1903. N» 63.
Donderdag 28 Mei.
90sle jaargang.
FEUILLETON
De Boekhouder.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,25-
Afzonderljjke nommors 5 cent.
1n«e?»4ïng «dverltesitiën vèor fc urea op dea tier
uiinavsi
De prjjs dor gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 et.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking tebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Aan firma OOSTERBAAN, KLEMKERK LE-
COINTRE te Goes is vergunning verleend tot het
uitbreiden der drukkerij
en de potroleummotor te vervangen door een
motor, in perceel wijk C n. 220.
Goes, 27 Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders van Goes»
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Arbeidscontract.
Een der zaken van den meest urgenten aard,
reeds meermalen in troonredes aangekondigd, maar
waarmee door de tegenwoordige Regeering helaas
nog geen voortgang wordt gemaakt, is de regeling
van het arbeidscontract bij de wet. En toch hoe
hoogst noodzakelijk dit is, hebben de gebeurtenissen
in het begin van dit jaar bewezen. Vermoedelijk
toch zou de betreurenswaardige staking niet zijn
voorgevallen, iudiea het arbeidscontract beter ge
regeld ware geweest.
Andere landen zijn ons in dit opzicht vooruit.
In simmige heeft men eene tweeledige regeling;
eene algomeene regeling, die het geheel van de
rechten en verplichtingen duidelijk omschrijft en
eene speciale, gericht tegen misbruiken. Toen vóór
een paar jaren in Duitschland bet nieuwe Burger
lijk Wetboek van kracht werd, was daardoor de
arbeidsovereenkomst meteen beter geregeld.
In ons land was het do liberale minister van
Justitie, mr. H. J Smidt, die de zaak wilde aan
pakken en aan het tegenwoordige Kamerlid, prof.
Druckeropdroeg een ontwerp tot betere regeling
van het arbeidscontract gereed te maken. Do heer
Drucker kwam hiermede in 1898 gereed, ten minste
toeu werd het gepubliceerd, en de liberale minister
Gort van deiLinden kwam in 1901 met een ontwerp
op dit punt. Doch, men weet het, het liberale
ministerie moest toen aftreden en het tegenwoordige
maakt met de zaak geen haast.
En toch is de rechtstoestand ten opzichte van
de arbeidsovereenkomst thans zeer onvolledig en
gebrekkig.
Onvolledig. Want werkelijk er bestaat iets als
regeling. In ons Burgerlijk Wetboek toch wordt
bepaald, dat men geene overeenkomst voor het leven
mag sluitendat bij geschillen tusschen partpen
de patroons op hun woord worden geloofd en dat
de dienstboden, die tusschentijds worden woggozon-
den, aanspraak hebben op eene vergoeding, maar
hun loon verbeuren als ze tusschentijds wegloopen.
Dit is, met de overeenkomst in zake schepelingen,
zoowat bet eenige wat bruikbaar is. Want wel wordt
er nog gezegd, dat alles wat de menschen met el
kaar zijn overeengekomen, voor beide partpen geldt
en te goeder trouw ten uitvoer moet worden ge
bracht en dat overeenkomsten niet alleen verbinden
tot hetgeen tu3schen partpen is bepaald, maar ook
tot wat billijkheid en gebruik meebrengt, maar bij
de meeste overeenkomsten is niet in alles voorzien,
soms wordt niets vooruit afgesproken, of het ge
schiedt alleen eenzijdig en dan ten voordeele van
den werkgever.
20
Roman van O. Klaussmann.
Inderdaad, alles wees er op, dat in werkelijk
heid niemand anders dan de vermeende doode de
dief geweest was. Maar de herinnering aan het
geen hij met eigen oogen gezien had, de herin
nering aan het vale lijkgezicht, wilde, ondanks
al deze overwegingen, den twijfel aan de juistheid
van die verklaring in het gemoed van den boek
houder niet doen ophouden.
Er was een omstandigheid, die hem onafgebro
ken bezig hield, omdat zij zijne vermoedens in een
bepaald andere richting drong.
