1903. N°. 98. Donderdag 20 Augustus. 90sle jaargang. FEUILLETON Het BABYLON-HOTEL De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjj dagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs por kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. Inzending van adverteniiëis vóór 2 uren op den dag der uitgave. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant" De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Aaivragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Directeur-Hoofdredacteur R. G. Rijkens. De zaak-Lindeman. In organen van allerlei grootte en richting wordt thans de zaak van don ontslagen leeraar aan de Rijkslandbouwsebool te Wageningen, S. Lindeman druk besproken. Men kent bet gevalwij hebben bet in ons blad vermeld. Ten overvloede zij echter nog even her innerd, dat de heer Lindeman te Gouda eene rede voering heeft gehouden, waarin bij de Regeering te lijf ging o. a. met de volgende phrasen Het is te bopen, dat dr. Kuyper 25 jaar lang geen bewust huichelaar is geweest, maar dan toch is hg 25 jaar lang een onbewust huichelaar geweest", en »Zoo ziet ge, arbeiders, hoe de bourgeoisie ge bruik maakt van haar macht in den Staat, hoe uw broeders en kameraden worden opgeroepen om in een apenpakje gestoken met geweer en bajonet gewapend to worden. Zooals altijd en overal maakt de burgerij gebruik van het militaire geweld; dit is de zedelijke macht, waarover deze regeering beschikt". Nu beginnen wij met te zeggen, dat wij in geen enkel opzicht dit gezwets, want meer is het niet, zouden willen verdedigen; het komt ons trouwens voor, dat de uitdrukking >onbewust huichelaar" vrijwel nonsens is. Het is dan ook niet om die uitdrukkingen be gonnen, maar meer om de vraag, of de Regeering het recht heeft een onderwijzer, of ambtenaar in het algemeen, niet eervol te ontslaan, die buiten zijn werkkring propaganda maakt voor eene politieke partij. Want dat is de hoofdzaak, al is ook de heer Linde man ontslagen, niet omdat bij voor bet Comité van Verweer optrad, maar omdat bij eene opgedrongen verklaring niet wilde teekenen. Die verklaring zou hem niet zijn voorgelegd, als de heer L. in een aan de Regeering vriendscbappelijken geest had ge sproken. Mr. Levy heeft het, zooals wij ook in ons blad hebben aangehaald, reeds betoogd, dat voor straf een rechtsgrond noodig is en die rechtsgrond ont breekt. En »ls men in Nederland gaat aannemen, dat ambtenaren buiten het gemeene recht staan, dat zij door ministers naar willekeur kunnen worden gestraft, dan hollen we terug, zoo hard we maar kunnen. Dan krijgen we hier toestanden als in Pruisen en Saksen. En dat zullen toch de anti revolutionairen, die toch ook bet bloed van vrije Nederlanders in zich voelen stroomen, niet willen. Men regele de rechtspositie der ambtenaren, dat wordt meer dan tijd dan weten dezen waaraan ze zich te houden hebben, dan kan men bij voor komende gelegenheid laten straffen, zonder dat er onrecht wordt begaan. En nu de bijzaken. Het ontslag van den heer Lindeman is gevolgd, nadat deze geweigerd bad eene door den minister opgestelde verklaring te teekenen, waarin de heer L. moest zeggen zijn optreden te betreuren en voor 't vervolg beterschap beloven. Op zijn zachtst genomen vinden wij dit van den Naar het Engelsch, van Arnold Bennett. Waarover wilde u mij spreken vroeg Nella terwjjl zij een tweede kopje thee voor hem in schonk. Terwijl de prins het hem aangeboden kopje aannam, keek kg kaar