1903. N". 35.
Zaterdag 21 Maart,
90sle jaargang.
VERKIEZING.
NAL0TING
NATIONALE MILITIE
FEUILLETGH
DE REV0LVERKMINGIN.
De uitgave dezer Courant göBehiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, ff lE2ïï„
Afzonderlijke nommers 5 cent.
InxtmdiQQ van adwesdteisSiëgi véov 2 ispos ©gj ds® dag
uBfgavca
Do prjjs der gewone advortentiën ia van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts twoemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald. 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 20 Maart 1903.
VERKIEZING.
Het gemeentebestuur van Goes brengt ter open
bare kennis, dat van hot stembureau is ontvangen
het proces-verbaal tot vastelling van dea uitslag
van de stemming tor verkiezing van twee leden van
den Gemeenteraad op 19 Maart 1903, hetwelk in
afschrift is aangeplakt en op de Secretarie ter visie
nedergelegd.
Goes, 20 Maart 1903.
Het gemeentebestuur van Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLÜIJS.
De Burgemeester dor gemeente Goes brengt ter
kennis van de ingezetenen, dat gekozen zijn tot
leden van den gemeenteraad de heeren
J. DONNER
en
W. KAKEBEEKE.
Goes, 20 Maart 1903.
De Burgemeester van Goes,
DE KONING KOOIJ.
Voor de tweede maal wordt bekend gemaakt,
dat voor P. H. HOUVENAGHEL eene
voor deze gemeente, lichting 1903,
door den beer Commissaris der Koningin is be
paald op Naandng 30 Maart 1903, des voor
middags te 10.30 uren, te Goes, en dat die zal plaats
hebben in een ZAAL VAN HET RAADHUIS.
De militieplichtige wordt opgeroepen ton gestelde»
dage, ure en plaatse daarbij tegenwoordig te zjjn,
en redenen van vrijstelling hebbende wegens broeder-
dienst, op Dinsdag 31 Maart d. av., des voormiddags
tu8schen 9 en 12 uren, ter Secretarie der gemeente
daarvan opgaaf te doen, teneinde intijds de bewjjzen
en het getuigschrift tot vrijstelling te kunnen aan
vragen en opmaken.
Goes, den 20 Maart 1903.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLÜIJS.
32
Roman van Reinhold Ortmann.
»U hebt deze motieven reeds leeren kennen",
antwoordde de recbter. »Op het geheele eiland was
u de «enige, die graaf Meinburg haatte. En als u
nu wilt doen gelooveo, dat deze haat ve?jaard en
vergeten geweest is, spreekt u niet de waarheid.
Ik weet dingen, die het tegendeel bewijzen".
»Ik kan mij natuurlijk niet verdedigen, zoo lang
ik niet weet, wat u bedoelt".
•Vermoedelijk dezelfde dingen, die u zooeven
naar u zeide uit deferentie voor een ander peisoon
meende te moeten verzwijgen. Maar u zult, naar
ik hoop, van houding veranderen, als ik u zeg,
dat deze persoon op die deferentie uwerzijds in
't geheel geen aanspraak maakt. De gravin Mein
burg heeft mij alles verteld, wat er tusschon haar
en u voorgevallen is".
AlvÖrden kon zjjn verrassing niet verbergen. >0,
dat kon ik inderdaad niet verwachten En op grond
daarvan meent men mjj te mogen verdenken
•Ik geloof, dat u geen reden hebt, u daarover
te verwonderen. U begrijpt, dat eene aanklacht juist
uit dien mond voor ons gewichtiger moest zijn dan
elke andere".
•Een aanklacht? Het was toch niet de gravin,
die mg beschuldigd heeft, de moordenaar van haar
man te zjjn
•Het is haar vaste overtuiging, meneer".
•Ah dan dan begin ik inderdaad alles te be
grijpen. Maar ik beken, dat ik eerder aan het in
storten van den hemel zou hebben geloofd dan aan
zulk een mogelijkheid".
