1903. N°. 41.
Zaterdag 4 April,
90sle jaargang.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
Persoonlijke diensten.
FIUILLETOM
DE REV0L VËRKONINDIN.
Be uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f Bpj25.
Afzonderlgke nommers 5 cent.
inxawdina van &dwectanli:35n wóoc» 8 r*an «ag» «tes»
uitgave*
De prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ot.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derztlfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ot.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De Burgemeester ea Wethouders van Goes doen
te weten, dat door den Raad dier gemeente in zjjne
vergadering van 23 Januari 1903 sjjn vastgesteld
•de volgende wijzigingen in da verordening, rege
lende de gevallen, den aard en den duur der per
soonlijke diensten, die van de ingezetenen kunnen
worden gevorderd in de gemeente Goes
nrt. 2 wordt gelezen
»em vrijwilliger te zjjn moet men den leeftijd
vnn 25 jnnr hebben bereikt en dien van 50 jaar
niet hebben overschreden, geen plichten ten aan
zien van de militie, schutterij of brandweer te
vervullen hebben en vrjj zjjn vnn hinderljjk# li
chaamsgebreken, een en ander ter beoordseling van
Burgemeester en Wethouders
art. 21 wordt gelezen:
«aan hen, die door de commissie voor het eerst
voor deu dienst kunnen worden aangewezen, be
nevens aan hen wier vrijstellingen zijn vervallen,
wordt daarvan kennis gegeven, met bepaling vau
dag en uur vóór 15 December, waarop de afkoop
moet bewezen of de plaatsvervanging toogelaten
zgn.
«Ook aan hen, die ingevolge art. 27 bjj even
tueels vacatures kunnen worden opgeroepen, wordt
daarvan kennis gegeven"
in art. 22 te lezen de som van «vjjf guldon"
in plaats >tien gulden"
in art. 27 te lezen«Behalve de eerste 242
manschappen, aangewezen op het Inly vingsregister,
zullen nog 40 daaraanvolgende worden aangewezen
om uit hen de in den loop des jaars ontstane
vacatures te vervullen"
aan art. 29 eane alinea toe te vo9gon, luidende
»Yan de afvoering van het register van dienst
plichtigen wordt hun kennis gegeven"
in art. 30 te lezen«echter niet langer dan
twee achtereen volgende uren en uict meer dan
tweemaal 's jaars."
Goes, 2 April 1903.
De Burgemeester en Wethouders van Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VEBSLUIJS.
GOES, 3 April 1903.
Gisternamiddag te 2 uren werd het stoffelijk
overschot van dhr. Z. D. v. d. Bilt La Motthe graf
waarts gebracht. Onnoodig is het te zeggen, dat
de achting en genegenheid, die den overledene
tjjdens zijn leven werden toegedragen, zich afspiegelde
bij zijne begrafenis. Een overgroot aantal belang
stellenden en, zeer zeker, stille dankbaren, bevonden
zich op de begraafplaats, om een laatste hulde te
brengen aan dezen gedenkwaardigen doode. In het
bjjzonder merkten wjj op een niet te noemen aan
tal leden van besturen ot' corporaties, waarvan de
overledene voorzitter of lid was of daarmede in
eenige andere betrekking stond. En niet alleen
waren Goescho vereenigingen vertegenwoordigd,
maar ook velen uit de gemeenten ten platten lande
waren ter bijwoning van deze plechtigheid opge
komen.
Het ljjk werd gedragen door een twaalftal vrien
den, of mede-leden van verschillende besturen hier
ter stede. Een zestiental prachtige kransen en
bloemstukken van levende bloemen waren de stoffe
lijke bewijzen van hulde en dankbaarheid, die den
overledene waren gebracht door familie-leden, vrien
den, beweldadigden, gemeente- en kerkbesturen.
Daar al deze kransen geen plaats konden vinden
op de ijjkkist, was een afzonderlijk open rijtuig
daarvoor in den lijkstoet aangebrachtdaarachter
volgden een drietal rijtuigen met de familie-leden.
