1903. N°. 56. Dinsdag 12 Mei. 90sle jaargang. FEUILLETON De Boekhouder. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,25» Afzonderlijke nommers 5 cent. inzending wan adve^eïstiëR vóof 2 «Fea ep gaa dsg de? uitgsvei De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaandè en contant betaald 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. GOES, 11 Mei 1903. Naar men vorzekert zal het gebeurde aan de Meent bij Blaricum (het doodschieten van den jongen Smit), een interpellatie in do Tweede Kamer der Staten-Generaal ten gevolge hebben. (N. v. d. D.J Volgens een telegram uit Menton aan de Francais gaat het gerucht, dat het vertrek van President Kruger uitgesteld is tot 20 Mei. Ondanks hot aandringen van zijn omgeving weigert Kruger in Zwitserland verblijf to gaan houden. Hij zal naar Nederland gaan en in October naar de Riviera terugkeeren. De heer G. L. Bom, oesterkweeker te Ierseke, is voor een inzonding op de Gentsche tentoonstel ling van voedingsmiddelen, voorstellende den groei der Zeeuwsche oesters van broedje tot imperiaal (alles in natura), bekroond met een gouden medaille De vraag naar leverbare oesters is zoo gering ge worden, dat men de campagne als geëindigd kan beschouwen. 'u Heer Arendskerke. In de Vrijdag ge houden vergadering van den Raad dezer gemeente werden benoemd tot leden van de commissie tot wering van schoolverzuim, Ouddorp, de heeren J. KoddeJ. Noieboom, J. NieuwenhuijzeO. Engelaar en J. Langebeketerwijl tevens de geloofsbrieven van het benoemde raadslid, den heer B. de Jager werden onderzocht en tot diens toelating word besloten. Omtrent de Donderdag te 's-QravenpoId«r gehouden vergadering van ingelanden van den polder >'s-Gravenpolder", zendt men ons van andere zijde het volgend verslag Nadat de rekening en begrooting waren goedge keurd en vastgesteld, kwam aan de orde een verzoek van den polder Ooster Zwake om eene jaarlijksche subsidie voor bijdrage in de aflossing eener geld- leening, veroorzaakt door kosten van steenglooiing aan den dijk van den Heer-Janspolder. Hoewel mededeeling werd gedaan, dat het Bestuur voorstelde op het verzoek gunstig te beschikken, bleek dit niet geheel juist te zijn en ontstond over dit punt eene langdurige beraadslaging. In vorige vergaderingen van ingelanden was besloten om niet in de kosten van steenglooiing vau den Heer-Janspoldor bij te dragen, als zijnde ook na ingewonnen adviezen van Hoeren Gedeputeerde Staten en van een rechts geleerde, daartoe volgens contract, betreffende de waterloozing en het dgksonderhoud van den Boone- Polder met do Zwakepolders, waartoe de Heer- Janspolder behoort, niet verplicht. Dhr. Paardekooper Overman gaf zijne verwondering te kennen, dat genoemde polder om een douceurtje kwam vragen, na hetgeen in de vorige vergadering van ingelanden was besloten en drukte als zijne meening uit, dat het gevaarlijk was, met het oog op latere calamiteiten aan den dijk van dien polder, gunstig op het verzoek te beschikken. In geen geval kon hij méégaan met het verleenen eener jaarlijksche subsidie (dus voortdurend)men had dan even goed de bewering van 't bestuur van den Zwake- polder kunnen volgen, door aan te nemen, dat men 13 Roman van O. Klaussmann. Het niets vermoedende voorwerp van zijne gloeiende wenschen evenwel was vooreerst aan zijn oog onttrokken, en hij wist, dat er weken zouden voorbij gaan, voordat hij het aangebeden meisje terug zag. Gevolg gevende aan de uitnoodiging van een harer leerlingen, was Martha vóór twee dagen naar het bij