•Welnu, nu hot onverwachte gebeurd is, is u
misschien wel bereid, de waarheid eer aan te doen.
Bij d© gisteren gehouden stemming voor twee
leden van den gemeenteraad werden uitg&bracht
67S geldige stemmen volstrekte meerderheid 340,
daarvan verkregen de heeren J. Donner (a.-r.) 343
8t., F. Q. C. den Hollander (lib.) 319 St., W. Kakebeeke
(lib.) 383 st. en C. Oranje (a.-r.) 283 st., zoodat
gekozen zijn de heeren Donner en Kakebeeke
De liberale partij heeft dus één zetel in den
Raad gewonnen. In aanmerking genomen, dat er
ongeveer 900 kiezers zijn, is men slecht ter stembus
gekomen. Voor het meerendeel zijn het liberalen, die
zich zoo lauw hebben betoond. Dit moeten wij tot
onze spijt constateeren.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 April
1903, benoemd tot tweede-essaieur der gentrale
controle van 's rjjks munt, dhr. C. E. van Koetsveld
en is aan hem, met ingang van denzelfdon datum,
eervol ontslag verleend uit zijne betrokking van
commies-stempelaar te Amsterdam.
Het Staatsblad no. 82 bevat een kon. besluit
van den llden Maart 1903, houdbnde bevelen tot
het onder de wapenen blijven van de ingelijfden
der lichting van 1902. Het bosluit bepaalt, dat de
ingelijfden voor de lichting van 1902, voor zooveel
zij niet krachtens art. 109, eerste zinsnede, van de
Militiewet, in werkelijken dienst zouden kunnen
worden gehouden, krachtens art. 110 dezer wet
onder de wapenen moeten blijven voor zooveel en
voor zoolang als H. M. zulks noodig zal achten.
Naar de Tel. verneemt zal de Regeering op
24 Maart een wetsontwerp indienen ter goedkeu
ring van het onder de wapens roepen der lichtin
gen. De wet spreekt van zes weken, als uiterste
termijn, waarin zoodanig wetsontwerp moet zjjn
ingediend.
Men meldt uit den Haag
Aan H. M. de Koningin is een, door een 1300
a 1400 miliciens onderteekend request gericht,
houdende het verzoek om de liehtingen 1900 en
1901 uiterlijk 24 Maart met groot verlof te doen
gaan. In het request wordt er op gewezen, dat hit,
indien het niet mogeljjk is het zonder lichtingen
af te doen, billijker zou zijn het zoodanig t® ver
doelen, dat de lichtingen '98 en '99 onder de
wapenen zouden worden geroepen om de lichtingen
1900 en 1901 af te lossen.
Ook is het volgende adres verzonden Aan Zijne
Eicellentie den Minister van Oorlog, geven met
verschuldigden eerbied te kennen, de miliciens en
miliciens-korporaals van de lichtingen 19001901,
5e bataljon, 3e regiment infanterie, dat zij door
nog langer onder de wapens te blijven hunne mid
delen van bestaan zullen verliezendat zij, die
gehuwd zjjn en reeds vader, zich zeer bezorgd
Neen, antwoord mjj niet direct, maar laat
mij eerst uitspreken Ik spreek tot een edelman en
tot iemand met een smetteloos verleden. Daarom
wil ik een oogenblik vergeten, dat ik hier als
rechter van instructie tegenover u zit. Ik wil u
openhartig zeggen, dat de gravin, die zich door
haar geweten gedrongen gevoelde, deze zware be
schuldiging tegen u uit te spreken, er niet aan
denkt, u voor een gemeenen sluipmoordenaar te
houden, en dat het ook mjj zeer moeilijk zou val
len, dat in u te zoeken. Zooals ik mij de toedracht
voorstel, zou uw daad in veel zachter licht schijnen.
