LANGS DEN WEG. ming tusschen den benoemde en den heer C. Gij zelaar, waarbij de eerste vier, de tweede drie stem men verkreeg, terwijl zij beiden aan de herstemming hebben deelgenomen, zoodat hun deelneming op den uitslag der stemming van invloed heeft kunnen zijn. Daar artikel 46 der gemeentewet den Raadsleden verbiedt mede te stemmen over zaken, die hun persoonljjk aangaan en dit voorschrift ook van toe passing is op benoemingen, omdat de wet niet on derscheidt, en de reden der bepaling, het uitsluiten van den invloed van persoonlijk belang, hier even zeer geldtdaar verder het persoonlijk belang, in art. 46 betoogd, geacht moet worden te bestaan bjj een herstemming, die tot twee bepaald aange wezen personen is beperkt, hadden bovengenoemde Raadsleden zich dus bij de herstemming van mede stemmen behooren te onthouden en is derhalve het bovenvermelde met hun medewerking genomen Raadsbesluit in strijd met art. 46 der gemeentewet. Tusschen Prins Hendrik en eenige A p e 1- doorsche aannemers dreigt, volgens de N. A. Ct., een procedure te ontstaan. Deze heeren waren belast met den bouw van twee jachthuizen nabjj het Koninklijk Park, doch zyn, tengevolge van minder gunstige weersgesteldheid, etc., in ge breke gebleven deze gebouwen op den vastgestelden tyd af te leveren. Op last van den Prins werden toen de borgen aangesproken, die echter beslist weigerden de gevraagde schadeloosstelling te geven. Thans zal de zaak in rechten worden uitge maakt, althans mr. Wiersma, advocaat te Apeldoorn, is dezer dagen opgedragen de borgen voor de ver- eischte schadeloosstelling aan te spreken. Men zegt, dat deze heeren op hunne beurt mr. Troelstra zullen uitnoodigen hunne belangen te verdedigen. Dhr. L. G. van Doorn, van Krabbendijke, thans te Gilze-Rijen, is geslaagd voor goederen klerk 3de klasse bij de S.S. Oorlog Transvaal. Uit Zuid-Afrika nog altijd geen nieuws. De En- gelsche bladen hebben dus tijd om bespiegelingen te houden. De Daily Mail heeft het over de oorzaak van het niet merkbaar verminderen der Boeren- commando'8. Het is geen wonder, dat zulks ein delijk eens de verbazing van het Engelsche publiek wekt. Kitchener heeft reeds meer Boeren dood- getelegrafeerd dan er ooit bestaan hebben en toch zijn er voortdurend commando's. De Daily Mail is er achter gekomen, hoe dat komt. Het is algemeen bekend zegt zij, dat er voortdurend Boeren uit do steden en de vluchte lingen-kampen ontsnappen. Er zijn drie wijzen, om de Boeren-strijdmachten op sterkte te houden le Door de aansluiting van rebellen. 2e Door recru- ten uit den vreemde. 3e Door ontsnappingen uit de kampen en de steden. De eerste twee factoren kan men over 't hoofd zien, omdat noch rebellen, noch vreemdelingen zich meer aansluiten bij de Boeren. Wat den derden betreft, verzekerde een onlangs vrijgelaten Engelsch krijgsgevangene, dat de Boeren hem verteld hadden, hoe vele van hen gevangenen in Engelsche handen waren geweest en dat er nog dagelijks velen ontsnapten. De eerste dagen van December zijn niet als de andere in ons Nederland. Ze zijn vol geheimzinnigheden. De nevelsluiers, die dalen over stad en land, ver bergen verrassingen. Het feest van den Nederland- schen kinderheilige, Sinterklaas, is in aantocht. En niettegenstaande het min gunstige weer is het 's avonds druk in de Kerkstraat en andere winkel straten. Men gaat bezien, wat Sinterklaas alzoo in onze winkels heeft tentoongesteld. Er is voor groote en kleine beurzen wij behoeven slechts korten tijd te >winkelea", om voor de vensters en op de etalage tafels tallooze producten van kunst-industrie te zien, het eene al smaakvoller dan hot andere. Wij hebben geen plan eene