1903. N°. 54. Donderdag 7 Mei. 90sle jaargang. BEVOLKING. FEUILLETON. De Boekhouder. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnon als buiten Goes, lf25a Afzonderlijke nommers 5 cent. ün«endi»s traa cdvepSsntiSn wóop 2 uren ©p dM dag tfes6 uitgave* De prjjs der gewone advertentiön iB van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hobbonde dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald. 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Burgemeester en Wethouders van Goes herinneren de ingezetenen aan hunne verplichtingen tot het doen van aangifte van VERHUIZINGEN, binnen de gemeente. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levend persoon moet aangifte doen op het stadhuis, binnen acht dagen. VESTIGING in de gemeente van elders. Ieder persoon, die zich vestigt in de gemeente, moet aangifte doen voor zich zelf of voor zjjn gezin, binnen een maand. Ieder is verplicht tot aangifte van vertrek of inkomen van bij hem inwonende DIENSTBODEN. j De dienstboden zelf zjjn ook aansprakeljjk voor niet-inschrijving of uiet-opgave van verandering van woonplaats binnen de gemeente. Ieder is verplicht bij vertrek uit de gemeente een verhuisbiljet to kooien afhalen ten gemeeotehuize. Ieder bewoner en eigenaar is verplicht te zorgen dat zijne perceelen voorzien zijn van een duidelijk zichtbaar huisnummer en wij Sc- letter, welke steeds in goeden staat moeten worden onderhouden. Overtredingen zijn strafbaar met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of een geldboete van ten hoogste honderd gulden. Goes, den 6 Mei 1903. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De fd. Secretaris, LEGRO. De blanco-aanvragen om akten en vergunningen voor de Jacht en Visscherij, vermeld in art. 5 der wet van 13 Juni 1857 (Staats blad no. 87), zjjn van heden af ter gemeente-secre tarie kosteloos verkrijgbaar en moeten behoorlijk ingevuld en geteekend, in den loop dezer maand worden ingediend bjj den burgemeester ter opzending aan den heer Commissaris der Ko ningin in deze provincie. Goes, den 6 Mei 1903. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De fd. Secretaris, LEGRO. JOK SCHOUW OVER DE Wegen en Voetpaden, Slooten, Heulen en Duikers, ingevolge art. 41 van hot provinciaal reglement op de wogen en voetpaden, zal op MAANDAG DEN 11 MEI 1903 en volgende dagen plaats hebben. Goes, den 6 Mei 1903. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De fd. Secretaris, LEGRO. Roman van 0. Klatjssmann. In de eerste plaats echter golden gedurende den volgenden maaltijd zij do attenties de joDge leer- ares, wier opmerkelijk gedrukte stemming hg blijk baar tot eiken prijs meende te moeten opvrooljjken. En men moet hem te zijner eer nazeggen, dat hij daarbg m.t evenveel handigheid als goeden Bmaak te werk ging. Hg was de gezelligste prater en de amusantste verbaier, dien men zich als tafelgast kon wenschen. Dat hg in zgn» naar 't scheen onbeholpen stil zwijgendheid naast dezen van geest tintelenden •legant.n man van de wereld een niet zeer voor- deolig figuur maakte, daaromtrent kon de ad vocaat niet in onzekerheid verkeer.n. Nochtans de.d hg in 't geheel geen poging, om zgne situatie te verbeteren, door den .Amerikaan" te willen na volgen. Integendeel, do weinige opmerkingen, die hg nu en dan maakte, hadden meestal een bgna krenkend sercastisch tintje. Het was een nieuw bewgs voor zijne goede op voeding, dat George Muller (of Miller, zooals wg hem voortaan zullen noemen een naam, dien hjj om gegronde redenen in Amerika had aangenomen), in plaats van zich gekrenkt te gevoelen, ze telkens van den onschuldigen kant bekeek. Wat gedurende dit ongewone, overvloedige en daardoor tamelijk lang durende middagmaal in HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Goes brengen tor openbare kennis, dat door het gemeentebestuur van Goes een verzoek is ingediend om de gasfabriek, gelegen aan den West-Havendjjk gemeente Goes sectie A no. 317 uit te breiden. Voorts dat het verzoek met de bjjlagen op de secretarie zjjn ter visie gelegd en dat op Vrjjdag den 22 Mei 1903, des voormiddags 10 uren in het gemeentehuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen de inrichting in te dienen en toe te lichten. Goes, den 6 Mei 1903. Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De fd Secretaris, LEGRO. Door firma OOSTERBAAN, KLEMKERK LE COINTRE is ingediend een verzoek tot uitbrei ding der drukkerij en plaatsing, ter ver vanging van de petroleum- van een gasmotor, in perceel C 220, kad. bekend sectie D 136. De stukken liggen ter visie op de Secretarie van de gemeente, terwjjl eventueole bezwaren kunnen worden ingediend op Vrijdag 22 Mei 1903des voormiddags te 10 uur, ter vergaderkamer van ondergeteekenden Goes, 6 Mei 1903, Burgemeester en Wethouders van Goes, DE KONING KOOIJ. De fd. Secretaris, LEGRO. Een praatje over pokken. Als de voorstanders van d® verplichte vaccinatie aan den vooravond van den dag, waarop het vaccine- wetje in de Tweede Kamer aan de orde zal komen, nog meer bewjjzen voor hunne stellingen behoefden, dan zouden zjj die kunnen putten uit de recente gevallen van pokkon in het Friesche stadje Dokkum, waarover men in een vorig en ook in dit nommer van ons blad het een en ander kan lezen. Dat is een geschikt moment om nog eens een praatje te houden over deze ziekte. Wij kunnen dit doen aan de hand van professor Hamburgerde Gro- ningsche hoogleeraar, die onlangs eene rede over dit onderwerp heeft gehouden. Men kan zich in den tegenwoordigen tijd in Europa geen voorstelling maken vaD de epidemieën, die in vorige eeuwen duizenden en duizenden ten grave sleepten. Tot die epidemieën behoorden de pokken, waaraan in de 17e en 18e eeuw in Europa jaarlijks ongeveer 500000 menschen stierven. Men- schen van eiken leeftjjd waren vatbaar voor die ziekteslechts 5 pet. der menschen bleken van nature onvatbaar. Aan 80 pet. der menschen waren de sporen der doorgestane ziekte op het gelaat zichtbaar. En, wat erger was, van hen, die her stelden, waren veelal de longeD, het hart en andere organen minderwaardig gewordenook was niet zelden blindheid een gevolg van de pokken. Al heel vroeg was tallooze malen opgemerkt, dat, wie Martha's hart omging, was uit haar houding moei lijk te raden. In elk geval bloosde en verbleekte zij zeer dikwijlF, zonder dat daarvoor een reden was te' zien, en haar deelneming aan het gesprek bepaalde zich tot de antwoorden, die zij nit beleefd heid op George Millers vragen en opmerkingen moest geven. Dat zij met den advocaat den gehee- len tijd geen woord gesproken had, was misschien evenzeer zijn schuld als de hare. Maar do omstan digheid, dat haar oogen met volharding zijn blik ontweken, had hem ten slotte ook niet bijzonder kunnen aanmoedigen, haar aan te spreken. To8n men van tafel opstond, meende Hermann Schroder de oorzaak te kennen van de plotselinge verandering, die hij sedert gisteren, toen haar be minnelijke vertrouwelijkheid hem zoo gelukkig had gemaakt, in haar gedrag had moeten waarnemen. Hij zag, dat die verandering vrijwel samen viel met de komst van dezen knappen, in alle zadels bereden George Miller, en er was naar zijne meening waar lijk slechts weinig scherpzinnigheid voor noodig, om daaruit de juiste, voor hem zelf even bescha mende als bedroevende conclusies te trekken. Hjj zou waarschjjnljjk hot liefst, onder het een of ander voorwendsel zich dadelijk verwijderd heb ben, als niet de wensch, dien Hermine hem bij de begroeting had medegedeeld, hem genoodzaakt had, te blijven. Op de gelegenheid, ODder vier oogen met haar te spreken, behoefde hij niet lang meer te wachten. Want de kassier moest weer aan het werk, en George Miller voegde zich, voortdurend pratend, bij Martha, die aan bet theetafeltje in de eetkamer koffie zette. Van dat oogenhlik maakte de jonge eenmaal de ziekte, zij het ook in lichten graad, doorstaan had, ze in den regel niet meer kreeg. Reeds in de oudheid hebben de Chineezen zich die ervaring ten nutte gemaakt. Zij trokken den kinde ren een hemdjo aan van een kind, dat in lichten graad de pokken had gehad. Ook lieten zij korsten van poklijders drogen, die vervolgens mot muskus vermengd, werden fijn gewreven, en van deze stof, nadat zij jarenlang aan zichzelf was overgelaten, werd met een watje iets gebracht in den neus van een gezond meDgch, die dan heel dikwijls de pokken kreeg in lichten graad. Ook in het oude Indië werd geënt. In Europa werd voor het eerst geënt omstreeks het begin van de 18e eeuw in