Liegnitz gelegen landgoed ver trokken, om daar haar vacantie door te brongen. Vier-en-twintig uur later had ook mevrouw Hermine Winter met vele koffers, doozen en doosjes het huis verlaten, om met het dienstmeisje naar Spindelmühle vooruit te reizen, waarheen de kassier haar onmiddellijk na afdoening van de ultimo- werkzaamheden zou volgen. Dit aanstaande lange verlof van zjjn chef zag Bartel met bjjzo*der veel genoegen tegemoet. Dat zgn werk gedurende Winter's afwezigheid aanzien lijk zou vermeerderen, deerde hem volstrekt niet want een rustelooze zucht om te werken scheen diep in zgn aard te wortelen. Wel echter dacht hg er nu reeds met bijna kinderlijke vreugde aan, hoe hg als plaatsvervanger van dan kasgier weken lang naar welgevallen in het goud zou kunnen woelen. Want het sprak van zelf, dat hij in deze qualiteit ook den sleutel der brankluis kreeg, dien bij eerst na sluiting van het kantoor aan den directeur volgens contract tct het bijdragen in die kosten verplicht was. Het verwonderde hem dan ook, dat het verzoek in dien vorm werd gedaan. De heeren Den Boer en Van der Mandere waren het met het gesprokene van dhr. Overman eens, doch gaven in overweging de subsidie voor één jaar te verleenen, waarop dhr. O. te kennen gaf, bezwaar te hebben op een oenmaal vroeger genomen besluit in tegenovergestelden zin terug te komen, doch dat, indien een voorstel in dien geest mocht worden aaDgenomen, hij alsdan daar nog aan toe wonschte gevoegd te zien, dat ingelanden niet ge acht worden afstand te hebben gedaan van het besluit, in vorige vergaderingen omtrent dit punt genomen. Een voorstel om de subsidie voor één jaar te verleenen werd met 9 tegen 6 stemmen aangenomen. Waarde. De gemeente Waarde ontvangt voor 1903 krachtens art. 49 der wet op het lager onder wijs eene subsidie groot f 375. WissekerEce. J.l. Zaterdagavond werd in de openbare school alhier, de jaarlijksche algemeene vergadering der kolenvereeniging >Ons Belang" gehouden. Uit de door het Bestuur gedane reke ning en verantwoording bleek, dat van 1 Mei 1902 tot 30 April 1903 was ontvangen f2644,50 en uit gegeven f 2290,09. De meerdere ontyang bedroeg alzoo f 354,41, terwjjl in de pakhuizen nog aan wezig was aan kolenvoorraad eene waarde van f 73,10. Tegenover het tegoed van beide laatstgomelde be dragen staat eene geldleening van f 300, zoodat het saldo is f 127,51. De kolen werden aan de leden geleverd tegen 71 cent per H.L. op de kaai en tegen 80 cent vrij aan huis. Uit de pakhuizen tegen 82 cent te Geersdijk en 86 cent per H.L. te Wissekerke. Met algemeene stemmen werden de periodiek aftredende voorzitter en commissarissen, de heeren A. T. C. Sivenne, W. du Olaux en J. J. Ver hulst Iz.} herbenoemd. Kerknieuws. Ned. Hervormde Kerk. Bedankt voor het beroep te Noordgouwe door ds. H. O. W. Briedé te Kol horn. Roomsch-Kath. kerk. Rilland. Op het terrein van het te bouwen klooster alhier wordt een houten hulpkerk gebouwd, die nog in den loop dezer maand in gebruik zal worden genomen voor godsdienstoefening der hier aanwezige Roomsch-Katholieken. Rechtzaken. Donderdag behandelde het gerechtshof te 's-Gravenhage de zaak Ghr. K. De adv.