Of nu uw ontmoeting 's avonds met graaf Mein
burg een toevallige was of niet, in elk geval had
u naar mijne vaste overtuiging van den beginne af
niet de bedoeling, hem te dooden, maar het ont
zettende gebeurde eerst tengevolge van een ver
nieuwden twist. Misschien zelfs gelooft u, dat u in
een toestand van noodweer was. Want de verslagen©
was volgens het getuigenis van zijne echtgenoote
een zeer driftig monsch. En van iemand, die zich
laat vervoeren, de hand tegen een weerlooze vrouw
op te heden, kan men ook elke andere daad van
geweld verwachten. Hjj was woedend op u, want
hij zag in u te recht of ten onrechte, dat kun
nen wjj daarlaten den verstoorder van zijn echte-
ljjken vrede. Zoo zou er voor het geval een ver
klaring te vinden zijn, die u wel is waar niet voor
straf bewaren kan, meneer v. Abörden, maar die
toch aan uw handelwijze het schandelik karakter
van een lafbartige en eerlooze daad kan ontnemen."
Hjj had den beschuldigde een gouden brug wil
len bouwen voor zijne bekentenis.
Maar hjj had zjjne welsprekendheid te vergeefs
verspildwant Alvörden, die hem met volmaakte
kalmte had aangehoord, antwoordde, zoodra hjj
uitgesproken had, zonder eenig talmen »Ik dank
u oprecht voor de wol willendhoid, die uit uw woor
den spreekt. Maar ik weet, dat ik nog een veel
betere meening waard ben dan u van mij heeft.
maken over hunne huisgezinnen dat zij, nu toch
al bijna zes weken onder de wapens zjjnde, reeds
het bericht verwacht hadden met groot verlof t®
kunnen gaan dat zij, door de volgende week van
bun verder verblijf onder de wapens ontheven te
worden, in de gelegenheid komen wederom hunne
betrekkingen te vervullen dat zij het allen diep
betreuren, dat er op het oogenblik totaal nog niets
van bekend is, wanneer zjj weder kunnen vertrek
ken dat er huns inziens nog veel lichtingen zjjn,
die hen zouden kunnen vervangen."
&Taai*<le. Zoodra in onze gemeente bekend was,
dat de heer C. Thorenaarwethouder alhier, be
noemd was tot burgemeester, bracht de muziek
vereniging »Paul Kruger" hetn Woensdagavond
nog een serenade. Dhr. Thorenaar was met dit bezoek
ten zeerste ingenomen, zoodat de leden der vereoni-
ging ruim werden onthaald.
Billand-Bath. Naar aanleiding van een schrij
ven van Gedep. Staten besloot de Raad in zjjne
vergadering van Donderdagmorgen zoo spoedig
mogeljjk een oproeping te doen voor een onder
wijzer aan de school te Rilland en de begrootingen
van 1902 en 1903 te wjjzigen. Verder las de voor
zitter een schrijven voor van den directeur van het
postkantoor te Krabbendjjke, waarin vermeld werd,
dat aan het verzoek van den Raad, om verandering
der openingsuren >an het hulpkantoor alhier, was
voldaan.
Wissekerke. (Verbeterde opgave uitslag stem
ming voor den Gemeenteraad.) Ingeleverd 203
stembiljetten, waar/an 3 van onwaarde Volstrekte
meerderheid dus 101 stemmen, die precies door
den verkozene dhr. A. Abrahamse (a.-r.) werden be
haald. Dhr. tF. du Claux (lib.) verkreeg 76 stem
men, dhr. J. M. Noerdhoek, oveneens als liberaal
candidaat gesteld, 23 stemmsn.
Gemengde Berichten.
