamheden. In Duitsebland vooral is veel werk te doen. De handelsverdragen zul* len in den Rijksdag een gewichtig on derwerp van beraadslaging uitmaken. Men is aan de betrokken ministeries den geheelen zomer bezig geweest met het lastige werk om de vreemde Staten, met wie verdragen moeten worden gesloten, tot welwillendheid te stemmon tegenover de tarieven, waarop de Duitsche agrariërs hebben aangedrongen, die hem gedeel telijk zijn toegestaan en die zy nu nog niet voldoende achten. Men is met Rus- ii FEun&KToar. Naar het Fransch, door PAUL BERT NAY. Toen Gratienne den wensch had geuit altijd op de Buissonnière te willen blijven, keek grootvader grootmoeder eens aan en zei: x>Dat kleine ding heeft eigenlijk gelijk, Henriette. Ze is hier thuis. Na onzen dood is de Buissonnière haar eigen dom. Ze heeft geljjk, dat zij er zich aan hecht en het als haar huwelijksgift be schouwt." En hij voegde er ernstig bij •Als je het gaarne zoudt willen, Gra tienne, is de Buissonnière voor jou. Ik zal daar zoo over beschikken." In antwoord op een eersten blik van zijn vrouw vervolgde hij »Je weet wel, oudje, dat ik niemand zal benadeelen en dat wij het kunnen doen Vroolyk, by de gedachte dat Gratienne zich al te Saint-Romain schikte, terwijl ze hem nog wachtte, die er haar zou doen bljjven, zei hjj »Nu komt het er maar op aan om een goede keus te doen de kleindochter van den heer Louis Girardot kan veeleischend zijn •En den man harer keus huwen, niet waar grootvader •Zeer zeker." »En naar de stem van haar hart luisteren »Zekervan haar hart on van haar verstand. Haar verstand dat haar zegt je moet alleen dien man nemen, dien je lief hebt." Ik zou wel eens iemand willen zien, die van jou niet zou houdeD," zei me vrouw Girardot lachend. •Maar om gelukkig te worden, moet ik toch ook van hem houden." land, Zwitserland en Italië tot een re sultaat gekomen men onderhandelt mot Roemeniëmaar Oostenrijk-Hongarije heeft zooveel bezwaren gemaakt, dat de onderhandelingen eenigen tijd gesehorst zijn. Op de oen of andere wjjze zal men het wel eens worden, maar dan is het de vraag wat de Rijksdag van die over eenkomst zal zeggen. Ook zijn er andere onderwerpen, die de zorg eischen van den Rijkskanselier en de Regeoring. Men zegt, dat weer eenige kruisers zullen worden aange vraagd, maar dat is volstrekt nog niet zeker, aangezien do uitvoering van het vroeger aangenomen wetsontwerp tot ver sterking van do Duitsche vloot hooge eischen stelt aan de schatkist. Dan spreekt men, juist omdat van de schatkist zoo veel gevorderd wordt, van eene mout- belasting en als de minister duarmede aankomt, zal hij iets beleven, want het bierminnende Duitsebland wil zijn lieve lingsdrank niet te duur betalen. En ver volgens wordt het uitzicht geopend op eeno sociale wet, de invoering van den tien-urigen arbeidsdag. Er valt dus ge noeg te doen. De Fransciie Kamer. Zoo velerlei als in den Duitschen Rijks- dag is niet de arbeid, die do Fransche Kamer wacht, maar toch is het een be langrijk onderwerp, dat daar behandeld zal worden, de afschaffing van het Con cordaat, dat de betrekkingen regelt tus schen Staat en Kerk. In eene rede voering te Auxerre heeft de minister Combes die afschaffing als aanstaande aan gekondigd. De oppositie-pers veroordeelt het plan en er zijn ook goed-republikein- sche bladen, die het radicalisme van den heer Combes vreezen. Ook heeft men gesproken van oen diep gaand verschil van meeniög in den minis terraad zelf over deze za3k, maar een goed ingelicht blad weet 6tellig te ver zekeren, dat do zaak in dien raad