1903. N°. 83. Donderdag 16 Juli. 90s"' jaargang. FEUILLETON De Boekhouder, GOESCHE De uitgave dezer Courant geBchiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prgs p8r kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f l,2S. Afzonderlijke nommers 5 cent. van adveiientiën vóór S «r«n op den da* uitQavoi De prgs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. V\T. Provinciale Staten van Zeeland. Vergadering van Dinsdag 14 Juli. Aanwezig waren bij den aanvang 38 leden. Af wezig de h.h. Ysebaert, FokkerRombach en Dieleman. Allereerst werd overgegaan tot de benoeming van een lid der Staten, bedoeld bij art. 89 van de Prov. wet. Uitgebracht werdeD 38 st. Hiervan verkregen dhrn. Mr. A. A. de Veer 20, J. Al. Kakebeeke 15 st., terwijl op de h.h. HennequinV. d. Meer en Lucasse elk 1 stem werd uitgebracht. Al zoo werd gekozen de heer De Veer, die de vraag van den Voorzitter of hg de benoeming aannam, toestemmend beant woordde. Alsnu kwam in behandeling het voorstel tot di- ligent-verklaring van Gedep. Staten ten aanzien van een verzoek van het bestuur der vereeniging »Uit het volk, voor het volk" te Middelburg om subsidie voor eene in 1904 te houden Zeeuwsche tentoon stelling van nijverheid. Het algemeen verslag werd uitgebracht door dhr. Loois. Hierin was wen algemeen van oordeel, dat het noodzakelijk was over eenige bezwaren heen te stappen, wilde men deze tentoonstelling bevorderen. Het organiseeren eischt veel werk en de Vereeni ging dient tijdig te weten, over welke sommen en over welke lokalen zij zal kunnen beschikken, al vorens op goeden grond met inzenders onderhan delingen aan te knoopen. Vrij algemeen verklaarde men zich bereid tot bet verieenen eener subsidie en achtte het wenschelijk, dat nog in deze Zomer vergadering een voorstel werd gedaan door Gedep. Staten om een subsidie-cijfer voor deze tentoonstel ling toe te staan. Gedep. Staten vonden in dit versjag aanleiding om, met intrekking van hun voorstel tot diligent- verklaring, voor te stellen het besluit te nemen aan het bestuur dier vereeniging eene subsidie te ver ieenen van f 1000, onder voorwaarde, dat onder overlegging van rekening en verantwoording ten genoege van Ged. Staten worde aangetoond, dat het geld tot het aangewezen doel noodig geweest en gebruikt is. De heer Van Deinse zegt, met genoegen het resultaat te vernemen van zijn voorstel, op de vergadering gedaan. Hij vraagt, waar de grens is van bet woord noodigWanneer het geld moet worden uitgegeven voor versieringen of muziek bij die gelegenheid of voor andere soortgelijke dingen, waar blijft dan de grens? De tweede vraag is: Wanneer zal de subsidie worden gebruiktvóór of na dat het waarborgfonds, dat door particulieren enz. wordt gevormd, is verbruikt? Hij gelooft in dezen nog een stap verder te mogen gaan, door de voorwaarden te laten vervallen ter voorkoming van moeilijkheden. Wat toch aan den eenen kant wordt uitgegeven, komt er aan de andere zijde weer in. Het lid van Ged. Staten, dhr. Van Lijnden, zegt, dat niet elk postje op een goudschaaltje zal worden gewogen en wat de tweede vraag betreft, zijn Ged. Staten van meening, dat eerst het waarborgfonds moet worden verbruikt en dat daarna de subsidie mag worden aangesproken. Dhr. De Veer zegt, niet den indruk gekregen te hebben van hetgeen dhr. Van Lijnden gezegd heeft, en is van meening, eerst de subsidie te kunnen gebruiken, vóór dat het waarborgfonds verbruikt is. Hierop gaan de Voorzitter en Ged. Staten in eene afzonderlijke, korte beraadslaging. Na terugkomst deelt de heer Van Lijnden mede, dat het de be