1903. N°. 44.
11 April.
90sle jaargang.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
De nitgave dezer Conrant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjj dagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, l»23*
Afzonderlijke nommers 5 cent.
tnaending fan ndweetentiën vóór 2 unn ep den dag
uitgave.
Do pr|js der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hobbendf
dankbetuigingen worden van 110 regelB 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Na Woensdag 22 April zal door of vanwege de
politie een schouw gehouden worden over de boomen
en plantsoenen in deze gemeente, ten einde te zien
of aan de bepalingen op het zuiveren en verbran
den der
Rupsen en Rupsennesten
is voldaan.
Goes, den 8 April 1903.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUUS.
Paaschfeest.
Laten wij rondom ons zien in de natuur. Meer
dan eenïg ander, is bet Paaschfeest een natuurfeest.
Wjj moeten in den almanak zien, om te weten, dat
het Kerstfeest nadertop gezag moeten wij dan
aannemen, dat onze draaiende aarde terugkeert op
bare baan, dat schijnbaar de zon ons gaat naderen.
Van het lengen der dagen valt in de wintermaanden
vóór nieuwjaar weinig te bespeuren. De natuur is
dan koud en roerloos, als ingeslapen, sis dood, in
onze strekende aarde dikwijls gehuld in eene
witte wade van sneeuw en ijs. Maar op het Paasch
feest, als thans, herleeft de schijndoode; wij gevoelen
hare ademhaling. De stroomon zijn vrij geworden en
kabbelend weerkaatsen hunne golven bet zonlicht.
I)a weiden worden groen, de boomen schieten nieuwe
loten. Reeds toonen zich de eerste bloemende
klokjes luiden de lente in. Dan spreken de natuur
en het geloof tevens van een ontwaken uit den
doodsslaap, van opstanding uit den nacht der graven.
Dan vernieuwt zich do natuur en in 't menschen-
hart, zoozeer bewogen door allerlei tegenstrijdige
aandoeningen, herleeft de hoop Wjj hebben dit
teoken noodig in onzen tijd, bij de droevige erva
ringen, die de geschiedenis van den dag, die eigen
leven ons leert kennen. Waarlijk, het leven in dezen
tijd, wjj merken het vooral in de laatste dagon, is
«iet gemakkeljjk en geen spel, maar bittere, soms
wreede ornst.
Dit is geen reden om te wanhopen. Meer dan
F*;UiLLETOU
De Boekhouder.
Roman van O. Klatjssmann.
I.
Aan de Oblaucr gracht te Breslau, daar, waar
zij doorsneden wordt door de breede, langs hot
garnizoenskerkhof loopende promenade, was het
kantoor van de vereenigde mijnwerken en ijzer
gieterijen, »Glückauf."
Rechts van den tweevleugeligen ingang deden
twee zwaar getraliede vensters van de benedenver
dieping vermoeden, dat zich hier de ontvang- en
betaalkrtotoren bevonden, terwijl do zindelijke gor
dijnen en de welverzorgde bloemen voor de venstors
links de zorgzame haüd van een huisvrouw ver
raadden.
Inderdaad was hier de woning van den eersten
ambtenaar, den kassier Gerhard Winter.
Het was op een Julimorgen van het jaar 1877,
toen de kassier door de eerste van deze deuren
zjjn kantoor, de zoogenaamde schatkamer, binnen
trad. Hot vertrek, welks vensters op een smalle
binnenplaats uitkeken, was zoo eenvoudig mogelijk
ingericht.
Het uitzicht, dat men bij een blik door de beide
vensters genoot, was niet bijzonder geschikt om
vrede te hebben met de kaalheid van het vertrek,
want men zag niets dan den leeljjfeen ouden muur,
die het garnizoenskerkhof van de binnenplaats af
sloot, en de toppen van de grafsteenen en andere
monumenten, die boven den muur uitstaken.
