zet in bouwland met intensieve cultuur. Verder is do afstand van Westkapelle tot die lijn grooter, zoodat die gemeente geen steun voor deze lijn geeft. Ook zijn de toegezegde bij dragen voor het plan- Lantsheer gering en die voor het andere plan in voldoende mate toegezegd. Ook de financieele op offering voor de provincie weegt. Spr. zal daarom tegen het plan-Lantsheer stemmen. De heer De Veer herinnert er aan, dat aan Ged. Staten was opgedragen te trachten de beide comités tot overeenstemming te brengen. De commissie van Ged. Staten, aan wie dit werd overgelaten, heeft echter daaraan eene zonderlinge uitvoering gegeven. Zij heeft de tram in het zuidwestelijk deel van Walcheren vooruit geschoven, daarmede dus het plan-Lantsheer op den voorgrond gesteld en de andere tram op den achtergrond gedrongen. Ware de samenwerking ernstig beproefd, op de wijze als in de bedoeling van |de Prov. Staten heeft gelegen, dan zou men misschien de tram hebben gekregen, die voor Walcheren de beste isvan Middelburg over Serooskerke naar Domburg en van daar recht streeks naar Vlissingen. Spr. heeft den indruk, alsof de commissie onder den invloed heeft gestaan van den Prov. Hoofdingenieur, alsof deze president en secretaris van de commissie uit Gedep. Staten is geweest. Hot hoog spr. den hoofdingenieur ook schat, toch acht hp dien toestand bedenkelijk. De voorgestelde lijn-Lantsheer zal veel minder dienen de belangen van Domburg, van Middelburg, van den landbouw in het algemeen. Met het voorgestelde subsidie zou men veel meer kunnen bereiken. Hoofdzaak in de tram-aanvragen is Domburg. Was deze plaats er niet, men zou niet denken over een tram op Walcheren, zoomin als men denkt over een tram op Noord Beveland. Zon der de ontvangsten uit het badverkeer, naast die uit het landbouwverkeer, wordt een tramlijn onbe staanbaar dit badverkeer is dus een hoofdbelang en moet het zwaarst wegen. Nu is het duidelijk, dat de korste verbinding aan de spoorlijn voor dit hoofdbelang het eerst in aanmerking komt. Daarnaast weegt het landbouwbelang. Wordt de lijn-Lantsheer gemaakt, dan hebben Oostkapelle en Serooskerke evenveel recht, om te vragen geef ons ook nu nog een ton gouds. Over de vraag, welk deel van het eiland de verbinding meer noodig heeft, zijn de belanghebbenden het niet eens. Het veiligst is, te zeggen, dat beide streken eene tram noodig hebben maar dan is het onverantwoord, eene keus te doen en daarvoor eene ton gouds uit te geven. De wegen in het zuidwestelijk deel zijn zoo slech+, beweert men. Noemt men een slechten weg bij Aagtekerke, er zijn er onder den rook van Mid delburg, die even slecht zijn. In beide streken hebben echter de wegen aansluiting aan het hoofd- verkeer. In het zuidwesten vindt men vele kleine land bouwers. Heeft de groote landbouwer niet evenveel belang, o. m met het oog op suikerbieten vervoer De tramden Bouwmeester zal doorsnijden eene bloeiende streek en is daarom meer levensvatbaar. Maar is het niet waar, dat in het zuidwesten ook de landbouw bloeit Dit is dus ook geen argument a o >r de tramLantsheer. Vlissingen zou door deze rechtstreeks worden verbonden aan Domburg. Dat is geen ton uit de Prov. kas waard. Want Vlissingen is over Middel burg verbonden met Domburg. De ti am—Lantsheer sluit rechtstreeks aan aan staatss] o )r te Vlissingen. Planden Bouwmeester wilde aanvankelijk aansluiten aan spoor te Middel burg. Dit werd door den Prov. Hoofd-ingenieur onnoodig geacht, omdat de per tram te vervoeren landbouwproducten verder moeten worden verzon den per sc\>p en niet per spoor. Daarom beeft het com.téDen Bouwmeester de aansluiting van Staatsspoor laten vervallen. Mocht daaraan nu even wel zooveel waarde worden gehecht, dan is dit comité bereid, die aansluiting weer op te nemen. Spr. komt verder nog op tegen de foutieve voor stelling van cijfers der bevolking in het algemeen verslag. Hij wijst er op, dat het planLantsheer in allen gevalle 2 xk ton meer kost dan dat van Den Bouwmeester, en dat is het niet waard. Dat Middelburg nadeel zal hebben van eenige tram, gelooft spr. niet, want deze stad blijft het centrum en Vlissingen ligt aan den zoom van Wal cheren. Dit weegt dus bij hem niet. Hoofdargument van spr. is, dat het niet gewet tigd is, een ton meer uit de Prov. fondsen te ge ven voor eene uitgaaf, die niet strikt noodzakelijk is, vooral omdat de Provincie staat tegenover tal van uitgaven, die verhooging van belastingen noo dig zullen maken. knakt door den engel des doods de moeder