Woensdagmid Jag werd door een van drie
jongelui, die zich tusschen de Hembrug en Am
sterdam bjj de spoorbaan bevonden, een revolver
schot gelost op trein no. 780, komende van Enk
huizen en bestemd voor Amsterdam. Een der pas
sagiers, zittende in een derde klasse-coupé, word
door een kogel, die de vensterruit verbrijzelde, aan
het hoofd getroffen bij het linkeroog. Door aan de
noodrem te trekken, werd de trein tot staan ge
bracht, en de drie jongelui aangewezen aan een
veldwachter, die zich toevallig in den polder daar
ter plaatse bevond. De revolver werd in beslag
genomen, en diende zelfs nog eenmaal in handen
van den veldwachter, om de jongens, die 't op een
loopen wilden zetten, in bedwang te houden. Tegen
het baldadige drietal werd proces-verbaal opgemaakt.
En ik kan u slechts met alle beslistheid herhalen,
dat ik graaf Meinburg evenmin uit een binder-
laag als in een twist gedood heb. Ik heb hem
dien avond in 't geheel niet ontmoet en ik heb
noch direct noch indirect eenig d«el aan zjjn dood."
De rechter van instructie fronste het voorhoofd
»U is ook nu niet in staat, een verdenking tegen
een ander persoon uit te spreken
•Neen
•Dan spijt het mij, u te moeten mededeelen,
meneer v. Alvörden, dat u onder verdenking van
moord gearresteerd is, ®n dat ik genoodzaakt ben
j u voorloopig naar hot politiecachot te Girnitz t©
laten brengen."
De houtvester boog eventjes. »lk kon onder de
gegeven omstandigheden wel niet anders meer ver
wachten," antwoordde hij zeer bedaard, »en ik ben
tot uw beschikking. Het zou echter inderdaad zeer
wonderlijk moeten loopen, al® dit arrest van lan
gen duur zou zijn."
Hoezeer ook de onveranderlijke kalmt® van den
verdachte den rechter van instructie deed aarzelen,
was hjj toch overtuigd, slechts naar plicht en ge
weten gehandeld te hebben en hjj was boos op
zichzelf over het onbehageljjke gevoel, dat hem
aangreep, toen hjj bevel gegeven had, Alvörden
weg te voeren.
xvii.
Toen den volgenden voormiddag het bericht van
de arrestatie van den houtvester op het eiland
verspreid werd, hadden professor Meinardus en
zijn kleindochter het eiland reeds verlaten.
Na haar laatste onderhoud met Alvörden moest
Renate haar voorntmen, tot na de ontdekking van
den moordenaar hier te bljjven, eensklaps weer
hebben opgegeven, want zjj was het geweest, die
den ouden heer tot. een spoedig vertrek aangezet
had. De professor was des te eerder op haar wen-
schen iDgegaaD, omdat de houdiDg van zijn lieve-
De gewonde passagier werd aan het station te Am
sterdam verbonden.
Te Gorincbem is oplichterij gepleegd door
iemand, die zich bjj een weduwe in den kost had
besteed, voorgevende ambtenaar te zijn »bij het
spoor". Hjj zeide aan de kostvrouw, dat hjj zjjn
horloge met ketting in reparatie had gegeven en
verzocht, wanneer het thuis gebracht werd, het
geld maar voor te schieten. Op straat voor een
horlogemakerswinkel gaf hjj een pakje, waarin een
horloge, om bij vrouw V. (zijn kosthuis) te be
zorgen. Later werd een ander met de kwitantie
van f6.75 g®stuurd, welke de vrouw betaalde. Uit
nieuwsgierigheid werd het doosje eens geopend en
in plaats van een gouden horloge met dito ketting,
zag men met verbazing een paar steeneD. Onmid
dellijk werd hiervan de politie in kennis g«steld,
die den kostganger opspoorde. Het bleek, dat hij een
valschen naam had opgegeven, niet aan de spoor
behoorde, en zich reeds aan onderscheidene opliehte-
rjjen had schuldig gemaakt.
Hjj is gevankeljjk naar Dordrecht overgebracht.
