1903. N°. 25. Donderdag 26 Februari. 90ste jaargang. 22 FSDILLETOI, De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. ÜiSseniSiüis sdvertentSSn WÓOÜ1 S op e5©@ uitgave* De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. A,anvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Staats-explcitatie van Spoorwegen Naar aanleiding van de werkstaking vsn het spoorwegpersoneel in ons land is de quaestie der staatsexploitatie van spoorwegen weer meer op dan voorgrond getreden. Het is echter niet in verband mst deze werkstaking, dat wij de zaak hier eens besproken, doch moer uit principiösl oogpunt. Niet, dat wij ons voorstellen veel nieuws op dit gebied te berde te kunnen brengen, vrijwel alles wat er vaa te zeggen va'lt, ie opgenomen in de praead- ▼iezen van de b.h. A. PlateR. W. JC. van den Wall Bake en prof. mr. M. W. F. Treubuitgege ven door de vareeniging voor de Staathuishoud kunde en Statistiek, over de vraag »is het wenscho- lijk, dat de bestaande toestand ten aanzien vun de exploitatie van onze spoorwegen vervangen worde, hetzjj door staatsexploitatie, hetzij door exploitatie door ééne maatschappij maar het kan allicht eens dienen ter overweging van deze vraag bij onze lezers. Van de vroegste tijden af hebben verschillende staten zorg gehad voor goede verkeerswegen in bun gebied en geen wonder, ze hadden hierbij groote- lgks belang, zoottgI wat hun handel als wat de veilig heid binnenslands betrof. Toen dan ook de spoor wegen kwamen, begreep men ook, dat de Staat hierop invloed moest uitoefenen, door bijv. voor schriften te geven ten opzichte van do veiligheid enz., aan do maatschappijen, aan wie concessies waren verleend tot het exploiteeren van spoorwegen. Hier te lande heeft men het exploiteeren van de spoorwegen gegeven aan twee maatschappij on, aan de Hollaadsche IJzeren Spoorwegmaatschappij" en aan de Maatschappij tot exploitatie van Staats spoorwegen". Men hoopte, dat deze twee maat schappijen tegen elkander zouden eoneurreeren en dat bij die concurrentie het publiek en de handel zouden profifceeren. Dat zou misschien goed gaan, als overal de baide maatschappijen naast elkaar bestonden, maar een enkele blik op de spoorweg kaart doet zien, dat geheele streken van ons land in handen van één der beide maatschappijen zijn. En als al eens een eindpunt van zekere stad uit langs lijnen van beide maatschappijen te bereiken is, dan loopt de eeno lijn gewoonlijk langs een omweg, waardoor verkwisting in do exploitatie ont staat. Ér is nu veelal in vele takken een dubbele dienst noodig, waar men, als ééne maatschappij, bijv. do Staat, exploiteerde, met de helft zou kun nen volstaan. Het beginsel van de kortste route is zoo eenvoudig, dat men zich bijna niet kaa voor stellen, dat de Staat dit in 1890 niet aan de maat schappijen heeft voorgeschreven. Do heer Plateeen tegenstander van Staafcs-exploitatie, erkende zelfs ♦dat de exploitatie door den Staat het voordeel medebrengt, dat omwegen bij het vervoer vermeden kunnen worden, dat passagiers- en goederentreinen zóó geregeld kunnen worden, dat materieel en trek kracht beter tot hun recht komen dan onder bet tegenwoordig régime van concurrentie in alle rich tingen." Van de concurrentie hebben wjj dus in dezen niet veel goeds te wachten en er kon meer in het belang van het publiek worden gedaan, als Diet winstbejag, zooals thans, maar algemeene welvaart het doel der maatschappijen was. Het spreekt van zelf, dat elke spoorwegmaatschappij het liefst zooveel mogelijk dividend uitkeert aan de aandeel houders, dat is zeer begrijpelijk, raanr het spreekt ook vanzelf, dat