tot geen conflict aanleiding zal geven. Dat blad vertelt precies wat in den ministerraad is voorgevallen. Tot driemaal toe heeft de Raad er zich mee bezig gehouden. De heer Delcassé als minister van buiten- landsche zaken schijnt den tweeden keer een college gehouden te hebben over de verhouding van het buitenland tot de Fransche staatkunde en het bovenbedoelde blad zegt, dat die uiteenzetting met be langstelling aangehoord werd. Maar over het plan van den heer Combesde schei ding in beginsel, sprak alleen do heer Rouvier. Toch niet als opposant. De heer Combes deelde den hoofdinhoud van zijne te Auxerre gehouden rede aan de colleges mede en deze luisterden kalm en scheid- •Nou, Gratienne", zei de oude man ondeugend, »een aardige jonge man •Ja, jong moet hij zyn." •Een knap ruiter." »Dat kan geen kwaad." •Even gefortuneerd als jij bent." Dat behoort ook tot het programma." >Eenigo zoon •Ja." Die je een beetje bederft, even als wij." Dat is van minder betoekenis." Waarom •Als het mij niet bij hom bevalt, dan komen we hier wonen. Dan zijn uw kin dereu dicht bij u, grootvader." •Ja maar, daar zou je niet op be hoeven tc rekenen, liefje." •En waarom niet Daar zou de baron nooit in toestem men." Denkt u dan over mijnheer Daniël Maar over wien hadt jjj het dan Zij aarzelde. Zou ze nu reeds Neen, dat zou onvoorzichtig zijn. De glans uit haar zwarte oogen ver dween. •Ik Over niemand. Ik stelde mjj mijn droombeeld voor oogon." Hier is niemand anders, met wien je zoudt kunnen trouwen, mijn kind, en ik erken hethet zou hem gemakkelijk af gaan." O, dat heb ik ook al begrepen I" Dus Dusheeft u gelijk, Hij zou niet op de Buissonnière kunnen vronen. Dat is dus de hinderpaal." •Je zoudt toch niet bang zijn van den baron en de barones?" •Ik zou graag hier willen bljjven, grootvader." Zo begon daarop over geheel andere dingen te praten, in weerwil van de pogingen van den ouden man op het onderwerp terug te komen. Eensklaps zei ze »weet u wel, groot moeder, waarom ik niet met u naar de ■zijdewormen ben gaan kijken •Neen, dat begryp ik volstrekt niet. den in vrede. Er is dan ook thans in de bladen geen sprake meer van ter beschik king gestelde portefeuilles of andere kenteekenen van een ernstig conflict. Er bestaat dan ook inderdaad groote kans, dat het concordaat zal worden afgeschaft. Maar niet dan na zeer bewogen, zeer heftige toonoelen in de Fransche Kamer, waarop wij onb zulien kunnen voorbe reiden. Het Engelsche Kabinet. In Engeland zijn de politieke verhou dingen niet bijzonder gunstig voor de Regeering. Dat naar allen schijn de heer Fouter als minister van oorlog zal op treden, baart niet de grootste zorg voor den premier, maar hot voortbestaan van het gebeele Kabinot wordt bedreigd. De verkiezingen in de laatste tijden in ver schillende districten gehouden, zyn ten nadeele van de Regeeriogspolitiek en ten voordeele van de liberalen uitgevallen. Daarbij gaan de zaken tegenwoordig slecht en is eene verhooging van directe belas tingen noodzakelijk. Daarvan maakt de onvermijdelijke Chamberlain gebruik, door het volk eene kleine verhooging van de inkomende rechten aan te preeken. »Een kleinigheid", zegt hij, oanaapeuriyk, niets beteekenend cn wij zijn gered en ketenen meteen onze koloniën voor goed aan het moederland". Maar ook Cham berlain en zyn aanhang rekenen eerst op eene overwinning van de liberalen. Doch zij meenen, dat dezen bet niet lang zullen uithouden, en dan komen zij met een ministerie-Chamberlain, dat iedereen ge lukkig moet maken. Maar het tegenwoordig ministerie blijft nog van