Waarom had de portier Nitschke voor den rech
ter van instructie gelogen, toeD hij beslist ver
zekerde, een antwoord van den kassier op Bartels
vragen te hebben gehoord De boekhouder bad
zpne ooren nauweljjks willen vertrouwen, toen hij
deze verklaring van den ouden man hoorde deze
verklaring, die hem in stilte had willen doen jui
chen, omdat zij elke schaduw tenor verdenking
van bem moest weg nemen. Hij was den man op
dat oogenblik zoo dankbaar geweest, als hp ooit
te voren had gunnen zijn. Doch deze dankbaar-
beid had hem niet belet, zich voortdurend de be
weegredenen voor eene onware verklaring af te
vragen. I
Zal nu de regeling van het arbeidscontract het
karakter moeten hebben van een aanvullend of vai»
een dwingend recht
Volgens prof. Druckerdie, zooals we hier boven
2eiden, een ontwerp heeft in gereedheid gebracht,
zal men bij ieder punt afzonderlijk moeten nagaan
of men het een dan wel bet ander noodig heeft.
Zoo acht hij bepalingen, welke betrekking hebben
op leven, gezondheid, eerbaarheid, uitbetaling in
Nederlandsche munt bijna niet denkbaar zonder
I dwingende kracht. Aanvullend zou men echter te
werk kunnen gaan met de bepaling van den tijd,
die er verloopon moet tusschen de aankondiging
van het ontslag en het outslag zelf.
Voor wie moet nu de regeling van het arbeids
contract van kracht zijn
Wij zouden zeggen voor allen, die voor geld in
dienst van anderen werken en voor hen, in wier
dienst voor geld gewerkt wordt.
Prof. Drucker is tot de conclusie gekomen, dat
men wei eene algemeene regeling inoet geven, doch
die hier en daar voor menschen in verschillende
omstandigheden in bijzonderheden moet worden ge
wijzigd. Hij wil bijzondere bepalingen voor hen,
wier loon niet meer bedraagt dan een vast cijfer
en ook voor hen, die bjj anderen inwonen.
Maar dit zijn dingen van bijkomenden aardhet
voornaamste is, dat er nu eindelijk eens werk moet
worden gemaakt van dit onderwerper moet een
einde worden gemaakt aan de willekeur, waaraan
soms de werkgever van de zijde van den arbeider,
meestal de arbeider van de zijde van den patroon
bloot staat.
Ook zal regeling van het arbeidscontract het
beste geneesmiddel blijken tegen partieele werk
stakingen, eén kwaal, waaraan handel en welvaart
geducht kunnen lijden.
Nog eens de verovering der Nieuwe Kerk.
In De Nederlander is het volgende ingezonden
stuk geplaatst
Aan
Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lokman.
Wij, ondergetoekenden, die allen de treurige
Amsterdamsche Kerkgeschiedenis, U wél bekend,
meê doorleefd hebben, gevoelen ons gedrongen, op
te komen tegen Uw bewering, onlangs in De
Nederlanderen ook elders al meermalen door U
met eene vrijmoedigheid geuit, waarop misschien
een andere naam weL zou passen, de bewering,
namelijk, »dat nimmer eene verovering van de
Nieuwe Kerk heeft plaats gehad en dat geen enkele
gewelddaad gepleegd is, om zich in t bezit te stellen
van de Kerk, zelfs niet van de kosterij". Daartegen
over herinneren wij U het volgende. Op 6 Januari
1886 kwaamt Gij, met Uw vrienden Kuyper en
Rutgersaan de Nieuwe Kerk en traadt er binnen.
Eenige werklieden volgden, gewapend met instru
menten, tot inbraak vereischt. In tegenwoordigheid
en onder de leiding van U en de genoemde vrienden
werd de geslotene consistoriekamer geopend met
zaag en bijl, waarvan de sporen, tot beschaming
van U en die vrienden, zichtbaar gelaten zijn.
yt Kosterhuis werd als tot eene vesting versterkt.
Alles werd dag en nacht door de Uwen bewaakt.