doeling van Ged. Staten is, eerst de subsidie te kunnen verbruiken en daarna het reservefonds. Dhr. Fruijtier is van meening, dat men nog niet genoegzaam is voorbereid om een voorstel zoo in behandeling te nemen. In 1888 toch, zeide bij, werd het eerst aangevraagd in de najaarsvergadering. Hij deed echter het voorstel om de ^Vereoniging f 500 te geven en zulks zonder de daaraan verbonden voorwaarden. Dhr. Van Deinse verklaarde, zich niet met het voorstel van dhr. Fruijtier te kunnen vereenigen, doch wel met het voorstel van Ged. Staten zooals het thans is opgehelderd. Dhr. Routerman stelde als voorwaarde, dat de tentoonstelling gedurende de Zondagen zal gesloten zijn. Hij deed een voorstel in dien geest. (Dhr. Fokker komt ter vergadering.) Dhr. Fruijtier is bereid zijn amendement terug te nemen, indien in plaats van f 1000 wordt ge lezen f 500. Het voorstel Houterman wordt daarna in stemming gebracht en verworpen met 25 tegen 13 stemmen. Voor stemden de h.h. Fruijtier, De Jonge. Den Boer, Bolier, Moes, Mulder, MaasOggelHouterman, Noordijke, Lucasse, V. d. Meer en Bos. Het voorstel Fruijtter wordt daarna aangenomen met 21 tegen 17 stemmen. Tegen stemden de h.h. V. Waesberge Jamssens, Siegers, V. Teijlingen, Holle- stelle. De Casembroot, Van Dam, ffammacher, Heijse, V. DeinseV. Lijnden, Bolle, V. d. HaveMaas, Kakebeeke, V. d. Lek de ClerqDe Veer en De Smidt. Het voorstel van Ged Staten in zijn geheel werd, geamendeerd, daarna aangenomen met 35 tegen 3 stemmen. Tegen de h.h. Maas, Houterman en De Smidt. m Daarna kwam aan de orde het voorstel tot in williging van het aangehouden verzoek van het bestuur van het waterschap de Vereenigde polders van Ossenisse, om een renteloos voorschot voor wegsverbetering, hetgeen zonder hoofdelijke stem ming wordt aangenomen. Het voorstel tot afwijzing van het aangehouden verzoek van Burg. en Weth. van Burgh om een renteloos voorschot voor wegsverbetering, wordt met 28 tegen 10 stemmen aangenomen. Het voorstel tot inwilliging van het aangehouden verzoek van den Gemeenteraad van Hontenisse om een renteloos voorschot voor wegsverbetering, wordt zonder hoofd, stemming aangenomen. Evenzoo het voorstel om het aangehouden adres van den Gemeenteraad van Colgnsplaat om subsidie voor het vergrooten van de haven ter zijde te leggen. Alsnu komt aan de orde het voorstel ten aanzien van de verbetering van de gemeenschap tusschen Noord- en Zuid-Beveland. Ged. Staten stellen voor die verbetering te laten rusten en zich te bepalen tot bet doen vernieuwen van den steiger bjj Wol- phaartsdijk en het doen wegbaggeren van een ver- ondieping ten oosten van dien steiger. Het algemeen verslag werd uitgebracht door dhr. Fokker, die zeide, het te moeten betreuren, dat be spreking tot verbetering weer opzij moet worden gesteld, omdat, wordt het voorstel van Ged. Staten ingenomen, eene verbetering van do verbinding voor een reeks van jaren is uitgesloten. Hij meende, dat het plan een motorboot in de vaart te brengen op de bestaande steigers, zooals ook de Hoofdinge nieur o. a. heeft aanbevolen, niet te kostbaar zoude wezen en een werkelgk zeer groote verbetering iD het leven zoude roepen. Andere leden opperden het denkbeeld, hetzjj door een brug, hetzij door een dam eene definitieve beslisssing aan de zaak te geven. Een ander lid meende, dat Gedeputeerde Staten kwalijk een ander voorstel kunnen doen, waar eigen lijk niemand weet wat het beste ware en alles zoo groote kosten met zich zoude brengen, dat die niet opwegen tegen de z. i. overdreven bezwaren, aan het overzetten met een roeiboot