1903, N°, 69. Zaterdag 13 Juni. 90sle jaargang. Bij dit no. behoort een bijvoegsel. De uitgave deser Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,25. Afzonderljjke nommers 5 cent. »an adwes**ewts£is wóor 2 «fïh op ös® dagg do? tiitgsvc« De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en da daarop betrekking bobbende dankbetuigingen worden van 110 regels d 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaando en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent por regel De Schutterplichtigen, die ten vorigen jare voor waardel ij k zijn vrij gesteld, of die meenen sedert dien tijd redenen van vrijstelling te hebben verkregen, worden herin nerd, dat de Commissie van onderzoek op Maan dag den 15 Juni a. s., des middags te 12 uren, in de raadzaal eeno zitting zal houden. Goes, 12 Juni 1903. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. VERKIEZING. De BURGEMEESTER van GOES brengt ter algemeene kennis, dat de verkiezing van vier leden van den gemeenteraad is bepaald op Dinsdag 30 Juni 1903, de stemming, zoo noodig, op Donderdag 9 Juli 1903 en de horstemming, zoo noodig, op Donderdag 16 Juli d. a. v. De opgaven van candidaten, onderteekend door minstens 18 kiezers, moeten bij hem worden inge leverd op Dinsdag 30 Juni 1903, tusschen des voor middags 9 en des namiddags 4 ure, ten Raadhuize. De inlevering der hierbedoelde opgaven moet persoonljjk geschieden door een of meer van de personen, die de opgaven hebben onderteekend. Formulieren voor de candidaatstelling zijn koste loos verkrijgbaar ter secretarie van af 16 Juni 1903. Goes, 10 Juni 1903. De Burgemeester van Goes, DE KONING KOOIJ. De afschaffing der Staatsloterij. In ons vorig nommer hebben wij in het kort gemeld, dat door de Regeering is ingediend een wetsontwerp tot afschaffing der Staatsloterij. Van het specifiek christelijke van deze Regeering was tot heden niet veel gebleken en om nu eens ge tuigenis af te leggen, gaf zjj in de laatste tijden het pokken wetje en dit voorstel tot afschaffing der Staatsloterij. Het pokkenwetje, aan de aanneming waarvan ze zelf niet erg geloofde en dat door haar commissoriaal is gemaakt, wat gelijk staat met een eerlijke begrafenis, en dit wetsontwerp, waarvan zij zelf de nadeelige geldelijke gevolgen niet zal behoeven te dragen. De Staatsloterij is zondig of zij is het niet. Als zij het is dan mag eene christelijke RegeeriDg, ge dachtig aan het rindien uw oog u hindert, ruk het uit en werp het van u", dat kwaad geen twintig jaren meer slepend houden. Want het ingediende voorstel beoogt een zeer 26 FEUILLEIQM De Boekhouder. Roman van O. Klaussmann. Weer schoot er een toornige blik uit Hermine's oogen naar de schoonzuster. Ja, zij zou zich misschien tot een venijnige opmerking hebben laten vervoeren, als niet het weder verschijnen van de dienstbode het haar belet had. Het was een nieuw bezoek, dat bjj haar aangediend werd, en ditmaal was het met een gevoel van bigde hoop, die heur hart sneller deed kloppen. Want van den directeur- generaal had zij eerder alle andere dingen dan eene verblgdende mededeeling te wachten. »Daar hebben we 't", zeide zij met bevende Stem. »Nog voordat het volgende uur om is, zal ik misschien eene daklooze bedelares zijn. Maar het zij zoo! Ik ben bereid, den ljjdenskelk tot den laatsten druppel te ledigen." Zij droeg het dienstmeisje op, den directeur- generaal in het zoogenaamde salon te laten. Maar zg volgde haar niet onmiddellijk daarheen. Want ofschoon de aanwezigheid van haar schoonzuster bij het onderhoud met den directeur-generaal haar volstrekt niet aangenaam was, wilde zij toch onder alle omstandigheden verhinderen, dat Herman Schröder en Martha alleen met elkaar bleven. Daarom verzocht zg de jonge leerares, met haar te gaan, en richtte zich verontschuldigend tot den heer Schröder. >Wij mogen den man niet laten wachten, van wiens grooter of geringer welwillend heid nu ons lot afhangt. Maar ik zal u spoedig weerzien niet waar U zult eeD deel der vriend schap, die u nog altijd voor Gerhard koestert, ook op mij overdragen en zult mg niet geheel verlaten »Zeker nietantwoordde hij, evenwel met eenig talmen, dat Hermine diep verontwaardigde. »U en juffrouw Winter kunnen altjjd over mij beschik- geleideljjke afschaffing. Om tot eene zeer geleidelijke