het publiek daaronder lijdt. Als niet winstbejag, maar algemeene welvaart het doel was, waarmede spoorwegen werden aangelegd, dan zou in achterlijke streken de landbouw kunnen worden gesteund door bet aanleggen van eene ljjn, waarlangs de producten gemakkelijk kunnen worden vervoerd. Op zoo'n lijntje zou geen directe winst zit ten, maar later zou, wanneer zulk een streek door verkeersmiddelen tot meerderen bloei is gekomen, door verhoogde belasting dit verlies indirect worden gedekt. Maar zoo'n klein verlies waagt eene par ticuliere maatschappij er niet aan dat is van haar standpunt zeer begrijpelijk de Staat echter zal dit wel kunnen doen hij trekt naderhand de indirecte voordeelen van verhoogdö welvaart van eene streek. Ook wat d9 ontwikkeling der verschillende haven steden aangaat, zou het wenschelijk zgn, dat de exploitatie in handen van den Staat kwam. Zeer juist oordeelde o. i. bij gelegenheid van de spoorweg enquête hierover de toenmalige burgemeester van Vlissingen, de heer A. Smit, die op een desbe treffende vraag antwoordde »Ter wille der billijk heid moeten al onze zeehavena gelijke rechten en tarieven hebbea voor het transito-verkeer. En om dat dool te bereiken, is het iioodig, dat de spoor wegen door den Staat geëxploiteerd worden. Is het beheer in handen van eene particuliere maatschappij, dan wordt allicht die plaats voorgetrokken, waar aan de maatschappij het grootste gedeelte van haar kapitaal te danken heeft." Zoo is hetde Staatsspoor doet alles voor Rot terdam, de Hollandsche spoor alles voor Amsterdam. En ook al weer uit voordeel. Als bij voorbeeld Vlis singen tot bloei kwam, zou de Staatsspoor zooveel moer materieel enz. noodig hebben, om ook die haven naar behooren te bedienen en zijzelve zcu er niet bij profiteoren, omdat het transito-vervoer dat Vlissingen meer kreeg, van Rotterdam zou af vallen. Daarom is de Staatsspoor dan ook met haar treinen niet door gaan rijden tot de binnenhaven in Vlissingen. Bij exploitatie door den Staat zou naar zulke dingen natuurlijk niet gevraagd mogen worden «n Staatsexploitatie zou derhalve ook zjjn in het voordeel van andore havensteden. Zooals de toestand nu is, worden geheele land bouwstreken en havensteden ondergeschikt gemaakt aan de financiöele belangen van spoorwegmaat schappijen. Bij al deze groote bezwaren tegen de exploitatie onzer spoorwegen door particuliere maatschappijen, komen nog vele kleinere ook, waarvan de enkele reiziger de nadeelige gevolgen en onaangenaam heden ondervindt, zooals do ongeregelde treinenloop, waardoor veel tijd wordt vermorst, de verschiller de aansluitingen, die zoovaak worden gemist, zoodra er maar een weinig meer drukte dan gewoonlijk op de lijnen is, de verschillende tarieven, al naar mate er concurrentie valt te overwinnen of niet, enz. enz.. Inderdaad, van welke zijde wij dit vraagstuk ook bezien, het komt ons voor, dat het uit elk oogpunt wenschelijk moet worden geacht, dat in ons land de Staat de exploitatie der spoorwegen aan zich trekt. Hier zijn wij aan het einde van ons betoog ge komen wij hebben in den aanvang gezegd, dat wij het vraagstuk niet wilden bespreken in verband met' de werkstaking. Maar even willen wij hier toch aanstippen, dat verbetering van economische toestanden van het personeel der beide maatschap pijen in ons land moeilijk door die maatschappijen zal kunnen worden aangebracht. Do maatschappijen houden reeds niet voel geld over, van verhooging van loonen zal dan ook wel niet veel kunnen komen. De concurrentie heeft ook in dit opzicht kwade parten gespeeld. Alleen als de Staat exploitant wordt, die