Nadat de Ijjkkist gereed stond om in de groeve
te wordea neergelaten, werd het eerst het woord
gevoerd door den Burgemeester van Goes, die het
volgend® sprak
»'t Zij mij vergund, namens het Bestuur dezer
gemeente, een enkel woord van dankbare herinnering
te wijden, aan d® geopende groeve van ®nzen alom
beminden ontvanger.
Diep trof ons dit betrekkelijk onverwachts over
igden van dezen trouwon, nauwgezetten ambtenaar.
Bjjna 37 jaren gaf bij al zijne krachten aan zjjn
ambt on voorde h®tmetde grootste plichtsbetrachting
uit.
Veol omvattend was zjjn werkkring, getuig® d®
v®rscbill®nde betrekkingen, waarin hjj werkzaam was.
Zoude ik hier moeten herinneren aan d® talrjjke
vereenigingen, waaraan hij zjjne krachten ten beste
gaf, 't zoude t® wel zjjn deze op t® noemen, maar
neen, 't is geheel overbodig, want zjjne daden
spreken voor zich zelf.
Zjjne vtrschjjning deed aangenaam aan, hjj wist
het nuttige met het aangename te vereenigen. Hij
gaf onparljjdig zijn raad on steun.
Eod trouw vaderlander daalt met hem t®n grav®.
't Huis van Oranje verliest in hem een warm ver
eerder. Onze »tad een beminden burger.
Zijne nagedachtenis zal bjj ons in gezegende
herinnering bljjven
Trooste de Heere, van Wien alleen troost te
wachten is, zjjne treurende weduwe e« nabestaanden."
i Daarna word het woord gevoerd door dbr. C.
Risseeuw, die uit naam van Regenten en Regentessen
van het Gasthuis dhr. La Mêtthe herdacht als voor
zitter van dit college. Spr erkende ook in dezen
zjjne vele ea groote verdiensten, bracht hem daar
voor dankbare hulde, en sloot zjjn rede met de
woorden Zjjn asch ruste in vrede.
Vervolgens sprak Ds. v. d. Plassche van 's Heer
Abtskerke, die op verzoek en uit naam der wet
houders, dio mede tegenwoordig waren, hier het
woord voerde. Hij had daartegen wel eenigszins
opgezieD, reide hij, omdat het zoo moeilijk was de
verdiensten van den overledene naar waarheid te
schetsen. In een uitvoerige en treffende rede her
dacht bij dhr. La Motthe als Burgemeester, als se
cretaris en als kerkeljjk ontvanger dier gemeente.
Hij liet daarbjj uitkomen, hoe de overledene zeer
langen tijd deze betrekkingen had vervuld en hoe
hij daarin ten allen tjjde was geweest de vriend,
de raadsman, do vraagbaak, de vader der geheele
gemeente. Niemand, zeide spr., is op dese wereld
onmisbaar, maar dhr. La Motthe zal moeilijk zijn
te vervangeD. Lang, zeer lang zal van hem worden
gesproken. De overtuiging van eön welbesteed leven,
zal voor de nablijvenden een troost zjjn. Treffend
was het van spr. te hooren, welken treurigen in
druk de mare van de ernstige ongesteldheid van
dhr. La Motthe op de gemeentenaren maakteboe
aan ieder Goesenaar, die 's-Hoer Abtskerke bezocht,
met harteljjke deelneming naar den toestand van
den zieke werd gevraagd en terneergeslagen was
een ieder, toen hot doodsbericht van den Burge
meester werd vernomen. Zjjn verdiensten zullen lang
en door velen worden erkend en herdacht en zijne na
gedachtenis zal niet spoedig worden uitgewischt.
Als laatste spreker voerde het woord dhr. Breetvelt
hoofd van school A alhier, die een kort woord
wenBchte te spreken uit naam van het onderwjjzend
personeel, zoowel van het bijzonder als van het openb.
onderwijs te Goes. Hjj huldigde den overledene als
presideit der plaatseljjke schoolcommissie en roemde
het vel# goede, dat hjj in deze betrekking voorde
zware ademhaling een weinig te verlichten. Hjj
ontdekte daarbij een brief met het opschrift«Aan
den politiepresident van Berljjn."
XIX.