Twee landbouwers te Winschoten zouden gaan
zaaien en passeerden met paard en wagen, waar
achter een zaaimachine was gebonden, den tramweg.
Een stoomtram kwam van Winschoten en omdat
't erg mistig was, belde de machinist voortdurend.
De landbouwers hoorden dit wel, doch meenden den
overweg nog wel te kunnen passeeren. Paard en
wagen kwamen er over, de zaaimachine geraakte
onder de locomotief en werd vernield.
Door het op hol slaan van het paard is de
heer H. te Noordwolde uit den wagen tegen een
boom geslingerd. Hjj bleef op de plaats dood, ten
gevolge van schedelbreuk.
Twee smidsknechts waren werkzaam aan een
ketelreparatie in een verfwarenfabriek te Oud-
Kralingen.
In den ketel bevonden zich nog restanten van
vernis en naphta, zoodat, toen de eene zich in
den ketel begaf, hij daarin bewusteloos neerviel.
De andere, die zijn kameraad te hulp kwam, viel
eveneeus door de naphtadampen bewusteloos neer
in den ketel. Twee andere werklieden, die in de
nabjjheid waren, bemerkten het gevaar, waarin bei
den verkeerden, en slaagden er in hen met touwen
op te halen en van den dood te redden.
Een 25-jarige vrouw is op den Schevening-
schen Weg, onder een paardentram geraakt, met
het noodlottig gevolg, dat haar een been werd af
gereden. Naar het ziekenhuis overgebracht, bleek
zjj overleden. Dronkenschap tengevolge van drank
misbruik schijnt de oorzaak te zijn van het onge
luk. Het personeel van de paardentram heeft geen
schuld aan het gebeurde.
ling hem ernstig begon te verontrusten. Renate
was zoo bleek en beurtelings zoo terneergeslagen
en opgewonden, dat de geleerde niettegenstaande
haar herhaald© verzekering, dat het Blechts een
weinig hoofdpijn was, die haar plaagde, de voor
boden eener bedenkeljjke ziekte in deze Bymptomen
meende te zien.
Toen zjj te Hellabrunn op de stoomboot gingen,
wist men op de landingsplaats nog niets van de
verrassende wending, die door de mededeelingen
van gravin Meinburg in de instructie gekomen was.
Een uur later echter was er zeker niemand op
het eiland, die het niet wist. Eu de heeren vau
de justitie zouden het niet prettig gevonden heb-
beD, als zij hadden kunnen hooren, welke beden
keljjke eeretitels men hun in verband met de ar
restatie van den houtvester gegeven had.
Want niemand van allen, die hem kenden, go-
loofde aan zijn schuld. En overal werd bijna met
dezelfde woorden herhaald, wat vorst Vilmarstein
bjj het vernemen van het gebeurde uitgeroepen
had *Het is een noodlottige dwaling, want als
hjj het gedaan bad, zou hij het bekennen. Hij is niet
de man, die zijn toevlucht tot een laffe leugen zou
nemen, om zich aan eene straf te onttrekken."
Dat was de meening, dia zich overal openbaarde
en die van den beginne af elk geloof aan Alrör-
dens schuld onderdrukte. De houtvester van Ris-
tow, die nog eenmaal in een lang verhoor over öe
houding van v Alvörden onmiddellijk na de daad
ondervraagd werd, gaf weliswaar onomw« nden roe,
dat zjjn chef bjj het bericht van de ontzettende
ontdekking zeer opgewonden en geagiteerd geweest
was, maar toon d® rechter van instructie hem vroeg,
of deze opgewondenheid misschien als een teeken
van schuldbewustzijn was uit te leggen, wees bij
die gedachte met zulk een beslistheid van zich af,
dat de rechter zich tot een vrjj scherpe terecht
wijzing wegens zjjn oneerbiedig gedrag genoodzaakt
zag. (Wordt vervolgd.)