vermindering van het aantal loterijen te geraken, wordt voorgesteld, den tijd, die tusschen twee lote rijen verloopt, telkens wat grooter te maken. Zoo wordt voorgesteld, dat de tijd, die na iedere loterij verloopt, voordat een nieuwe begonnen wordt, zal bedragen na de 375e, 376e en 377e loterijen 6 wekenna de 378e, 379e en 380e loterijen 7 weken enz. enz. De 413e loterij wordt zoo tijdig begonnen, dat zij voor 1 Januari 1922 geheel is afgeloopen. Na de 413e loterij worden geen loterijen meer gehouden. Voorts wordt o. a. voorgesteld om in afwijking van de thans geldende bepalingen, de niet opge vorderde prijzen en premiën in de 374e tot en met de 413e loterijen na het invallen van den verjarings termijn te storten in een fonds der staatsloterij, waaruit gekweten zullen worden de sommen, die op vernietigde of vermiste loten of gedeelten van loten worden uitbetaald en die gemelde loterijen betreffen. Dit fonds is bestemd om daaruit na afloop der 413a loterij te ondersteunen de personen, die bij de afkondiging dezer wet geheel of gedeeltelijk hun bestaan vinden door Staatsloterij en die door de staking der loterijen in zoodanigen financieelen toe stand geraken, dat zij voor ondersteuning in aan merking kunnen komen. In hare toelichting van dit wetsontwerp stelt de Regeering voorop, dat, aangezien niet te mis kennen viel, dat de speelzucht ook ten onzent zich in toenemende mate openbaart en in steeds breeder maatschappelijke kringen hare slachtoffers maakt, zij in de troonrede van 1901 haar voornemen aan gekondigd heeft, om bedacht te zijn op nadere voorzieningen, waardoor de uitspattingen van dezen hartstocht op meer afdoende wijze konden worden beteugeld. Met het aldus ingenomen standpunt is, zegt de regeering, duurzame en onverzwakte handhaving van eene loterij, die van de overheid zelve uitgaat, onvereenigbaar. De Staat kan in moreelen zin kwalijk bevoegd geacht worden om straffend tegen de speelzucht op te treden, zoolang h|j zelf niet gebroken heeft met het in de Staatsloterij be lichaamde beginsel van afschaffing van gelegenheid tot spelen. De noodzakelijkheid om met dat beginsel te breken sluit volgens de regeering intusschen niet in die van onmiddellijke algeheele afschaffing van de Staatsloterij, daar het vast staat, dat een in ruimen kring sinds langen tijd ingewortelde ge woonte, zich niet in een kort tijdsverloop gewonnen geeft. Voorts wordt in 't licht gesteld, dat ook om praktische redenen een geleidelijke afschaffing zich aanbeveelt. De Staat trekt uit de Staatsloterij] een jaarlij ksche ken. U hebt van mij elke hulp te verwachten, die ik kan en mag verleenen." Gedurende het bezoek, dat de directeur-generaal aan mevrouw Winter had gebracht, had hij van Martha vernomen, dat de som, waarop hij beslag had gelegd, als hot particulier vermogen van haar broer, ook haar klein erfdeel en spaarpenningen inhield, iets wat zij beslist weigerde terug te nemen, zoo lang de onschuld van haar broer niet zonneklaar was bewezen. Toen hij nu weder naar het kantoor ging, zeide hij tot den boekhouder: »Zeg eens, Bartel, wist jij iets naders van de finaniöele omstandigheden van onzen voortvluchtigen kassier Heeft hij u er ooit over gesproken, dat hg spaarpenningon van zijne zuster in bewaring bad Of hebt u daaromtrent de eene of andere aanteekening gevonden De boekhouder antwoordde ontkennend. Maar in zijne onrustige oogen was eene vraag te lezen en in de hoop, toch misschien nog de eene of andere inlichting te krijgen, als hij hem alles mededeelde, herhaalde de directeur-generaal, wat hg zooeven van Martha gehoord had, »Als de jonge vrouw de waarheid gezegd heeft," voegde hij er bij, »zou haar het geld natuurlijk terug gegeven moeten worden. Maar en dat is merkwaardig zij maakt er geen aanspraak op, en zij bezit volgens haar eigen verklaring geen documenten, waaruit zg haar eigendomsrechten zou kunnen bewijzen. Als er dus onder onze papieren niets van dien aard gevonden wordt, zal zij wel van het terugkrijgen van deze zoogenaamde spaar penningen afstand moeten doen." »Ik weet er niets van, meneer," herhaalde Bar tel, die met gespannen aandacht geluisterd had. »Maar het zou toch zeer treurig voor juffrouw Winter moeten zijn, als zij op zulk een manier haar klein vermogen verloor." ^Inderdaad aangenomen altijd, dat