-generaal requireerde bevestiging van de veroordeeling door de Middelburgsche rechtbank van dezen koopman en winkelier te Goes, wegeDS bedriegeljjke bank breuk, tot drie maanden gevangenisstraf. Mr. J. J. Heyse, advocaat te Middelburg, pleitte vrgspraak. Uitspraak 21 Mei. generaal moest afdragen, en dat alle betalingen door zijn hand gingen. Van de straat weerklonk door de diepe stilte van den zomernacht de langzame, zware tred van een man, waarschijnlijk van een surveilleerenden politieagent, en dit gedruisch riep den in zijne toe- komstdroomen verzonken Bartel in de nuchtere werkelijkheid terug. Hij verliet zijne plaats aan het venster en ging weer aan het werk, met eentonig geprevel het op tellen zgner eindelooze getallen-reeksen accompag- neerend. Bijna een uur nog duurde dit inspannende werk toen eindelijk mocht hg zjjne dagtaak als vol bracht beschouwen. Met een diepen zucht legde hg de pen neer en keek op zgn horloge. »Tien minuten na een", zeide hij halfluid, >dus al Vrijdagmorgen." Hg rangschikte dt over den lessenaar verspreide rekeningen en quitanties, om ze zgn chef ter hand te stellen. Hg wist, dat Winter in het aangrenzend vertrek druk zat te werken en zgn woning wel niet na verloop van nog anderhalf twee uur zou opzoeken. Dat was regel op de laatste dagen der maand, en thans, nu hem niemand in zgne verlaten woning wachtte, had hg zeer zeker geen reden, van dien regel af te wijken. Toen Bartel met zijne papieren het kantoor van den kassier binnentrad, was het een niet geringe j verrassing voor hem, te zien, dat de anders zoo onvermoeide kassier zich door den slaap had laten overweldigen. Hg zat voorover gezonken op zgn bureaustoel, het gezicht in de op de tafel gelegde armen verborgen. Zgn slaap moest zeer vast zijn, Wekelijksch algemeen overzicht. In Hongarije heerscht eens weer de ex-lex toestand. Tegenover het buitenland vormt Hongarjje met Oostenrgk een geheel. Er moet overleg worden gepleegd over de economische verhouding, over de buitenlandsche betrekkingen en ook, waar het nu juist op aan komt, over de sterkte van het gemeen schappelijk leger. Zooveel mogeljjk Hongaarsch, moet het toch naast de Oosten rij ksche troepen vechten. Deze verhouding is niet naar den zin van de onafhankelijkheidspartij. Zij wil een zelfstandig Hongarge, slechts door eene personeels unie, door den keizer-koning, met de andere rijkshelffc ver bonden. De Regeering handhaaft tegenover haar de bestaande verhoudingen en de Grondwet, over welke de Hongaren in 't geheel geen reden van klagen hebben. Nu laat de keizer den minister Szell niet vallen. Men zou trachten hem te verdrijven door aan den eenen kant den parlementairen arbeid onmo gelijk te maken en om aan den anderen kant zoo veel mogelijk aanhangers te winnen in het kamp der Regeering. In do laatste zitting van het Volks huis richtte zich nog de oppositie tot den voor zitter, om hem aan het verstand te brengeD, dat hjj in hare gelederen behoorde. Maar die toeleg is mislukt. De oppositie heeft echter toch eene voldoening kunnen smaken. Zij is er in geslaagd de zaken zoo iu de war te brengen, dat het Hongaarsche kabinet moet regoeren zonder vastgestelde begrooting. Dat is buiten de wet om en in Hongarge, waar men zich van ouds gaarne van het Latijn bedient, zegt men, dat op den datum van 1 Mei, waarop de Kamer is uiteengegaan, zonder het begrootingswerk af te doen, de ex-lex toestand is ingetreden. De Regeering intusscken tracht aan hare verplichtingen te voldoen en int de belastingen, die vrijwillig betaald worden, want betalen behoeft men in zoo'n toestand niet. Het is duidelijk, dat zulk een toestand niet lang kan duren en dat óf de Regeering moet heengaan, óf de Komtó-partij, zoo heet de onaf- hankelijtheidspartg, zich moet onderwerpen. Verleden week kon men meenen, dat de Mace donische quaestie ditmaal nog geieideljjk zou afloopen