1903. Nü, 72, Zaterdag 20 Juni. 90slc jaargang. Bij dit no. behoort een bijvoegsel. Gemeenteraad van Goes, FEUILLETON e Boekhouder. (iOESC De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrgdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, lp25B Afzonderlijke nommers 5 cent. Sax«sada^9 sars «óor 2 ïispssa ö§a den dap des* usigave» De prijs der gewone adverfcentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 et. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald. 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel op Donderdag 18 Juni, 's avonds 8 uur. Voorzitter de burgemeester. Aanwezig: 11 leden; afwezig met kennisgeving de b.h. Risch en V. d. Bout. Begonnen wordt met bet beëedigen van het nieuwbenoemde raadslid, dhr. J. F. v. d. Leeuw die de vereischte eeden aflegt en door den Voor zitter wordt geluk geweuscht. Medegedeeld wordt dat zijn ingekomen Van Gedeputeerde Staten van Zeeland goedkeu ring van de suppletoire kohieren van schoolgeld en van het Raadsbesluit tot betaling uit den post voor onvoorziene uitgaven op de begrooting 1903. Van het Gastbuisbestuur aanbeveling voor de benoeming van een lid van het bestuur. Van eenige onderwijzers en onderwijzeressen bij het Lager Onderwijs alhier verzoek om wijziging der jaarwedden en van de vergoeding voor huishuur. Van den heer A. D. F. van der Wart verzoek om eervol ontslag als lid van de commissie van toezicht op hot Lager onderwijs. Van de heeren J. Z. Risch en T. G. H. Rothuizen mededeeling dat zij hunne benoeming tot voorzitter van het Gastbuisbestuur en tot gemeente-bouw meester aannemen, de laatste onder dankbetuiging. Begrooting der Gezondheidscommissie voor 1904. Bericht van den heer Nieveen, als concessionaris van de stoomtram BorseleGoesWolfertsdijksche Veer, dat bij ontvangen heeft een afschrift van het Raadsbesluit van den 27 Maart j.l., en waarbij bij ontheven wordt van de verplichting tot be taling van de kosten van bestrating .van den Sta tionsweg enz. In behandeling komen daarna de volgende adrossen a. Van het bestuur der afdeeling Beinkenszand van de Maatschappij tot bevordering van Land bouw en Veeteelt in Zeeland" om subsidie in de kosten van de Tentoonstelling van Vee en Land bouwwerktuigen te Goes. b. Van het bestuur van de afdeeling Goes en omstreken van de »Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde" om subsidie van f50 Roman van o. Klaussmann. Maar Hermine had niet opgehouden, met het verlangen der onbevredigde vrouw te denken aan den men, in wien zij eens het verpersoonlijkte ideaal van haar meisjosdroomen gezien bad. Toen nu Herman Schroder op zekeren dag onverwacht weer op haar levensweg verschenen was, toen haar kortzichtige man zelf hem met haar weer in be trekking had gebracht, zich vermeiend in de on- noozele ^vreugde van de verrassing der twee, toen had zij dadelijk alle kunsten der vrouwelijke slim heid aangewend, om hem te houden. Wat voor jaren misschien niets anders geweest was dan de gril van een verwend en dwaas meisje, was nu weer opgevlamd als een groote, verterende harts tocht, die zich des te vollediger van haar meester gemaakt had, hoe meer zij al haar zelf beheersching te hulp moest roepen, om dien hartstocht niet alleen door haar niets vermoedenden echtgenoot, maar ook voor het voorwerp van haar vurige, zondige wenschen te verbergen. Zij had niets strafbaars gedaan maar haar ge dachten waren strafbaar geweest van het eerste oogenhlik af. Sinds den dag, waarop zij uit den mond van den dokter vernomen had, dat haar man een hopeloozo zieke was, was haar stille wensch een wild, misdadig verlangen