Daarèütegen zijn er in dien tijd een drietal Mi nisteries geweest, die een levensduur van vier jaar hebben bereikt of overschredenhet Ministerie- Pierion-Borgesius, dat, den 26n Juli 1897 opge treden, juist 4 jaar heeft geregeerd het tweede Ministerie-Thorbecke, dat van 31 Jan. 1862 tot 9 Feb. 1866, dus 4 jaar en 9 dagen, en het derde- Ministerie-Heemskerk, dat van 23 April 1883 tot 21 April 1888, dus op twee dagen na 5 jaar aan het bewind was cn daarmee het record heeft ge slagen van alje Ministeries, die wij sedert de Grond wetsherziening gehad hebben. (Huisgezin.) Oorlog Transvaals Londen, 30 Juli. Een telegram van lord Kit chener uit Pretoria van 29 dezer meldt Sedert 22 dezer rapporteeren de colonnes, dat er zijn gedood of gewond 49 Boeren en 303 ge vangen genomen buitgemaakt werden 205 wagens, 2700 paarden en vee. De brigadier-generaal Gilbert Hamilton verraste Potgieter's lager bij Wolmaranshij bracht den vijand een verlies van 21 dooden en gewonden toe en maakte alle wagens buit. Generaal Bruce Hamilton rapporteert dat Roche- fort bet commando van Mijburgh verraste nabij Passiespoort en 24 man gevangen nam, onder wie Mijburgh zelf, die gevaarlijk gewond was. Dundee, 30 Juli. Uit nadere bijzondorheden over het gevecht bij Nqutu (in Zoeloeland) blijkt, dat het gevecht bijna den geheelen Zondag duurde en dat het er soms wanhopig toeging. De Boeren vielen met een aanzienlijke macht aan en deden groote moeite om een kanon vau de 67e batterij veldartillerie machtig te worden. De man, die het stuk bediende, sneuveldeverder verloren wij een officier en vier onderofficieren. Men gelooft, dat de Boeren zware verliezen leden, daar het kanon veel dienst deed op korten afstand. Eén oogenblik was het stuk zeer in het nauw gebracht; men moest er drie mijlen ver mee galoppeeren onder een bevig vuur van den vijand. Londen, 30 Juli. Lord Kitchener seint uit Pretoria Generaal Walter Kitchener opereert ten noorden van Middelburg tegen Ben Viljoen. Het 19e regi ment Huzaren slaagde na een lange jacht er in een pompom te nemen. Het 18e reg. huzaren kwam juist bijtijds om twintig wagens te helpen buit maken en 32 gevangenen te nemen. Vijf Boeren werden gewond. Onze verliezen zijn vijf man van het 19e reg. huzaren gewond. Kerknieuws. N:d. Hervormde kerk. Beroepen naar Groede ds. H. J. P. Keers te Durgerdam. Onderwijs. u*»<>«i«»ir^nskerke. De gemeenteraad heeft den heer M. Ossewaarae, onderwijzer aan de o. 1. school alhier, wegens zijne benoeming als zoodanig te Goes, eervol ontslag verleend met ingang van 1 October of zooveel vroeger als zijn opvolger in functie zal zijn getreden. Kapelle. Voor de betrekking van hoofd der school te Kapelle hebben zich 22 sollicitanten aan gemeld, waaronder 8 hoofden van scholen, 2 met akte landbouwkunde en 3 met akte Pransch. Rechtzaken. Arrondissements-Hechtbank te Middelburg In de zitting van heden zijn veroordeeld A. de H., 19 j., arbeider te Wissekerke, gedetineerd te Middelburg, wegens meineed tot 6 maanden ge vangenisstraf A. P. B., 27 j., zonder beroep te Goes, wegens beleediging van een ambtenaar tot 7 dagen gevangenisstraf. UIT DE OUDE DOOS. Taai goed. Tot bet groote aantal gilden, eenmaal in onze stad bestaande, behoorde ook dat der schoon- en gareeltliakers, looiers en leerverkoopers. Het eerste artikel hunner »wet" hield in, dat alleen zij, die burgers der stad waren, in het gilde opgenomen konden worden, en tevens dat niemand buiten het gilde eenig werk of eenigerlei goederen, het gilde