incening, dat het Engeland ook nog wel gelukkig kan maken en daartoe zoekt het den steun van de Ieren. Nu kunnen de Ieren moeilijk veel ge voelen voor de tegenwoordige Regeering, maar eenige ministers hebben er iets op gevonden. Zij willen den naam Hoine Rule hebben zjj latei; varen zeker zelfbestuur voor IerlaDd en eenige hervormingen op sociaaal gebied. Het een en het ander is waarlijk niet over bodig, zooals men weet, maar hot. is een merkwaardig geval, dat nu, juist terwijl het tegen de verkiezingen gaat, eenige unionisten plotseling een groote liefde voor de Ieren in hun hart hebben ont dekt. En de booz.e wereld beweert, dat zij ook nooit tot deze ontdekking zouden zijn gekomeD, als niet de secretaris voor Ierland, die natuurlijk in overleg met zyne Regeering handelt, hen op dien weg der ontdekking geholpen had. Zoo spreekt men van eene Ierscbe nationale univer siteit met eene katholieke afdeeling en van een zelfstandig finantieel beheer. Als de Ieren hierop ingaan maar zij Het is jammer, dat je den vooruitgang niet hebt kunnen opmerken •Ik heb opgeruimd 5"' •Alles wat pas per extra bode was aangekomen?! Dan begrijp ik het wel". •Nog niet alles, alleen mijne boeken, mijn muziek en mijn teekencahiers Zij vervolgde luchtigjes •Aha, dat is oen ideeik zou wel eens wat kunnen gaan schetsen. Morgen, mor genochtend, terwijl u naar het plukken der moerbeienbladen gaat kijken, opdat, het niet weer verkeerd gedaan wordt". •Ja, vochtige bladeren zijn hoogst schadelijk voor de zijdewormen". Dat is dus afgesproken. In dien tyd...." •Gaat gij teekenen •Wat Ja het huis •Neen, het huis is niet geschikt. Ik ga naar het bosch Maar niet te ver", zei mynheer Gi rardot. •Hier dicht by, grootvader. By den ouden eik". •Bij Genton Ik begrijp niet wat ze toch aan dien ouden boom zien Hij is prachtig!" Mevrouw Girardot fronste onwillekeu rig bare wenkbrauwen en dacht Daar maakte die schilder ook fch^t- S811, als de arme Camillo hem ging op zoeken. Gratienne kan niet welen, dat die open plek in bet bosch zulke pijnlyke herinneringen voor my heeft." En zij vervolgde hardop en zuchtend •Nu, het is goed, ga jij dan den ouden eik maar uitteekenen." Gratienne, die zich in gedachten al als bruid tooide, vleide zich, de tegen kanting van haar goeden grootvader te zullen kunnen overwinnen. Pierre, in tegendeel, begreep, dat Tony Boissier, de onverzoenlijke vijand der Girardots, niet zou toegeven. Bij het avondeteD zaten zij weer samen in die ijskoude, groote eetkamer van de Buissonrond. Pierre, nog geheel vervuld van het zijn om goede redenen nog al wantrou wend van aard wordt de levenskans van dit ministerie werkelijk verbeterd. GOES, 21 Sept. 1904. Onder vele blijken van belangstel ling en in het genot eener uitstekende gezondheid mocht hedeu de oudste ge neesheer hier ter stede, dr J. Kooman Az., zyn taehtigsten geboortedag vieren. Velen zullen zeker den geachten grysaard toe- wenschen, dat hij nog eenige jaren voort kunne gaan met dezelfde opgewektheid zijne practjjk uit te oefenen. Het bleek ons, dat in bet belang van de oeconomische ontwikkeling van Nederl. Indië juist enkele dagen geleden een wetsontwerp tot wijziging en ver hooging van de mede ingediende Indische begrooting voor 1905 door de Regeering aan de Tweede Kamer was ingediend. In dit wyzigiDgs-wetsontworp wordt voorgesteld do post voor uitgaven ter zake van geldleeningen en voorschotten te verminderen met f 1.200.000 de post voor burgerlijke openbare werken te ver- hoogen met f 70.000 de post betreffende emigratie en koeliewerving te verminderen