verbonden. Daarom deinsden Gedep. Staten er voor terug een voorstel te doen mochten evenwel de Staten van ander oordeel zijn, dan ware in eene zaak als deze wellicht aangewezen, dat de Staten uit hun midden een commissie benoemden om de zaak te onderzoeken. Waar andere leden zich op grond cfer kosten met het voorstel van Gedeputeerde Staten konden vereenigen, waren nog anderen van oordeel, dat een motorboot, ook met het oog op de te wachten vermeerdering der ontvangsten, voor do provincie financieel niet te bezwarend zoude zijn, en dit te meer, omdat, als de provincie eens een paar jaren zelf de veerdiensten exploiteerde, zij een juiste be rekening der ontvangsten zoude kunnen maken en bovendien meester is van den toestand. Ook de heer Lucasse betreurde het, dat Ged. Staten het besluit genomen hebben. Het speet hem dat Ged. Staten njet dadelgk argumenten hebben genoemd. Misschien was er nog wel een ander plan tot verbetering. Een stoomboot toch zou aan beide veren ligplaats kunnen nemen wanneer zij nl. niet in dienst waren in de havens aan weerszijden van de steigers. Men moest trachten de voren in handen te krijgen. Ook hij vermeende, werd het voorstel van Ged. Staten aangenomen, bet onderwerp weer voor langen tijd van de baan zal zijn. Hg gaat volkomen met dhr. Fokker mede. Dhr. Siegers zeide, dat de heer Lucasse in zgne vurige liefde voor Zuid-Beveland, alle bezwaren over het hoofd ziet. Als men er eenmaal mede aan vangt, kan men niet meer terug. Dhr. Fokker deed het voorstel eene commissie te benoemen, teneinde deze zaak terdege te onder zoeken. Dhr. De Veer toonde aan, dat het vrijwel onmoge lijk is om de veren in handen te krijgen. Men mag toch geen groote uitgaven doen om kleine inkomsten te verwerven. Hg meende, dat het argu ment van dhr. Fokker niet gewettigd is. Hij vreesde, dat, als eenmaal die commissie gekozen is, en deze hare werkzaamheden heeft volbracht, men gebonden is om daarop in te gaan. Dhr. Van der Meer meende, dat dhr. Fokker goed een toestand van zenuwachtige onrust gebracht, die haar het stil liggen ten slotte ondragelijk maakte. Zij kleedde zich aan en ging in een der aan de straat gelegen kamers, om het venster te openen en met diepe teugen de heerlijke morgenlucht te drinken, die altijd een goed kalmeeringsmiddel voor haar geschokte zenuwen gebleken was. Een rijtuig, dat laDgzaam kwam aanrijden, trok haar aandacht, en met een uitroep van bigde ver rassing keek zij het venster uit, toen zij den man, die in het rijtuig zat, dat nu voor het kantoor der maatschappij stil hield, herkende. Want het was niomand anders dan haar broer George, die vlug en veerkrachtig op het trottoir sprong en den koetsier zijn loon gaf, om dan met het elegante Amerikaansche valies, dat wederom al zijne bagage scheen uit te maken, in het huis te verdwijnen. Hermine liet het niet aan het dienstmeisje over, voor hem open te doen, maar snelde zelf naar de deur en begroette hem daar met veel grooter harte lijkheid dan bg het eerste wederzien, na de lange scheiding. »George Mijn lieve beste broer riep zij uit, terwijl zij hem met onstuimige teederheid om den hals viel. >0, wat bon ik blij, datje gekomen bent George Miller had zich de hartelijke ontvangst laten welgevallen, doch toen Hermine in haar over gevoeligheid hem niet weer losliet, onttrok bij zich op vrij krachtige wijze aan haar omhelzing en trad de woonkamer binnen. »Het sprak toch vanzelf, dat ik je zou bezoeken, zoodra de omstandigheden het mij toelieten," zeide hij op een toon, waarvan de koele tint bestemd zou doen zijne motie in te trekken. Het