1903. W, 68. Donderdag 11 Juni. 90sle jaargang. FEUILLETON De Boekhouder*. COURANT. De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. B{j directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie werdt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ot. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 8,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. iiixtfitntfïtig wsara «dtemHtenlSSre vóór uwen eS«sa stsag ciitgavci Aan G. ECKHARDT te Goes is vergunning verleend tot het inrichten van een Brood bakkerij met heetefucht-oven in perceel wijk A 114. Goes, 9 Juni 1903. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Militair onderwijs. De aanmelding voor deelneming aaü het voorbereidend imliiair onderricht moet plaats hebben bij den Burgemeester vóór 1 Juli a. s. De aandacht van de ingeschrevenen voor de lich ting 1904. wordt bepaaldelijk er op gevestigd, dat op het voorrecht der keuze van korps en garnizoen alleen die loteling uitzicht heeft, die in het bezit is van getuigschrift model W, dat o. a. kan wor den verworven door gedurende 2 wintertijdperken welke aan de inlrj ving als milicien voorafgaan, met vrucht aan dat onderwijs deel te nemen. Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen ter Secre tarie. Goes, 8 Juni 1903. De Burgemeester van Goes, DE KONING KOOIJ. Parlementaire Incompatibiliteiten. Door de Regeering is bij de Tweede Kamer in gediend een wetsontwerp betreffende uitvoering van art. 96 der Grondwet, regelende de onvereenigbaar- heid van het lidmaatschap der Staten-Generaal met andere ambteu. Van het lidmaatschap der Tweede Kamer zullen zgn uitgesloten hoofden van ministeriëele departe menten leden der rechterlijke macht van het Rijk in Europa, met uitzondering van de ambtenaren van het O. M., leden van het Hoog Militair Ge rechtshof, griffiers en subst.-griffiers. Verder zijn uitgesloten secretarissen van colleges van regenten over gevangenissen, Rijks-werkinrichtingen en Rijks opvoedingsgestichten Rijks-advocaten, leden van de pensioenraden de adviseur voor wis-, natuur- en scheikundige zaken bij het Dep. van Financiën de secretaris van het college vau bijstand, bedoeld bg art. 35 der Woningwetde Rijks-commissarissen en adjuncten bij de beide spoorwegmaatschappijen, bij de spoorwegen met beperkte snelheid de secre tarissen van het College voor de zeevisscherijen, van den Raad van Tucht voor de koopvaardij, van den Mijnraad, van het College van curatoren van het Kon. Met. Instituut, van de commissies voor landverhuizers en de directeur van het Rijks-hengst- veulendepöt. De weg naar de Eerste Kamer wordt door het ontwerp versperd voor ambtenaren, behoorende tot de departementen van algemeen bestuur, ook lands drukkerij, van die van het hoofdbestuur der poste rijen en telegraphie en van de burgerlijke ambte naren re8Sorteerende onder de dep. van Marine en Oorlogvoor ambtenaren in diplomatieken of con- sulairen dienstvoor leden en griffiers en subst griffiers bij den Centralen Raad van Beroep en van de Raden van Beroep en voor de ambtenaren be boerende tot den dienst in de koloniën. Zooals men ziet heeft de Regeering zich alleen bepaald tot het regelen van de gevolgen van de vereeniging van het Kamerlidmaatschap met een uit 's lands kas bezoldigd ambt. O. i. heeft zij daardoor slechts half werk geleverd, want hoewel de Grondwet alleen eischt »eene wet, regelende de gevolgen van de vereeniging van het Kamerlidmaat schap met een uit 's lands kas bezoldigd ambt, kan zij ook de gevolgen regelen van de vereeüiging van het lidmaatschap met een provinciaal of ge meente ambt. Dat zulks noodig was, heeft het geval van het Kamerlid Ter Laan bewezen, waarbij de Delftsche gemeenteraad feitelijk bet mandaat van volksver tegenwoordiger onvereenigbaar heeft verklaard met een ambtelgken werkkring in dienst der gemeente. En al was, wat toen geschied is, ook al volgens de letter der wet, in den geest van de Grondwet was het zeker niethet gebeurde was niet in overeenstemming met den geest van ons staatsrecht. Bij de Grondwetsherziening van 1887 werd on dubbelzinnig bepaald, dat geen enkel ander staats ambt onvereenigbaar zou zijn met bet lidmaatschap der Staten-Generaal, dan zeer weinige, die bij de wet zouden