betreffende, mocht maken of verkoopen, op straffe van verbeurte dier dingen, plus een boete van één pond. Alzoo mocht iemand, die geen burger der stad was, ook geen der bedoelde voorwerpen maken of verkoopen. Èen vreemdeling, die zich hier kwam vestigen, kon echter burgerrecht vorkrijgen en eerst daarna lid van het gilde worden. Voor zoover de schoen- en gareelmakers betreft, moesten de adspirant-leden ten genoegen der gilde- dekenen een proefstuk snijden eo maken. Voor de schoenmakers bestond deze drieledige proef in »een paar modeschoenen, een paar boerenschoenen en een paar pollevie-muilen," gesneden volgens do modellen, bij het gilde iu berusting. Dit »in berusting blijven" der modellen wettigt reeds bet vermoeden, dat zoomin do «modeschoenen" als do rest aan veel mode onderhevig geweest zul len zijn. Aanstaande leden zadel en gareelmakers moesten snijden en maken een nieuwerwetsck zadel, volgens »berustend" model, een gareel zonder naad, lang 22 en wijd 8 duim, een hoofdstel en eon longe. Tot het snijden en maken der proefstukken werd niemand door de dekenen toegelaten, wanneer hij niet het schriftelijk bewijs kon overleggen, dat hij volle twee jaren als leerjongen had gewerkt bij een vrij meester" in deze of in een andere stad. Vrijmeester" was de hoogste technische graad, dien men in eenig ambachtsgilde kon verkrijgen. Zij, die zich bezighielden met »het aftrekken van huiden van verstorven beesten of andere krengen" met uw permissie, lezerof die dit tevoren hadden gedaan, konden geen lid van bet gilde worden en mochten dus nooit den titel voeren van «meester-looier" of «meester-leerverkooper"zij waren en bleven vilders. Echter moesten zij ten bate van bet gilde jaarlijks zes schellingen en acht grooten opbrengen. Alle gildebroeders betaalden een inkomstgeld en wel: een geboren burger, zoon van een vrij meester zijnde, 2 pond 10 schellingen een geboren burger, geen gildebroeders zoon zijnde, 4 pond 3 sch. 4 grooten een vreemdeling, die burgerrecht verkregen had, 6 pond 13 sch. 4 gr.verder ieder van deze nog 8 sch. 10 gr. voor den knaap of gildebode, 3 sch. 4 g. voor »de pelle", 5 sch. voor de acte van inschrijving in 't gildeboek en 2 sch. voor »het teekenen", ton profijte van den boekhouder. Wilde een jongen het schoen- of gareelmaken leeren, dan moest twee sch. voor hem betaald worden voor het aanteekenen in het gildeboek. Geen baas mocht een jongen aan 't werk zetten, indien hem geen schriftelijk bewijs van den boek houder was getoond, waaruit dit aanteekenen bleek. Niemand mocht «vreemd werk", dat buiten deze stad gemaakt was, in een winkel verkoopen. Deed hij het toch, dan verbeurde hij de goederen en beliep voor de eerste maal een boete van vier pond bij herhaling trof hem dezelfde straf, terwijl boven dien zijn winkel voor zes weken gesloten werd. Geen vrijmeester mocht op meer dan één plaats tegelijk een winkel houden om te werken of voor een ander winkel houden. De eone meester mocht geen knechts «of andere werkgasten" van den anderen lokken onder belofte! van meer loon of grootere voordeelen, op een boete van tifln sch. Toneinde oneenigheid omtrent bet loon tegen te gaan was een vaste som voor olÜ stuk werk bepaald. Geen der bazen mocht booger loon geven dan het wettelijk vastgestelde. Doch wanneer de dekenen onder goedkeuring van den hoofdman of overdeken van oordeel waren, dat de tijdsomstandigheden verhooging van bet loon eisch- ten, konden zij dit voorschrijven deze verandering werd dan onmiddellijk ter