een oogenblik aan en daar hij een door en door gezonde jonge man was, kon hij aan niets anders denken dan aan haar lief uiter lijk. Nella was dien middag werkelijk mooi. De schoonheid, zelfs die van de mooiste vrouw, is aan eb en vloed onderhevig. Nella had dien middag zeer beslist haar »beau jour." Zij was levendig en vlug, uit de hoogte en toch onbeschrijfelijk lief; het waB alsof zij straalde van levensvreugd en le- »Ik weet het niet meer," zei hjj. ♦Weet u het niet meer Dat is toch zeker heel verkeerd van u U bracht mij in den waan, dat het iets verbazond gewichtigs was. Maar ik wist natuurlijk heel goed, dat dat niet alles waar kon zijn, aangezien een man en vóór alles een vorst nooit werkeljjk belangrijke dingen bespreekt met een vrouw." Vergeet niet, dat ik hier van middag geen prins ben." Dan is u dus graaf Steinblock, niet?" Hg schrikte. ♦Alleen voor u," zei hg, terwijl hij instinktmatig wat zachter ging praten. ♦Juffrouw Racksole, ik ben er bizonder op ge steld, dat niemand er achter komt, dat ik het vorig minister eene onmenschkundige handeling. Had de heer L., indien hij eene dergelijke verklaring tegen zijne overtuiging in had geteekend, öoit weer met opgeheven hoofd bij vriend of vijand in de politiek durven komen Had niet iedereen hem dan met recht een huichelaar kunnen noemen, die om den broode zijn overtuiging veil had Nu tracht wel de beer Lokman, die nog al eens als beschermengel van de leden van dit Kabinet moet optreden, dit goed te praten, door te zeggen, dat de minister, de mogelijkheid onderstellend, dat de heer Lindeman misleid was, d. w. z. den ernst der zaak niet terstond had ingezien, en zijnerzjjds tot het uiterste conciliant willende zijn, hem uit- noodigde te verklaren, »dat hg destijds hat ware karakter van het. optreden van het Comité van Ver weer in zijn later gebleken misdadige strekking niet te hebben ingezien," maar ieder begrijpt, dat dit den minister niet schoonwascht. De leden van dit Kabinet deden beter den beer Lokman maar vooruit eens te raadplegen bij hunne daden als de minister van Waterstaat dit nu gedaan had, zijn wij er bijna zeker van wij hebben daarvoor te boog denkbeeld van het rechtsgevoel van den heer Lokman dat de ontslag-quaestie niet was voorge vallen. Een andere bijzaak is nog de mate van straf, een oneervol ontslag. Dat is het erg6te, wat een ambtenaar kan over komen. De meeste bladen zijn dan ook van meening, dat deze straf te erg is. Zelfs de N. Ctdie men toch zeker van geen socialistische neigingen zal verdenken, schrijft Het optreden van den ontslagene verdient ge strenge afkeuringmisschien disciplinaire bestraf fing. Toch zou bet zeer de vraag zijn, of, indien do tucht voor burgerlijke ambtenaren gelijk eenmaal zeker geschieden zal bij de wet geregeld ware, zijn vergrijp tot diegene zou worden gerekend, waartegen ontslag als straf bedreigd zou staan. Onze aloude vrijheidszin zou zich gelooven wij tegen het vaststellen van een dergelijk onher stelbaar repressiemiddel ter beteugeling van meenings- uitspattingen verzettenmen zou bedenken, dat vrijheid niet bestaanbaar is zonder de mogelijkheid van misbruik. Maar, in elk geval, indien de wet ontslag als straf op deze soort van vergrijpen toe stond, zij zou het niet doen dan in gevallen van recidive, na herhaalde waarschuwingen en gelijk zelfs de Duitscbe wet doet, na een vooraf gaande procedure of met openstelling van beroep op een disciplinair college. Waar bet