worden genoemd. Men heeft toen, alleen het onderwerp der staatsambten regelende, gemeend dat dit voor provinciale- en gemeentelijke besturen tevens de leiddraad zou zijn, waarnaar deze bij voorkomende gelegenheden zouden kunnen haudelen. Dat men hiernaar niet gehandeld heeft, heeft het geval Ter Laan bewezen en daarom is het jammer dat de Regeering nu niet terstond heel werk hoeft gedaan, maar gemeend heeft, dat bij latere her ziening van de provinciale wet en van de gemeente wet zal zijn te overwegen, in hoeverre de wetgever ook met betrekking tot ambten uit de provinciale of gemeentekas bezoldigd, regelen zal hebben te stellen en datzelfde zal overwegen bij de voorge nomen wijzigingen van de wet op het lager onderwijs. Alweer eene partij-benoeming. De St. Ct. meldde gisterenavond de benoeming van den heer L. W. B. AMulder van Ovezand tot burgemeester van 's Heer Abtskerke. Nu beginnen wij met te zeggen, dat wij op de bekwaamheden van dhr. M. niets willen afdingen, maar wij meenen, dat nog altijd de regel geldt, dat men, wanneer er geschikte gemeentenaren wor den gevonden, die zich voor het ambt van burge meester beschikbaar willen stellen, eene benoeming van zulke personen de voorkeur verdient. En dit geval heeft zich te 's Heer Abtskerke voorgedaan. Itnmers schier alle gemeentenaren met den geheelen Gemeenteraad aan het hoofd, hebben zich, naar men ons verzekert, tot den Minister van Binnenlandsche Zaken gewend met het verzoek den wethouder, dhr. v. Jwaarden, tot burgemeester te benoemen. De Minister heeft echter gemeend zich aan dit request niet te moeten storen en heeft ter benoeming voorgedragen den a. r. sollicitant. Het is goed zich zulke dingen in het geheugen te prenten, ook in verband met het bekende tele gram van minister Kuyperonlangs aan de vergadering hier ter stede van anti-revolutionairen gehouden. Vooral burgemeesters kunnen veel invloed in hunne gemeente uitoefenen en zoo zou, indien in dezen werkelijk alleen het partij-belang op den voor grond werd gesteld, het in de toekomst kunnen wordengisteren een antirevolutionair, wiens be kwaamheid voor het ambt aan rechtmatigen twijfel onderhevig is heden een a. r., met voorbijgaan van aangewezen personen, morgen een a. r., ondanks wat anders. Laten de liberalon de teekenen des tijds niet onopgemerkt laten en, waar zij kunnen, met hunnen invloed of met hunne macht een tegenwicht aan brengen. Verkiezingsmanieren in Limburg. Als we hetgeen wij hieronder gaan vermelden, j in een liberaal blad hadden gelezen, zouden wij i de redactie allicht van overdrijving hebben ver- dacht en verder van de zaak geen notitie hebben genomen. Nu het echter voorkomt in een Lim- burgsch blad en van de hand van een geestelijke afkomstig is, zullen wij het wel moeten gelooven. Wij lezen dan omtrent de aanslaande verkiezing in het district Sittard voor een lid van de Tweede Kamer het volgende in de LimbKoerier »Ons komt het voor, dat die verkiezing met bezorgdheid wordt tegemoet gezien. »Niet alleen door de ernstige kiezers van 't dis trict Sittard, maar ook door alle katholieken van Limburg en alle weidenkenden in 't heele Nederland. j>En voor die bezorgdheid bestaan goede redenen. »Uit de ervaring is immers gebleken, hoe de verkiezingen in dat district beheerscht worden door den biergod Cambrinus. »De candidaat, die voor dien god de meeste tonnen bieroffers plengde, dat was de man naar 't hart van 't overgroot gedeelte der kiezers in dat district. »Schiedam en Cognac speelden daar ook hun rol bij, doch in minders mate. »Zal dat afkeurenswaardig verkwanselen van Sittard's Kamerzetel voor eenige honderden tonnen bier en flesschen Schiedammer nu nog eens het district ten spot en ter verachting van heel Ne derland maken ^Ziedaar een vraag, die moeilijk te beantwoor den is, en daarom de bezorgdheid van alle goed gezinde en ernstige kiezers gaande maakt. »Wij voor ons zien de zaak zeer donker in. »Wij vreezen, door jarenlange ervaring geleerd, dat ook nu weer concurrente candidaten elkaar met bierbommen en jeneverkanonnen zullen be strijden. »Om die reden kijken wij zwart in de aan staande Sittardsche verkiezing. »Wij hopen en wenschen niets vuriger dan dat wij ons vergissen, en hier de rol van een profeet, die