kennis van de gilde» broeders gebracht. Omstreeks het midden der achttiende eeuw was dit loon geregeld ais volgtvoor een paar gewone mansschoenen elf stuivers voor Arabische, gedekte schoenen vijftien stuiversvoor Arabische schoenen met kurk veertien stuiversvoor mansmuilen met houtjes tien stuivers voor mansmuilen met leeren pollevieën negen stuivers voor boerenschoenen negen stuiversvoor boerenlaarzen een gulden voor gewone burgerlaarzen 18 stuivers voor Ara bische burgerlaarzen zes schellingen voor gestikte burgerlaarzen zeven schellingenvoor vrouwen muilen met of zonder stoffen randen tien stuivers voor platte vrouwenmuilen met witte randen zeven stuivers voor boerinnen muil en acht stuivers voor vrouwenhout jesschoenen elf stuiversvoor gestikte boerianen-boutjesschoenen twaalf stuivers. Een knecht mocht bij zijn meester niet vertrekken en in deze stad blijven werken, tenzij hij bem veer tien dagen tevoren behoorlijk gewaarschuwd en ge durende dezen tijd zijns meesters werk goed gedaan had op een boete van tien schellingen. Een meester mocht zijn knecht alleen bedanken, als hij hem acht dagen tevoren gewaarschuwd en gedurende dezen tijd werk gegeven had, tenzij met beider bewilliging. Als een meester een knecht aannam, die reeds bij" een ander in deze stad gewerkt had, mocht hij dien knecht niet aan 't werk zetten, vóór aan zijn vl'oe- geten meester gevraagd was, of deze »van den knecht voldaan was of niet". Die vraag moest door den gildeknaap worden gedaan, welke voor zijn moeite met zes grooten werd beloond» i Stond een knecht, die zijn meester verliet, bij dozen in 't krijt, dan moest de volgonde meester eerst de schuld voldoen, eer hg den knecht eonig work mocht go ven. Kwam een der gildebroeders, zijn vrouw of zijn weduwe te overlijden, dan werden alle andere broe ders door den knaap «bij overnachtsche wete" op geroepen, .op den bepaalden tijd ten huize van den boekhouder te verschijnen, om vervolgons den of de overledene ter aarde te gaan bestellen. On ver mogenden werden door de jongste gildebroeders »om Godswil" grafwaarts gedragen. Elk der broe ders was verplicht, zich voor zulk een begrafenis van een mantel te voorzien. Andere «technische" bepalingen laat ik rusten tot een volgende maal. BAVO. Gemengde Berichten. Aanstaanden Vrijdagavond, bij gelegenheid van den jaardag van H. M. de Koningin-Moeder, hoopt Hosanna" en daarna »Euphonia" eenige nummers op de tent uit te voeren. 's-Gravenpoflder. Gisteren had iemand de brutaliteit om een koe, welke zeer waarschijnlijk vreedzaam liep te grazen, de haarkwast met een ge deelte van den staart geheel af te snijden. Hevig bloedende werd het dier door den eigenaar naar huis gehaald. Is bij het afsnijden van paardenstaarten tuk op winst gewoonlijk de drijfveer, hier kunnen we aan niets anders dan aan verregaande baldadig heid denken. Het is te hopen, dat de dader ontdekt wordt. Men schrijft ons Op zeker dorp moest bij de jongste gemeente raadsverkiezing een vriend van den burgemeester aftreden. Een invloedrijk persoon, die met den bur gemeester een geschil had, maar overigens van dezelfde richting als deze was, wist eenige kiezers te bewegen om een tegencandidaat te stellen. Op den bewusten verkiezingsdag kwam tegen vier uren iemand ten gemeentehuize. De burgemeester ont ving den man op hoffelijke wijze. Er werd wat over koetjes en kalfjes gepraat en eindelijk kwam de man met de candidatenlijst voor den dag. Zoo zoomijn vriend, zei de burgemeester, moest ge nog een