geen winstbejag beoogt, zal ook in dezen verbetering kunnen komen. Een reden te meer dus. GOES, 25 Febr. 1903. De timmerlieden-gezellen alhier hadden een verzoek gericht tot de patroons om verhooging van loon met ingang van 1 Maart a. 8. De patroons hebben thans besloten om, onder zekere voorwaarden, het loon met 1 cent per uur te verhoogen en dus op 16 cents te brengen, in te gaan met 1 April. De gezellen zullen echter aan de patroons een nader verzoek richten om de verhooging reeds met 1 Maart a. s. te doen iDgaan. Tot hulp-agent van politie is benoemd dhr. Comelis Jacobus Roose alhier, en zulks in plaats van dhr. P. fJengstmangerseervol ontslagen. Met 16 F^br. is verplaatst de klerk der pos terijen en telegrafie F. C. M. van Popering van Rotterdam (telegraafkantoor) naar Wemeldinge. De miliciens der lichting 1903, die in de eerste helft van Maart onder de wapenen moeten komen, zullen, naar aan verschillende bladen wordt gemeld, dadelijk na hunne inlijving en nadat hun de krijgsartikelen zjjn voorgelezen, met verlof naar hunne haardsteden worden gezonden. Hoogstwaar schijnlijk zullen zij zich in de 2e helft van Mei bij hun korps moeten vervoegen. Bij de gisteren gehouden stemming voor een lid der Tweede Kamer in het district Éde (5871 kiezers) zijn uitgebracht 3810 stemmen, waarvan geldig 3729. Volstrekte meerderheid 1865. Gekozen dr. M. A. Brants (antirev.) met 2437 stemmen. Mr. W. H. de Beaufort (lib.) had 1292 stemmen. Bij de Tweede Kamer is ingeleverd een voor stel van wet van den heer DrucJcer en 8 andere leden, strekkende tot het in overweging nemen van veranderingen in het derde en vierde hoofdstuk der Grondwet. Voorloopig zij medegedeeld, dat de voorgestelde wijzigingen beoogen le. de bevoegdheid der ingezetenen, mede te wer ken tot de verkiezing van leden der Twee Kamer, der Provinciale Staten en der Gemeenteraden voor DE KEV0LV ËliKOMNUIN. Roman van Reinhold Ortmann. Met verheffing van stem, bijna schreeuwend, bad hij de laatste woorden gesproken, en hij was daarbg vlak voor Alvörden gaan staan, de glinsterende oogen met een waren roofdierblik in zijn gezicht borend. De houtvester week niet één enkele schrede van zijn plaats, doch bjj hief den arm op en wees met een gebiedend gebaar naar do deur. »Er nitOf ik vergeet, dat ik zelfs tegenover iemand van uw 'slag het recht der gastvrijheid, dat gij hier geniet, moet respecteeren." Welnu dan daar je niet anders wilt, zoo Hg voltooide den zin nietwant de daad, waar mede hg zgne woorden vergezeld wilde doen gaan, was door Alvörden op een voor den graaf zeer netelige wijze vergdeld. Met een bliksemsnelle be weging had namelijk Meinburg een rijzweep, die hg zoo lang achter zijn rug verborgen had, voor den dag gehaald, met de onmiskenbare bedoeling, den gehaten vijand daarmede een slag toe te brengen. Maar hoe vlug hg daarbg ook te werk was gegaan, de scherpe jagersoogen van den houtvester hadden zgi voornemen toch bg tijds geraden, ea met een handigheid, waartegen de graaf niet was opgewassen, had hij diens arm gegrepeö, hem na een korte worsteling de zweep afgenomen en haar door het geopende vensfeer naar buiten geslingerd. 