LANGS DEN WEG.
ming tusschen den benoemde en den heer C. Gij
zelaar, waarbij de eerste vier, de tweede drie stem
men verkreeg, terwijl zij beiden aan de herstemming
hebben deelgenomen, zoodat hun deelneming op den
uitslag der stemming van invloed heeft kunnen zijn.
Daar artikel 46 der gemeentewet den Raadsleden
verbiedt mede te stemmen over zaken, die hun
persoonljjk aangaan en dit voorschrift ook van toe
passing is op benoemingen, omdat de wet niet on
derscheidt, en de reden der bepaling, het uitsluiten
van den invloed van persoonlijk belang, hier even
zeer geldtdaar verder het persoonlijk belang, in
art. 46 betoogd, geacht moet worden te bestaan
bjj een herstemming, die tot twee bepaald aange
wezen personen is beperkt, hadden bovengenoemde
Raadsleden zich dus bij de herstemming van mede
stemmen behooren te onthouden en is derhalve
het bovenvermelde met hun medewerking genomen
Raadsbesluit in strijd met art. 46 der gemeentewet.
Tusschen Prins Hendrik en eenige A p e 1-
doorsche aannemers dreigt, volgens de N.
A. Ct., een procedure te ontstaan. Deze heeren
waren belast met den bouw van twee jachthuizen
nabjj het Koninklijk Park, doch zyn, tengevolge
van minder gunstige weersgesteldheid, etc., in ge
breke gebleven deze gebouwen op den vastgestelden
tyd af te leveren. Op last van den Prins werden
toen de borgen aangesproken, die echter beslist
weigerden de gevraagde schadeloosstelling te geven.
Thans zal de zaak in rechten worden uitge
maakt, althans mr. Wiersma, advocaat te Apeldoorn,
is dezer dagen opgedragen de borgen voor de ver-
eischte schadeloosstelling aan te spreken. Men zegt,
dat deze heeren op hunne beurt mr. Troelstra zullen
uitnoodigen hunne belangen te verdedigen.
Dhr. L. G. van Doorn, van Krabbendijke,
thans te Gilze-Rijen, is geslaagd voor goederen
klerk 3de klasse bij de S.S.
Oorlog Transvaal.
Uit Zuid-Afrika nog altijd geen nieuws. De En-
gelsche bladen hebben dus tijd om bespiegelingen te
houden. De Daily Mail heeft het over de oorzaak
van het niet merkbaar verminderen der Boeren-
commando'8. Het is geen wonder, dat zulks ein
delijk eens de verbazing van het Engelsche publiek
wekt. Kitchener heeft reeds meer Boeren dood-
getelegrafeerd dan er ooit bestaan hebben en toch
zijn er voortdurend commando's.
De Daily Mail is er achter gekomen, hoe dat
komt. Het is algemeen bekend zegt zij, dat er
voortdurend Boeren uit do steden en de vluchte
lingen-kampen ontsnappen. Er zijn drie wijzen, om
de Boeren-strijdmachten op sterkte te houden le
Door de aansluiting van rebellen. 2e Door recru-
ten uit den vreemde. 3e Door ontsnappingen uit
de kampen en de steden. De eerste twee factoren
kan men over 't hoofd zien, omdat noch rebellen,
noch vreemdelingen zich meer aansluiten bij de
Boeren. Wat den derden betreft, verzekerde een
onlangs vrijgelaten Engelsch krijgsgevangene, dat
de Boeren hem verteld hadden, hoe vele van hen
gevangenen in Engelsche handen waren geweest
en dat er nog dagelijks velen ontsnapten.
De eerste dagen van December zijn niet als de andere
in ons Nederland. Ze zijn vol geheimzinnigheden.
De nevelsluiers, die dalen over stad en land, ver
bergen verrassingen. Het feest van den Nederland-
schen kinderheilige, Sinterklaas, is in aantocht.
En niettegenstaande het min gunstige weer is het
's avonds druk in de Kerkstraat en andere winkel
straten. Men gaat bezien, wat Sinterklaas alzoo in
onze winkels heeft tentoongesteld. Er is voor groote
en kleine beurzen wij behoeven slechts korten tijd
te >winkelea", om voor de vensters en op de etalage
tafels tallooze producten van kunst-industrie te zien,
het eene al smaakvoller dan hot andere.