Niettegenstaande de protesten van haar omgeving
en van den dokter, had gravin Meinburg bevolen,
Renate bjj haar toe te laten, nadat zjj des morgens
eon brief van het jonge meisje ontvangen en her
haalde keeren g"lezr»n had.
Bleek en holoogig, zat zjj half opgericht in de
kussens van haar bed, toen de kleindochter van
den professor binnentrad, en op een wenk van
haar meesteres moest het kamermeisje de kamer
verlaten.
»U hebt een onderhoud met mij gewenscht
juffrouw, en ik heb besloten, het u te verleenen.
Maar weet ook, dat het een zeer vermetele taal
ie, die u in uw brief voert."
«Het is de taal van de waarheid en van mjja
diepste overtuiging, gravin", antwoordde Renate
zonder dat zij de oogen neersloeg voor den door
dringenden blik van Antonie. «En zoo ik misschien
in een enkele uitdrukking te ver gegaan ben, ver
zoek ik dat toe te scbrgven aan di opgewondenheid,
waarin ik bij het schrjj ven van den brief verkeerde".
«Nu, wjj zullen dat laten rusten. Maar wat
wenscht u nu eigenlijk van mjj
«Op uw aanklacht heeft men den heer v. Al-
vörden van moord beschuldigd. U moet hem van
deze verschrikkelijke verdenking bevrjjden door te
verklaren, dat u in do verwarring van don eorsten
schrik het overjjlde woord gesproken hebt en dat
naar uw# overtuiging hjj het niet kan zjjn geweest,
die uw echtgenoot gedood heeft."
«Het is een zonderling verlangen, dat u mg daar
doet. Hoe zou ik er toe komen, zulk eene verkla
ring af te leggen Waardoor wilt u mjj van de
onschuld van den heer v. Alvörden overtuigen
«Dat is niet noodig, gravin dat kan niet noodig
zjjn. U, die hem beter moest kennen dan iemand
anders, moet ook weten, dat hjj tot zulk een daad
niet in staat is.
«En indien nu juist mijn kennis van zijn karakter
mji de zekpiheid g» gpven had, dat y ii«n gndaau
heelt? Ik geloof niet, dat hg mijn echtgenoot uit
een hinderlaag doodgeschoten heeft, zools de heeren
van het gerecht sebijnen aan te nemen. Maar ik
onderwjjzers en het onderwijs heeft gedaan. Altijd
toonde hjj zich bereid raad en hulp en steun te
verleenen, waar hem die werd gevraagd. Hij was
de vriend der onderwjjzers, dis hem steeds alle
achting toedroegen, waarom zjjne nagedachtenis
dan ook bij hon steeds in eere zal big ven.
Uit naam der weduwo dankte dhr. A. E. Jansten
de woordvoerders en de belangstellenden voor de
laatste eer den overledene bewezen.
Bljjkbaar onder een ernstigen indruk van deze
begrafenis verlieten de aanwezigen de begraafplaats.
Men schrjjft ons uit 'a-Heer Abtskerke s
De treurige tjjding van het zoo onverwacht over-
ljjden van onzen hooggeachten burgemeester, deu
heer Z. D. van der Bilt La Mottheheeft in onze
gemeente groote verslagenheid gebracht. Men spreekt
terecht van een groot verlies.
Onze hoogachting voor hem was groot en alge
meen, zoowel om zjjne onberispelijk trouwe ambts
vervulling als om zjjne voortreffelijke hoedanig
heden. Hg was de raadsman, de helper, de vriend
van allen, die ook maar iets met hem van doen
I hadden. Hjj was een liberaal man in den waren
zin. Vandaar ook, dat men nooit van botsingen of
onaangenaamheden hoorde met zjjne medebestuur
ders of ambtenaren, tot wie hjj in eenige betrek
king stond. Er zeu buiten dit alles nog veel goeds
van hem te zeggen zjjn en ook wel gezegd worden.
Wjj kunnen dit evenwel niet uitbreiden en moeten
daarom eindigen met de treurige betuigingonze
gomeente heeft een zwaar verlies getroffen.
Bij kon. besluit is pensioen verleend aan
jhr. mr. J. J. Pompe van Meerdervoortten bedrage
van f 1951 'sjaars.
