1903. I 17.
Zaterdag 7 Februari.
90s,e jaargang.
OPROEPING.
POLITIE.
"BFA NF\7EZ EN.
FEUILLETON
DE REV0LVERKUNINGIN.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Frjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,25.
Afzonderlijke nommer3 5 cent.
vas sdtferisffltiêM wéos* op den sScp
uitga we o
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt dt prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels h f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De Burgemeester vau Goes roept bp dezen op
de Milicien-Verlofgangers der lichtingen 1900 en
1901, behoorende tot de Regimenten Infanterie
en tot het korps Genietroepen, om op Dinsdag
den 13 Februari a. &,f des namiddags vóór
4 uren tegenwoordig te zijn bij hun korps, voor
zien van hunne ecpiipementsstukken, hun verlofpas,
behoorlijk voor vertrek afgeschreven, en hun zak
boekje, teneinde ingevolge Koninklijk Besluit ge
grond op art. 110 der militie wet, in werkelijken
dionst te worden gesteld.
Goes, den 6 Februari 1903.
De Burgemeester van Goes,
DE KONING KOOIJ.
Op voordracht van den Commissaris van Politie
is C. Hageman eervol ontslagen met ingang van
5 Februari 1903 als
huSp-agent van politie
en als zoodanig benoemd L. VAN BOVEN te Goes.
Goes, 5 Februari 1903.
De Burgemeester van Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Burgemeester en Wethouders van Goes doen
te weten, dat door dea Raad dier gemeente in zijne
vergadering van 23 Januari 1903 is vastgesteld de
volgende verordening tot wijziging der Verordening
op het Brandwezen in de gemeente Goes
Artikel 1.
Artikel 29 der genoemde verordening wordt ge
lezen
Allen, die tot het Brandwezen in eenige betrek
king staan, worden van wege de gemeente voorzien
van de volgende onderscheidingsteekenen, die zij,
in functie zijnde, moeten en buiten dienst niet
mogen dragen, te weten
15
Roman van Reinthold Ortmann.
Op hetzolfde oogenblik reeds bad de graaf alles
vergeten, wat hein zooeven nog had bezig gehouden
en verontrust. Vervuld van een gevoel van ver
rukking, staarde hij naar de bekoorlijke verschij
ning, die om de bijkomstige omstandigheden ook
voor een prozaïsch gemoed iets sprookjesachtigs
moest hebben en wier schoonheid hij des te vol
lediger kon genieten, omdat zij van de nabijheid
van een vreemden waarnemer blijkbaar niet het
minst vermoedde.
Den adelaar allerlei lieve woordjes toeroepend,
zette de jonge dame haar werk voort, totdat het
mandje leeg was, om dan een vroolijk klinkend
afscheidswoord te laten booren, dat de adelaar blijk
baar zeer goed begreep, daar bij weer zijne reus
achtige vleugels uitspreidde, met de onmiskenbare
bedoeling, zijne bekoorlijke jonge meesteres to na
deren. Doch de aanblik, dien het koninklijke dier
met zijn ver vooruitgestoken kop, zijn opstaande
halsveeren en zijn vreeselijken halfgeopenden sna
vel op dit oogenblik opleverde, was voor don waar
nemer zoo schrikwekkend, dat de gedachte, dat
deze doldrieste jonge dame iets verschrikkelijks
kon overkomen, in de eerste plaats elke andere
gewaarwording bij Meinburg op den achtergrond
drong en half instinctmatig zijne handelingen be
paalde.
Met eenige geweldige sprongen was de graaf
bij de tralies der koci, en op het oogenblik, waarop
hij deze bereikt had, lag ook reeds de kolf van
zijn geweer aan den wang. Stellig zou hij zonder
bedenking geschoten hebben, als de eensklaps ont
hutste vogel nog slechts een enkele beweging naar
het jonge meisje gemaakt had.
Doch op hetzelfde oogenblik werd er een hand
op zijn schouder gelegd, en een mannenstem zeide
op meer smeekenden dan bevelenden toon »Om
Gods wil, schiet niet, meneer Het dier is onschul
dig, als het niet getergd wordt. Maar het kent u
niet, en daarom smeek ik uga weg
Een jonge man in de uniform van houtvesters-
bediende was het, die graaf Meinburg aangesproken
De generale brandmeesters een verzilverd koperen
penning met aanduiding der betrekking en van het
wapen der gemeente voorzien.
De brandmeesters, de onderbrandmeesters en de
tellers een koperen penning met aanduiding van
betrekking en nummer der spuit waartoe zijbehooren.
Alle overigen een wit linnen armband waarop
het woord brandweer, het nummer der spuit en de
betrekking of het registemummer.