Wij hebben geen plan eene reclame te schrijven
op dat punt weten de Goesche neringdoenden zich
zelf voortreffelijk te redden. Maar om tot Sinter-
In een volgend oogenblik sprak hij haar echter
weder vrij. Zij was nog zoo onschuldig en onver
dorven, van zulk een natuurlijke levendigheid, en
zoo zeker van hare vrouwenwaarde, dat zij er be
paald niet aan had gedacht in zijn borst vlammen
te ontsteken, die niet meer te blusschen waren. Hij
was de oudere, de meest bezonnene, aan hem was
het, zich te beheerschen, hen beiden voor zwaren
stryd te behoeden. Zijne goede voornemens schenen
vast als een rots en toch, toen hij den volgenden
dag, van de exercitie terugkeerend, met zijne in
dienst zoo gevreesde arendsoogtn bij den ingang
van het park een helder kleed zag schitteren, ver
stoven die plannen als kaf voor den wind. Nog
sterker dan den vorigen avond martelde hem het
zenuwachtig verlangen, haar zonder getuigen te
kunnen begroeten en reeds had hij een bevel tot
den adjudant gereed, dat dezen naar bet naastbij-
gelegen dorp zond, eer hij nog tenigen grond daar
voor uitdenken kon. Het was toch menigmaal ook
wel gemakkelijk regiments-commandant te zijn.
Mevrouw Von Vlissinge» stond aan de kleine
poort van het park, frisch en schoon, met een
groen takje op haar katoenen kleed, dat door een
voud haar slanke meisjeB-figuur ten gunstigste deed
uitkomen. Wie kon het den Overste kwalijk nemen,
dat zijn blik vol bewondering aan de bekoorlijke
vrouw bleef hangen, dat hij de hem als groet ge
reikte hand warmer kuste dan gewoonlijk het geval
was. Zfj liet dit volkomen rustig toe; zij vond het
ook heel natuurlijk, dat hij onmiddellijk van zgn
paard sprong en hem viel het in het geheel niet
op, dat reeds een rijknecht gereed stond, die den
bezweeten goudvos wegvoerde.
Zij wandelden langzaam en druk pratend door
het heerljjke park naar het huis. In de militaire
oefeningen toonde zij levendige belangstellingzij
klaas terug te köeren, deze heeft, omdat hij van
kinderen houdt, eene bevoorrechte positie onder de
heiligen hij wordt erkend en gewaardeerd en ge
huldigd door geloovigen en ongeloovigen.
Eigenlijk ware geloovigen heeft, in dezen scep
tisch aangelegden tijd, Sinterklaas nog slechts onder
de heele kleintjes. Een jongeheer of jonge dame
van zeven, acht jaren, is al wankelend in de leer.
Dat daar 's avonds een onsterfelijk, zij het oudach
tig heer op een schimmel door de buurt zou rijden,
over de daken, over de schoorsteenen, voor dat
geloof zijn de kinderen van dezen tijd al te vroeg
oud. Gaan zij niet naar scholen, waar zij bezig
gehouden worden met allerlei wetenschappen En
is niet de avontuurlijke tocht van Sinterklaas, die
uit Spanje komt met paketten en doozen en een
zwarten knecht, die zijne zaken bereddert, in strijd
niet alleen met alle wetenschap, maar ook met alle
gezond verstand
Dit belet niet, dat wij paedagogen kennen, ern
stige heeren, verstandige dames, die voor de Sin
terklaas-legende propaganda maken op de scholen
en soms zelf voor Sinterklaas spelen. Juist alsof
er geen gewichtige autoriteiten waren, die deze
inbreuk op het leerplan gestrengelijk behoorden te
straffen. Maar zij denken er niet aan. Er is maar
éene groote autoriteit in deze dagen in Nederland
en dat is Sinterklaas. Voor hem buigen wij ons.
Hij herinnert ons aan onze prille jeugd, toen wij,
een beetje bang, maar met groote verwachting, zijn
komst tegemoet zagen. Hij herinnert (ons aan later
dagen, toen wij in zgn naam geschenken wisselden,
die wij op een anderen dag noch hebben zouden
durven geven, noch ontvangen. En dan herinnert
hij aan de ouderen de vreugde van hunne kleine
kinderen, die nu reeds groot zijn geworden en niet
meer aan een kinderheilige gelooven. Maar, die dan
toch ook Sinterklaas vieren en vol geheimzinnige
bezigheid aan het werk zijn en op hunne beurt
geschenken verzenden en ontvangen.