brood eet, spelen. »Veel zal in deze afhangen van 't gehalte der candidaten, die zich zullen aanbiedenhet meeste, het overwegend meeste ligt nochtans in de handen van hen, die over het stembriefje beschikken. »Mochten wij afgaan op de verschillende ge ruchten, die over de eventueele candidaten rond- gestalte op den drempel. >0, ik vraag wel pardon, als ik u stoor," zeide zij, toen zij den advocaat zag, met eensklaps gloeiend gezicht. »Ik wist niet Zij scheen voornemens te zijn, zich weer terug te trekken. Doch Herman Schroder was naar haar toegesneld en reikte haar de hand. »Goeden dag, juffrouw WinterLaat u door mij niet wegjagen. Mijne bespreking met uw schoon zuster was in hoofdzaak ten einde." Daar hij Hermine den rug toekeerde, en daar Martha naar den grond keek, zag geen van hen den van woede fonkelenden blik, dien de jonge vrouw hun toewierp. Zij bemerkten zeker ook niets van den spottenden toon harer woorden, toen zij zeide»Zeker blijf maar. U stoort ons vol strekt niet. Het zal je pleizier doen, te hooren, hoeveel meneer Schroder ten gunste van je broer weet te zeggen." De jonge leerares keek schuchter op als zocht zij in Schröders gezicht een bevestiging van Her- mine's laatste woorden. Terwjjl zij zachtjes haar hand uit de zijne trok, zeide zij verlegen »Is het waar? U veroordeelt hem nog niet gelijk alle anderen U houdt hem niet voor een eerloozen dief?" De vorm van haar vraag bracht hem in ver legenheid. Want zijne kennis van het geval maakte het hem onmogelijk haar met het ronde en besliste neen te antwoorden, waarop zij waarschijnlijk ge hoopt had. En toch wilde zijn hart overstroom en van medelgden met het lieftallige jonge schepsel, gaan, dan spelt ons de toekomst van nu af niet veel goeds. »Dan is het te voorzien, dat geen degelgk can didaat in 't krgt zal treden, en dat dus de uit verkorene van 't district Sittard weer op een bier ton, een flesch jenever in de hand, zijn bigden intocht in de Kamer zal houden. »En dan zal men weer uit den mond van tal van ernstige kiezers de woorden moeten hooren »Ik schaam mg werkelijk tot 't district Sittard te behooren." »En dan zal ook weer die Sittardsche represen tant in de Kamer niet veel prestige hebben. Hij zal integendeel door alle ernstige collega's beschouwd worden als een man, die zijn gewichtige betrekking van Kamerlid niet aan zgn kennis, bekwaamheid en karakter, maar aan den biergod Cambrinus en Schiedam te danken heeft." De schrijver van het bovenstaande, pastoor Thijssen heeft met zijn schetterende artikelen in de Limb. Koer. zelden onze sympathie kunnen opwekken, maar als de toestanden in het district Sittard werkelijk zoo zijn als boven beschreven is, dan is het een daad van moed van den heer Th. om den vinger op de wondeplek te leggen en tevens de weg ter genezing. GOES, 10 Juni 1903. Benoemd tot leerling telefoniste te Middel burg, met ingang van 16 Juni, mej. H. J. J. Muelrnan van Goes. Zooals reeds in ons vorig nommer is gemeld, is tot ontvanger-griffier van den polder Baarland benoemd dhr. L. Schoutengemeente-ontvanger van Hoedekenskerke. Deze benoeming geschiedde met 24 van de 39 stemmen. Op dhr. P. Bruggeman werden 8, op dhr. J. M. Slegt, 7 stemmen uitgebracht. De heer 1. van der Wecleklerk bij de postergen en telegraphie te Ierseke, is met ingang van den 16en dezer overgeplaatst naar Enkhuizen. Gisteren is bij de Tweede Kamer ingediend het wetsontwerp betreffende de afschaffing van de staatsloterij. Wg komen later hierop terug. De directeur-generaal der posterijen en tele graphie heeft aan het personeel kennis gegeven, dat in verband met de a. s. bevorderingen onder het corps commiezen der posterijen en der telegra phie, de daarmede gepaard gaande verplaatsingen eerst later zullen worden bekend gemaakt. Tevens deelt de directeur-generaal mede, dat slechts om zeer bijzondere redenen zal worden bewilligd in verzoeken om niet voor bevordering in aanmerking to komen, indien daarmede verplaatsing gepaard gaatdoch dat in geen geval aan zulke personen hun nummer in de ranglijst later zal worden her geven. De minister van justitie heeft aaB de Tweede Kamer medegedeeld, dat, volgens bij hom ingeko men ambtsbericht, de zoogenaamde »posten-order" (bedoeld in de in