reclame te schrijven op dat punt weten de Goesche neringdoenden zich zelf voortreffelijk te redden. Maar om tot Sinter- In een volgend oogenblik sprak hij haar echter weder vrij. Zij was nog zoo onschuldig en onver dorven, van zulk een natuurlijke levendigheid, en zoo zeker van hare vrouwenwaarde, dat zij er be paald niet aan had gedacht in zijn borst vlammen te ontsteken, die niet meer te blusschen waren. Hij was de oudere, de meest bezonnene, aan hem was het, zich te beheerschen, hen beiden voor zwaren stryd te behoeden. Zijne goede voornemens schenen vast als een rots en toch, toen hij den volgenden dag, van de exercitie terugkeerend, met zijne in dienst zoo gevreesde arendsoogtn bij den ingang van het park een helder kleed zag schitteren, ver stoven die plannen als kaf voor den wind. Nog sterker dan den vorigen avond martelde hem het zenuwachtig verlangen, haar zonder getuigen te kunnen begroeten en reeds had hij een bevel tot den adjudant gereed, dat dezen naar bet naastbij- gelegen dorp zond, eer hij nog tenigen grond daar voor uitdenken kon. Het was toch menigmaal ook wel gemakkelijk regiments-commandant te zijn. Mevrouw Von Vlissinge» stond aan de kleine poort van het park, frisch en schoon, met een groen takje op haar katoenen kleed, dat door een voud haar slanke meisjeB-figuur ten gunstigste deed uitkomen. Wie kon het den Overste kwalijk nemen, dat zijn blik vol bewondering aan de bekoorlijke vrouw bleef hangen, dat hij de hem als groet ge reikte hand warmer kuste dan gewoonlijk het geval was. Zfj liet dit volkomen rustig toe; zij vond het ook heel natuurlijk, dat hij onmiddellijk van zgn paard sprong en hem viel het in het geheel niet op, dat reeds een rijknecht gereed stond, die den bezweeten goudvos wegvoerde. Zij wandelden langzaam en druk pratend door het heerljjke park naar het huis. In de militaire oefeningen toonde zij levendige belangstellingzij klaas terug te köeren, deze heeft, omdat hij van kinderen houdt, eene bevoorrechte positie onder de heiligen hij wordt erkend en gewaardeerd en ge huldigd door geloovigen en ongeloovigen. Eigenlijk ware geloovigen heeft, in dezen scep tisch aangelegden tijd, Sinterklaas nog slechts onder de heele kleintjes. Een jongeheer of jonge dame van zeven, acht jaren, is al wankelend in de leer. Dat daar 's avonds een onsterfelijk, zij het oudach tig heer op een schimmel door de buurt zou rijden, over de daken, over de schoorsteenen, voor dat geloof zijn de kinderen van dezen tijd al te vroeg oud. Gaan zij niet naar scholen, waar zij bezig gehouden worden met allerlei wetenschappen En is niet de avontuurlijke tocht van Sinterklaas, die uit Spanje komt met paketten en doozen en een zwarten knecht, die zijne zaken bereddert, in strijd niet alleen met alle wetenschap, maar ook met alle gezond verstand Dit belet niet, dat wij paedagogen kennen, ern stige heeren, verstandige dames, die voor de Sin terklaas-legende propaganda maken op de scholen en soms zelf voor Sinterklaas spelen. Juist alsof er geen gewichtige autoriteiten waren, die deze inbreuk op het leerplan gestrengelijk behoorden te straffen. Maar zij denken er niet aan. Er is maar éene groote autoriteit in deze dagen in Nederland en dat is Sinterklaas. Voor hem buigen wij ons. Hij herinnert ons aan onze prille jeugd, toen wij, een beetje bang, maar met groote verwachting, zijn komst tegemoet zagen. Hij herinnert (ons aan later dagen, toen wij in zgn naam geschenken wisselden, die wij op een anderen dag noch hebben zouden durven geven, noch ontvangen. En dan herinnert hij aan de ouderen de vreugde van hunne kleine kinderen, die nu reeds groot zijn geworden en niet meer aan een