candidatenlijst inleveren Nu, daar moet ge dan maar eens mede wachten tot eene volgende gelegenheid, want van daag, op zijn horloge ziende, kan het niet meer, 'tis nu te laat! Een vaardige" neef. Omtrent een diefstal van gouden voorwerpen ten nadeele van een dame, ge logeerd in het Hötel des Galeries te 's-Gravenhage, verneemt het Vad. de volgende bijzonderheden. In den avond van den 21en dezer werd door een kamermeid van het hotel een heer opgemerkt, die op zijn kousen de kamer der dame verliet. Hij sprak de dienstbode aan en verzocht deze aan de dame bij haar thuiskomst te zeggen, dat haar neef haar gezocht had in haar appartementen, om afscheid te nemen hij moest onverwachts den volgenden morgen vertrekken. De meid kweet zich van de opgedragen taak; de dame was zich echter niet bewust onder de logés van het hotel een neef te hebben. De zoogenaamde neef had des avonds zijn reke ning gevraagd en betaald en vertrok den volgenden morgen zeer vroeg. Groot was de verbazing en ontsteltenis van de dame, toen zij iets uit baar koffer zou nemen. Met een mes was het slot er vierkant uitgesneden en daarna op behendige wijze weder ingezet. Alle voorwerpen van goud, ter waarde van 600 a 800 gulden, waren verdwenen. De dtof, die in een aangrenzende kamer, bij een andere dame eveneens het slot van een koffer uit sneed, vond daar weinig van zijn gading, want de koffer bevatte enkel linnengoed. Erg gevoelig De heer A. H. van Wickevoort Crommelin schrijft aan de Ned. Sport »De reden van deu verkoop van al mijn hard dravers, is voornamelijk te wijten aan de houding van 't publiek op de f 5's tribune te Woestduin, waar het zonder eenige reden een paard uitfloot, 't welk zijn record 5 sec. verbeterde en naar mijne meening getracht heeft te winnen. Ik geef u bij dezen de verzekering dat er in ons land van heden af nimmer éen enkel paard meer zal starten onder mijn naam of pseudoniem." schuwen, of vindt gij goed, dat ik met u ga «Neen, ik wil alleen zijn." Het rijtuig kwam voor, Bertha geleidde hare mevrouw er heen, hielp haar instijgen, drukte den koetsier op het hart nauwkeurig op Lucy te letten en liep, toen het rijtuig vertrokken was, naar de kamer der oude dame, die door het bericht van Lucys vertrek geheel overweldigd was. Zij wist niet of zij zich moest verheugen of' bevreesd zijn. Er was toch sedert gisteravond een crisis in Lucys toestand ontstaan en waarheen zou die voeren Kwam zij maar terugHoe zou zij het tegenover de Egberts kunnen verantwoorden, als haar eenig ongeluk overkwam Nu eens wankelend tusschen hoop en vrees, elk oogenblik geneigd Lucys wensch «ik wil alleen zijn" te vergoten en haar achterna te rijden en dan weer terug gehouden door het gevoel, dat men de arme vergunnen moest bij dit eerste bezoek aan het graf van haar man alleen te zijn, verliep er ongeveer een uur. Toen kwam het rijtuig terug tante en Bertha snelden tegemoet om Lucy naar binnen te geleiden. Hare krachten waren ten volle verbruiktzij moest door beiden ondersteund worden om hare Te Öosterwijk (N.