1 Daarbij had hij niet een enkel woord gesproken. Ea eerst toen de graaf doodsbleek terugweek, her haalde hij met gedempte stem, maar op een toon, die wel vrees kon inboezemen, zijn vroeger bevel, de kamer onmiddellijk te verlaten. Slechts een oogenbïik nog talmde graaf Meinburg toen bukte hij om den op den grond gevallen hoed op te nemen en ging naar de deur. ♦G*j zgt nog eenmaal de sterkste geweest", tand- knarste hij, toen zijn hand reeds op de kruk lag. Maar bij mijn leven zij het gezworen gij zijt het voor de laatste maal geweest 1 Ik ga, doch niet om voor u het veld te ruimen. Nog voor dat wij vele uren onder zijn geworden, zullen wij onze zaak op eene andere plaats beslechten. Een van ons is te veel op deze wereld. En als gij den echtgenoot, die zijne beleedigde vrouw wil wreken, niet in een eerlijk tweegevecht voldoening wilt geven, moet gij er op rekenen, door hem doodgeschoten te worden als een gemeen© hond. Neem u voor mij in acht, meneer de houtvester ik heb u gewaarschuwd". Alvörden had het evenmin de moeite waard ge acht, hem in de rede te vallen, als* bij hem, nadat hij uitgesproken had, met een antwoord verwaar digde. Maar toch werkte zijn borst geweldig, toen de ander do kamer verlaten had, en de uitdrukking van zijn gezicht was nog altijd somber, toen hij naar de tweede deur van het vertrek ging om zich weer naar de aangrenzende eetkamer te begeven". Hg had verwacht, deze ledig te vinden. En dui delijk genoeg was de ontzetting in zijn gezicht te lezen, toeu bij onverwacht de kleindochter van professor Meinardus tegenover zich zag Zij scheen hem in haar bekoorlijk wandelcostuum verrukkelijker dan ooit toe, doch hij ontstelde voor haar bleeke kleur en voor de erg treurige uitdrukking in haar trekken. Het leed geen twijfel, dat zg op dit oogenbïik de prooi van een hevige opgewondenheid was. ♦Juffrouw Renate Jij hier Was mjjn be diende dan gek, dat hij u in de eetkamer liet, in plaats van in het salon Dat was een zeer zonderlinge begroeting van een met zoo vurig verlangen verbeide gast dat gevoelde Alvörden tot zijn schaamte nog, terwijl hij sprak. Doch toen hij nu, om de begane onhandigheid althans voor een klein deel weer goed te maken Renate'8 hand wilde vatten om die te kussen, maakte zg eene haastige beweging, die zijn voornemen verijdelen wilde, en zeide ♦Scheld niet op uw be diende, meneer v. Alvörden, want ik alleen ben het, die verwijten verdient. Toen wij vernamen, dat ge bezoek hadt, verzocht ik mijn grootvader, eerst naar dokter Reuter door te rgden, wien hij eveneens een visite had toegedacht. Ik hoopte, dat hij weer terug zoude zijn, voordat ge mijne aanwezigheid in uw buis zoudt opmerken." Toen zij haar band teruggetrokken bad, om te beletten, dat hij baar aanraakte, was den houtvester het bloed heet in het gezicht geschoten. En deze beweging niet alleen, maar meer nog de toon van haar antwoord, de geheel veranderde klank van haar 1 stem en het onmiskenbaar opzet, waarmede zij zgn blifc trachtte te ontwijken, moest hem in het diepst zijner ziel krenken. Juist op den dag van heden had hij zjjn echoon- ste verwachtingen gebouwdvan dezen dag had goed op breeden grondslag te regelen (artt. 80, 127, 143). 2e. de Eerste Kamer der Staten-Generaal op ge- wgzigden voet samen te stellen (artt. 80, 82, 90). 3e. uit de Grondwet te verwijderen de bepalingen, waaruit de politieke onmondigheid der vrouw voort vloeit (artt. 80, 81, 127, 143). 4o. de invoering van een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. De voorstellers wenschen artikel 80 der Grondwet aldus te doen lezen ♦De leden der Staten-Generaal worden rechtstreeks gekozen door de mannelijke ingezetenen, tevens Nederlander, die den door de Kieswet te bepalen leeftijd hebben bereikt, en de vrouwelijke ingeze tenen, tevens Nederlander, die volgens de bepalin gen der Kieswet kiesbevoegd zjjn". De leeftijd, voor de kiesbevoegdheid gevorderd, mag niet beneden één-en-twintig jaren zgn. Van de uitoefening van het kiesrecht zgn uitge sloten zij, wien dat recht bij rechterlijke