voorstel-Fo^r werd daarna in stemming gebracht en verworpen met 30 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de h.h. HammacherDe Bats, Hocke Hoogenboom, Kakebeeke, Oggel, Noordijke, Lucasse en Fokker Het voorstel van Ged. Staten werd daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hierna werd eene pauze gehouden. Na verstrijking hiervan kwam aan de orde het voorstel tot wijziging van het Reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen, naar aan leiding van het verzoek van den Dijkraad voor de waterkeering van het calamiteuze waterschap Wal- zoorden. Door het bestuur van den calamiteuzen Zimmer- manpolder was het verzoek gedaan om de algemeen© bepalingen in dien geest te wijzigen, dat het week loon der vaste arbeiders verhoogd wordt om eerst na zoodanige verhooging de thans aanhangige wijzi ging van het reglement te bevorderen en om, mocht het eerste niet kunnen geschieden, dan ook het laatste achterwege te laten. Ged. Staten zagen in dat verzoek geen reden tot wijziging van hun voorstel. Het algemeen verslag werd uitgebracht door dhr. Fruijtier Bij alle leden vond het voorstel instemming. Een drietal leden eener afdeeliüg wenschten den leeftijd, waarop de maatregelen, bedoeld in art. 30 sub k, genomen behooren te worden, aan het be stuur over te laten en derhalve de woorden »meer dan 80 jaren" t® doen vervallen. Acht leden verklaarden zich tegen die wijziging. In een andere afdeeling wenschte men de woorden >zonder vaste aanstelling" te laten vervallen, om dat men in de praktijk spreekt van vaste arbeiders'' en deze naam ook voorkomt in de stukken van besturen van waterkeeringen, handelende over ar beiders, die volgeDS sommigen in enkele streken vast aangesteld worden, om 's winters als kanton- nier dienst te doen, zoodat de mogelijkheid be staat, dat sommige besturen zouden kunnen meenen, dat die onder de sub k genoemde arbeiders niet begrepen zijn. Ook in art. 121 sub a wordt slechts van ^arbeiders" zonder meer gesproken. Tegen dit laatste werd aangevoerd, dat arbeiders met een vaste aanstelling behooren onder de be naming »beambten en bedienden" en hier dus terecht geprokeu wordt van arbeiders zonder vaste aanstelling. Ook de heer De Veer achtte de woorden »meer dan 30 jaren" niet gewenscht en meende, dat daardoor de besturen te veel gebonden worden, hetgeen bij niet noodig vindt. Geen enkel bestuur toch zal zgn amb tenaren en beambten pensionneeren vóór den tijd. Hij deed alsnu het voorstel, de woorden >meer dan 30 jaren" te doen vervallen, hetgeen verworpen werd met 22 tegen 13 stemmen. In zgn geheel werd daarna het voorstel van Gedep. Staten zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Daarna was aan de orde het voorstel, betreffende de verplichtingen, voor de Provincie voortvloeiende scheen, om alle verdere nitbarstingen van teeder heid te voorkomen. »Dat was eenvoudig mijn broe derlijke plicht. En ik heb mij niet laten weer houden, dien plicht te vervallen, hoewel ik open hartig beken, niet erg tevreden over je te zgn, beste Hermine Zij was blijkbaar onaangenaam getroffen doch de overweging, dat zij het bij haar broer, die voor- loopig haar eenige toevlucht was onder geene om standigheden mocht verkerven, weerhield haar, het hem al te duidelijk te laten merken. »Ben je onte vreden over mij, George vroeg zij als met smarte lijke verwondering. »Wat heb ik gedaan om je misnoegen op te wekken Met de ongeneerdheid van iemand, die geen reden tot bijzondere plichtplegingen meent te heb ben, had de Amerikaan zijn overjas en zgn hoed op een stoel geworpen. Hij