De onderscheidingsteekenen moeten steeds in be- j
hoorlijken staat worden onderhouden en worden bij
brand en oefeningen gedragen, zoodanig, dat zij
altijd zichtbaar zijn.
Bij het verlaten van den dienst moeten de on
derscheidingsteekenen aan de directie der brand
weer worden ingeleverd.
Aan de woning van ieder lid van de directie
der brandweer wordt ten duidelijk zichtbaar ken-
teeken aangebrachtvorm en opschrift worden door
Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Art. 2.
Art. 36 wordt gelezen »Eerst nadat de brand-
directie zich van de volkomene blussehing ver
zekerd houdt, zal ook de laatst gebleven spuit naar
de bewaarplaats worden vervoerd."
Art. 3.
Art. 88 wordt gelezen Wanneer bij het blus-
sehen van den brand of bij oefening personen zicb
bijzonder onderscheiden ox d&arbg gekwetst of ver
minkt worden zal hun uit de gemeentekas worden
verleend eene belooning of tegemoetkoming, vast
te stellen door den Raad op voordracht van Bur
gemeester en Wethouders, gehoord de directie der
Brandweer.
Art. 4.
Een nieuwe afdeeling YII wordt ingevoegd, lui
dende
VAN VERGADERINGEN, VERLETGELD EN
ANDERE KOSTEN:
Art. 43.
Aan het bestuur der brandweer worden de nood
zakelijke onkosten op de vergaderingen vergoed.
Ar». 44.
Aan het personeel der brandweer wordt eene
bad. Terwijl deze eenigszins hoogmoedig de hand
van zijn arm afschudde, zag hij, dat d» man slechts
dezen eenen bezat en dat de rechtermouw van zijn
buis slap bg het lijf neerhing.
>Dan moet je de dame noodzaken, de kooi onmid
dellijk te verlaten," antwoordde hij op bevelenden
toon. Andera zal ik het als mijn plicht beschouwen,
het beest onschadelijk te maken, zonder er rekening
mee te boudeu, of het je onschuldig of gevaarlijk
toeschijnt."
De klank der stemmen had de aandacht van het
meisje getrokken. En zoodra zij zag, welk groot
gevaar haar beschermeling dreigde, strekte zg af
werend de banden naar Meinburg uit. »Niet schie
ten riep zij. »Hij doet mg geen kwaad 1 Weg,
Cesar, weg
Of hij nu haar bevel werkelijk verstaan had,
dan wel of het do aanblik van den onbekende wa»,
die hem bang maakte, in elk geval droop de ade
laar met zware, onbeholpen vleugelslagen naar den
anderen kant der kooi af, en een seconde later was
Renate Meinardus bij de deur der kooi, die Hilgert
voor haar geopend had, om haar zoo gauw moge
lijk achter haar te sluiten.
>Wat hebt u mij doen schrikken zeide zij op
verwijtenden toon tot den graaf. »Weet u wel, dat
u op het punt hebt gestaan, een groot onheil aan
te richten
Meinburg had het geweer met eene snelle bewe
ging weer over den schouder geworpen, on nam nu,
diep buigend, den hoed af. Ik vraag duizendmaal
vergiffenis, mejuffrouw," zeide hij glimlachend.
»Maar wat het schrikken betreft, zou ik u bijna
het verwijt willen teruggeven, want ik herinner
mij niet, ooit zulk eeu gevoel van ontzetting te
j hebben gehad als op bet oogenblik, waarop ik dit
i beest naar u zag toekomen. Alle respect voor uw
moed, die in elk geval aanmerkelijk grooterisdan
me* bg zoo'n jonge dame onderstelt. Maar indien
ik het geluk had, uw vader of uw broer te zijn,
zou ik u in de keuze van uw speelkameraden wat
meer voorzichtigheid opleggen."
Was zij naar 't scheen in den beginne werkelgk
eenigszins boos op hem geweest, nu gleed al weer
een vroolijke glimlach over haar bekoorlijk gezichtje.
»Het is dus goed voor mij, dat bet noodlot u dit
geluk ontzegd heeft," antwoordde zij. >Maar opdat
u niet nog eens de lust bekruipt op mijn armen
en weerloozen Cesar te schieten, zij u gezegd, dat
vergoeding toegekend als volgt
aan de pompers bg iedere oefening of brand
een verletgeld van 15 cent per uur met een mini
mum van 40 cent
aan de pijpleiders of tellers bij iedere oefening
of brand een verletgeld van 20 cent per uur met
een minimum van 50 cent
aan de boden wordt een<* vergoeding toegekend
van vijftien gulden per jaar.