Dec. jl. door de heereu Hugen- holtz c. s. voorgestelde motie), in verband met de onlangs tot stand gekomen wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, door het hoofd wier oogen in smeekend verlangen aan zgne lippen hingen. j>Ik ben overtuigd, dat Gerhard niet meer meeBter was over zijne besluiten, toen hij de noodlottige daad beging", zeide hg talmend. »Zgne ziekte of andere invloeden, die wij helaas tot nu toe niet kennen, moeten zgn geest beneveld en zijne gedachten op een dwaalspoor gebracht hebben." Martha was zichtbaar teleurgesteld want met treurig gezicht schudde zg het hoofd. »Ik heb met dokter Weiss gesproken, en hij heeft mjj uiteen gezet, dat van eene geestesstoring, die zoo geheel eiken vrijen wil en elk overleg zou hebben uitge sloten, geen sprake kon zgn. Ik zelf heb er ook maar even aan geloofd, toen de zoogenaamde brief van Gerhard uit Hamburg was aangekomen. Het was een onrecht, dat ik daarmee tegen mijn armen broer beging. Want ik moest hem goed genoeg keDnen, om te weten, dat h|j ook in een toestand van krankzinnigheid niet een misdadiger zou worden." »Maar als u deze mogelijkheid voor uitgesloten houdt, juffrouw Winter", vroeg hg verwonderd, »hoe wilt u dan Gerhard's verdwijnen en en al het andere verklaren »Door aan te nemen, dat men hem vermoord en uit den weg geruimd hoeft, om de verdenking van den diefstal op hem te veBtigen", antwoordde zij snel en beslist, terwijl tegelijkertijd haar mooie, treurige kinderoogen in tranen zwommen. »Indien ik een man ware en niet een arm, zwak schepsel, naar wier stem niemand luistert ik zou de on- Roman van O. Klatjssmann. De advocaat keek baar verbaasd aan. »U houdt mg voor onoprecht? Waarmede hob ik dezen twijfel aan mijne eerlijkheid verdiend >0, ik houd u voor den eerlijksten mensch ter wereld, en weet zeer goed, dat het niets dan over- groote nauwgezetheid is, die u nu tot pleitbezorger van een onwaardige maakt Juist omdat wij elkaar nu met een rein geweten in de oogen kunnen zien, mogen wij eindelijk een einde maken aan dit treurige verstoppertje-spelen, waaronder ik sedert onze eerste wederontmoeting zoo zwaar, zoo name loos zwaar geleden heb." »Een verstoppertje-spelen, mevrouw Winter Ik verzeker »Ach, verzeker nietsAls er iets zondigs is geweest in onze gedachten en wenschen, neem ik gaarne alle verantwoordelijkheid voor mijne reke ning. Ik ken u voldoende, om te weten, dat u niet bg ons aan huis zoudt zijn gekomen, als u vermoed hadt, welk een geweldige gemoedsstrijd dit Bchgnbaar zoo onschuldig en onbevangen ver keer voor mg beteekende. U waande mij tegen elke verzoeking gewapend, omdat u mij nog altijd voor het koude en hardvochtige schepsel hieldt, dat ik eens in het noodlottigste uur van mijn leven tegenover u was. Ik moest u in uw dwaling laten. Als de vrouw van een ander mocht ik u niet verraden, welke verandering deze nameloos treurige jaren in mij bewerkt hadden. Het was mijn wreede plicht, onafgebroken over elk mijner woorden, over eiken mijner blikken te waken, op dat u niet zoudt weten, wat er in mijn hart om ging. Maar God alleen weet, wat het mg soms gekost heeft, deze rol te blijven spelen en hoe mijne ziel verscheurd werd, als ik in uwe tegen woordigheid de attenties moest dulden van een ander, die mijne liefde evenmin ooit bezeten heeft als hij haar ooit verdiende." Te vergeefs bad Herman Schroder twee keer beproefd, den met hartstochtelijke onstuimigheid losgebroken woordenvloed te stuiten. Maar hij was, terwijl zg sprak, met verlegen, ja ontsteld gezicht van zijn stoel opgestaan. En thans, ter wijl zij diep ademhalend ophield, zeide hij, met eene hem anders vreemde onzekerheid met moeite naar woorden zoekend »Van dat alles vermoedde ik inderdaad niets. Ik zou zeker niet voor de tweede maal uw huis betreden hebben, als ik het vermoed had. Maar wat het zooeven door u uit gesproken voornemen betreft uw, zooals u zegt, onherroepelijk besluit, eene scheiding van uw man te verkrggen moet ik u verzoeken, u daartoe van andere hulp te »Stil mijn schoonzuster Als een sissend waarschuwingssignaal had zij deze woorden uitgestooten. En het was nog juist op tijd geschied, want reeds stond Martha's slanke

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1