kinderheilige gelooven. Maar, die dan toch ook Sinterklaas vieren en vol geheimzinnige bezigheid aan het werk zijn en op hunne beurt geschenken verzenden en ontvangen. Want Sinterklaas doorwandelt, als hij het land waar de citroenen bloeien, heeft verlaten voor het barre noorden, ons land als een weldoener. Hg strooit met milde hand zijne gaven uit voor de grooten en de kleinen. Hg heeft o. a. zeer deftige heeren, de ambtenaren der posterijen, in zijn dienst, om zijne gaven te zenden naar dorp en stad. Hij is een kindervriend en een menschenvriend en een weinig koppelaar ook, want zijn altaar staat om dezen tijd niet in het vertrek van den celibatair, maar in de huiskamer, waar de kinderen joelen. Hij komt Hij zal als altijd dit jaar vele handen vullen en veler verwachtingen vervullen. Hij zal in de eerste plaats strooien voor de kleinenen niet waar hij zal de armen gedenken Staten-Generaal. EERSTE KAMER. In de Maandag gehouden zitting wijdde de Voorzitter eenige waardeerende woorden aan de nagedachtenis van het overleden lid jhr. mr. L. van Nispen. Ingekomen zgn de geloofsbrieven van de heeren mr. W. H. J. Th. van Basten Batenburg, gekozen ter vervanging van den heer Van Wijckbenoemd tot lid der Tweede Kamer, en van jhr. H. P. C. Bosch van Drakestein, gekozen ter vervanging van wijlen jhr. Van Nispen voornoemd. Na goedkeuring daarvan legden de heeren de eedon af in handen des Voorzitters, daartoe bij Kon. besluit gemachtigd, en namen plaats. Ingekomen waren de door de Tweede Kamer laatstelijk aangenomen wetsontwerpen. De vergadering werd verdaagd tot Donderdag half elf. TWEEDE KAMER. In de gisteren gehouden zitting was aan de orde de Staatsbegrooting. De heer Van hempen verwachtte van dit Kabinet bevordering van de Zondagsrust door herziening van de Zondagswet niet in Engelschen geest, doch in echt-Hollandschen zin, ontworpen. Verder zal luisterde opmerkzaam naar zijne verklaringen daar van, maar toen hij haar voorstelde, den volgenden dag de oefeningen te komen zien er zouden vele equipages komen en zeker zou zij er bekenden aantreffen werd zg blijkbaar verlegen en meende zij, dat haar man dit niet gaarne zou zien. Zg durfde ook niet rijden in zijne afwezigheid, anders had zij den Overste heden het genoegen gedaan hem te paard tegemoet te komen. Hij verzocht haar toch eens met hem te gaan rijden zij moest zoo ver rukkelijk te paard zitten maar zij bleef stand vastig. »Dus een gehoorzame vrouw", dacht hij half bevredigd, half onstemd »wanneer hij haar verboden had, zich aan mij te wijden, zou zij het waarschijn lijk ook niet doen, maar zoo verwart zij mij, in hare onschuld, in hare strikken als de volleerdste kokette Hij gaf het op, over haar wezen na te denken. Zij was en bleef hem een raadsel. Wist zij werke lijk niet welk een gevaarlgk spel zij met hem speelde Meende zij, dat hij visschenbloed in zijne aderen had; dat hij kalm blijven kon, als hg toch zag, dat hare schoone oogen hem zochten, zoodra hij zich uit de kamer verwijderde, hoe zij ze vlug weer neersloeg, als zij zich betrapt gevoelde, hoe zg van kleur veranderde, hoe hare roode lippen hem tegenlachten, als hij weder op haar toe trad? Hij rilde en beefde dan over al zijne leden van verlangen haar aan zijne borst te sluiten. Hij werd gefolterd in deze drie korte dagen, waarvan hij het einde vreesde als een nameloos ongeluk, maar het toch als eene oplossing sterk verlangde. Zijn gemoedsstemming werd onaangenaam en af wisselend en er heerschte, in tegenstelling met den eersten avond, een zekere gedruktheid in het kleine gezelschap. (Slot volgt.) spr. vol vertrouwen de in de troonrede aangekon digde maatregelen