tegenwoordige Kabinet van de noodzakelijkheid eener wettelijke regeling van de rechtspositie der ambtenaren zich meer dan eens overtuigd verklaarde, behoorde elk zijner leden zich te onthouden van de toepassing van een maatregel, welke zulk een wet hoogst waarschijnlijk niet en zeker niet op die wijze zou gedocgen." Maar, zooals we zeiden, dit zjjn ten slotte bij- zakon het ergste is, dat in dergelijke zaken in ons laud de mindere eenvoudig als recht heeft aan te nemen, wat de meerdere over hem beschikt. Er is voor dien mindere geen ander recht te krijgen. jaar te Parijs ben geweest." ♦Zijn dat staatszaken 1 vroeg zg glimlachend. ♦Ja, dat zijn staatszaken," antwoordde hij een voudig. »Zelfs Dimnock weet het niet. Het was al heel vreemd, dat wij beiden in dat kalme, afge legen hotel logeerden vreemd, maar heerlijk. Ik zal dien regenaebtigen middag, dien we samen in het museum van het Trocadéro hebben door gebracht, nooit vergeten. Laten we daar een poosje over praten." »Over den regen of over het museum ♦Ik zal dien middag nooit vergeten", antwoordde hij, den schijn aannemende, alsof hij hare luchtige vraag niet had gehoord. ♦Ik ook niet", mompelde zij, zijne stemming deelende. Hebt u dan ook zoo genoten vroeg hij haastig. ♦De beeldhouwwerken waren prachtig", antwoord de zij, terwijl zij haastig naar het plafond keek. ♦Dat waren zij. Maar vertel me nu eens hoe u erachter gekomen zijt, wie ik was". ♦Dat kan ik niet zeggen", antwoordde zjj. ♦Dat is mijn geheim. Doe geen moeite om het te door gronden. Wie weet wat voor verschrikkelijke din gen u zoudt ontdekken, als u te ver gingt?" Zij lachte maar alleen. De prins was in een peinzende stemming. ♦Ik hoopte niet, dat ik u zou weerzien", zei hij. ♦Waarom niet?" Omdat men nooit die raenschen weerziet, die men graag zou weerzien". Wat mij betreft, ik was er volmaakt van over tuigd, dat we elkaar weer zouden ontmoeten". »Waarom ♦Omdat alles gebeurt, wat ik graag wil". Het Soc. Weekbl. betwijfelt het dan ook ten zeerste of een administratief rechtscollege dit ontslag zou hebben gehandhaafd. »Moeht," zegt dit blad," ook by: den Minister van Waterstaat, Handel en Nij verheid die twijfel rijzen, en mocht die tot uiting komen in herroeping van het K. B., waarbij ont slag werd verleend. Dan nemen wij voor 's Ministers ongel jjk-beken- nen nog veel dieper den hoed af dan voor de ka raktervastheid van den heer Lindeman De Staatsloterij. Het Gereformeerd Weekblad staat niet aan de zijde der Regeering in zake hot wetsontwerp tot afschaffing der Staatsloterij. Het blad meent, dat Minister Kuyper, die in 1877 schreef»Sehrap als Regeering dezen post van uwe eerstvolgende begrooting. Doe het ondanks de verlegenheid der schatkist" niet volkomen kan sympathiseeren met het nu ingediende ontwerp. Wanneer men. liever een half ei dan een leegen dop heeft, dan zou men met dit ontwerp genoegen kunnen nemen, zegt het Geref. Weekbl., maar er zijn ook gevallen denkbaar, waarin men het halve ei gaarne zou missen. En dit geval acht het blad hier aanwezig, want Het ontwerp Ijjdt aan bloedarmoede. Uit dit stuk spreekt u geen daad toe van beginsel, maar bet balanceerende standpunt van een minister van Financiën, die er toch vooral op bedacht wil wezen om het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven te bewaren en die het althans nooit mag gedoogen, dat de uitgaven de inkomsten overtreffen. Uit dit stuk blijkt, dat de minister het in stand houden van