1903. N". 16. Donderdag 5 Februari. 90s,e jaargang. RADEN VAN BEROEP BER0EPSWET. FEÏÏILLSTOl. DE REV0LVERK0NING1N. Uitvoer van VLEE8CR. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrij dagavond uitgezonderd op feestdagen. Prgs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, Ij25. Afzonderlijke nommers cent. iKaacSissfg wóss1 ÏSS"«s8 ®§3 sSsg ïëss3 uitgavee De prgs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ot. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs sleehtB tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regelB 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. S A SS E H S T E L LH S DER voor geschillen, voortvloeiende uit do Ongevallenwet 1901. Artikel 12, tweede lid, en artikel 21 van het Koninklijk besluit vati 8 Dactmber 1902 (Staatsblad no. 212). De Burgemeester der Gemeente Goes brengt ter openbare kennis, dat van den 15den Januari tot en met den 6den Februariop mondelinge aanvrage, gedaan door of namens den werkgever of werkman die a. vóór den aanvang van het loopende kalender jaar den leeftijd van 25 jaar heeft bereikt b. gedurende het laatste kalenderjaar of wat bij Boizoenbedrijven daarvoor, volgens bij algemeenen maatregel vaa bestuur gemaakte bepaling, geldt, bjj voortduring werkgever of werkman is geweest, in den zin van artikel 2 der Ongevallenwet 1901, de laatste in dienst van ton hoogste twee ouder nemingen c. zjjae woonplaats heeft in deze gemeente; ten gemeentehuize verkrijgbaar zija formulieren, ter bekoming vaa oeae op naam gestelde iverkgevers- of werkmanskaart Deze kaart geeft do bevoegdheid om lo. hetzg ®0Q werkgever, liotsij een workman te machtigen mede te werken tot het opmaken van eene voordracht tot lid en plaatsvervangend lid van een Raad van Beroep 2o. tot het opmaken van eens dergelijke voor dracht gemachtigd te worden 3o. voor zoover de aanvrager een man is, be noemd te worden tot lid of plaatsvervangend lid van eea Raad van Beroep. Indien vóór de* loden Januari aan den Burge meester schriftelijk wordt kennis gegeven, dat zich 60U Comité, hetzjj van werkgevers, hetzjj van werk lieden, heeft gevormd, dat zich binnen het ressort van den Raad van Beroep mot de leiding der aan wijzing van gemachtigden belast, dan worden aan de aanvragers twee formulisron uitgereikt, waarvan één aan zulk een Comité kaa worden overhandigd. De formulieren van aanvrage moeten uiterlijk den 6den Februaribehoorlijk ingevuld en onderteokend, weer ten gemeeatebuize zjju ingeleverd. Goes, den 14 Januari 1903. De Burgemeester, DE KONING KOOIJ. Gedeputeerde Staten van Zeeland maken bekend dat, ingevolge de artikelen 7 en 10 van het Koninklijk Besluit van 8 December 1902 (Staatsblad no. 212) ter uitvoering van 16 der Beroopswet door hen is vastgesteld a. hot aantal werkgevers, die te zaraen één werkgever kunnen aanwijzen om mede te werken tot het opmaken eener voordracht voor benoeming toe lid-werkgevsr of plaatsvervangend lid-werkgever van den raad van beroep op twintig 14 Roman van Reinhold Ortmann. VIII. Het was nog vroeg in den morgen, toen graaf Meinburg, die kort na het aanbreken van den dag het slot Girnitz verlaten had, den koetsier van het lichte jaehtvvagentje bevel gaf, halt te houden, en toen den rijweg verlatend, langs het smalle voetpad het bosch instapte. Weldra had hij het hek van den hertenkamp bereikt, maar hij hield het dubbelloops geweer nog altijd op den rug, en ofschoon zijne scherpe jagersoogsn hem menig go- m^kkeljjk te schieten stuk wild dedon aanschouwen, slenterde