Op het werk van dei kassier Winter evenwel
had deze eenigszins droefgeestige omgeving Dooit
een ongunstigen invloed gehad want hjj behoordo
niet tot die lieden, die eene levendige verbeeldings
kracht van alle mogelijke, door kleine dingen van
buiten veroorzaakte stemmingen afhankelijk Btellen.
Men behoefde hem slechts aan te zien, om zich
daarvan overtuigd te houden. Zjjne hooge, maar
spichtige, eenigszius voorover gebogen gestalte,
zijn spaarzaam, lichtblond haar en zijn door een
dunnen bakkebaard omlijst bleek gezicht maakten
hem tot het volmaakte type van een drogen kan-
toormenscb, wiens ziel al lang elke hoogere vlucht
verleerd heeft, en die geen andere eerzucht kent
dan die, voor een voorbeeldiger!, nanwgezetten amb
tenaar te worden gehouden.
één tijdvak in de geschiedenis is er geweest, dat
de tijdgenooten met ontzetting en vrees vervulde.
En toch is alles terecht gekomen. Zoo zal het ook
thans gaan. Wij weten natuurlijk niet, wat de
eerstvolgende dagen ons breDgen zullen, maar wij
houden ons vast aan de hoop op eene betere toe
komst. Misschien wachten ons nog ernstiger gebeur
tenissen dan wij thaDS beleven misschien zijn nog
nieuwe stormen in aantocht. Maar nochtans willen
wij niet versagen. Want het recht en de vrijheid
zijn nog niet dood. Evenals w|j thans in de lente
zien, dat de natuur niet dood was, dat haar levens
kracht niet vernietigd is door storm en koude, ijs
en sneeuw, maar opnieuw alle kiemen doet ont
luiken en alle knoppen doet springen, zoo gelooven
wij ook vast, dat na bange dagen recht en vrijheid
in ons land weer zullen triorafeeren.
Men zij niet kleinmoedig en late den moed
niet zinken. Moed en hoop hebben we noodig
moed, die kracht geeft om te werken en te lijden
als 't moethoop om ons staande to houden.
Van die hoop spreekt het Paaschfeest.
GOES, 10 April 1903.
Als standplaats van den inspecteur van de
volksgezondheid voor Zuid-Holland en Zeeland, dr.
Th. O. den Houteris aangewezen voor het tijdvak
van 1 April tot en met 31 Mei e. k. de gemeente
Leiden en na dattjjdvak de gemeente 's-Gravenhage.
In een Woensdagavond gehouden vergadering
van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen
te Middelburg is o. a. benoemd tot lid dhr. J. de
Kruijter te Goes.
Men meldt ons uit den Haag
De Eerste Kamer is opgeroepen tegen heden
middag 3 uren. De bijeenroeping geschiedde giste
ren, nadat de wetten in verband met de staking
door do Tweede Kamer waren aangenomen, langs
telegrafisehen weg. De spoedige oproeping doet
verwachten, dat de Eerste Kamer nog hoden na
haar samenkomst de wetten in de afdeelingen gaat
onderzoeken om, wanneer ze Zaterdag voor beraad
slaging gereed kunnen zijn, zoo mogelijk nog af te
doen op korten termjjn.
Het congie? van de S. D. A. P., dat op de
De smalle, bleeke lippen vertrokken zich tot een
vriendelijk glimlachje, toen hij den eerbiedigen
groet van den in de kamer aanwezigen man be
antwoordde, die b|j het binnentreden van z|jn chef
van zijne plaats aan de schrijftafel opgestaan was.
i>Goeden morgen, BartelHet doet mij ple
zier, dat u er al is. W|j zullen vandaag een war
men voormiddag hebben."
»Zeker, mijnheor 1 Er moeten vandaag vele be
talingen wordon gedaan. Ea de directeur-generaal
wilde voor den avond de rekening-uittreksels
hebben."
Gerhard Winter knikte en greep met een zucht
in den zak van z|jn pantalon, om den sleutel van
de brandkast er uit te nemen.
•Als ik mjj des morgens maar niet altijd zoo
vermoeid gevoeldezeide hij. »Die akelige slape
loosheid ontneemt mij nog al mijn werkkracht."