Hilmi-pacha, door een militairen collega gesteund, zette het hervormingswerk voort. Een deel der Albaneezen had zich roods onderworpen. De Porte had de beste beloften afgelegd en zou zich ditmaal daaraan houdeD, wetende, dat de mogendheden van alle middelen zouden gebruik maken om haren wil door te zetten. In 't kort, de zaken schenen eene gunstige wending te nemen. Maar daar werden de optimisten plotseling opge schrikt door het bommen-geknetter te Saloniki. Dit vooral kwam onverwachtonverwacht ten minste voor Europa. Het schijnt echter, dat de Ottomaansche Bank te Saloniki reeds weken gelede* was gewaar schuwd. De misdadigers hebben het zich gemakke lijk gemaakt. Ze kwamen aanrijden in drie wagens doodden den schildwacht en wierpen dynamiet- bommen in het gebouw. Met moord en brand- daar niet eens het duidelijk hoorbare knarsen der slecht geoliede deur hem opgeschrikt had. Bartel aarzelde, want het deed hem leed, den slaap van den ziekeljjken en rustbehoevenden man te storen. Maar toen bedacht hij, dat Winter zelf hem zulk een deferentie kwalijk zou nemen, die stellig een moeilijk weer in te halen achterstand van het noodzakelijkste werk ten gevolge zou heb ben gehad. Voor 't overigo kon hg onmogelijk weg gaan, zonder den kassier de gewichtige papieren overhandigd en afscheid van hem genomen te hebben. Voorzichtig, om den kassier niet noodeloos te doen schrikken, trad hij nader en riep hem half luid bij den naam. De kassier echter volhardde onbewegeljjk in zgne niet zeer gemakkeljjk positie. Ook op Bartels her haald, luider roepen verroerde hij zich niet. Nu vatte de ander zijn arm, om hem eerst zacht, en vervolgens steeds sterker te schudden. Doch het was te vergeefsch de kassier wilde niet wakker worden. Opeens voer den boekhouder een schrik door de leden. Hij legde zijne hand op Winters voorhoofd, om haar ontsteld onmiddellijk weer terug te trekken, alsof hij iets griezeligs had aangeraakt. »Groote God", murmelde hij, >als hij dood was Met een moed, dien alleen de opgewondenheid hem kon verleenen, vatte hjj met beide handen het hoofd van den kassier en hief het op. Een doffe schreeuw ontsnapte aan zgn borst, want het starre, vale gezicht, waarin hg gekeken had, was het ge zicht van een ljjk. Van schrik en ontsteltenis liet hjj het hoofd van den ongelukkige los, dat zwaar stichting begonnen, gingen de onbekende daders op dezelfde wijze voort. Een paar dagen leefden de bewoners van Saloniki onder een waar schrik bewind. En dat het nog aoo betrekkelijk goed is afgeloopen, schijnt aan een misverstand te moeten worden geweten. De helft der boosdoeners en bom menwerpers was achtergebleven, omdat ze meenden, dat de aanslag bepaald was op één uur na midder nacht terwjjl de andere begonnen zgn één uur na den Mahomedaanschen dag. De toorn van de Porte heeft zich onmiddellijk tegen Boelgarije gerichtBoelgaren moesten de misdaad hebben begaan. Nu is de Boelgaarsche Regeering niet van schuld vrij te pleiten, zij heeft hare grens niet voldoende bewaakt en er was een vrij levendig vervoer van geweren, patronen en dynamietbommen Maar de Porte betaalt hare ambte naren slecht en bij voorkeur in 't geheel niet. Het gevolg is, dat dezen omkoopbaar zijn en voor een fooi alles doenook dynamietbommen laten passeeren. Zoo wijst het gebeurde te Saloniki nog maals op de onhoudbaarheid van de toestanden in het Turksche Rjjk. De mogendheden dringen in het belang van den vrede op verbetering aan, maar er is eene radicale hervorming noodig. Men bepaalt zich