hg toch met de onverschilligheid van een door geen jagersneigingen bezielden wandelaar verder. Inderdaad was het ook geenszins de jachtijver geweest, die hem bewogen had, het kasteel Gir nitz heden reeds zoo vroeg te verlaten. Veel meer had alleen het verlangen, althans dezen voormiddag, eene ontmoeting met zijne doodelijk beleedigde vrouw te ontwijken, hein daartoe gedreven. On danks alle zelfvertrouwen en niettegenstaande bru tale onverschilligheid, die een grondtrek van zijn karakter was, gevoelde hij zich volstrekt niet op j zijn gemak bij do herinnering aan het echtelijk tooneel van den vorigen avond. Hij betreurde de b. het aantal gemachtigden van werkgevers, die te zamen éen werkgever kunnen voordragen voor benoeming tot lid-werkgever en éen voor benoeming to; plaatsvervangend lid-werkgever van den raad van beroep op twee; c. het aantal werklieden, dio te zamen éen werk man kunnen aanwijzen om mede te werken tot het opmaken eener voordracht voor benoeming tot lid werkman of plaatsvervaugond lid-werkman van den raad van beroep op vijf-en-twintig d. bet aantal gemachtigden van werklieden, die te zamen éen werkman kunneu voordragen voor benoeming tot lid-werkman en één voor benoeming tot plaatsvervangend lid-werkman van den raad van beroep op vijf. Middelburg, 31 Januari 1903. Gedeputeerde Staten voornoemd, ROEST, Voorzitter. KRUSEMAN, Griffier. Voor eensluidend afschrift, De Griffier der Staten, KRUSEMAN. De Burgemeester van Goes brengt op vorzoek van den Minister van Waterstaat, Handel en Nij verheid ter kennis van belanghebbenden, dat ter Secretarie der gemeente kosteloos formulieren zul len verkrijgbaar worden gesteld, houdende aanvrage oin keuring van Rgkswege van vleesch bestemd voor uitvoer naar het buitenland. De aanvang van den keuringsdienst zal nader wor den bepaald en bekend gemaakt. Inlichtingen zijn vorder te verkrijgen op de Secretarie en bij den districts-veearts-plaatsvervan- ger den beer J. Z. RISCH alhier. Goes, 2 Februari 1903. De Burgemeester van Goes, DE KONING KOOIJ. De Werkstaking. Het zou struisvogelpolitiek zijn, te willen ont kennen, dat door de organisatie der werklieden in de laatste dagen in ons land eene overwinning is behaald, die men tot biertoe niet voor mogelijk bad gehouden. Die overwinning is voor de meesten eene openbaring geweest. Maar nu het hun eens geopenbaard is, wat macht die georganiseerde ar beiders bezitten, is men plotseling gaan denken aau de gevolgeD, die deze overwinning na zich kan sleepen. Gesterkt door hun zege, zullen de georga niseerde werklieden niet alleen meer, zooals thans is geschied, uit solidariteitsgevoel den arbeid neer leggen, maar ook bij geschil over loon, arbeidsduur, ontslag enz. En voortdurend zal dan als een zwaard van Damocles de werkstaking boven onze hoofden hangen. Het is dan ook geen wonder, dat de meeste bladen artikelen wijden aan de mogelijke gevolgen, van deze gelukte werkstaking. Wil men weten welke die gevolgen kunnen zijn, men leze slecht» het hoofdartikel van Het Volk, dat natuurlijk een juichtoon aanheft over de overwin ning der arbeiders. »De vakorganisatie der Ncderlandsche arbeiders heeft dezer dagen een overwinning behaald, die een overijling, waartoe hij zich had laten vervoeren, te meer, omdat bij moest erkennen, dat het geens zins jaloezie was geweest, die hem een oogenblik van alle zelfbeheersching beroofd had. Want de voorwaarde voor jaloezie is liefde, zij het dan ook eene liefde van zelfzuchtige soort. Hij echter be