Want Sinterklaas doorwandelt, als hij het land
waar de citroenen bloeien, heeft verlaten voor het
barre noorden, ons land als een weldoener. Hg
strooit met milde hand zijne gaven uit voor de
grooten en de kleinen. Hg heeft o. a. zeer deftige
heeren, de ambtenaren der posterijen, in zijn dienst,
om zijne gaven te zenden naar dorp en stad. Hij is
een kindervriend en een menschenvriend en een
weinig koppelaar ook, want zijn altaar staat om
dezen tijd niet in het vertrek van den celibatair,
maar in de huiskamer, waar de kinderen joelen.
Hij komt
Hij zal als altijd dit jaar vele handen vullen en
veler verwachtingen vervullen. Hij zal in de eerste
plaats strooien voor de kleinenen niet waar hij
zal de armen gedenken
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
In de Maandag gehouden zitting wijdde de
Voorzitter eenige waardeerende woorden aan de
nagedachtenis van het overleden lid jhr. mr. L. van
Nispen.
Ingekomen zgn de geloofsbrieven van de heeren
mr. W. H. J. Th. van Basten Batenburg, gekozen
ter vervanging van den heer Van Wijckbenoemd
tot lid der Tweede Kamer, en van jhr. H. P. C.
Bosch van Drakestein, gekozen ter vervanging van
wijlen jhr. Van Nispen voornoemd.
Na goedkeuring daarvan legden de heeren de
eedon af in handen des Voorzitters, daartoe bij
Kon. besluit gemachtigd, en namen plaats.
Ingekomen waren de door de Tweede Kamer
laatstelijk aangenomen wetsontwerpen.
De vergadering werd verdaagd tot Donderdag
half elf.
TWEEDE KAMER.
In de gisteren gehouden zitting was aan de orde
de Staatsbegrooting.
De heer Van hempen verwachtte van dit Kabinet
bevordering van de Zondagsrust door herziening
van de Zondagswet niet in Engelschen geest, doch
in echt-Hollandschen zin, ontworpen. Verder zal
luisterde opmerkzaam naar zijne verklaringen daar
van, maar toen hij haar voorstelde, den volgenden
dag de oefeningen te komen zien er zouden vele
equipages komen en zeker zou zij er bekenden
aantreffen werd zg blijkbaar verlegen en meende
zij, dat haar man dit niet gaarne zou zien. Zg durfde
ook niet rijden in zijne afwezigheid, anders had zij
den Overste heden het genoegen gedaan hem te
paard tegemoet te komen. Hij verzocht haar toch
eens met hem te gaan rijden zij moest zoo ver
rukkelijk te paard zitten maar zij bleef stand
vastig. »Dus een gehoorzame vrouw", dacht hij half
bevredigd, half onstemd »wanneer hij haar verboden
had, zich aan mij te wijden, zou zij het waarschijn
lijk ook niet doen, maar zoo verwart zij mij, in hare
onschuld, in hare strikken als de volleerdste
kokette
Hij gaf het op, over haar wezen na te denken.
Zij was en bleef hem een raadsel. Wist zij werke
lijk niet welk een gevaarlgk spel zij met hem
speelde Meende zij, dat hij visschenbloed in zijne
aderen had; dat hij kalm blijven kon, als hg toch
zag, dat hare schoone oogen hem zochten, zoodra
hij zich uit de kamer verwijderde, hoe zij ze vlug
weer neersloeg, als zij zich betrapt gevoelde, hoe
zg van kleur veranderde, hoe hare roode lippen
hem tegenlachten, als hij weder op haar toe
trad? Hij rilde en beefde dan over al zijne leden
van verlangen haar aan zijne borst te sluiten. Hij
werd gefolterd in deze drie korte dagen, waarvan
hij het einde vreesde als een nameloos ongeluk,
maar het toch als eene oplossing sterk verlangde.
Zijn gemoedsstemming werd onaangenaam en af
wisselend en er heerschte, in tegenstelling met den
eersten avond, een zekere gedruktheid in het kleine
gezelschap.