zij het in werkeljjkheid ooit bezeten heeft. Ik twjjfel daaraan bate van ongeveer f 650,000. B|j geleidelijke afschaf fing zal de vermindering der Staatsinkomsten althans in de eerstvolgende jaren zoo matig kunnen zijn, dat, het financieel bezwaar zijne overwegende be- j teekenis verliest. Het eerste jaar zal de verminde- ring f 24,000 zijn. Een ander voordeel van geleidelijke afschaffing is, dat op die wijze met de belangen der bij de Staatsloterij betrokken personen kan worden reke ning gehouden, zonder dat zulks den Staat groot# offers behoeft te kosten. Na 18 jaren zullen de bruto-inkomsten der col lecteurs tot 58 pCt. zjjn gedaald, om daarna geheel op te houden, i Het ligt in de bedoeling, om, wanneer daartoe j gelegenheid bestaat, aan de collecteurs wat meer loten dan zg tot nu toe ontvingen, toe te kennen uit door overlijden vrij gevallen loten die meer dere loten zouden moeten strekken om den kleineren collecteurs tegemoet te komen in hun verlies, en allen collecteurs ook den grooteren de aan leiding te ontnemen om hun debitanten en kantoor personeel onder de geleidelijke afschaffing der loterjj vóór 1921 te doen lijden. Wat het te vormen fonds betreftvrij geregeld blijft er pl.ra. f3000 per loterij over, zoodat van de nog te houden 39 loterijen f 117.000 te ver wachten is. Dit bedrag zou met de inmiddels ge kweekte rente, voldoende zijn om het thans bestaande personeel, voor zoover het na 1921 in behoeftige omstandigheden verkeert, te ondersteunen. GOES, 12 Juni 1903. De heer C. Hage, surnumerair bij de staats- sooorwegen te Ierseke, is geplaatst aan het station Kapelle-Biezelinge. De leden der Tweede Kamer zijn tot hervat ting der werkzaamheden bijeengeroepen tegen a. s. Dinsdag 11 uur. Naar het Hbld. verneemt, zal ook het buiten gewoon verblijf onder de wapenen der lichting 1902 gelden voor eene periode herhalingsoefeningen van 35 dagen. Het Staatsblad bevat een Kon. Besluit van den llden JuDi, waarbjj de minister van oorlog wordt gemachtigd, om van de miliciens der lichting van 1902, die zich thans krachtenB Kon. Besluit \an 11 Maart 11. onder de wapenen bevinden, hen die behooren tot de eerste ploeg der lichting, zoodra mogelijk overeenkomstig art. 118 der Militie wet 1901 met verlof huiswaarts te zenden. Naar aanleiding hiervan brengt de minister ter algemeene kennis, dat door hem bevelen zjjn uit gevaardigd om de miliciens, behoorende tot de eerste ploeg der lichting van 1902, met groot- nameljjk wei eenigszins. Niet in dat opzicht alleen, maardoch dat zjjn zaken, die u verder niets aangaan. Staat u misschien in de eene of andere betrekking tot de jonge dame De boekhouder schudde bot hoofd, alsof hij een verschrikkelijk vermoeden van zich moest afwen den. »Ik O neen, meneer Hoffmann Ik ken haar eigenlijk alleen van aanzien en heb nog geen vijftig woorden met haar gesproken." »Nu, des te beter Het is ook niet noodig, dat u met iemand spreekt over hetgeen ik u zooeven gezegd heb. Beschouw het als eene vertrouwelijke mededeeling en laat u nu niet langer in uw werk storen XIII. Toen dien avond de bureaux der Glttckauf-maat- schappij gesloten werden, ging de boekhouder Bartel niet, zooals anders, langs den koristen weg naar huis, maar maakte een lange wandeling door de promonade en door eeuige minder drukke straten. Maar het was zeker niet de behoefte aan het genot van frissche avondlucht, die hem daartoe bewoog. De gespannen uitdrukking van zijn gezicht, de diepe rimpels op zijn voorhoofd en de volharding, waarmede hij onder het loopen naar den grond staarde, deden zien, dat zijn geest zich met in- spannenden arbeid bezig hield. Inderdaad had de boekhouder deze lange avondwandeling alleen onder nomen, om ongestoord over iets na te denken, dat hem sedert zijn laatste onderhoud met den directeur- generaal onafgebroken bezig gehouden en veront rust had. Voor hem was het aan geen twjjfel onderhevig, dat Martha's opgaven over haar klein particulier vermogen volmaakt juist waren, en het maakte hem ongelukkig, te denken, dat zg door zijn schuld haar eigendom verliezen zou. Want dat hg alleen er schuld aan had, als het gebeurde, was hem eens klaps heel duidelijk geworden. Of nu Gerhard Winter of iemand anders de brandkast geledigd- verlof te doen vertrekken lo. hen, die zich in hun garnizoen