minde zijne vrouw niet me6r, dienaangaande maakte hij zich al sedert maanden geene illusies meer. Haar trotsche schoonheid, die hem eens met waan zinnigen hartstocht voor de veel begeerde dochter vaD den heer v. Hertlingh vervuld hod, had *1 lang alle aantrekkelijkheid voor hem verloren. De afwijzende koelheid, waarmede Antonie hem sedert den eersten dag van hun huwelijk behandeld had, was oorzaak, dat het verlangen voor onverschillig heid, de onverschilligheid voor afkeor had plaats Eene jaloezie in den gewonen zin van het woord was het duB niet geweest, wat hem gisteravond met zoo'n onzinnige woede tegen zijne vrouw ver vuld had. Indien het een ander dan deze Alvörden ware geweest, dien zij op zoo in 't oog vallende wijze onderscheiden had hij zou bet misschien door de vingers gezien of door een spottend woord zich van de zaak afgemaakt hebben. Maar dat zij het gewaagd had, onder zijne oogen te coquet- teeren met een man, dien hij waanzinnig haatte, omdat hij bang voor hem moost zijn dat had zijn bloed aan 't koken gebracht, totdat het hem zwart voor de oogen was geworden en bij niet meer wist, wat hij deed. Wat zou er nu gebeuren Was het mogelijk, dat mijlpaal kan zijn op den weg harer verdere ont wikkeling. Een juichkreet over de ontplooide krocht der ont luikende organisatie, die de sterkste kapitalisten van ons land, de readers en spoorwegdirektieg in het zand heeft doen bijten. Een blik in de .toekomst ook Het groote, alles-overweldigende klassebelang zal de strijders binden en niet alleen de transport arbeiders, maar het gansche Nederlandsche prole tariaat zal zgn eeahoid bvter inzien en de gelederen sluiten. En hiermede zal óók, nog meer dan tot heden, het bewustzijn ontwaken, dat d® arbeiders niet alleen de werkgevers in hunn® vakken t®genov®r zich hebben, maar dat al die werkgevers weer een groote organisatie hebben, den Staat, met zgn geweld van justitie, politie en militarisme, dio hun door de arbeidersklasse moet worden ontrukt". Meer behoeven wij niet aan te halen uit het artikel, om te doen zien welke gevolgen deze ge wonnen staking na zich kan sleepen. Ook de N. R. Ct. is overtuigd van het gevaar, dat er in de toekomst ligt, tengevolge van het toe geven der spoorwegdirecties. »Men moge," schrijft zij, »ar zich over verheugen, dat de stagnatie maar zóó kort hoeft geduurd, het spoedig herstel der communicatie is verkregen togen een concessie, waarvan de gevolgen nauwelijks zgn te overzien. Niet meer of minder is aan de spoorwegmaat schappijenin de uitoefening van het gezag ten deze niet langer door de directies, maar door de werkliedenorganisatie vertegenwoordigd toege kend dan het recht, de behandeling van goedoren to weigeren, met het oog op de herkomst of be stemming. Daarmede is prijsgegeven een beginsel, zonder hetwelk geen onderneming, geen handels vennootschap zich langer een dag veilig kan ge- voelem tegen de meest mogelijke willekeur, tegen elke poging om den levensader van haar bestaan af te snijden. Want waar het heden een quaestie van organisatie was, welke het spoorwegpersoneel den arbeid deed staken, omdat het geen werk wilde verrichten voor de uitgesloten veemen en scheep vaartmaatschappijen, aldus ook van zijn kant deze willende dwingen tot toegeven aan de haar ge stelde eischen, daar kan het morgen zijn een loon- quaestie, het naar men meent ongemotiveerd ont slag van een werkman en dit alles niet slechts met betrekking tot de eigen corporatie, maar, we gens het federatief verband, ten aanzien van