Men meldt uit Veenhuizen aan de N. R. Ct.
«De in eene rijkswerkinrichting verpleegden, die,
op het tgdstip van hun ontslag, wegens een of
ander gebrek niet alleen kunnen reizen, wordeH
sedert eenigen tijd niet meer naar de plaats hunner
keuze gebracht, om daar aan hun lot, of liever
aan de zorg van het gemeentebestuur te worden
overgelaten. Wanneer zij niemand kunnen aanwgzen,
die bereid is hen op te nemen, blijven zjj iü de
werkinrichting, iü afwachting van verbetering in
hun toestand."
Een voorval als met V. d. Werf, die naar Goes
word gebracht en daar nog verbljjf houdt in het
Gasthuis, zal dus niet meer behoeven voor te komen.
weet, dat hij niet de man is, die zich eene belee-
diging laat aanleunen en ongestraft laat."
«Het kan zijn, dat u gelijk hebt. Maar hoe durft
u hem de schande aandoen, te gelooven, dat hjj
lafhartig zou ontkennen, wat hjj onder den dwang
van zijn eergevoel hoeft gedaan. Hg zegt, dat hjj
den graaf niet heeft doodgeschoten, en daarmede
moot het voor u bewezen zjjn, dat niet hij, maar
een andor de moordenaar geweeBt is
«Met weik w«r»u f irepdt u voor hem op,
juffrouwHet schgnt mg toe, dat u gelegenheid
hadt, hem toch beter te leeren kennen dan ik."
«Ik ken den heer v. Alvörden slechts van een
paar ontmoetingen. Maar ik meen, dat men hem
slechts een enkele maal behoeft te hebben gezien
en gesproken, om to weten, dn* hij all«s behalve
een lafaard 18.'
«Och, het vooruitzicht op de gevangenis maakt
menigeen tot een lafaard, die zich zonder eenige
bedenking voor de loop van een pistool zou heb
ben geplaatst."
«Het vooruitzicht op de gevangenisEn dat
kunt u zoo rustig zeggen, alsof degeen, dien u in
't verderf wil storten, voor u een onverschillige
vreemdeling ware
«Verlangt u misschien, dat ik mij tot zijn mede
plichtige maak, door de waarheid te verzwijgen
«Maar, mjjn hemel, het is toch geen waarheid,
wat u aan zjjn rechters gezegd hebt. Is er dan
in uw hart geen stem, die u toeroept, hoe zwaar
u tegen hem gezondigd hebt?" riep Renate opge
wonden uit.
«Neen, juffrouw, in mjjn hart is nu geen andere
stem dan die van den plicht. U hebt in uw brief
zekere toespelingen gemaakt, die ik eigenljjk als
een zware beleediging had moeten opvatten. Maar
ik zie, hoé het met u gesteld is, en daarom wil
ik u niet ter verantwoording roepen."
«Hoe het met mg gesteld is, gravin?" viel
Renate in, terwjjl zjj de gravin verwonderd aankeek.
«Nu ja, wilt u misschien nog ontkennen, dat u
allee» op een niet zeer meisjesachtige maaier voor
den opperhoutvester optreedt, omdat u hem voor u
zelf wilt redden omdat u hem lief hebt
Nu sinx Renate d» ooger» neer, *n een donkere
blos van schaamte bedekte haar wangen. >U is wreed,
gravin I"
(Wordt vervolgd.J
Roman van Eeinhold Ortmakn.
Hossfeld lachte luid. «Neem mij niet kwaljjk,
miss Georgia deze eisch was inderdaad een weinig
sterk. Edward Miller, die zich in Amerika voor een
deel van de gage voor den loop van uw pistool
plaatste, en graaf Meinburg waren toch eigenlijk
zeer verschillende personen."
«Wat raakte mjj dat! Had ik hem destjjds niet
naar zijn afkomst gevraagd, toen hjj als een va
gebond de wereld doortrok, waarom bad ik er nu
naar moeten vragen Genoeg, ik liet hem niet iu
t wjj fel ten aanzien van wat ik van hem verlangde."
«Hg verklaarde u natuurljjk, dat dat onmogelgk
was."