»U moest eens grondig rust tot herstel nemen,
meneer. Een behoorlijk lang verbljjf buiten zou
u stellig weer gezond maken."
Dat geloof ik ook, omdat het hier niet eene
workelijke ziekte, doch slechts wat zenuwachtig
heid en overwerken geldt. We zullen eens hooren,
wat de dokter 'vandaag zegt. Mijn vrouw staat er
namelijk op, dat ik mij door onzen huisdokter
laat onderzoeken. En hij zal misschien dadel jjk
koinen. Kijk eens na Bartel, welke wissels van
daag vervallen Ik wil bet geld, voor het geval ik
weggeroepen word, klaar leggen."
Dienstvaardig keek de ander de boeken na, om op
den bijna kruipend onderöanigen toon, dien hjj in
den omgang met zijn chef bljjkbaar altjjd aansloeg,
de verlangde inlichtingen te geven. Het scheen,
dat de kassier dezen toch niet ongaarne hoorde, en
dat hjj misschien juist daarom bjjzoader welwillend
was tegenover zjjn ondergeschikte. Want op zich
zelf was het voorkomen van den boekhouder Bartel
niet bijzonder geschikt, om sympathieke gevoelens
te wekken.
Van nauwelijks middelbaar-groote, maar opmer-
keljjk breedgeschouderde gestalte, herinnerde de
man in zijn uiterljjk aan de verschoning van een
dier reizende zigeuners, die men dikwijls op paar
denmarkten kan ontmoeten. Zjjn bruine gelaatskleur,
zijn glanzend zwart hoofdhaar, dat, niettegenstaande
er heel wat pomade inzat, zich hier en daar tot
weerspannige lokken krulde, vooral echter zjjne
onrustige en stekende donkere oogen waren besliste
kenteekens van dat eigenaardig menschenras. En
hoewel do pijnl^ke zindelijkheid en de voor een
Paascbdagen te Enschedé zou plaats hebben, is
wegens de staking uitgesteld.
Naar men verneemt is door den Raad van
Toezicht op de spoorwegdiensten een onderzoek
ingesteld naar de bewering, dat onbevoegde ma
chinisten door do spoorwegmaatschappijen zouden
worden belast met het rijden van treinen. Daarbij
is geblekon, dat die bewering geheel onjuist is en
de machinisten, aan wie de treinen worden toever
trouwd, volkomen berekend zijn voor hun taak.
Ged. Staten van Friesland hebben met hand
having der beslissing van den Raad der gemeeüte
Dantuuiadeel tot toelating van J. Kuitgodsdienst
onderwijzer te Zvvaagwestoindo, als lid van den
Raad dier gemeente, de daartegen door het raads
lid rar. ti. W. Hellema ingebrachte bezwaren on
gegrond verklaard.
Thans is, naar de N. R. Ct. meldt, ds. J.
Schrijver te Schiedam benoemd tot directeur der
weesinrichting te Neerbosch.
Rilland. Een weduwe alhier, wier kostwin-
nende zoon thans in werkelijken dienst is, ontving
dezer dagen de vastgestelde Rijkstoelage (f15 per
30 dagen). Ook een gehuwde vrouw, wier man is
opgeroepen, wordt financieel gesteund (f 18 per
30 dagen).
Rilland. Tot op heden is de lust tot oprich
ting vau een werkmansvereeniging hier niet bjj-
zonder groot. Slechts 25 personen meldden zich aan,
nl. 4 uit Rilland, 7 uit den Eng. polder en 14
uit Bath.
Staten-Generaai.
TWEEDE KAMER.
Uit ons vorig nommer weten onze lezers reeds,
dat or in de zitting van Woensdag een opstootje
heeft plaats gehad, zooals wij in ons Parlement
tot nn toe niet hebben waargenomen. Het was na
het voorstel van dhr. Lohman om de motie, door
dhr. Schaper ingediend, uit te stellen. De N. R. Ct.
geeft de volgende beschrjjving van dit opstootje:
•Ons kalme Parlement was nauweljjks meer te
herbennen. In een dichten drom stond de vergade-
matig betaalden boekhouder bjjna overdreven sier
lijkheid zijner kleeding niet bopaald klopten met
zigeunergewoonton, kon de haast en lenigheid zjjner
bewegingen zeer wel het erfdeel van den zigeuner-
stam zjjn.