elke andere. Intusschen erkent het blad, dat de positie, zoo wel van de directie der spoorwegmaatschappijen als van de Regeering, eene uiterst moeilgke was, daar ia de wet van 1875 niet ia het geval eener algemeene werkstaking is voorzien. Dat die positie der Regeering in deze zoo moeilijk was, kan de Nieuwe Crt. niet inzien en zij leest den minister van Waterstaat dan ook danig do les. »Men kan,"-zegt zij, niet genoeg kwaads zeggen van de wijze, waarop aan dit ernstig, zich plotse- seling uitbreidend arbeidsconflict een einde is ge komen, doordieD zij, die geroepen waren om de ver antwoordelijkheid voor den verderen gang van zaken op zich te nemen en het gezagsbeginsel te hand haven, het verzet den kop hebben gekroond buiten zij na de verschrikkelijke beleediging in lijdzaam heid zou berusten en hem bejegenen, alsof er niets gebeurd was Of moest bij er op voorbereid zijn, dat zij een schandaal zou uitlokken Hg kende haar, niettegenstaande hun echtelijk samenleven, veel te weinig, dan dat hij in staat zou zijn geweest, zich een eenigszins betrouwbaar antwoord op deze vragen te geven. Zijne gedachten hadden hem tot nu weinig atten tie aan zijne omgeving doen wijden. Eensklaps echter vertraagde hg zgn tred en bleef staan luisteren. Hg kende alle geluiden van het woud, en zijn geoefend oor wist elk geluid te verklaren. Op dit oogenblik echter meende hg het slachtoffer van een mystificatie te zijn. Want de heesche adelaarsschreeuw, dien hg daar meende te hebben gehoord, was uit te onmiddel lijke nabijheid gekomen, dan dat hij den schuwen koning der luchten werkelijk voor den voortbrenger van dat geluid had kunnen houden. Terwijl hg nu met gespannen aandacht luisterde, hoorde hij het zelfde geluid heel duidelijk voor de tweede en voor do derde maal. Dat was ongetwijfeld het heesche, doordringende geschreeuw van «en zeeadelaar ge weest. Eu het was niet hoog uit lucht gekomen, maar uit de diepte van het woud, dat juist op deze plaats wegens zijn dichton boomgroei en zijn dichte laaghout-vegetatie een zeer beperkt uitzicht ver oorloofde. Zijn geweer voor alle eventualiteiten schotvaar dig makend, stapte hij met de grootste voorzich tigheid dwars door het kreupelhout in de richting voorwaarts, waaruit nog altijd met korte tusschen- noodzaak, zonder wijsheid en tegen recht. De mi nister De Marez Oyens heeft wel in meer dan een begrootingsdiscussie met zwierige welbespraaktheid betoogd, dat de regeeringsbemoeiing met spoorweg aangelegenheden heusch zoo beperkt of machteloos niet was ale lastige afgevaardigden beweerden maar thans, nu het er op aankwam, nu het minis terie mede-verantwoordelijkheid zou hebben te aaH- vaarden en landsbelangen te beschermen, nu was eigenlijk dat heele spoorwegverkeer een zaakje, waarbij de hooge regoering in welwillende onaan doenlijkheid kon blijven toekijken." De Regeering had volgens dit blad aan de direc ties de verzekering kunnen, neen, moeten geven van haar rechtstreekschen steun. Dan had zij in dc behoefte aan personeel, voorzoover dat in haar macht lag en het lag voor een deel in haar macht onmiddellijk moeten voorzien. Dan had zij, waar hier te lande de (zeer noodige) wettelijke strafbepaling tegen dienstweigering van bjj open bare middelen van vervoer in dienst zijnde beambten ontbreekt, de lichtingen onder de wapenen kunnen roepen, waartoe vele van die beambten behooren en hun als militairen gelasten in den dienst te voorzien gelgk in Italië is geschied. Het is mr. H. Louis Israels, die in het