met 1' 11.400 en te verhoogen met f 260 000; die betreffende landbouwcrediet to ver minderen met f 29 940 en te verhoogen met f 490 700 die voor landbouw en natuurwetenschappen in 't algemeen, zoo mede veeteelt, te verhoogen met f86,600 en die betreffende bevloeiingen en af wateringswerken, bruggen, wogen en an dere waterstaatswerken te verhoogen met f 2.002.000. Ter toelichting van het wetsontwerp steit de minister van kolon ën voorop, dat de door hem in de Tweede Kamer destijds erkende noodzakelijkheid om met fioancieele hulp van Nederland maat regelen to nemen, strekkende om Indië voor verdere inzinking te behoeden en het economisch peil der inlandsche be volking te verhoogen, naar zyne over tuiging ook nog heden bestaat en stellig niet in mindere mate. De omstandigheid dat het jaar 1903 zich in vele opzichten gunstig heeft onder scheiden van de daaraan voorafgaande jaren, heeft aan meer dan eene zijde aan leiding gegeven tot beschouwingen van meer geruststellenden aard en twijfel doen rijzen van de noodzakelijkheid om buiten gewone voorzieningen te treffen. Naar het den minister voorkomt, is evenwel voor dit optimisme geen grond, vooral wanneer men iet op de in de laatste jaren gebleken noodlottige uit werking van eiken tegenslag in het hoofd bedrijf der bevolking. Hierop doelt blijkbaar de betrokken zinsnede in de Troonrede en daardoor geluk, dat bij met dat alleraardigste meisje een vredes- en liefdesbond geslo ten had, kon de verzoeking niet weer staan om over datgene, waarvan zijn ziel vervuld was, uit te weiden. Hij wist wel, dat hij alle gedachten aan toorn en haat zou doen opflikkeren en was dus van plan om alleen eene verkenning te doen in bet vijandelijke kamp. Zijn geheim zou hij niet verra den hij zou niets wagen in de zaak, waarin hij Gratienne beloofd had een wonder te zullen verrichten. Niettegenstaande zyn hevige hartklop ping vroeg bij schycbaar kalm aan den ouden Boissier •Is u nog naar het land gaan kyken, vandaag •Ja. Er is byua geen hooi. Maar je weet zeker wel, myn jongeD, dat een hooijaar een ongunstig jaar is." Nu zal u den weg minder lang zijn toegeschenen Wat zou het gemakkelijk zijn als wij over de Buissonnière konden gaan." »Ja, dat zou voor mij heel wat voor- deeliger zyn het zou my aan voertuigen en knechts 250 francs minder kosten. Die winst wordt mij kompleet ontstolen.' •Ja nutteloos verloren geld Het is erg, maar er is niets aan te veranderen." Of er moest, het een of ander gebeuren, waardoor de zaak in der minne geBchikt werd •Met dien ouden Judas!... Je bent gok •Enfin, als het nu eens gebeurde Vermoei je daar niet mee Ik verdedig mij liever tegen de slagen dan tegen de streken van myn vyaud. Wy wenschen elkaar kwaad toe." Maar vader men behoeft toch niet eeuwig in vijandschap te leven. Zelf de rotsen slyten met den tijd 1" •De baat slijt nooit. Evenals de note- boomen, wordt hy ook steeds grooter A propos, van ochtend heb ik huDne kleindochter zien voorbijgaan." verviel dan ook odzg nog in eenige (eerste) afdrukken van ons Dommer van gisteren voorkomende gevolgtrekking, dat niet bleek op welke wijze men die maatregelen nemen zou. Omtrent de openingsplechtigheid der Staten-Generaal, wordt o. a. nog het volgende meegedeeld De oude Ridderzaal leverde een trot- 8chen aanblik op, gestoffeerd als zy nu was door een in kwart cirkelvormig ge schaarde dignitarissen en genoodigden, onder welke de dames thans in grooten getale, meest allen in bnn kostbaarste arabtskleedij of feestkleed. De leden der Volksvertegenwoordiging links en rechts voor Troon