geworden, en zij had van vreugde gejuicht bij de gedachte, dat zij spoe dig weer vrij zoude zijn en de meesteres over haar persoon. Wel had zg er toen reeds aan getwijfeld, of Herman Schröder nog altijd de oude gevoelens voor haar koesterde. Zijn houding tegenover Martha, die zij met de seherpa oogen der jaloezie bespiedde, had haar meer en meer verontrust. Maar zij had haar vrees telkens weer onderdrukt met de over weging, dat hij haar schoonzuster alleen daarom onderscheidde, omdat hij aan zijne veelvuldige be zoeken aan de familie Winter daarmede zekere verklaring wilde geven en haar zelf fijngevoelig voor alle lasterpraat bewaren wilde. Zij behoefde immers slechts in den spiegel te zien, om zich te vergewisson, dat zij nog niets verloren had van de bekoorlijkheden, die hem eens geboeid hadden. in de kosten van de Tentoonstelling van vruchten en bloemen. B. en W. meenen wel te mogen adviseeren om als blijk van belangstelling eene subsidie te geven. Eene tentoonstelling als eerstgenoemde, zeggen zij, is alhier sedert 1890 niet gehouden en heeft steeds veel belangstelling gewekt, terwgl de tweede voor het eerst alhier wordt gehouden en dus wel aan moediging verdient. De voordeelen, die de ingezetenen genieten van de Landbouwtentoonstelling zijn echter veel grooter, terwijl de kosten hooger dan van de bloemen- en vruchten-tentoonstelling zijn. B. en W. adviseeren daarom aan het bestuur der afdeeling Beinkenszand, bovengenoemd, eene subsidie toetestaan van vijftig guldon en aan de afdeeling Goes van de »Neder- landsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plant kunde" eene subsidie van vijf-en-twintig gulden. De fiaantiëele commissie adviseert eene subsidie te verleenea van f100 aan de afd. Beinkenszand en van f 50 voor de tentoonstelling van Tuinbouw en Plantkunde, daar naar haar oordeel het bedrag, gevraagd door laatstgenoemde afdeeling, niet over dreven is. Dhr. Ochtman zegt eenigszins teleurgesteld te zijn. Hij had nog eene flauwe hoop gehad, dat B. en W. het voorstel der Fin. Commissie nog eens nader zouden hebben overwogen. Met een enkel woord wil hij er nog de aandacht op vestigen, dat de Tuinbouw eene vereeniging is, die pas is opgericht. Het is eene tentoonstelling, die hier voor 't eerst wordt gehouden voor eene tak van nijver heid of landbouw, die pas aan 't begin van ont wikkeling is in Zeeland. Ieder, die wel eens lid is geweest van oeno tentoonstellings-commissie, kan weten hoe enorm groote kosten aan een tentoon stelling verbonden zijn. Wanneer de tentoonstelling niet behoorlijk en flink voor den dag komt, loopt zij het gevaar van een échecen voor een eerste keer is dat zeer slecht. De kosten moeten vrij belangrijk zijn, en daar do fin. commissie is uit gegaan van het standpunt, dat de personen, die de tentoonstelling hebben uitgeschreven, wel geweten zullen hebben, wat ze vroegen, heeft zg gemeend niet te moeten afdingen. Dhr. de Witt Hamer zegt, dat door de Land- bouw-afdeeling geen cijfer genoemd is. Dhr. Ochtman zegt nog, dat een feest, als we nu binnen kort weer in de stad zullen hebben, en Had zij van den beginne af ondanks haar har telg ke en vriendelijke tegemoetkoming zekeren in- stinctmatigen afkeer tegen de zuster van haar man gehad, dit gevoel was nu langzamerhand in haat ontaard. Sedert het oogenhlik, waarop zij, voor haar venster gezeten, het vertrouwelijke afscheid der twee had gadegeslagen, was het voor haar zeker heid geworden, dat zij geen wezen op aarde zoo verafschuwde als haar schoonzuster. Zij noemde haar bij zich zelve een valsche, coquette persoon, die met groote handigheid de deugdzame