De straatdeur, met een ketting verzekerd, werd niet
Dat Nitschke enkel het slachtoffer van een zins
bedrog geweest was, geloofde hp niet, want zijne
eigene zintuigen waren zoo scherp, en hij kon zich
van alles, wat er om hem been gebeurd was, op
elk oogenblik zoo nauwkeurig rekenschap geven,
dat hij een zoo grove vergissing ook bij een ander
voor uitgesloten hield. Maar wanneer de portier
deze verklaring tegen beter weten in gedaan had,
dan waren er slechts twee mogelijkheden. Of hij
koesterde verdenking tegen hem en wilde zonder
voorafgaande afspraak zjjn medeplichtige worden,
om later zpn aandeel in den buit als loon op te
eischen óf hij had er een ander, zuiver persoon
lij k belang bij, den rechter van instructie aan zijne
totale onwetendheid te doen gelooven. Hij wilde
niets opmerkelijks bespeurd hebben, om alle ver
dere vragen te voorkomen, die hem misschien tot
eene onvoorzichtige uitlating hadden kunnen ver
leiden.
Als dit vermoeden juist was, was natuurlijk
Nitschke zelf de dief geweest, en dan had deze met
ongehoorde brutaliteit een reusachtige som gekaapt,
terwijl hij, de lafaard en stakkerd, zich met een
armzalig bagatel tevreden had gesteld. Zoowel in
het eene als in het andere geval evenwel moest bij
tegenover Nitschke bijzonder op zijn hoede zpn.
Hij moest hem scherp bespieden en zich de zeker
heid verschaffen, of hp in hem iemand te duchten
had, die er alles van wist.
Tegen den morgen eerst vond hij den zoo zeer
gewenschten slaap. En toen bp in het volle dag
licht ontwaakte, gevoelde hij zich veel rustiger.
dan op een kier geopend en niemand, die niet een
der Uwen was, werd binnengelaten. Ook wp en
onze toenmalige ambtgenooten hoorden ons, door
dien kier hoen, toegevoegd, dat wij geen toegang
kregen.
't Wil ons voorkomen, dat op die en dergelijke
feiten de namen verovering en gewelddaad vrij wel
toepasselijk zpn, en onbegrijpelijk is het ons, dat Gij
ze durft ontkennen. Of moet misschien die ont
kenning recht krijgen door het zeggen, dat het niet
te doen was om het bezit van de Kerk Maar dat
laf sophisme zou U en Uwe medestanders waarlijk
niet kunnen dekken. Volkomen juist is gezegd Die
den koster machteloos wil makea en do hand leggen
op de Archieven van Kerkeraad, Kerkelijke Com
missie, Classis en Provincie, mitsgaders de Brand
kasten, die de Fondsen bevatten van de Kerken en
de Diaconie, die heeft feitelijk, als hij daarin slaagt,
de Kerk.
Maar, daargelaten de vraag, waar het om te
doen was, dit blijft vast staan, dat verovering heeft
plaats gehad en geweld is gepleegd. Daartegen hebben
wij toen geprotesteerd en thans worden wij daartoe
genoodzaakt, om te protesteeren tegen de ontkenning
er van.
Wij verzoeken U, dit protest in De Nederlander
op te nemen, terwijl wij ons voorbehouden, bij
weigering, er plaats in een ander Blad voor te zoeken.
E. Laurillard, H. P. BerlageG..J. Vos Az
IJ. A. J. LütgeP. C. v. d. Horst, P. Deelman,
W. J. GeselschapA. E. v. d. Dussen
De redactie van De Nederlander teekent daarbij
aan
»Tegen de opneming van deze tegenspraak hoeft
de Redactie geen bezwaar. Zij veroorlooft zich de
inzenders te verwijzen naar de verklaring van den
Heer De Savornin Lokman, die deze feiten ten stel
ligste ontkent, en aan zpn tegensprekers den weg
heeft aangewezen, waarlangs z. i. de zaak op af
doende wijze kan worden uitgemaakt."