-Br.) reden op een Ijoek twee voortuigen zóó hevig tegen elkaar, dat de burrie van een der rijtuigen in de borst van het paard van het andere rijtuig drong, met het ge- volg, dat het dier op de plaats dood bleef. Op het stations-emplacement van de locaal- spoor te Oldenzaal was een vrouw bezig cokes te zoeken uit sintels. Terwijl zij daarmede bezig was en haar eene voet rustte op de rails, bemerkte zjj niet, dat do trein in aantocht was, met het nood lottig^ gevolg, dat haar voet boven den enkel werd verbrijzeld. Nabij bet station Abcoude ia een timmerman, iu dienst bij een aannemer, door een treiD overre den en gedood. Vermoedelijk is de ladder, waarop de man stond, door den trein omvergereden. Op de Heerengracht bij de Hartenstraat te Amsterdam reed gistermiddag een automobiel een fietsrijder aan. Iemand, die van bet geval getuige was, deelt daaromtrent aan het Handbl. mede «Het ligt niet in mijne bedoeling het al of niet te snel rijden van deze automobiel te beoordeelen, doch wel wil ik mijne afkeuring uitspreken over het optreden der glazenwasschers van de Leidscbe- graebt 85 in deze quaestie. Nadat de fietsrijder geheel door eigen schuld was aangereden, wachtte de bestuurder van de automobiel nog enkele minuten, om te zien hoe het was afgeloopen ziende dat het niet zoo heel erg was, wilde hij doorrijden, waartegen zich echter do x glazenwasschers verzetten, op eene wijze die paal en perk te buiten ging. Dat een bestuurder van een automobiel maar niet op commando van een of ander burger stilstaat is zeer begrijpelijk, doch deze meening deelden de glazenwasschers niet. Bij de Wolvenstraat dwongen zij de machine door een bierkar dwars over den weg te plaatsen tot stilstand, en er volgde een vechtpartij, die meer dan ergerlijk was. Dwarshouten, den glazenwasschers verstrekt voor het plaatsen der ladders tegen de ramen, werden nu gebruikt om de automobilisten af te ranselen, hetgeen dan ook tot gevolg had dat de bestuurder binnen enkele seconden bewusteloos ter aarde stortte, en vriendelijk door een der bewoners aan de Hee rengracht ter verpleging werd opgenomen. Gelukkig dat er omstanders waren, die voor de automobilisten partij trokken en de glazenwasschers tegen hielden, anders was de ramp niet te overzien geweest." Het is zeker te hopen, dat de politie deze mannen, die noodeloos eigen rechter speelden, aan het ver stand zal weten te brengen, dat een dergelijk op treden niet te pas komt, te meer omdat ons door andoren, die het geval zagen, verzekerd werd dat de automobiel zeker niet meer snelheid had dan ongeveer 6 a 8 K.M. per uur, Woensdagochtend had een officier der jagers te Katwijk het geluk een kind te redden uit een boerenwagen, waarvan het paard aan het hollen was. Met een afdeeling wielrijders langs den weg gezeten en het luid schreeuwende kind ziende, sprongen hij en een zijner manschappen op hun rij wiel en renden den wagen na en de kans schoon V ziende, lichtte de officier het kind uit de kar en bracht het op zijn arm per fiets aan de moeder terug. Het paard werd even voorbij Katwijk-Binnen tot staan gebracht. Bij het examen dat in het vorig jaar heeft plaats gehad voor adspiranten van het reservekader werd o. a. gevraagd«Een opstel te vervaardigen over den 80-jarigen oorlog en over de krggsge- beurtenissen, die in het begin daarvan plaats had den. Twee der opstellen luidden 1, De 80-jarige oorlog heeft vele landen ver nield en begon in het jaar 1568 en is in vele landen doorgetrokken. Het land was geheel in droef- heid gebracht en zelfs in diepe droefheid dat er vele menschen en andere levende geslachten wer den vernield. Ook schepen injihet water werden Den volgenden dag stond in het plaatselijk blad het volgende bericht »Weder is een menschenleven gevallen als slacht offer van het onvoorzichtig gebruik van morphine. De weduwe van den alhier voor zes maanden over leden arts G. T. heeft als slaapmiddel eenige druppels genomen en toen men haar na eenige uren wilde