wist te huichelen, terwijl zij in werkelijkheid alle vrouwe lijke verleidingskunsten gebruikte, om den advocaat in haar net te lokken. Op dat oogenhlik nam zg zich voor, haar vermeende bedoelingen tot eiken prijs te dwarsboomen. Wat zij Herman Schröder van een over een ontstaande liefdesbetrekking tus- schen haar broer en Martha gezegd had, was de eerste praktische bevestiging van dit voornemen geweest. En zij mocht tevreden zijn over het daar door bereikte resultaat. Da innig deelnemende brief, dien de advocaat haar na het bekend worden der catastrophe ge schreven had, had haar als een zalige bevestiging van haar verwachtingen toegeschenen. Toen zg hem een paar dagen later een bezoek gevraagd had, was het gebeurd met de bepaalde bedoeling, eene ver klaring uit te lokken, die over haar toekomst besliste. Van den eenen dag op den anderen wachtte zij op de terugkomst van den advocaat, die, naar zij meende, zeker een behoorlijken tijd wilde laten verstrijken, voordat hij zijn bezoek bij de verlaten vrouw herhaalde. En thans, nu hij na verloop van tien dagen nog altijd niet gekomen was, nu nam zg het besluit, den talmende nog eenmaal behulpzaam te zijn en aan dit agiteerend wachten een einde te maken, al ware 't ook een weinig ten koste van haar vrouwelgke waardigheid. Zij schreef hem een brief, die aan duidelijkheid niets te wenschen overliet. Zij herhaalde, dat zij onherroepelijk besloten was, haar scheiding van den zonder liefde gehuwden man tot stand te brengen, en zg verzocht hem, zoo niet haar officiëele rechts bijstand, dan toch ten minste haar vriend en raads man te zijn, daar zij in niemand op aarde meer vertrouwen stelde dan in hem, en daar zij de ongelukkigste van alle vrouwen zoude zijn, als hij het over zich kon vorkrijgen, haar nu te verlaten Den volgenden dag verwachtte zij zijn bezoek, want het was haar onmogeljjk, dezen toestand langer te waarhij zooveel vreemdelingen in de stad zullen komen, nu eenmaal niet zonder geld kan. Dhr. Pilaar zegt meé te gaan met het idee van dhr. Ochtman. Wij hebben hier te doen met een tak var. landbouw, die nog nieuw is in Zeeland on dien dient men te steunen. Ook is spr. voor het voorstel der Fin. Comm. om f 100 te geven voor de afd. Heinkenszand van Landbouw. Dhr. Hamer maakt de opmerking, dat wat het voorstel omtrent Tuinbouw en Pluimvee botreft, dit nog niet aan de orde is. En wat betreft de ondersteuning aan de afd. Beinkenszand, kan spr. zich niet vereenigen met hetgeen dhr. Ochtman heeft gezegd. Dat vindt hg met elkaar in strijd. Als het waar is, dat er zoo enorm veel menschen naar de tentoonstelling komen, heeft men ook veel entrée- gelden. Dhr. Ochtman meent zich uit vroeger jaren nog wel te herinneren, dat men zelfs bij druk bezochte tentoonstellingen herhaaldelijk voor tekorten stond. Dhr. Kakebeeke zegt, dat het bij deze afdeeling der »Mij. van Landbouw" steeds het geval is geweest, dat zelfs bij goed weer, geen batig saldo werd op geleverd, dat de kosten kon dekken. De vreemde lingen die komen, zijn leden der Maatschappij en die hebben vrijen toegang. Dhr. Hamer meent, dat als er zooveel leden zijn, de Maatschappij ook niet ondersteund behoeft te worden. Dhr. Donner zegt, dat men voorzichtig moet zijn met de sluizen der subsidies te ver open te zetten. Als men aan alle, overigens nuttige, zaken subsidie wil geven, staat men aan het eind van hot jaar voor een tekort, dat door de belastingbetalenden moet worden aangevuld. Dhr. Ramondt vraagt of de ledon der Maat schappij ook entrée hebben te betalen op de ten toonstelling Dhr. Kakebeeke zegt, dat de leden der Maat schappij