de Staatsloterij voor zonde houdt, en hij het met zijn collega voor Binnenlandsche Zaken eens is, wanneer deze zegt: ♦Geld te slaan uit eene volkszonde, is eene diep onzedelijke gedachte, en die, eens post vattende, geheel den blik van onze financiën benevelen moet". Maar wat doet hg nu In plaats van met door tastendheid den post van de begrooting te schrap pen, is hij aan bet transigeeren gegaan. Zeker, de Staatsloterij zal worden afgeschaft, maar nipt op eens, neen, men zal er het stelsel van langzaam doodbloeden op toepassen. Nog achttien jaren van een kwijnend bestaan worden er aan gegund, vóór dat het vonnis des doods er aan voltrokken zal worden. Dit achten wij een treurig verschijnsel. Als iets zonde is, dan mogen wij er nooit mede transigeeren, maar worden wij geroepen om er da delijk mede te breken. Hg, die daartoe den moed bezit, zal ook door zijn tegenstanders om zulk een mannelijke daad worden geëerd". Juist zooals wij eenigen tijd geleden schreven. Als de Regeering de Staatsloterij zonde aebt, mag zg daaruit nog niet een aantal jaren munt willen slaan. GOES, 19 Aug. 1903. Bij Kon. besluit is aan de gemeente Krab- bendijke f 650 toegekend boven en behalve de bij- Wilde u me dan graag terugzien ♦Zeker. U interesseerde me heel erg. Ik heb nog nooit iemand ontmoet, die zoo goed over beeld houwkunst kon praten als graaf Steinblock". ♦Krijgt u werkelijk altijd alles gedaan, wat u graag wilt, juffrouw Racksole?" ♦Natuurlijk". ♦Dat komt zeker, doordat uw vader zoo rjjk is, niet »Wel neen," antwoordde zij. ♦Hot komt alleen, omdat er werkeljjk altijd gebeurt, wat ik graag wilHet heeft niets te maken met mijn vader." ♦Maar meneer Racksole is toch vreeselijk rijk ♦Rijk is het woord niet, graaf. Er is geen woord voor. De hoeveelheid dollars, die mijn goede vader bezit, is beusch angstaanjagend. En bet ergste ervan is, dat hij het niet kan helpen. Hij heeft eens tegen mij gezegd, dat, als iemand tien millioen heeft, geen macht ter wereld die tien millioen kan ver hinderen tot twintig millioen aan te groeien. En zoo gaat het steeds door. Ik geef zooveel uit als ik kan, maar ik kan het toch niet bijhouden en papa is op dat punt natuurlijk niets waard." »En u hebt geen moeder ♦Wie heeft u gezegd, dat ik geen moeder heb vroeg zij snel. ♦Ikik heb naar u geïnformeerd," zei hij even eenvoudig als nederig. ♦Ondanks het feit, dat u niet hoopte mg weer te zien ♦Ja, niettegenstaande dat." ♦Hoe grappig!" zeide zg en bewaarde dan een peinzend stilzwijgen. ♦U moet een heerlijk leven hebben," zei de prins, »ik benjjd u." drage, bedoeld bjj art. 45 der onderwijswet, ter be hoorlijke inrichting van haar lager onderwijs en om dezelfde reden f 750 aan de gemeente Nisse. Tot distantie-baas in den Zimmermanpolder is benoemd de heer G. van Oosterbrugge van Wisse- kerke. Bij Kon. Besl. zgn benoemd tot gedelegeer den der Nederlandsche regeering op het in de maand September a. 8. te Brussel te houden in ternationaal zuivel congres, jhr. A. H.J. HMichiels van Kessenick, lid van de Eerste Kamer der Stat en- Generaal te Nuth, en dr. li. PWijsman, hoogleer- aar aan de Rijks-universiteit te Leiden, en zgn afgevaardigd naar dat congres, als vertegenwoor digers der Rij kslaDdbouwpr oefstation 8 dr. A. J. Swaving, directeur van het Rijkslandbouwproefsta tion te Goes, en dr. K. H. M. van de Zande, direc teur van het Rijkslandbouwproefstation te fioorn, en als vertegenwoordiger van het Rijks zuivel stat ion te