afwachten, betreffende de opbeu ring van landbouw, de vervalsching van voedings middelen, het leerlingstelsel, de octrooiwet, het arbeidscontract, openbare zedelijkheid, de ouder- domsverzekering en de tariefsbeweging ter bevor dering van den nationalen arbeid. Vooral laatstge noemden maatregel ontving hij met blijdschap, evenals hij toejuicht dat het Kabinet de godsdien stige belangen der natie boven de stoffelijke zal stellen. De heer Van den Bercli van Heemstede, den tinan- cieelen toestand beschouwende, wenschte in verband met de afnemende draagkracht der belastingschul digen, dat versterking van de middel m meer gezocht worde in de richting van indirecte belastingen en tariefsherziening, vooral nu uitgaven voor sociale maatregelen voor de deur staan. De heer Schaper besprak het werkplan der re geering, in het bijzonder de stoffelijke zijde, hoewel deze wordt achtergesteld bjj de geestelijke en zede lijke belangen; dit nu strijdt met de maatschappe lijke toestanden, zich openbarende in werkeloosheid. Wat zal de regeering daartegen doen? Zondagsrust- juichte ook spr. toe, maar hij be treurde, dat de regeering vooreerst geen uitzicht geeft op beperking der werkuren, zonder welke Zondagsrust niets beteekent. Hij drong aan op onverwijlde invoering der on gevallenwet en de opneming daarin van de dienst boden ouderdomsverzekering met werklieden-bg- dragen verklaarde spr. onmogelijk, wegens den lagen loonstandaard en den armoedigen toestand der ar beiders. Vooral schetste hg als verderfelijk en als een politieke zakkenrollerij, dat de regeering invoer rechten wil heffen, om daardoor directe belastingen te ontgaan, zoodat het volk geen de minste con trole heeft en evenmin gaat 't op, de arbeiders lekker te maken met vermindering hunner pen sioensbijdragen uit de opbrengst van het tarief. De heer Van der Zwaag, nagaande den oorsprong en de samenstelling van het ministerie, betoogde dat beginselverzaking had plaats gehad. Bij de ver kiezingen is afspraak geweest tusschen anti-revo lutionairen en katholieken, in strijd met art. 21 van 't anti-revolutionaire program en voorts is de anti revolutionaire partij afgeweken van den vroeger uitgesproken aandrang tot kiesrechtherziening. Uti- liteitsgronden gaan niet op, vrees voor socialistisch drijven kan niet gelden daar de voortgetrokken liberalen van de familie zijn der socialisten volgens de overzijde. Spr. verwachtte niets meer van kies rechtherziening vooral nu de heer Mees met het kabinet meegaat, en hij hield een lijkrede op de democratie van dr. Kuyper. In de avondzitting wa» mr. Goeman Borgesius aan het woord. Deze verzekerde »dat hij gaarne met dit Gouvernement zooveel mogelijk wil samenwerken, voor zoover zijn beginselen niet in de wetten zullen worden geschonden, en bij de samenwerking niet worden geschokt." Die woorden, door den heer Kuyper ia 1897 gebezigd, maakte spr. tot de zijne. Het is de plicht van de oppositie, critiek.te oefenen en het is de plicht eener meerderheid om het Kabinet van hare richting te steunen. Alvorens den algemeenen politieken toestand te bespreken, wenschte spr. een woord te zeggen over de Zuid-Afrikaansche zaken, buiten verband met de interpellatie- Van Kol. Er was gezegd, dat thans de Min. van Binnenl. Zaken bij de verkiezingen niet de Transvaalsche kwestie heeft ter sprake gebracht tegen het afge treden Gouvernement. Nu vestigde spr. er de aan dacht op, dat herhaaldelijk bij de verkiezingen daar over beschuldigingen zijn ingebracht. Nu zegt de heer Kuyperdat de leider der a.