GOES, 27 Mei 1903.
Gisteren was het 35 jaar, dat de heer J. M.
Kakebeeke alhier, onafgebroken lid der Provinciale
Staten van Zeeland is geweest.
Hoewel wp meenen, dat het getal 35 geen bpzon
dere aanleiding geeft, om van een jubileum te
spreken en wij vermoeden dat, de bescheidenheid
van den betrokken persoon in aanmerking genomen,
zulks van die zijde ook niet gewenscht zal zpn,
willen wij, nu andere bladen van het feit melding
hebben gemaakt, niet achterblijven den heer Kake
beeke onze hartelijke gelukwenschen aan te bieden,
er den wensch bijvoegende, dat het hem en ons
gegeven moge zijn, zijn gouden jubileum als lid
der Staten te vieren. Dat is een goede wensch, niet
alleen voor hem, maar ook voor de Provincie.
In een gisteravond gehouden algemeene ver
gadering van de Liberale kiesvereeniging Voor
uitgang" alhier is door de 12 aanwezige leden
zonder hoofdelijke stemming tot candidaat voor
lid van den gemeenteraad gesteld dhr. J. F. van der
Leeuw, die de candidatuur heeft aangenomen, daal
de bezwaren, die hem noopten als lid van den Raad
zijn ontslag te nemen, volgens hem zijn of zullen
Nu belette ook geen brjgeloovige vrees hem meer,
bij gesloten deur en neergelaten gordjjuen nog
eenmaal zich te vermeien in den aanblik van zijn
rijkdom.
Toen hij het couvert weer op zijne vorige plaats
legde, viel zijn blik op een oud boek, dat hij
eveneens in de commode bewaarde. Het was het
tweede deel van den roman >Door eigen kracht",
dat Martha Winter hem volgens haar belofte,
twee dagen na de ontmoeting op de promenade
door haar broer had doen toekomen en met het
teruggeven waarvan hij opzettelijk gedraald had,
hoewel hij den roman al lang uitgelezen had. Want
hij wilde hem aan het aangebeden meisje persoonlijk
ter hand stellen, om zich de kostelijke gelegenheid
tot een hernieuwd, zij 't ook misschien nog zoo
kort onderhoud, niet te laten ontgaan. Daar hij
voorzag, dat zp op het bericht van het verdwpnen
van haar broer waarschijnlijk vandaag nog zou
terugkeeren, stak hp het boek in den zak, om zich
daarvan op een gegeven oogenblik te bedienen als
aanknoopingspunt, en begaf zich, nadat hij zpne
commode zorgvuldig weer gesloten had, op weg
naar het kantoor der maatschappij.
Hij zag den ouden Nitschke weer evenals gis
teren voor de deur staan, en het was hem, alsof
de man zijn groet minder eerbiedig beantwoordde
dan gisteren. Ook de eigenaardig vorschende, ja
wantrouwige blik van den portier wilde hem niet
bevallen. Maar hij besefte onmiddellijk, dat hij noch
vrees, noch bevangenheid mocht toonen, als hg niet
het gevaar, dat hem mogelijk van dezen man dreigde,
worden uit den weg geruimd. Andero namen wer
den niet genoemd.
Van dhr. Ter Haar was bericht ingekomen, dat
hp bedankte als lid der vereeniging en dus ook
van hot bestuur. Aan hot slot der vergadering
werden nog eenige middelen besproken om propa
ganda te maken voor de liberale beginselen en om
het ledental der vereeniging uit te breiden.
Door de anti-rev. kiesvereeniging »Groen van
Prinsterer" is besloten geen candidatuur tegenover
dhr. Van der Leeuw te stellen.
In een Maandag alhier gehouden vergadering
van de Goesche afdeeling van den >Bond van
Staatsspoorwegpersoneel" werd de door de enquête
commissie opgestelde vragenlijst besproken en een
comité benoemd, om de commissie in deze van ad
vies te dienen. In dit comité hebben zitting de h.h.
Peijster, Verlegden, Kuif en Vos.