bevinden, op 13 Juni a. s.2o. de ove rigen ook op dien dag, of anders zoo spoedig mogelijk daarna, mits niet op Zondag. i Ierseke. In de Donderdagavond gehouden raads vergadering deelde de voorzitter (de burgemeester) mee, dat de candidaatsstelling voor den gemeente raad zal plaatshebben op 30 Juni en dat een even- tueele stemming en herstemming zjjn bepaald res pectievelijk op 7 en 14 Juli. Verder dat de levering van grint is aanbesteed voor f 1,80 en van mac-adam voor f 4,90 vrjj op den wal. Van de gelegenheid om bezwaren in te dienen tegen de verzetting der kermis te Heinkenszand en te Brouwershaven word geen gebruik gemaakt. Van Ged. St. was, ter verbetering van een fout, j terug ontvangen het kohier voor schoolgeldheffing. No. 94 was aangeslagen voor f 25.80, dit moest zijn f 24,15. Hieraan werd voldaan. Eenige verzoeken om afschrijving van schoolgeld en van hoofdeljjken omslag werden ingewilligd. Bij de rondvraag vroeg de heer Sauer of aan de dokterswoning, die weldra leeg komt, reeds een bestemming was gegeven. Zoo B. en W. genegen waren haar in tweeën of drieën te verhuren, dan kon spreker gegadigden aanwgzen. De Voorzitter antwoordde, dat die aanwijzing met dankbaarheid zou ontvangen worden, daar B. en W. nog niet wisten, wat met het huis te doen. De raad vreesde echter, dat een verhuring in tweeën niet zonder nieuwe kosten te maken moge lijk zou zjjn. Omwenteling met Koningsmoord. »De Koning, de Koningin en de ministers zjjn vermoordhet leger heeft Peter Karageorgeivic tot Koning uitgeroepen". Zoo luidde het sensationeel# telegram, dat ons gistermiddag uit de Servische hoofdstad, Belgrado, bereikte. Over het algemeen staan wij vrij onaan doenlijk tegenover de berichten, die uit die half beschaafde staten van dat deel van Europa tot ons komen, maar dit bericht was toch in staat den meest onverschillige voor hetgeen in die landen gebeurt, een oogen blik te doen opschrikken. Een jonge Koning van 26 jaar en zijne tien jaar oudere gemalin in denzelfden nacht vermoord en een ander tot Koning uitgeroepen. Dat klinkt als iets uit de middeleeuwen. Hoe dat alles precies in zijn werk is gegaan, kan men uit de verschillende berichten nog niet opmaken. Zulke berichten worden onder den eersten indruk geschreven en zjjn alles behalve juistsoms spreken zij elkaar ljjnrecht tegen. Terwjjl bijv. in het eene telegram staat, dat de opwinding te Bel grado buitengewoon groot is, meldt het andere, dat had, in elk geval bad de diefstal niet gepleegd kunnen worden, indien hjj bij het vinden van den vermeenden doode alarm geslagen had, in plaatB van te bezwjjken voor de verzoeking. Hij alleen was het, die de jonge leerares bestolen bad, en hij moest dus op een middel peinzen, om haar schade loos te stellen voor het verlorene. Alle andere verwijten van zijn geweten kon hij misschien tot zwijgen brengen, alleen niet het ver wijt, juist haar, die hjj hartstochtelijk lief had, in ongelegenheid te hebben gebracht. Openlijk of heime- ljjk, rechtstreeks of langs een omweg, hjj moest haar schadeloos stellen voor haar verlies. Maar dat moest .zeer spoedig gebeuren, opdat zjj niet blootgesteld werd aan het gevaar, in ellende en vertwjjfeliog te geraken. Hij noemde zich zelf een domkop, dat bij zooeven de beste en meeBt voor de hand liggende gelegen heid daarvoor ongebruikt had laten voorbjjgaan. Hjj had slechts de vraag vaD den directeur-generaal in dien zin behoeven te beantwoorden, dat de kassier hem gesproken had over de spaarpenningen zjjner zuster, welke hg tegelijk met zijn privaat vermogen in de brandkluis bewaarde. Op zulk een onverdacht getuigenis zou men zo haar stellig teruggegeven hebben, want niemand kon vermoeden, wat hij voor haar gevoelde. Maar voor deze zekere en eenvoudige uitkomst, die hij op het rechte oogen blik bij gebrek aan genoeg tegenwoordigheid van geeBt niet aan gegrepen had, was het nu helaas te laat, en dus moest hij op iets anders peinzen. Honderd verschillende plannen ontstonden in zjjn levendig werkend brein, alle moest hij ten slotte als onuitvoerbaar verwerpen, omdat zij hem óf niet met zekerheid tot bet gewenschte doel gebracht zouden hebben, óf omdat de gevaren, waaraan hg zich zelf daarmede bloot stelde, te groot zouden zijn geweest. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1