-r. partij daaraan onschuldig was, doch spr. zeide dat de hoer kuyper de beweging over de Transvaal tegen het vorig Gouvernement in het Parlement heeft geleid, waarbij hij de ver wachting opwekte, dat hij, aan de regeering ge komen, een aanbod tot arbitrage of mediatie aan Engeland zou doen. En nu zeide de heer Kuyper bij het adres, dat wat gedaan was, door deze Regee ring niet meer ongedaan kon worden gemaakt, en dat wat niet gedaan is, door haar niet meer kon gedaan worden. Dit zou, volgens de Memorie v. Antw., slaan op de Vredes-conferentie. Intusschen, het is hier o. a. door den heer Lokman erkend, dat do Vredes-conferentie geen kwaad en geen goed aan de Transvaal had gedaan, terwijl de heer Kuyper in Dec. 1900 juist iu de Vredes-conferentie een argument vond, om alsnog tot bemiddeling over te gaan. En wat het niet doen, wat niet gedaan is betreft, zegt de Regeering, dat een declaratie van neutraliteit "had moeten zgn gedaan. Wat had dit kunnen beteekenen Niemand heeft haar gedaan en als het onzerzijds was geschied, zou men ons uitgelachen hebben. Maar menigmaal zou »het psy chologisch moment" zgn aangebroken, waarop de vorige Regeering had kunnen handelen. Toen echter de heer Kuyper den 4en Dec 1900 een aanbod tot interventie wilde gedaan zien, waren drie van de vier ^psychologische momenten" reeds voorbij. Doch de heer kuyper repte toen daarvan geen woord, ook niet, toen de heer Pierson had gezegd, dat hij het psychologisch moment niet zag aanbreken. De rede van den heer Kuyper was dus toen verduisterd, zonder dat er eenige correctie had plaats gehad. Gelach Het volgende van 's heeren Borgesius} rede hopen wij te behandelen in verband met het antwoord van den Minister Kuyper. Kerknieuws. Ned. Hervormde kerk. Te Rilland-Bath zijn tot leden van 't kies college gekozen dhrn. L. van WeeleJ. Taillie, M. Wisse en A. Vette. Onderwijs. Heinkenszand» Voor het herhalingsonderwgs alhier heeft zich slechts één leerling aangemeld, zoodat de lessen niet zullen worden gehouden. Naar men verneemt is de heer P. J. Kloppers vroeger hoofd eener school te Vlissingen, daarna instituteur te Amsterdam en laatst hoofd van een Staatsschool te Krugersdorp in de Zuid-Afrikaansche Republiek, benoemd tot opvolger van den heer Lalleman als directeur van het Schoolmuseum. Rechtzaken. De rechtbank te Zieriksee heeft het bevel tot gevangenhouding van den evangelist A. W., ver dacht van brandstichting, weder met 30 dagen ver lengd. De Hooge Raad heeft beslist dat niet-ont- vankelijk was het cassatieberoep van den officier van justitie bij de rechtbank te Zieriksee, tegen een vrijsprekend vonnis, waarbij een proces-ver baal van herschouwing, opgemaakt door het college van B. en jW. en geteekend door den secretaris der gemeente, niet als wettig bewijsmiddel was aangemerkt. Land- en Tuinbouw en Veeteelt. Soliede en voordeelige geldbelegging. De hofstede, gelegen in den Nieuwlande-polder onder de gemeente Krabbendijke, behoorende tot de nalatenschap van dhr. J. Bruijnzeel, is in het jaar 1885 door dezen in publieke veiling gekocht voor f 900 per Hectare dezelfde hofstede bracht de vorige week op f1698 per Hectare of f 42,000 meer. Te Haarlem is op 77jarigen leeftijd over leden de heer J. H. Krelage, een man, die op het gebied van tuinbouw in het algemeen en op dat der bloembollen-cultuur in het bijzonder, eene eerste plaats bekleedde. Hij was de stichter van de »Vereeniging voor Bloembollen-cultuur", eene vereeniging in 1860 op bescheiden schaal opgericht, doch die in Juli 1900 niet minder dan 28 afdee- lingen met 1712 leden telde. Waar het onkruid vandaan komt. Raadpleegt men de verhalen van ons volksgeloof, dan vindt men voor de herkomst van onkruiden verschillende bronnen aangegeven. Volgens den een was het de Booze zelf, die onkruid