Handelsblad mede den Minister van Waterstaat te lijf gaat en die van meening is, dat het feit, dat de staking »een gebeelen dag heeft kunnen voortduron, dat 24 uren Amsterdam feitelijk verstoken was van het in onzen tijd meest gebruikelijke en meest onmisbaar middel van verkeer, uitsluitend is te wijten aan de eng hartige opvatting van den minister De Marez Oyens." »Geea regeerder", zegt hij, »zelfs geen slecht regeerder, maar een ambtenaar, bang voor verant woordelijkheid, bevreesd zijne vingers te branden aan koud water, dit bleek deze langs ambtelij ken weg opgeklommen raadsman der Kroon te zijn. Hij deinsde terug voorde verantwoordelijkheid, die de gebeurtenissen hem oplegden, en liet den spoorweg maatschappijen als particuliere maatschappijen alle vrijheid, zelfstandigheid van handelen en ook alle aansprakelijkheid. De directies der spoorwegmaatschappijen hebben getoond, dat zij minder bevreesd zijn dan de Minister, die het toezicht op haar moet uitoefenen. Toen het bleek, dat van regeeringszijde geen steun en geen daad was te verwachten, hebben zij niet geaarzeld in het algemeen belang art. 31 der spoorwegwet van 9 April 1875 ter zijde te schuiven". De Nederlander noemt dezen aanval grof en vindt, dat het onbetamelijke van den toon slechts door het holle van den inhoud wordt geëvenaard. De heer de Marez Oyens »speelt met vuur", om dat hij niet op het eerste bet beste verlangen leuk weg de ivet terzijde schuift! En dien eisch stelt men aan een minister, d. w. z. iemand, die meer dan anderen geroepen is de wet te handhaven De zaak is deze, dat het bedoelde artikel der wet bepaalt, dat een spoorwegondernemer geen aangeboden goederen mag weigeren, m. a. w. dat, wanneer hij dit doet, hij tot schadevergoeding ver plicht is. Kon nu de minister zeggen, gesteld dat hij het wilde »dat artikel zal niet gelden" Natuurlijk niet. Dat zou de rechter als het tot een scbadevergoedingsproces kwam aan ZEx. poozen het geluid van den adelaar klonk. Maar hij had moeite, een uitroep van verrassing te onderdruk ken bij het aanschouwen van wat hij, nadat hij een eind geloopen had, zag. Op een open plek in ket woud zag bij een van die uit gzeren tralies en sterk gzerdraad samenge stelde kooien voor zich, zooals men bij het aan leggen van een fazantenfokkorij gebruikt, en in deze reusachtige kooi zag hij een slanke meisjesgestalte in lichte zomerkleeren, die bezig was, een levenden naar 't scheen volwassen zeeadelaar uit een mandje met stukjes rauw vleesch te voederen. De roofvogel, een ongewoon groot en mooi exemplaar, zat nauwelijks twee passen van haar af op den grond, zonder door een ketting of iets dergelijks in zijne vrijheid van beweging belemmerd te zijn. Telkens wanneer hij een van de hem toegeworpen stukken vleesch verorberd had, spreidde hij zjjne geweldige vleugels uit en liet zijne heesche, door merg en been dringende geluiden hooren. Vastgenageld als 't .ware was Meinburg blijven staan, en het was niet zoo zeer het zeldzame van het nooit geziene schouwspel, als wel de bewonderende verrukking over de lieftalligheid van het jonge meisje in de kooi, dat hem deed stilstaan. Hij meende, nooit iets lieftalligers en liefelijkers gezien te hebben dan deze fijne, buigzame gestalte en dit bekoorlijke kopje, waarvan hg eerst alleen de dikke blonde haarvlechten, maar toen ook, bij eene levendige beweging der jenge dame, de profiellijn van bot allerliefste ge zicht had kunnen zien. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1903 | | pagina 1