ging voor den spiegel staan, om zijn das te recht te schikken en eerst toen hij daarmede klaar was, antwoordde hij»De ge schiedenis met de zuster van je man is de nood- lottigste onzin, dien de Duitsche politie ooit uit gehaald heeft. En naar den inhoud van je brief wil het mij toeschijnen, dat jij daarin een zeer beden kelijk aandeel hebt gehad. Men heeft het arme meisje naar ik hoop, intusschen al weer op vrge voeten gesteld Alle andere dingen zou Hermine zich misschien gedwee hebben laten zeggendit beslist partfj kiezen van haar broer voor de gehate schoonzuster evenwel bracht haar bloed in opstand. »0 neen zeido zg scherp. »Het arme meisje zit nog altijd in de gevangenis. En behalve haar minnaar, ben jij misschien de eenige, die het betreurt*" Roman van O. Klatjssmann. Jozef Bartel echter was bij zijn arrestatie niet in een stemming, om veel drukte te maken. Stom en bevend, als een plotseling ontnuchterd, maar tevens geheel gebroken man, volgde hij de beide ambte naren, die de deur van zijne kamer achter zich met de papieren zegels der politie beplakten. Hij was eensklaps zoo zwak geworden, dat de beide mannen, die hem tusschen hen in genomen had den, hem meer dragen dan leiden moesten. Doch zgn geest was nu, wonderlijk genoeg, volkomen helder. En zonder dat hem er om gevraagd was, alleen uit zucht, om den vreeselijken last van zijn hart te wentelen, vertelde hij onderweg aan zijne geleiders de geheele geschiedenis zijner schuld. Zg hoorden hem rustig aan. Maar toen hg ge ëindigd had, zeide de commissaris van politie Neu- burger sarcastisch »Een mooi sprookje, m'n waarde goed verzonnen en verteld. Jammer alleen, dat er wel niemand zal worden gevonden, die het ge looft. Voor vandaag kan het er door morgen evenwel zullen wij toch eene andere verklaring verzoeken, want wij zijn eenigszins nieuwsgierig, te vernemen, waar gij met de aanzienlijke rest van den buit gebleven zijt en waar gij het lijk van den vermoorden verstopt hebt, of misschien hebt gij in uw eigen belang de goedheid het ons nu dadelijk te zeggen." Maar zijn vermoeden, dat van een eigenlijk ver hoor vaD den arrestant voor dezen nacht wel zou moeten worden afgezien, bleek volkomen juist. Zoodra men hem in de cel gebracht had, viel Bartel als een levenlooze massa op de houten bank neer en staarde met hollen blik voor zich uit op den grond. Op de tot hem gerichte vragen bad hij geen antwoord meer en zgn krampachtig trillen deed zien, dat men hier niet met huichelarij, maar met wezenlgke geestelijke en lichamelijke uitputting te doen had. Gewillig liet de ongelukkige begaan, dat men hem van zgne doornatte kleeren ontdeed. Op het harde bed der gevangeniscel, waarvan de deur hierna achter hem gesloten werd, scheen hij weldra in een diepen slaap gezonken* XIX. Een heerlijke zonnige morgen was na den on- stuimigon onweersnacht over do Silezische hoofd stad aangebroken. Alleen de groote waterplassen, die nog hier en daar in de straten stonden, ge tuigden van het geweldige onweer, dat zoo velen van hun slaap beroofd had. De bladeren der hoornen echter zagen er zoo frisch en verjongd uit, alsof men midden in het voorjaar was, de grootestad- bewoners, die reeds vroeg aan hun dagtaak toogen, schenen de verkwikkende afkoeling na de drukkende hitte der laatste dagen als eene heerljjke weldaad te gevoelen. Vroeger dan anders was mevrouw Hermine Winter vandaag opgestaan. Ook zij had tengevolge van het uren lang woedende onweer een vrijwel slape- loozen nacht doorgebracht, en zg was daardoor in

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1