onder de tarwe zaaide, alleen uit lust tot kwaaddoen. Elders weer vinden we eene tegenovergestelde voorstelling. De mensch was traag, zoo heet hetuit gemakzucht luisterde hij niet naar de stem des Hemels, die hem het losmaken en loshouden van den grond aanried. En om hem daartoe te dwingen, werd on kruid onder het graan gestrooid. Welke dezer lezingen, of wel of eene andere de ware is, zullen we hier niet onderzoeken alleen merken we op, dat bg den tegenwoordigen stand van zaken alle redenen aanwezig zijn, om het on kruid als »uit den booze" te beschouwen en te behandelen. Alle gronden, die langeren tijd bebouwd zijn ge weest, bevatten een grooten rijkdom aan onkruid zaden. Verschillende zaken hebben daartoe meege werkt. Vooreerst het verbazende vermenigvuldi gingsvermogen van vele wilde gewassen. Zoo vinden we medegedeeld, dat onkruid bestaat, waarvan een enkel plantje verscheidene duizenden zaadjes voorbrengt. Daarbij komt dat sommige zaden een verbazend langdurige kiemkracht bezitten. Er zijn voorbeelden bekend, dat zaden van dertig jaar oud nog in staat waren nieuwe planten voort te brengen. Zijn dus de onkruidzaden eenmaal in den grond gekomen, dan wachten ze slechts op de vervulling der voorwaarden, waarop ze ontwikkelen. Voor zoover ze te diep in den bodem zijn geraakt, wachten ze gelaten het oogenblik af, dat de eene of andere toevallige of opzettelijke grondbewerking ze in gunstiger conditie zal brengen. Daardoor wordt omgeploegd land, wanneer het aan zich zelve blijft overgelaten, weldra met een groen kleed be dekt dus is ook menigmaal de vernietiging van onkruid op het veld tegelijk de oorzaak, dat andere planten zich kunnen ontwikkelen. Andere zaden, behoeven voor hunne ontkieming veel water. Wil nu het toeval, dat men eenige droge jaren achter elkaar heeft, dan blijven zij ook al dien tijd rustig in den grond liggen, maar ontkiemen het eerste natte jaar, dat op deze droge periode volgt. Een sterk sprekend voorbeeld daarvan verhaalt de Duit- sche landbouwkundige Böhme. »In het jaar 1890," zoo schrijft hij, waren de vruchtbare en zeer goed verpleegde bouwgronden om Glogau (Silezië) zóó met wikken verontreinigd, dat men op enkele plaatsen in 't geheel geen koren zag en toch is de wikke daar in 't algemeen geen lastig onkruid. De zes weken lange regenperiode had de gedurende tientallen jaren verzamelde wikkenzaden op eens tot ontkieming gebracht." Onbewust, of althans buiten zgn wil, brengt de landbouwer zelf veel onkruid op zijn akker. Toegegeven moet worden, dat de reiniging van het zaaizaad heden ten dage gunstig afsteekt, dank zij vooral de betere en verbeterde werktuigen voor dat doel, bij die van een paar tientallen jaren ge leden. Het zou echter een dwaling zijn zoo de ge bruikers van wanmolen en trieur zich gingen vleien met de gedachte, dat zij althans in dit opzicht hun handen in onschuld kunnen wasschen. Voorzeker, beide zgn uitstekende sorteermachines, ze mogen gerust onontbeerlijk worden genoemd. Maar meen daarom nog niet, dat het graan, 't welk deze werk tuigen gepasseerd is, geheel zuiver mag worden genoemdsorteer slechts nog eens en nog eens en telkens zult ge weer andere onkruidzaden te voorschijn brengen. Maar ook op andere wijze komt veel onkruidzaad weer op het land. Alle afval uit stal en schuur, als graszaad van het hooi, al wat voor ongerechtig heid door den windmolen wordt weggeblazen, op- veegsel van den dorschvloer enz. landt eindelijk op den mestput aan, ligt daar goed bewaard en gaat weer naar de plaats vanwaar het gekomen is om zich daar honderdvoudig te vermenigvuldigen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1901 | | pagina 2