Over zijn vermoedelijkon leeftijd was op grond
van zijn voorkomen moeilijk een oordeel te vormen.
Zijn baardoloos, mager gezicht was een van die,
welke in den loop der tjjden nauwelijks veranderen
en dio zoowel van oen dertiger als van een vjjf-
enveertiger kunnen zijn maar dat hij al het moge
lijke deed, jong te schijnen, verraadden honderd
kleinighoden in zijn bijna bespotteljjk toilet en de
heimelijke blikken, die hjj onder het werk nu en
dan, ais hij niet bespied werd, in een klein zak-
spiegeltje wierp.
Zooals hjj voorzien had, werd de kassier nauwe
lijks tien minuten later door een signaal uit de
spreekbuis, die dit kantoor met zjjne woning ver
bond, weggeroepen.
»Het onderzoek kan niet lang duren," zeide hij
onder het heengaan, en als er iets bijzonders mocht
gebeuren, zult u mjj natuurlijk wel roepeD."
Hij trad een minuut later het aan de straat ge
legen, mooi ingerichte ontvangst,salon binnen, waar
hem, gelijk hij wist, zjjne vrouw met den huis
dokter zou wachten.
Doch hij vond niet alleen deze beide personen
in het vertrek, maar bovendien nog een derde,
een slank en opmerkelijk mooi meisje van mis
schien twintig of een-en-twintig jaar, dat gekleed
was om uit te gaan en zich naar 't scheen alleen
door de komst van den bejaarden, verstandig en
vriendeljjk kijkenden dokter nog bad laten terug
houden.
•Goeden morgen, dokterzeide Winter met
die gehuichelde frisehheid, die vele patiënten tegen
over hun huisdokter meenen aan den dag te moeten
leggen. »De overdreven angst van mijn vrouw
heeft n naar mjjne meening noodeloos moeite ver
oorzaakt."
Mevrouw Hermine Winter, die de dertig nog
niet kon hebben bereikt, had er gegronde aanspraak
op, voor een schoonheid door te gaan.
Zjj was meer dan middelmatig groot en welge
vormd. En haar levendige oogeD, haar fijne neus,
haar frisscho lippen gaven in vereeniging met een
zeer zachte teint aan het volle gezicht eene lief
talligheid, die menig jongere haar te recht mocht
benijdeD."
•Niemand zal hartelijker bljj zijn dan ik, als
ring om het spreekgestoelte heengedrongen. Zwaaiend
en schreeuwend en elkaar met heftige verwijten
overladend. De heer Troelstra werd tot de orde
geroepen, de heer Schaper haalde zich eene gelijke
berisping van den Voorzitter op den hals. •Schurken
streek" siste het uit den mond van den socialisti-
schen partjjleider, zoodat hjj andermaal door den
Voorzitter met zwart werd genoteerd. Dan wilde
heer Schaper niet voor zijn medestrijder onderdoen,
en meent hij het voorstel van den heer Lohman als een
•smerige boevenstreek" te mogen kenmerken. Toen
werd het den Voorzitter te kras. Hij deed het voor
stel om den heer Schaper het woord voor dezen
dag te ontnemen, dat met een vrij algemeen ja
jaontvangen werd. De electrische schellen werden
in werking gebracht en men zou tot de stemming
overgaan.