uitspraak is ontzegd zij, die in gevangenschap of hechtenis zjjn zijr die bjj rechterlijke uitspraak de beschik king of het beheer over hunne goederen hebben verloren. De Kieswet bepaalt voorts wie van de uitoefe ning van het kiesrecht zjjn uitgesloten, hetzjj we gens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke sto ring hunner verstandelijke vermogens, hetzjj wegens volkomen maatschappelijke onzelfstandigheid, hetzij wegens herhaald, willekeurig verzuim in de ver vulling van staats burgerlijke verplichtingen. De heer Bergmeijer heeft, naar bij in de Volks stem meldt, het redacteurschap van dat blad weer opgenomen, nu de Raad van State het verbod daartoe heeft vernietigd. Wjj hebben onlangs onder verschillend licht melding gemaakt van het gebeurde met den heer D. Klvifhoofdsinds 30 jaren burgemeester van Numansdorp en Klaaswaal, tot voor kort ook bur gemeester van Zuid-Beijerland, die, na 24 jaren dit ambt te hebben bekleed, tegen 25 November 1902, wel werd herbenoemd voor Numansdorp eö Klaaswaal, maar niet voor Zuid-Beijerland. Aan die met-herbenoeming heeft de heer Kluif hoofd een brochure gewijd, die ons werd toegezonden. Wij ontleenen daaraan het volgende. Van den commissaris der Koningin vernam hij op 18 October, dat de minister dezen had medege deeld, dat ernstige klachten bij hem waron inge komen tegen den burgemeester van Zuid-Beijerland, en wel datlo. de burgemeester van Zuid-Beijer land aldaar veel te autocratisch optreedt2o. hij die gemeente tot nadeel is3o. hij het heilige aanrandt4o. hij de Koningin heeft beleedigd door de circulaire, die is uitgevaardigd over het vlaggen op Maandag in plaats van op Zondag ter cere van H. M.'s verjaardag, te Zuid-Beijerland te verscheuren. De burgemeester verklaarde, dat al de klachten leugen en laster behelsden, en heeft denzelfden dag de in de klacht sub 4o. als verscheurd opgegeven circulaire ongeschonden, evenals die van de gemeen ten Numansdorp en Klaaswaal, aan den commissaris hij eene beslissing verwacht, die hem tot een ge lukkig, tenijdengwaardig menscb zou maken. En nu had een onzalig toeval alles verjjdeld Renate had gehoord, dat men hem eene verschrikkelijke beschul diging naar 't hoofd geslingerd had, dat men hem be ticht had van de meest eerlooze daad, die een man kan begaan. En hij was niet eens in da gelegenheid zich te verdedigen. Hij had rekening te houden met de eer eener vrouw en dat, sneerde hem den mond afgezien hiervan, dat Renate's teergevoeligheid een» bespreking van zulke zaken moeilijk zou hebben geduld. Alles, wat hij doen kon, was zijno houding zoo goed mogelijk te bewaren en eene onbevangenheid te veinzen, waarvan bjj nooit verder af geweest was dan op dit oogenbïik. Hij vroeg Renate verlof, haar naar het salon te mogen geleiden, waar hjj in afwachting van het welkome bezoek reeds al do kleine merkwaardigheden had terecht gelegd, die hij gedurende zgn verblijf op het eiland verzameld had en waarvan hij kon aannemen, dat zg den profes sor en zijne kleindochter zoudeD interesseeren. Doch hij waagde het niet meer, haar daarop attent te maken, want Renate was dadelijk met alle kentee- kenen van ongerustheid en ongeduld naar het venster gegaan en keek als in angstige verwachting de straat op. Daar komt grootvader aan," zeide zg na eenige seconden van pijnlijk zwijgen met een zucht van verlichting en liep naar de deur om den professor tegemoet te snellen. Alvörden, die toch nog in stilte gehoopt had, beet zich in de onderlip, want, hij voorzag, dat hem daar* toe nu de pas was afgesneden.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1