wekken, bleek zij overleden. Zij was slechts 24 jaar oud en leefde finauciëei in de beste omstandigheden. Aan zelfmoord valt absoluut niet te denken." de sleutel viel op de tafel en zij herinnerde zich daardoor, wat haar hierheen had geleid, vlug stak zij den sleutel in de lade en trok die open. Wat was dat Droomde zij Bedrogen hare oogen haar Was zij waanzinnig? Die brief daar was van Ernst aan zijne dierbare, geliefde Lucy Zij nam hem op, drukte hem aan hare lippen, sloeg de oogen op het portret en strekte de armen daarnaar uit. «Ernst, mijn geliefde Ernst, spreekt gij tot mij van uit de hoogte En gij noemt mij uw geliefde Luey. Verdien ik dat nog, ik, die aan uwe liefde zoo zeer getwgfeld heb vroeg zij zich zelve. Alle matheid was verdwenen zij was niet meer ziek, niet meer treurend, zij was de liefhebbende vrouw, die het beeld van haar man wilde doen spreken. Zij sloot de deur; niemand mocht haar storen, als zij naar zijne woorden luisterde. Zij opende den brief en las «Dierbare Lucy, innig geliefde vrouw Ik ga van u, doordrongen van de overtuiging, dat dit de eenige oplossing is van de omstandigheden, onder welker ge wicht ik bezwijk. Ik heb gezondigd Lucy, tegen u en tegen mijzelven en ik ben mijn eigen rechter. Niemand kan meer doen dan zijn schuld met zijn leven betalen en daarbij vervult mg de hoop, dat gij voor mij genadig zult zijn. Hoor mij aan." Nu volgde zijne bekentenisbare tranen vloei den op het papier, waarop zijn smart, zijn ziele- leed te lezen stond. «Nu weet gij alles," besloot hij, «uw verstand kan mij niet vrijspreken, maar uw hart, met zijn schoone, sterke liefde zal mijn verdediger zijn. En als gij mij vergiffenis hebt geschonken, kom dan aan mijn graf, Lucy, en zeg het mij. In dit bit tere oogenblik geloof ik, dat ik dan in de aarde u hooren zal, want Lucy, arme zwaar gekrenkte Lucy, meer dan naar de vrede des hemels ver langt mijn hart naar uwe vergeving Den anderen morgen, toen in huis nog alles sliep, riep de bel Lucys dienstmeisje reeds in de kamer. De verrassingen van gisteren hadden Bertha op nieuwe voorbereid, daarom was zij minder verbaasd, toen zij de jonge vrouw reeds geheel aangekleed vond met mantel en hoed. i Bestel voor mij een rgtuig, Bertha, ik wil naar het kerkhof rgden." «Maar zal ik niet eerst mevrouw Berthold waar Een bekend arts te Amsterdam zat in het Panopticum met zijn familie. Tegenover hem plaat ste zich na eenigen tijd een Engelsche familie, waarbij twee dames, die, toen de dokter een sigaar opstak, hem dit erg kwalijk schenen te nemen. Dit bleek althans uit vele nijdige blikken en uit herhaald «shocking". Toen de nijdige schoonen wat al te Engelsch gingen doen, zeide de dokter buigende Dames, het is aangenamer den rook te genieten van een goede Hollandsche sigaar, dan van ver brande hoeven in de Zuid-Afrikaansche Republieken. Weg waren de Engelschen woning te kunnen bereiken, maar op haar gelaat lag een vrede, in hare oogen eene helderheid, die de aandacht der verpleegster trokken. Voor de hartelijke zorgen en de liefdevolle bemoeiingen voor haar bracht Lucy warme woorden van dank aan hare verzorgster, nam uit hare handen een glas wjjn en zeide nu een oogenblik te willen rusten, daar zij recht vermoeid was. Alleen gelaten ging zij nog eenmaal naar hare kamer, zag nog eens het beeld aan met grenzelooze liefde en fluisterde het toe «Alle leed is voorbij gij hebt mg geroepen Mijn Ernst ik kom tot u".

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1901 | | pagina 2