over geheel Zeeland vrijen toegang hebben. Dhr. Ramondt meent zich te herinneren, dat er bij eene vroegere gelegenheid op eene tentoonstel ling alhier wel eens f 800 aan kwartjes is gebeurd. Dhr. Kakebeeke zegt, dat het toen een buiten gewoon geval gold. Toen had men hier het Land- huishoudkundig Congrestoen gold het geen af- deelingstentoonstelling en was de toevloed van vreemdelingen veel grooter. Spr. vindt, dat men thans eene uitzondering mag maken. Goes heeft verdragen, zonder wanhopig en krankzinnig te worden. Zij telde de kwartieren tot het oogenhlik, waarop zgn antwoord kon komen. En hij moest inderdaad zjjn antwoord onmiddellijk na de ontvangst van haar brief geschreven hebben. Want bijna nog sneller dan zij het gehoopt had, bracht de postbode haar zijn brief. Maar het was een brief, die de verschrikkelijkste teleurstelling van haar leven bevatte en die haar met de zwaarte van een vernietigenden slag trof. Want bij allo deferentie en vriendelijkheid in den vorm beteekende bij niets anders dan duidelijke, bondige, ondubbelzinnige weigering. Herman Schrö der schreef haar, dat hij er tot zijn leedwezen vaD moest afzien, haar persoonlijk den gevraagden bij stand te verleeDen, want afgezien van het feit, dat hij haar besluit niet kon goedkeuren, waren er voor hem een aantal deugdelijke gronden, die het hem verboden. Het was nooit bij hem opgekomen, haar van hot verleden een verwijt te maken, want roeds bij zijn terugkeer naar Breslau was dit verleden voor hem dood en afgedaan geweest, alsof het nooit be staan had. Maar het doode liet zich ook niet tot nieuw leven opwekken. Hij zou zich aan een groot onrecht schuldig maken, als hij in dit opzicht eenig misverstand liet bestaan of ontstaan. Niet onder den invloed van de herinnering aan wat eens tus- schen hen was voorgevallen, maar als de oprechto vriend van haar man en alleen als zoodanig had hij gemeend, haar zgn steun in dezen bekla- genswaardigen toestand te mogen aanbieden. Maar van het oogenhlik af, waarop hij tot zgn smartelijke verrassing bij haar op oene van de zijne zoo ver afwijkende opvatting gestuit was, moest hij het als een onafwijsbaren eisch der eer beschouwen, dit aanbod terOg te trekken, voor zoo veel dit aanbod uitging van de onderstelling van een persoonlgk verkeer. In alles, wat hij zonder zulk een verkeer voor haar kon doen en zonder dat daarbij van zijne directe of indirecte medewerking in haar echt scheidingsproces sprake was, mocht zij evenals vroe ger onvoorwaardelijk op hem rekenen, en hij ver zocht haar, geheel over hem te beschikken. Als een tweede bespotting had Hermine deze laatste verzekering en de aan het slot ingevloch ten aanbeveling van een anderen, zeer betrouwba ren advocaat gevoeld. Zg moest den oubarmbarti- belang bij vooruitgang van den landbouw daarom mag de Raad in dezen steunen. Dhr. Donner zegt, dat als er iemand is die be lang stelt in den bloei van den landbouw, hij het is, maar men moet voorzichtig zgn met het geven van privilegies; ais men het aan de eene nuttige zaak geeft, mag men het aan eene andore niet onthouden, en dat zou wel eens groote uitgaven kunnen kosten. Het voorstel der Fin. Comm. komt hierop in stemming en wordt verworpen met zes tegen vijf stemmen. Vóór de h.h. Ochtman, Janssen, Kakebeeke, Pilaar en Temperman. Het voorstel van B. en W. wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Dhr. Pilaar zegt dat de ^Tuinbouw", waarvan het verzoek thans aan de orde is, een bepaald cijfer noemtdie aanvraag is dus gebaseerd op eene begrooting. Hij zou er voor zijn, dat het voorstel der Fin. Commissie werd