Benoemd, met ingang van 25 Mei 1903, tot
klerk der posterijen en telegraphie mejuffr. M.
C. Breetvelt, alhier, met plaatsing aan het telegraaf
kantoor te Amsterdam.
Den heer W. A. Knieriem, die de vorige week
slaagde voor het examen als opzichter van fortifi
catiën, is Breda tot standplaats aangewezen.
De alphabetische aanbeveling voor ontvanger
griffier van het waterschap Baarland bestaat uit
de h.h.P. Bruggeman, secretaris van Oudelande,
L. Schouten, gemeente-ontvanger van Hoedekens-
kerke en J. M. Slegt, burgemeester van Hoede-
kenskerke.
Staatsblad no. 141 bevat een kon. besluit tot
wijziging van een dergelijk besluit in zake de uit
gifte van telegramzegels. Het artikel wordt nu
gelezen als volgt
»Er zijn negen soorten van telegramzegels, name
lijk van vjjf cent, vijftien cent, twintig cent, vjjf
en twintig cent, dertig cent, vijftig cent, zestig cent,
één gulden en tvree gulden."
Gave en ongeschonden telegramzegels van één,
drie en twaalf en een hal ven cent, welke na 1 Juli
1903 nog mochten voorhanden zijn, kunnen tot 1
November 1903 tegen telegramzegels van andere
waarde worden ingeruild, zoo noodig onder bij
passing van gereed geld.
Men schrpft ons uit Wemeldinge t lu de
jongst gehouden zitting van den gemeenteraad is
met algemeene stemmen in beginsri besloten lot
het stichten van een nieuw Raadhuis.
Helaas, niet op alle punten zijn onze Raadsleden
zoo eenstemmig gezind. Uit bleek bij het behandelen
van het request van eenige ingezetenen om de be
waarschool in gebruik te snellen.
In hun prae-advies berekenen B. en W. dat, werd
dit verzoek ingewilligd, het der gemeente op onge
veer f 1000 zou komen te staan. Zij komen aan
deze som, door als salaris voor het Hoofd en de
helpster resp. f500 en f150 te rekenen; voor
onderhoud f50, voor vuur, licht enz. f 100 en voor
rente, aflossing, verbouwing f150, onvoorziene uit
gaven f 50. Zij weten niet, waar zp dit geld van
daan zullen moeten halen, vooral daar de toestand
noodeloos wilde vergrooten.
Daarom bleef hij staan en vroeg op denzelfden
vriendelijken toon, dien hij altijd tegenover den
portier had aangeslagen »Nu Is er wat nieuws
Nitschke Heeft men al een spoor van den kassier
gevonden
Met een verdrietig gezicht schudde de oude het
grijze hoofd. »Voor zooveel ik weet, niet. Maar wel,
meneer Bartel, gelooft u dan ook, dat hij het ge
daan heeft?"
De boekhouder trok de schouders op. »Ik had
het zeker niet van hem verwacht. Maar de directeur-
generaal zegt, dat men zich op het punt van eerlijk
heid op niemand mag verlaten. Misschien heeft hp
geljjk."
>Ja, er loopen meer deugnieten en bedriegers
rond dan wij menschen denken. Wie weet, welke
verrassingen wij in dezo zaak nog zullen beleven
»Dat klinkt zeer geheimzinnig. Heb je misschien
bpzondere vermoedens, Nitschke Dan moet je zo
onmiddellijk aan de justitie mededeelen."
»Ik zal mp wel wachten, den mond te verbranden.
Gedachten zpn tolvrjj, maar spreken is soms ge
vaarlijk. De heeren van de justitie en de politie
zpn binnen al weer aan het werk. AR zp zoo scherp
zinnig zpn, als zp moeten wezen, zullen zp de waar
heid spoedig aan het licht brengen, zonder dat ik
hen daarbjj help".
Hij ging naar de deur zpner woning, als ten
teeken, dat hem aan verdere praatjes weinig gelegen
was en Bartel ging zpns weegs.
•Alt bij het geld gestolen heeft, is bp in elfc_