Zij, die bij de oefeningen niet ter bestemder ure
aanwezig zijn, of bij een tussehentijds gehouden
appèl ontbreken, verliezen hun recht op vergoeding.
Art. 45.
Telken jare voor den 1 Juli dient de directie der
brandweer aan don Raad eene begrooting in der
kosten voor het volgend dienstjaar, waarop vermeld
worden de bedragen, noodig voor vernieuwingen of
herstellingen van spuiten of onderdeelen en reddings
middelen."
Art. 4.
Afdeeling VII wordt afdeeling VIII en de artt.
43, 44, 45, 46, worden artt. 46, 47, 48, 49, de eerste
alinea van art. 44 oud of art. 47 nieuw wordt ge
lezen »Als verschoonende afwezigheid wordt be
halve ziekte alleen aangenomen" enz.
Zijnde deze verordening aan Gedeputeerde Staten
van Zeeland, volgens hun bericht van den 31 Januari
1903 no. 125 3de afdeeling in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort den 4 Februari 1903.
De Burgemeester en Wethouders van Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
GOES, 6 Febr. 1903.
Wij vestigen de aandacht op de in dit nr.
voorkomende publicatie van de wgzigingen in de
Verordening op het Brandiuezen.
Nu resten dus alleen nog, die in de Verordening
op de persoonlijke diensten. Wordt ook deze Veror
dening goedgekeurd en afgekondigd, dan zullen
daarmede al de wijzigingen, dit, als gevolg van
bij het private eigendom van den houtvester, den
beer v. Alvörden is en aan mjjne bijzondere zorgen
is toevertrouwd. Ieder, die hem leed doet, zou het
dus met ons beiden aan den stok krjjgen. Of mis
schien wel met ons drieön\, voegde zg er bij met oen
vriendelijken blik op den houtvestersbediende, >niet
waar, Hilgert
De eenarmige, die een militaire houding aan
genomen had, alsof in plaats van eene jonge dame
een superieur tegenover hem stond, prevelde met
een rverlegeu gezicht iets onverstaanbaars. Over
het door do zo* gebruinde gezicht van den graaf
echter was bij het noemen van zijn vijand woor
een schaduw gegleden, en hij trok zenuwachtig
aan zgn snor.
Moest hij dan hier overal dien gehaien naam
ontmoeten En moest hem de vreugd© van het
heerlijke avontuur, dat zoo veelbelovend schee* te
beginnen, dadelijk weer vergald worden door de
herinnering aan het bestaan van dien man
Een sarcastisch antwoord bad hij op de lippen,
maar toen het gezicht van de schoone onbekende
zich weer naar hem toekeerde, bleef dat antwoord
onuitgesproken. Het had veel eerder den klank
van een oprechte bezorgdheid, toen hg zeide >Toen
de houtvester u een zoo bedenkelijken beschermeling
toevertrouwde, geschiedde het zeker niet in de
onderstelling, dat u zich met dergelijke waaghal
zerijen zoudt inlaten. Anders zou hij zich aan «ene
onverantwoordelijke lichtzinnigheid schuldig hebben
gemaakt."
»Neen, neen, de houtvester heeft mg zelfs ten
strengste verboden, in de kooi te komen. En als
u hem kent, moogt u het hem niet zeggen, dat
ik tegen zgn bevel gezondigd heb. Daar vraag
ik u vriendelgk om u moet het mij vast beloven."
Hij boog zeer hoffelijk, en met een glimlach,
die haar deed blozen, antwoordde hg»Ik kan
het slechts betreuren, mejuffrouw, dat aan het ver
zoek, 't welk u tot mg richt, zoo gemakkelijk te
voldoen is, want het zou mij gelukkig maken, als
mijne bereidwilligheid, om u te dienen, op een
eenigszins zwaarder proef gesteld kon worden.
Maar vergeef mij die zonderlinge omstandig
heden, waaronder wg kennis gemaakt hebben,
moeten het verontschuldige*, wanneer ik tot nu
toe verzuimd beb, mij aan u voor te stellen.
Graaf Meinburg een gast en bewonderaar vau
dit heerlijke eiland, dat hem elk uur nieuwe en
de voorstellen van het Raadslid Dekker op dit ge
bied werden aangenomen, vermeld zijn.
Het Staatsblad No. 68 bevat eon kon. besluit
van den 5den Februari 1903, houdende oproeping
onder de wapenen van verlofgangers der lichtingen
van 1900 en 1901 van de regimenten der infanterie
en van het korps genietroepen.