aangenomen. Dhr. Dekker kan, het programma inzionde, niet begrijpen, dat dit eene tentoonstelling is, die zoo veel geld zal kosten. Hg vindt het goed, dat de gemeente iets bijdraagt, maar vindt niet noodig zooveel. Bij het maken van eene begrooting kunnen de aanleggers ook wel een deel der kosten op andermans schouders hebben willen laden. Dhr. Kakebeeke vestigt er de aandacht op, dat er 47 rubrieken zgn, waarvoor prijzen zgn uitge loofd er zal een kolosaal bedrag noodig zgn voor de kosten van die prijzen. Er zijn veel algemeene onkosten, versiering, advertenties enz. Men dient te zorgen, dat men voor de eerste maal vooral fat soenlijk voor den dag komt. Dhr. Dekker gevoelt er niets voor, 47 prijzen te helpen betalen voor inzenders buiten Goes. Om te helpen vindt hij goed, maar het door B. en W. voorgestelde bedrag vindt hij hoog genoeg. Het voorstel der Fin. Comm. wordt hierop ver worpen met zes tegen vijf stemmen. Vóór de h.h. Janssen, Kakebeeke, Pilaar, Temperman en Ochtman Het voorstel van B. en W. wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Daarna is aan de orde oen voorstel van B. en W., betreffende do regeling van het onderwijs op de Avondschool voor Ambachtslieden. Blijkens overgelegde missieve van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs is het gen brief voor do tweede en voor de derde maal lezen, voordat zij volkomen begrepen had, dat hij werkelijk het einde van haar hoop beteekendo. Want hier bestond de mogelijkheid eener vergissing niet meer, hier was geen onduidelijkheid en ondubbel zinnigheid, waaraan zij nog eenmaal in ijdel zelf bedrog zich had kunnen vastklemmen. »Hij bemint mij niet meer", zeide zij met die bittere, borende smart, die zulk eene erkenning altijd voor eene versmade vrouw beteekent. >Want dat is niet de taal van het al te angstig eergevoel van overdreven nauwgezetheid, het is de taal der onverschilligheid. Ik heb mij aan hem aangeboden, en hij wijst mij terug niet, omdat ik nog altijd de vrouw van zijn zoogenaamden vriend ben, maar omdat ik niets meer voor hem beteeken". Zij scheurde den brief iir stukken en wierp zich in vertwijfeling op de canapé. Doch de tranen, die zij brandend heet op haar wangen voelde, waren nog meer tranen van woede dan van smart. Want voor haar vrouwenlogica was hier slechts oen enkele verklaringHij bemint mij niet meer, omdat zgn hart een ander toebehoort en die andere is MarthaZij alleen heeft hem mg ontstolen. Zij zal triomfeeren, terwgl ik onder den last mijner dubbele schande bezwijk. Indien slechte menschen de macht hadden, een mensch te dooden, zou de jonge leerares dit uur waarschijnlijk niet overleefd hebben. En als een toeval haar op dit oogenhlik haar in de kamer van haar schoonzuster had gevoerd, zou haar door de tot waanzin opgewonden vrouw stellig een ver schrikkelijke scène bereid zgn. Maar zij was gelukkig uitgegaan, en toen zij na verloop van uren terug keerde, had Hermine tijd genoeg gehad, althans voor het oog der wereld, ïïaar tegenwoordigheid van geest to bewaren. Zij wilde zich beheerschen, opdat de gehate mede dingster niet bij al het andere ook nog gelegenheid zou hobben, zich te vermeien in haar machteloozo woede over de ondergane vernedering, want misschien wist zij alles. Misschien had zij Herman Schröder al lang verteld, dat die toespelingen op een liefdes betrekking tot haar broer niets dan laster geweest waren. Terwijl zij zich nog in de zaligste hoop gewiegd had, hadden de twee reeds een komplot gesmeed en hadden nog slechts een weinig comedie gespeeld, om haar te misleiden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1