Griekenland, weldra ook te Kon- Btantinopal. In het overige Europa gingen vorstelijke personen voor. Lodewijk XVI bijvoorbeeld, liet zich met zijn geheele gezin inenten. Men zal zich herin neren, dat Lodewijk XV op hoogen leeftijd aan de pokken is gestorven. Intusschen waren de uitkom- stem der inenting wisselvallig. Soms bleek de ent stof te krachtig. In 1796 kwam eindelijk de Engel- sche dokter Jenner voor den dag met zijn ontdekking, die voor de geheele menschheid van het hoogste belang zou worden. Terwijl dr. Jenner eens met een vriend in hun kliniek over de pokken in 't algemeen sprak, zat er een meisje te wachten, dat meende, dat men haar ziekte voor pokken aanzag. Zij zeide toen >Ik heb vroeger koepuisten gehad, ik kan geen pokken hebben." Het was nameljjk onder de boe renbevolking in een deel van Engeland bekend, dat, wie kooien molk met puisten aan de uiers, puisten aan de handen kreeg en dan voorgoed van de pokken bleef bevrjjd. De woorden van het melkmeisje zijn dr. Jenner steeds bijgebleven en do eerste aanleiding tot zijn beroemde ontdekking geweest. Na er twintig jaren over te hebben nagedacht, kwam hij tot de overtuiging, dat de koepokken een zachte vorm van menschenpokken waren. En nu was het hem mogelijk een smetstof van zachten vorm te krijgen. Jenner nam stof uit de puist op de hand van een melkmeisje en bracht die over op den arm van een jongetje. Daarna entte hij het jongetje in met stof van een ernstigen poklijder, en ziet, het jongeije bleef volmaakt ongedeerd en gezond. In 1798 publiceerde Jenner een geschrift, dat dê algemeene belangstelling wekte. Reeds het vol gend jaar werd er in Londen eene openbare in richting geopend, waar men zich kon laten inenteD. De uitkomsten waren verrassend en Jenner's ont dekking maakte een waren zegetocht. Hij noemde zichzelf schertsend den algemeenen vaccinatieklerk van de wereld. Spoedig evenwel reos er twijfel omtrent de waarde van zijn ontdekking, die op de belaeheljjkste wijze bestreden werd. Zoo is er o. a. betoogd, dat het niet was uitgesloten, dat iemand, die zich liet inenten, hoorns kon krjjgon. Er werd verteld, dat ingeënte kinderen viervoetersneigingen hadden gekregen, dat een ingeënte vrouw was gaan loeien als een koe, enz. enz. Maar het rapport van eene commissie van 25 leden, door de Engelsche Regeering benoemd om een onderzoek in te stelleD, of er nadeelige gevolgen van de inenting waren vrouw gebruik om den advocaat een wenk te geven, en onder de luid gesproken verklaring, dat zij hem eenige photografieën wilde laten zien, met hem het aangrenzend salon binnen te treden. Op het oogenhlik, waarop zij do deur achter zich dicht trok, had eene opmerkelijke verandering op haar zooeven nog zoo vrooljjk glimlachend go- zicht plaats. Zij zag er opeens zeer bedroefd uit, en terwijl zij den advocaat de hand toestak, zeide zij »Geef mij voor alle dingen de verzekering, Hermann, dat je om 't geen vroeger gebeurd is, niet boos meer op mij bent, en dat je altijd nog een weinig vriendschap voor mij gevoelt." Hij was door deze woorden blijkbaar onaange naam verrast, en slechts zeer korten tijd hield hjj de zachte, welverzorgde hand der jonge vrouw in de zjjne. »U mag reeds ter wille van je man onvoor waardelijk op mijn vriendschappelijke gezindheid rekenen, mevrouw Winter en u weet, dat ik nooit boos op u geweest ben. »Het is zeer edelmoedig, dat ge het nu in dit licht voorstelt. Maar ik weet beter, wat je des tijds over mijn handelwijze dacht, en hoe je er misschien nu nog over denkt. Ik was een onrijp, dwaas meisje, wie het hoofd op hol gebracht was door een verkeerde opvoeding, zoodat ik ten slotte de stem van mjjn hart niet meer verstond. Maar dat ik destijds in onbegrijpelijke verblinding tegen jou en tegen mij zelf gezondigd heb, daarvoor heb ik intusschen waarlijk zwaar genoeg geboet." Zjj had het talmend gezegd als eene bekentenis, die zjj haar vrouwelijk hart in harden strjjd had afgedwongen. gezien, waB voor Jenner een schitterende zegepraal. Tegen 1820 begon het aantal personen, die, of schoon ingeënt, toch in geringe mate de pokken kregen, te vermeerderen, en het was de Rotter- damsche geneesheer Hodenpijldie het eerst be toogde, dat de inënting slechts voor eenige jaren, niet voor het