Het besluit bepaalt, dat genoemde miliciens
verlofgangers onder de wapenen zullen moeten komen
tegen een door den minister van oorlog t© bepalen
tjjd, Een nader bericht meldt, dat deze tijd is vast
gesteld op 10 dezer. De met tijdelijk verlof zijnde
miliciens der lichting 1902 der infanterie en genie
zijn reeds gisteravond opgeroepen.
De verkiezing van een lid der Tweede Kamer
in het kiesdistrict Ede zal plaats hebben op Dins
dag 17 Februari e. k.t de stemming, zoo noodig,
op Dinsdag 24 Februari, en de herstemming, zoo
noodig, op Dinsdag 3 Maart e. k.
In de vergadering van den Raad van State
werd mededeeling gedaan van het kon. besluit,
houdende vernietiging van het besluit van
Ged. Staten van Zuid-Holland, waarbij aan J. A.
Bergmeyer vergunning werd geweigerd om nevens
zijne betrekking van onderwijzer aan eene openbare
lagere school te Dordrecht te mogen waarnemen
die van redacteur van het weekblad De Volksstem.
Men meldt aan de Bh. Westf. Ztgdat Presi
dent Krugervolgens de geneesheeren, aan long
ontsteking lijdt.
Kolijnsplaat. Door den ingenieur van den
waterstaat te Vlissingen is de hoer J. C. Nieuwdorp
alhier, in plaats van wijlen den heer J. Nieuwdorp
tot waterwaarnemer alhier benoemd op een salaris
van 100 gulden.
N EDERL ANDSCH-iNDIË.
De correspondent te Batavia der N. R. Ctseinde
gisteren
De onder-luitenant Christoffel overviel de schuil
plaats van Panglima Polim aan de Boven Pira-rivier
(Kertoi). H|j maakte wapenen, b-ieven, boeken en
kostbaarheden buit. Volgens gerucht had de vjjand
30 dooden.
De pretendent-sultaa is nu in Pedir, om met de
hoofden te beraadslagen.
verrassende schoonheden openbaart."
De blik, waarmode deze laatste woorden be
geleid werden, kon Renate niet in twijfel laten
omtrent huDne bedoeling. Nochtans scheen zg
onbevangen genoeg, ze alleen op het natuurschoon
van het gezegende eiland te doen slaan, daar zij
levendig antwoordde»0 ja, er is baast geen
mooier plekje op aarde dan dit eiland. En ik
donk nu al met schrik aan het oogenblik, waarop
ik genoodzaakt zal zijn, het te vorlaten."
»U is dus ook maar tijdelijk op dit eiland?"
Zjjne vraag herinnerde Renate er aan, dat het
toch eigenlijk een plicht der hoffelijkheid was,
hem ook omtrent haar persoon eenige inlichtingen
te geven. En zij deed hot op de nog half kinderlijk-
openhartige manier, die zoo goed bij haar allerliefst
gezichtje paste en die haar zoo goed stond. Toen
hij vernam, dat zg in het Boschhuis woonde en dat
het haar voornemen was, nu daarheen terug te
keeren, vroeg Meinburg verlof, haar te vergezellen,
daar zgn rijtuig hem daar wachtte. En Renate,
voor wie, niettegenstaande de oprechte vreugde
over baar woudeenzaamheid, een kleine afwisseling
misschien niet onwelkom was, moest wel werkelgk
pleizier vinden in zijn gezellig gepraat, daar zg op
hun gemeenschappelijke wandeling naar het Bosch
huis herhaaldelijk vroolijk lachte. Meinburgs ver
rukking echter steeg met de minuut. Zijne stralende
oogen waren onafgebroken op haar gericht, en zijne
wangen werden donkerder gekleurd, als zijne hand
bij het ridderlijk streven, om een overhangenden
tak op zij te buigen, een oogenblik vluchtig hsar
japon aanraakte.
Toen zg de open plek betraden, waarop hot
Boschhuis sto»d, kon het voor een derde wel
schgnen, alsof zg in een heel veitrouwelgk gesprek
gewikkeld waren En zoo'n indruk had misschien
ook Hilgert, die hen van de adelaarskooi af op
eenigen afstand gevolgd was, te ver, om de be-
teekenis der woorden te begrijpen, die z|j met el
kaar wisselde*, doch dicht genoeg bij, dat geen van
hare bewogingen hem ontging.
Doch het leek niet, alsof hg pleizier had in
Renate's vroolijkheid, want het was net, alsof er een
donkere wolk over zij* gezicht trok, als hg haar
zilverhelderen lach hoorde, en de blik, waarmede
zijn oogen onafgebroken op de elegante gestalte van
den graaf gericht waren, wees op alles behalve
vriendschappelijke gevoelens, (Wordt vervolgd.)