echter tot lapwerk en men zal zoolang nieuwe lappen zetten op het oude kleed, tot alles scheurt en breekt. Bij de vele quaesties, welke de politici tegenwoordig bezig houden, is er nog ééne gekomen, de Croati- sche quaestie. Zooals men weet, behoort Croatië met Slavoniü tot de landen der Hongaarsche kroon. Nu hebben leden van den Croatischen Landdag zich tot den Ban, als vertegenwoordiger van de Regeering, van het Centraal gezag, gewend met een verzoek schrift, waarin zij de aandacht vestigen op de klimmende ontevredenheid van het volk. Van Hon gaarsche zijde scbjjnt men beweerd te hebben, dat die ontevredenheid door een hofpartij, door de camarilla te Weenen was gevoed. De afgevaardigden komen daartegen op. Zjj zeggen, dat de klachten zgn ontstaan, omdat de Hongaarsche Regeering zich niet houdt aan de getroffen overeenkomst van 1873 en een onwettig stelsel wil handhaven door politie maatregelen en het onderdrukken van couranten. Aan de Croaten is het gebruik van hunne landstaal als officieele taal toegestaan, maar de Hongaren willen ze verdringen. Deze-en andere dingen weet de Ban heel goed, beweren de afgevaardigden waarom tracht hij niet de Croaten tot ru6t te brengen, door streng de hand te houden aan de wet Men beweert, dat de anders zeer rustige Croati- sche afgevaardigden den moed gevonden hebben om zich tot den Ban, graaf Khün te richten, omdat zij wel weten, dat hij in zijn gemoed met hen is, maar zwijgen moet onder den invloed der macht hebbenden te Boedapest. De toestand in Croatië is intusschen bedenkelijk. Do Croaten komen niet slechts in verzet tegen de maatregelen der Hongaarsche Regeering, zjj maken ook den Hongaren op bun ge bied te Agram en elders het leven moeilijk. Uit een paar berichten kan bljjkeD, dat wrok en haat de gemoederen hebben vervuld vaD het schjjnbaar kalme en onderworpen volk. Zij luiden op de tafel neerviel, en deed een paar passen achter uit. Zijn eerste ingeving was, de vlucht te nemen en door hulpgeschreeuw de eenige nog in het huis aanwezige inwoners, den portier Nitschke en zijn vrouw te alarmeeren. Ongetwjjfeld zou hg dit voor nemen ook uitgevoerd hebben, als niet zjjne voeten als met looden gewichten op de plaats, waar zij stonden, vastgehouden waren, en als niet bet ge weldige angstgevoel als een stevige vuist zjjne keel dichtgeschroefd had. Voor niets ter wereld was bij zoo bang als voor de nabijheid van een doode. In wilden chaos jaagden gedurende de weinige seconden, die hjj door vrees en schrik letterljjk lam geslagen daar onbewegeljjk stond, de ge dachten door zjjn brein. Zgn blik echter dwaalde van de ineengedoken gestalte van den ongelukkigen man, naar di brandklnis, wier zware jjaeren deur half open stond. En hjj kon de oogen niet weer afwenden van dit met staal gepantserde voorwerp van zjjn heimeljjk verlangen en van zgne stille droomen. Hjj wist, dat zich achter die openstaande deur eene geweldig* som bevond, en dat hjj slechts zjjne hand behoefde uit te strekken, om zich meester te maken van een bedrag, groot genoeg, om al zjjne nevelachtige wenschen in één slag te zien verwezenljjkt. Deze doode daar, die niets meer hoorde en zag, zou hem dat niet beletten. Misschien zou niet eens eene verdenking op hem vallen. Want ten slotte behoefde toch niemand te vernemen, dat Winter reeds gestorven was, voordat zgn boek houder het bureau verliet. Niet door kalm nadenken was de boekhouder tot dit besluit gekomen. Uit den chaos van wild

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1