(Slot volgt.)
spr. vol vertrouwen de in de troonrede aangekon
digde maatregelen afwachten, betreffende de opbeu
ring van landbouw, de vervalsching van voedings
middelen, het leerlingstelsel, de octrooiwet, het
arbeidscontract, openbare zedelijkheid, de ouder-
domsverzekering en de tariefsbeweging ter bevor
dering van den nationalen arbeid. Vooral laatstge
noemden maatregel ontving hij met blijdschap,
evenals hij toejuicht dat het Kabinet de godsdien
stige belangen der natie boven de stoffelijke zal
stellen.
De heer Van den Bercli van Heemstede, den tinan-
cieelen toestand beschouwende, wenschte in verband
met de afnemende draagkracht der belastingschul
digen, dat versterking van de middel m meer gezocht
worde in de richting van indirecte belastingen en
tariefsherziening, vooral nu uitgaven voor sociale
maatregelen voor de deur staan.
De heer Schaper besprak het werkplan der re
geering, in het bijzonder de stoffelijke zijde, hoewel
deze wordt achtergesteld bjj de geestelijke en zede
lijke belangen; dit nu strijdt met de maatschappe
lijke toestanden, zich openbarende in werkeloosheid.
Wat zal de regeering daartegen doen?
Zondagsrust- juichte ook spr. toe, maar hij be
treurde, dat de regeering vooreerst geen uitzicht
geeft op beperking der werkuren, zonder welke
Zondagsrust niets beteekent.
Hij drong aan op onverwijlde invoering der on
gevallenwet en de opneming daarin van de dienst
boden ouderdomsverzekering met werklieden-bg-
dragen verklaarde spr. onmogelijk, wegens den lagen
loonstandaard en den armoedigen toestand der ar
beiders.
Vooral schetste hg als verderfelijk en als een
politieke zakkenrollerij, dat de regeering invoer
rechten wil heffen, om daardoor directe belastingen
te ontgaan, zoodat het volk geen de minste con
trole heeft en evenmin gaat 't op, de arbeiders
lekker te maken met vermindering hunner pen
sioensbijdragen uit de opbrengst van het tarief.
De heer Van der Zwaag, nagaande den oorsprong
en de samenstelling van het ministerie, betoogde
dat beginselverzaking had plaats gehad. Bij de ver
kiezingen is afspraak geweest tusschen anti-revo
lutionairen en katholieken, in strijd met art. 21 van
't anti-revolutionaire program en voorts is de anti
revolutionaire partij afgeweken van den vroeger
uitgesproken aandrang tot kiesrechtherziening. Uti-
liteitsgronden gaan niet op, vrees voor socialistisch
drijven kan niet gelden daar de voortgetrokken
liberalen van de familie zijn der socialisten volgens
de overzijde. Spr. verwachtte niets meer van kies
rechtherziening vooral nu de heer Mees met het
kabinet meegaat, en hij hield een lijkrede op de
democratie van dr. Kuyper.
In de avondzitting wa» mr. Goeman Borgesius aan
het woord. Deze verzekerde »dat hij gaarne met dit
Gouvernement zooveel mogelijk wil samenwerken,
voor zoover zijn beginselen niet in de wetten zullen
worden geschonden, en bij de samenwerking niet
worden geschokt." Die woorden, door den heer Kuyper
ia 1897 gebezigd, maakte spr. tot de zijne. Het is
de plicht van de oppositie, critiek.te oefenen en
het is de plicht eener meerderheid om het Kabinet
van hare richting te steunen.
Alvorens den algemeenen politieken toestand te
bespreken, wenschte spr. een woord te zeggen over
de Zuid-Afrikaansche zaken, buiten verband met
de interpellatie- Van Kol.
Er was gezegd, dat thans de Min. van Binnenl.
Zaken bij de verkiezingen niet de Transvaalsche
kwestie heeft ter sprake gebracht tegen het afge
treden Gouvernement. Nu vestigde spr. er de aan
dacht op, dat herhaaldelijk bij de verkiezingen daar
over beschuldigingen zijn ingebracht. Nu zegt de heer
Kuyperdat de leider der a.-r. partij daaraan onschuldig
was, doch spr. zeide dat de hoer kuyper de beweging
over de Transvaal tegen het vorig Gouvernement
in het Parlement heeft geleid, waarbij hij de ver
wachting opwekte, dat hij, aan de regeering ge
komen, een aanbod tot arbitrage of mediatie aan
Engeland zou doen. En nu zeide de heer Kuyper
bij het adres, dat wat gedaan was, door deze Regee
ring niet meer ongedaan kon worden gemaakt, en
dat wat niet gedaan is, door haar niet meer kon
gedaan worden. Dit zou, volgens de Memorie v.