en podium geschaard. Achter de zetels der leden aan weerskanten de genoodigden en hunne dames. Rechts van den troon de leden der boogo staatscol leges (Rekenkamer, Hooge Raad enz.). Tegenover den troon, over 't bureau, de leden van den Raad vau State. Rechts en links van den troon de ministers, de leden van het corps diplomatique en vele hun vergezellende dames in den linker hoek rechts van den troon. Fe pers bad niet het mooie uitzicht van vroeger in de troonzaal, vanwaar zij een vryen blik had op den sfaHgen en kleurigen intocht van den koninklijken stoet, met bet won derbaar lichteffect op den achtergrond. Daarentegen konden de aanwezigen te meer genieten van de prachtige kir ur en Jichtscbakeeringen, die het gouden zonlicht in ryke bundels wierp door de gekleurde vensterruiten en dat het goud en de festoneering der costumes en de meestal lichte, elegante toiletten der da mes, op 't voordeeligst deed uitkomen. Ook ditmaal slechts enkele hiaten in de ambtskleedij der leden en de van 't ge wone ambt8costuum afwijkende geeste lijke gewaden en militaire uniformen. Het traditioneele gegons in 't uur voor de aankomst, der Koningin was veel min der levendig 't is alsof deze trotsche, imponeerende zaal met haar gedempt, mat liebt, tot meerdere rust stemt, ook onder hot gemeenzaam samenzijn. Maar toch bemerkte men het onderscheid tor- stond, toen tegen I ure de geschutsalvo's t,ot in deze omgeving doordrongen. Want- dat is het voordeelmen was hier dich ter bij do straatdrukto. Het onstuimig geBprek van 't volk drong getemperd door in de zaal en slechts de tonen van het Wilhelmus, ook eenigszins gedempt, alsof zij kwamen van het achterdoek op een tooneel, stoorde de diepe stilte, waar mede de vergadering de door den opper- ceremoniemeester met stentor-stem aan gekondigde komst van den Vorstlijken stoet verbeidde, allen eerbiedig staande, allen het gelaat gewend naar den hoofd ingang. »U haat haar toch niet Wat heeft zy u misdaan De kleine wolfjes deden ook nog geen kwaad, toen men ze doodde. Ja, ik heb ook iets tegen dat meisjeze is van hetzelfde ras, ze is mooi Och vader, vader 1" •Ja, mooi en jong als ze mij passeert is het alsof zij zeggen wilMen is op de Buissonnière in zijn schik, dat ik er weer beD. Als ze mij hebben, denken ze niet aan jou. Ze hechten meer aan myne vroolijkheid dan aan jouw haat Zoo kijkt het brutale kiüd my aan, terwijl ze even tjes groet, alsof ze nog beleefd wou zyn ook. Een mooie beleefdheid om iemand te bespotten Neen •Wat weet jjj er van Ik zeg je van wel. En ik heb het liever zoo 1" Onder den onden eik in bet bosch Genton ging Gratienne op dic-n bewusten ochtend zitten droomeu. Aan teekenen dacht zij in het geheel niet. Zy luister- do ingespannen naar wat een jonge man haar zachtjes influisterdeby stond op den straatweg achter den muur van stee- nen, waarop zy ieder van hun kant leun den. Hij had ook geen oogen voor het in leutedos gehulde landschap. De lente, waarvan by de bekoorlijkheid genoot, was het jonge meisje. De geur, die hem be dwelmde, steeg op uit haar pikzwarte bareD, wier glans hy bewonderdehij hoorde niets van het geruisch der eiken bladeren, maar wel de muzikale stem, waarmede zy hem zachtjes antwoordde, Zy lichtte van tyd tot tyd haar hoofdje op om hem met haar schitterende oogen aan te kyken. Verscheiden malen zagen zy elkaar daar terug. Op den Bchoot van Gratienne lag steeds het opengeslagen schetsboek. Zij verwonderden zich nu niet langer over hunne stoutmoedigheid. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1904 | | pagina 1