geheele leven tegen de pokken be schutte. Jennerdie drie jareu later stierf, heeft dit nooit toegestemd. De vraag, of bjj inachtneming van alle voor zorgsmaatregelen inenting een afdoend beschuttings middel tegen de pokken is, werd in 1856 door 659 geleerde genootschappen over de geheele wereld eenstemmig bevestigend beantwoord. De antwoorden op de vraag, of er aan de inenting geen gevaar was verbonden, waren niet in alle opzichten ge ruststellend. Er was nameljjk gebleken, dat door inenting tering en geslachtsziekten van den eenen mensch op den anderen kannen overgaan, wat er toe geleid heeft, dat later bjj enting meer en meer pokstof van een kalf werd genomen. Voordat van deze pokstof gebruik wordt gemaakt, kan het kalf worden geslacht en onderzocht Tegenwoordig wordt de stof vermengd met glycerine bewaard, zoodat bederf niet denkbaar is. In de laatste jaren heeft men een veel ruimeren blik gekregen op den wetenschappeljjken grondslag van de door Jenner uitgevonden vaccinatie. Pasteur heeft verschillende methodes gevonden om smetstof te verzwakken, o. a. deze, dat de stof wordt over- geënt op eene andere diersoort. Als men bjjv. een weinigje bloed van een varken, dat aan vlek ziekte lijdt, in het lichaam van een duif brengt, verzwakt de smetstof in de duif. Wordt eon beetje bloed van die duif in een gezond varken gebracht, dan krjjgt het een© lichte ongesteldheid en het is onvatbaar geworden voor de vaak doodeljjke vlek ziekte. Wordt een weinigje ruggemerg van een dollen hond overgeënt op een aap, dan verzwakt de smetstof, en zal ze een gezonden hond niet of nauwelijks dol maken. Zoo is de pokstof van den mensch verzwakt in het lichaam van de koe. Bjj de oude Chineezen werd de besmettende kracht der pokstof verzwakt door deze jarenlang te laten liggen, terwjjl de vermenging met muskus de ont leding tegenging. Statistieken toonen ten duideljjkste aan, welke resultaten met de vaccinatie bereikt zjjn, en dat, hoe scherper inenting en herinenting door de wet zjjn geregeld, hoe minder pokkengevallen er voor komen. Men kan zich dus nog bezwaarljjk voldaan gevoelen met onze wettelijke regeling van 1872, die een indi- recten dwang uitoefent door de toelating tot de scho len afhankoljjk te stellen van het gevaccineerd zjjn, als men nagaat, dat do pokken in 1894 in Zuid- Holland nog 2500 menschen ten grave sleepten. In de gemeente 's Gravesande was de epidemie zoo ernstig, dat van de 5000 menschen 248 door de pokken werden aangetast en 78 stierven. Toch is door de regeering een ontwerp ingediend, betoogende inperking van den indirecten vaccine- dwang. Liever hadden wjj gezien indiening van een ontwerp tot verscherping van den vaccinedwang. De advokaat echter scheen die bekentenis niet bjj zonder te waardeeren. s>Hoe het daarmede ook gesteld moge zijn, mevrouw Winter, in elk geval geldt het dingen, die ver achter ons liggen, en waarover bet beter is, niet meer te spreken. Mag ik vragen, in hoever ik u nu van dienst kan zjjn." Hermine drukte een oogenhlik do tanden in de benedenlip. Toen echter streek zjj zich met den zakdoek over de oogen en zeide na een diepen zuchtMisschien kun je mij slechts beklagen, want ik ben zeer ongelukkig. Dokter Weiss heeft gisteren in zekeren zin het doodvonnis over mjjn man uitgesproken." Hevig ontsteld vroeg de advocaat eene nadere verklaring. En zij herhaalde hem, zjj het ook met sterke overdrijving, wat zij uit den mond van den dokter vernomen had. >Elke dag kan de laatste zjjn", eindigde zjj haar verhaal. »Want reeds een geringe opgewondenheid zou naar de meening van den dokter voldoende zjjn, om hem te dooden." »Om Godswil dat is verschrikkeljjkEn mijn I arme vriend heeft geen vermoeden van het gevaar, dat boven zjjn hoofd zweeft »fljj mag er niets van vernemen. De voortdurende angst voor zjjn leven zou hem des te sneller op winden. »ïk ben in het diepst van mjjn ziel geschokt. En juffrouw Martha Kent zjj de geheele waarheid »Neen. Zjj weet niets en zjj mag niets weten. Want voor zoover ik haar ken, ben ik zeker, dat zij binnen de eerste vierentwintig uur haar broer alles zou verraden. De kunst, een geheim te bewaren, is haar niet gegeven. Bovendien zou ik haar oot

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1