Antw., slaan op de Vredes-conferentie. Intusschen,
het is hier o. a. door den heer Lokman erkend,
dat do Vredes-conferentie geen kwaad en geen goed
aan de Transvaal had gedaan, terwijl de heer Kuyper
in Dec. 1900 juist iu de Vredes-conferentie een
argument vond, om alsnog tot bemiddeling over te
gaan. En wat het niet doen, wat niet gedaan is
betreft, zegt de Regeering, dat een declaratie van
neutraliteit "had moeten zgn gedaan. Wat had dit
kunnen beteekenen Niemand heeft haar gedaan
en als het onzerzijds was geschied, zou men ons
uitgelachen hebben. Maar menigmaal zou »het psy
chologisch moment" zgn aangebroken, waarop de
vorige Regeering had kunnen handelen. Toen echter
de heer Kuyper den 4en Dec 1900 een aanbod tot
interventie wilde gedaan zien, waren drie van de
vier ^psychologische momenten" reeds voorbij. Doch
de heer kuyper repte toen daarvan geen woord,
ook niet, toen de heer Pierson had gezegd, dat hij
het psychologisch moment niet zag aanbreken. De
rede van den heer Kuyper was dus toen verduisterd,
zonder dat er eenige correctie had plaats gehad.
Gelach
Het volgende van 's heeren Borgesius} rede hopen
wij te behandelen in verband met het antwoord
van den Minister Kuyper.
Kerknieuws.
Ned. Hervormde kerk.
Te Rilland-Bath zijn tot leden van 't kies
college gekozen dhrn. L. van WeeleJ. Taillie,
M. Wisse en A. Vette.
Onderwijs.
Heinkenszand» Voor het herhalingsonderwgs
alhier heeft zich slechts één leerling aangemeld,
zoodat de lessen niet zullen worden gehouden.
Naar men verneemt is de heer P. J. Kloppers
vroeger hoofd eener school te Vlissingen, daarna
instituteur te Amsterdam en laatst hoofd van een
Staatsschool te Krugersdorp in de Zuid-Afrikaansche
Republiek, benoemd tot opvolger van den heer
Lalleman als directeur van het Schoolmuseum.
Rechtzaken.
De rechtbank te Zieriksee heeft het bevel tot
gevangenhouding van den evangelist A. W., ver
dacht van brandstichting, weder met 30 dagen ver
lengd.
De Hooge Raad heeft beslist dat niet-ont-
vankelijk was het cassatieberoep van den officier
van justitie bij de rechtbank te Zieriksee, tegen
een vrijsprekend vonnis, waarbij een proces-ver
baal van herschouwing, opgemaakt door het college
van B. en jW. en geteekend door den secretaris
der gemeente, niet als wettig bewijsmiddel was
aangemerkt.
Land- en Tuinbouw en Veeteelt.
Soliede en voordeelige geldbelegging. De hofstede,
gelegen in den Nieuwlande-polder onder de gemeente
Krabbendijke, behoorende tot de nalatenschap van
dhr. J. Bruijnzeel, is in het jaar 1885 door dezen in
publieke veiling gekocht voor f 900 per Hectare
dezelfde hofstede bracht de vorige week op f1698
per Hectare of f 42,000 meer.
Te Haarlem is op 77jarigen leeftijd over
leden de heer J. H. Krelage, een man, die op het
gebied van tuinbouw in het algemeen en op dat
der bloembollen-cultuur in het bijzonder, eene
eerste plaats bekleedde. Hij was de stichter van
de »Vereeniging voor Bloembollen-cultuur", eene
vereeniging in 1860 op bescheiden schaal opgericht,
doch die in Juli 1900 niet minder dan 28 afdee-
lingen met 1712 leden telde.
Waar het onkruid vandaan komt.