Leiden, dr. H. E. ik. van Sillevoldtdirecteur van dat station. De gewone algemeene vergadering der Libe rale Unie zal gehouden worden Zaterdag 10 Sep tember te Amsterdam. Aan de orde is o. a. de verkiezing van twee leden van het bestuur, inplaats van de H.H. A. Bouwman en C. Lely, die afgetreden zijn, en bespreking van het wetsontwerp tot her ziening van de wet op het Hooger Onderwijs. Prof. Mr. W. van der Vlugt, lid van de 2de Kamer der Staten-Generaal heeft zich op uitnoodiging van het H. B. bereid verklaard dit onderwerp in te leiden. Wanneer de tijd het toelaat, zal daarna door Mr. P. Rink een exposé gegeven worden van de werking van het door de Unie-Commissie aanbevolen stelsel van Evenredige Vertegenwoordiging. lereeke» De heer S. Langendijk, klerk bij de posterijen en telegrafie alhier is met ingang van 7 September overgeplaatst naar Rotterdam en zal vervangen worden door den heer J. van der Weele thans te Enkhuizen, vroeger te Ierseke. Bij de opening van de Zaterdagavond in het hotel Klaa*se gehouden 9e jaarvergadering der Werkmansvereeniging ^Eendracht maakt Macht", betuigde de voorzitter zjjne tevredenheid over den algemeenen toestand der veroeniging, maar moest tot zijn leedwezen twee, haar door den dood ont vallen leden, herdenken, waaronder zgn zoo nood lottig omgekomen ambtsvoorganger, dhr. P. van Lievewiens verdiensten, onder algemeene instem ming, nogmaals gehuldigd werden. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat de kas in bloeienden toestand verkeert. De ontvangsten aan contributie beliepen ruim f 1600. De voornaamste uitgaven bestonden uit ziekengeld f760,50, aarkoop van grond f300, leening aan de kolen vereeniging »Door eendracht sterk". Het voor- deelig saldo bedroeg f 208,27. Hierbij gevoegd het kassaldo aan het eind van het vorige jaar ad f 1397,72, steeg bet kasgeld tot f 1905,99. Het aantal leden vermeerderde van 296 tot 352. >U benjjdt me waarom Om het geld van mijn vader ♦Neen," zei hij, rik benijd u om uwe vrjjheid en uw gevoel van verantwoordelijkheid." »Dat heb ik niet," zei zij. Pardon," zei bij, >dat hebt u wel en het oogen blik zal komen, waarop u dit zult voelen." ♦Ik ben maar een meisje," mompelde zij plotseling heel eenvoudig. >En wat u betreft, u hebt zeker genoeg, waarvoor u verantwoordelijk bent?" ♦Ik zei hg somber. »In het geheel niet. Ik ben niemand ik ben eene Hoogheid, die den schijn moet aannemen, alsof hjj een heel gewichtige perso nage is, en altjjd op zijn hoede moet zgn om nooit iets te doen, wat eene Hoogheid niet mag doen. Bah »Maar als uw neef, prins Eugen, eens kwam te sterven, zoudt u hem dan niet opvolgen, en zoudt u dan niet dat gevoel van verantwoordelijkheid hebben, waarnaar u zoo verlangt Eugen sterren zei prins Aribert op een zeer grappigen toon. Dat is onmogeljjk. Hjj is Posens welvaren. Over drie maanden gaat hjj trouwen. Neen, ik zal nooit iets anders zgn, dan dat, wat ik nu ben, het verachtelijkste schepsel Gods." »Maar wat is dat dan met dat staatsgeheim, waar over ge spraakt Geeft dat u dan geen gevoel van verantwoordeljjkheid >Ochzei hjj. »Dat is voorbjj. Dat behoort tot bet- verleden. Dat was maar een klein voorval in mjjn vervelend bestaan. Ik word nooit meer graaf Steinblock." ♦Wie weet zei zg. »Maar tusBchen twee haakjes, komt prins Eugen vandaag niet hier Meneer Dimnock vertelde het ons." ♦Luister eens!" antwoordde de print, terwjjl ha

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1