Het oogen blik van pauze, dat hierdoor ontstond,
bracht gelukkig wat verademing in de onverkwikke
lijke scène. Wij zagen verschillende verzoenende
mannen, grijs van jaren en overwegend door de
welwillendheid van een hoog karakter, zich om den
heer Schaper verdringen. Wat daar werd afgespeeld,
vermochten wij alleen uit de gebaren, meesieepend,
overtuigend, kalm betoogend, dringend, ten slotte
in heftige passie bezwerend, op te maken. De heer
Schaper riep zjjn partij gen ooten tot advies, en toen
kwam het hooge woord er uit, juist even vóór de
stemming zou aanvangende heer Schaper trok
de in ons parlement nooit eerder gehoorde woorden,
in heftige uiting van zjjn overkropt gemoed uit
gesproken, terug en verzocht, ze als niet gesproken
te willen beschouwen.
Dan stormt dezelfde eerwaardige schare in allerijl
naar den heer Lohman toe, om hem nu ook van
zijn kant tot eene concessie te dwingen. Eene con
cessie, die gemakkelijk volgde. Het edele karakter
van den afgevaardigde uit Goes had niet veel over
reding noodig, zoodat al spoedig ook zijn voorstel
weer werd ingetrokken Het gaf eene bigde kalmeering
in de Kamer, toen het incident hiermede kon af-
loopen. Eene korte discussie over de motie-Schaper
volgde, waarna zjj met 84 tegen 6, die van de
Socialisten, werd afgekeurd. De discussion over
artikel 1 van het ontwerp konden aanvangen."
In de zitting van gisteren werd het geheele wets
ontwerp tot aanvulling van het W. v. S aange
nomen met 81 tegen 14 stemmen die van de hoeren
mjjn angst overdreven blijkt," zeide zij vriendelijk.
Dank den hemel, beste vriend, dat hjj u een
zoo zorgzame en liefderijke vrouw beschoren heeft,"
zeide de dokter, die het geelachtig-bleeke gezicht
van den kassier zeer opmerkzaam gadegeslagen
had. »Ook ik ben van meening, dat men op het
punt van gezoüdheid nooit te voorzichtig kan zijn.
Maar waar zal het onderzoek plaats hebben
Het best misschien in de kamer mijner zuster,
dokter Ik zie, dat zij op het punt sta^t, het veld
te ruimen. En daar worden wij niet gestoord."
Dan moet ik u nu al goeden dag zeggen, lieve
juffrouw," zeide doktor Weiss tot het jonge meisje.
Want dat u op mij zult wachten, alleen om
straks het twijfelachtige genoegen van mijn geleide
te genieten, kan ik wei niet verwachten."
•Ik zou het heel gaarne doen, als het mogelijk
ware," luidde het met vriondelijken glimlach ge
geven antwoord. »Maar ik heb mij al wat langer
opgehouden dan ik eigenlijk had mogen doen. En
zoo'n onderzoek duurt in den regel erg lang."
•Boüjour dus, professorGeneeskundige voor
schriften behoef ik u gelukkig niet mee te geven.
Want wanneer men er zoo gezond uitziet als u,
mag men den dokter en den apotheker als de meest
overbodige menschen onder de zon beschouwen."
Mevrouw Hermine seheen niet zeer aangenaam
getroffen door de galanterie van den dokter tegen
over haar schoonzuster.
Want haar gezicht betrok een oogenblik en met
een blik op den regulateur zeide zij»Het is al
over achten, Martha 1 Pas op, dat je niet te laat
komt.'
De oude portier Nitschke aam, toen zij hem voorbij
ging, zijn pet nog veel dieper af dan hij het voor
den kassier had gedaan, en zijn beminnelijk beant
woorde groet had een bij zonderen bijna vaderlijk-
teederen klank.
In de smalle gang voor de kantoorlokalen echter,
voor de blikken der voorbjjgangers verborgen door
een der tusschen de vensters geplaatste groote ijze
ren kasten, stond de boekhouder Bartel in de hou
ding en met de gelaatsuitdrukking van iemand, die
in groote spanning iets belangrijks verwacht.
Hij was op hetzelfde oogenblik uit de schatkamer
geslopen, toen de deur van Winters woniDg piepend
geopend was. En nu gluurden zijne oogen door
het getraliede venster naar de straat, waar het jonga
meisje dadeljjk moest verschjjnen.
(Wordt vervolgd.)