Raadpleegt men de verhalen van ons volksgeloof,
dan vindt men voor de herkomst van onkruiden
verschillende bronnen aangegeven. Volgens den een
was het de Booze zelf, die onkruid onder de tarwe
zaaide, alleen uit lust tot kwaaddoen. Elders weer
vinden we eene tegenovergestelde voorstelling. De
mensch was traag, zoo heet hetuit gemakzucht
luisterde hij niet naar de stem des Hemels, die
hem het losmaken en loshouden van den grond
aanried. En om hem daartoe te dwingen, werd on
kruid onder het graan gestrooid.
Welke dezer lezingen, of wel of eene andere
de ware is, zullen we hier niet onderzoeken alleen
merken we op, dat bg den tegenwoordigen stand
van zaken alle redenen aanwezig zijn, om het on
kruid als »uit den booze" te beschouwen en te
behandelen.
Alle gronden, die langeren tijd bebouwd zijn ge
weest, bevatten een grooten rijkdom aan onkruid
zaden. Verschillende zaken hebben daartoe meege
werkt. Vooreerst het verbazende vermenigvuldi
gingsvermogen van vele wilde gewassen.
Zoo vinden we medegedeeld, dat onkruid bestaat,
waarvan een enkel plantje verscheidene duizenden
zaadjes voorbrengt. Daarbij komt dat sommige
zaden een verbazend langdurige kiemkracht bezitten.
Er zijn voorbeelden bekend, dat zaden van dertig
jaar oud nog in staat waren nieuwe planten voort
te brengen. Zijn dus de onkruidzaden eenmaal in
den grond gekomen, dan wachten ze slechts op de
vervulling der voorwaarden, waarop ze ontwikkelen.
Voor zoover ze te diep in den bodem zijn geraakt,
wachten ze gelaten het oogenblik af, dat de eene
of andere toevallige of opzettelijke grondbewerking
ze in gunstiger conditie zal brengen. Daardoor
wordt omgeploegd land, wanneer het aan zich zelve
blijft overgelaten, weldra met een groen kleed be
dekt dus is ook menigmaal de vernietiging van
onkruid op het veld tegelijk de oorzaak, dat andere
planten zich kunnen ontwikkelen. Andere zaden,
behoeven voor hunne ontkieming veel water. Wil
nu het toeval, dat men eenige droge jaren achter
elkaar heeft, dan blijven zij ook al dien tijd rustig
in den grond liggen, maar ontkiemen het eerste
natte jaar, dat op deze droge periode volgt. Een
sterk sprekend voorbeeld daarvan verhaalt de Duit-
sche landbouwkundige Böhme. »In het jaar 1890,"
zoo schrijft hij, waren de vruchtbare en zeer goed
verpleegde bouwgronden om Glogau (Silezië) zóó
met wikken verontreinigd, dat men op enkele
plaatsen in 't geheel geen koren zag en toch is
de wikke daar in 't algemeen geen lastig onkruid.
De zes weken lange regenperiode had de gedurende
tientallen jaren verzamelde wikkenzaden op eens tot
ontkieming gebracht."
Onbewust, of althans buiten zgn wil, brengt de
landbouwer zelf veel onkruid op zijn akker.
Toegegeven moet worden, dat de reiniging van
het zaaizaad heden ten dage gunstig afsteekt, dank
zij vooral de betere en verbeterde werktuigen voor
dat doel, bij die van een paar tientallen jaren ge
leden. Het zou echter een dwaling zijn zoo de ge
bruikers van wanmolen en trieur zich gingen vleien
met de gedachte, dat zij althans in dit opzicht hun
handen in onschuld kunnen wasschen. Voorzeker,
beide zgn uitstekende sorteermachines, ze mogen
gerust onontbeerlijk worden genoemd. Maar meen
daarom nog niet, dat het graan, 't welk deze werk
tuigen gepasseerd is, geheel zuiver mag worden
genoemdsorteer slechts nog eens en nog eens
en telkens zult ge weer andere onkruidzaden te
voorschijn brengen.
Maar ook op andere wijze komt veel onkruidzaad
weer op het land. Alle afval uit stal en schuur,
als graszaad van het hooi, al wat voor ongerechtig
heid door den windmolen wordt weggeblazen, op-
veegsel van den dorschvloer enz. landt eindelijk
op den mestput aan, ligt daar goed bewaard en
gaat weer naar de plaats vanwaar het gekomen is
om zich daar honderdvoudig te vermenigvuldigen.