«Ja, zoo ongeveer. Voor 't oyerige deed hg ook
een zwakke poging, om zijn zwak en gemeen ge
drag van vroeger te rechtvaardigen door alle schuld
op een ander te schuiven, die hem daartoe aan
gezet had."
«Op een ander Op mg misschien
«Ja, op u, meneer v. Hossfeld
«Een bjjzondere soort van dankbaarheid, dat moet
ik zeggen. Maar ik zweer u, dierbare Georgia
«Zweer niet. Gij ziet, dat ik u geen verwijt doe
en geen verdediging verlang. Maar ik bad u be
loofd, uitvoerig te zjjn, en ik moet het u zeggen,
opdat gjj het vervolg begrgpt. Graaf Meinburg dus
wees mjjn eisch van de hand, en bood mij in de
plaats daarvan een som geld als schadeloosstelling
of als prjjs voor mijn stilzwjjgen."
«Dat was te voorzien. En daar het, naar ik te
zjjner wil aannemen, althans een voldoend
greote som was
«Wjj zijn er niet toe gekomen, over het bedrag
te spreken, meneer v. HossfeldHet antwoord,
dat hg van mg ontving, maakte aan alle verdere
onderhandelingen een einde."
»U was toch niet dwaas genoeg
Georgia greep naar een der glaasjes en wees met
een inviteer«*nd gebaar naar b«t andere. «Laten wjj
k'inkeu, meneer, zooais in >uitschland gebruik is,
als men met elkander drinkt «Op onze gemeenschap
pelijke herinneringen aan Quincj en Denver!"
Met zacht geklinkklank stootten de glaasjes tegen
elkaar. Op het oogenblik, waarop hg het zijne aan
de lippen bracht, met de bedoeling, het naar zijn
gewoonte in één teug te ledigen, viel zjjn blik op
Georgia's gezicht, en hjj was geweldig ontdaan over
do verandering, die hij eensklaps op dit mooie en
zooeven nog stralend-vrooljjk gezicht ontwaarde.
Het was bleek als marmer en demonisch verwrongen,
terwijl zjj met gesloten oogen den inhoud van haar
glas ledigde.
Hossfeld kreeg een zonderlinge, nare gewaarwor
ding en een voorgevoel van iets ontzettends greep
hem aan. Duideljjk bespeurde hg nu ook den amau-
delreuk van de likeur, en toen hij zijn lippen er
mco bevochtigde, wekte de leelgke smaak bij hem
een gevoel van walging.
Nog voordat Georgia de oogen weer geopend had,
had hjj met een haastige beweging don geheelen
inhoud van het glas in zijn theekopje overgegoten,
en zij zag nog slechts, dat hij hot ledige glaasje
weer op de tafel zette.
Met beide handen zwaar op den rand der tafel
leunend en over het geheele lichaam bevend, staar
de zjj hem met onnatuurlijk ver opengespalkte
oogen aan. Haar borst bjjgde, en het kostte haar
blijkbaar verschrikkelijk veel moeite, verstaanbare
woorden over de zonderling gekleurde lippem te
brongen.
«Mjjn antwoord was, dat dat ik hem
een kogel door het hoofd ah het is uit ik."
Luid rinkelend vielen kopjes en glazen op den
groid, want Georgia had in haar val de tafol me#
omgegooid. Kermend wentelde de echoone in on
miskenbaar vreeselijke pjjn zich over het tapijt.
Hossfeld echter liep verbjjsterd naar de telefoon en
vervolgens, zonder eerst de komst van een hotel
bediende af te wachten, naar de deur.
«HelpEen dokter om Gods wil, gauw
een dokterriep hg in de gang. «Juffrouw Ellis-
ton ligt op sterven."
Natuurljjk liepen op dezen alarmkreet al de
hotelbewoners te hoop. Ook eea in 't hotel toe-
vallig logeerende dokter was binnen weinige minuten
ter plaatste. De ongelukkig* circoskimsr.fn-iros «enter
kon bij niet m««r helpen Zij lag reeds iu de
laatste stuiptrekkingen, toen de dokter de kooopou
van haar japon losmaakte, om haar verschrikkelijk