knielde er bij neder, weende en zuchtte alsof baar bet hart zou breken. »Mijn kind, mijn lieve jongen, mijn kleine Ernst, neem mij mede, wat schiet er nog voor mg over, alleen op deze wereld Voor de oogen van Ernst, die getuige van dit tooneel was, begon het te schemeren. Dit kind was hem niets geweest, zoolang het leefde zijn dood riep nu gevoelens in hem wakker, die hij vroeger niet gekend had en die hem aangrepen, als had hij een zwaar verlies geleden. >Liesbeth", sprak hij eindelijk na een langdurig angstig zwijgen, »ik begrijp uw smart, maar gij moet u bedwingen, om uws zelfswille. Wees kalm, mijn lieve, ik bid u er om. Gij moogt ook niet zoo dicht bij het lijk komen, gij brengt daardoor uw eigen leven in gevaar." »Och, dat is mij toch niets meer waard >Maar ik mag het niet dulden, Liesbeth, en gij zult mij toch mijn plicht niet zwaar maken Sta op, zet u op dien stoel en hoor mg aan. De kleine moet onmiddellijk gekist en vandaag nog naar het lijkenhuis gebracht worden dat is politie-ver- ordening." Weder wierp zjj zich voor het bedje neer en weder stroomden hare tranen. De heer Van Teylingen aoht het provinciaal be lang meer betrokken bij bet plan-Lantsheer. Het landbouwbelang is er meer bij gebaat, de twee steden zijn er beter mede, het personenverkeer zal grooter zijn. Spreker komt op tegen de mededeelingen van den heer De Veer betreffende de behandeling in de commissie van Gedep. Staten. Hiervan heeft hij confidentieel kennis bekomen en daarvan bad hij geen gebruik mogen maken in de vergadering. De heer De Veer doet opmerken, dat hij zijne mededeeling niet heeft gebaald uit een confidentieel gesprek, maar uit de stukken. Aan Gedep. Staten was niet opgedragen te zeggen welke lijn de beste was, zooals zij gedaan hebbenzij hadden moeten trachten de commission tot een te brengen. De heeren Van der Meer en Maas voeren «og het woord, waarna de heer Van Lijnden namens Gedep. Staten den heer Van Teylingen dankt voor zijne verdediging van het college tegenover den uitval van den heer De Veer. Spr. ontkent dat de com missie van eene persoonlijke voorkeur voor eene lijn zou hebben doen blijken. Hij gaat de geschie denis na. Vlissingen begon met een plan te maken. Dit werd toegejuicht, maar de richting beviel niet. Toen stond Middelburg op, en toen bleek, dat de vergadering wel een tram wilde, maar een, die Vlis singen en Middelburg gelijkelijk bediende. Daarop heeft de commissie eenvoudig een wenk gegeven van wat de vergadering scheen te verlangen. Spr. bespreekt nog enkele punten uit de stuk ken. Vooreerst het isolement van Westkapelledit dorp zal over de lijn Koudekerke in nog iets korter tijd Middelburg kunnen bereiken dan over Seroos kerke. Landbouwproducten van dat dorp, o. a. aardappelen, kunnen gemakkelijk worden vervoerd. Aansluiting per spoor is te Middelburg niet in het plan opgenomen wel in het Vlissingsche plan. Dit plan sluit te Vlissingen aan de sneltreinen aan, die te Middelburg niet stoppen. Het verbindt de twee badplaatsen Domburg en Vlissingen. De kosten zullen vermoedelijk iets meevallen, waarom wordt voorgesteld, het subsidie niet te bepalen op een vast bedrag, maar op een maximum. Spr. is overtuigd, dat een tram op Walcheren noodig is, dat het plan-Lantsheer meer belaDgen dient, dat dit zoowel de belangen van Vlissingen als die van Middelburg bevorderen zal en dat daar om de uitgaaf daarvoor verantwoord is. De beer Van Deinse stelt er prijs op te verklaren, dat de houding, door Gedep. Staten in deze zaak aangenomen, volkomen correct is, zelfs al te correct. Spr. hoopte, dat het college zou hebben aangetoond, dat de voorkeur voor Serooskerke alleen voortsproot uit de omstandigheid, dat het plan aan den duinvoet van de baan en dus dit plan alleen over was. Spr. zal met overtuiging voor het plan-Lantsheer stem men en zich niet voor het andere kunnen verklaren. Nadat nog de heeren HammacherDe Veer en Van Lijnden bet woord gevoerd hebben wordt bet ontwerp-besluit I (subsidie-plan-Lantsheer) in be handeling gebracht. De beer Van Deinse stelt voor, ook bier in te voegen, dat bij naasting de staat het subsidie krggt. Gedep. Staten nemen dit over. De heer Van Deinse vindt de van belanghebben den gevraagde subsidiën te hoos. Hg wil die van f 65600 terugbrengen tot f 46000. Dit amendement wordt verworpen met 22 tegen 16 stemmen. De heer De Veer wil de verplichting doen ver vallen, dat evenveel treinen van Vlissingen als van Middelburg naar Domburg moeten loopen dit kan voor don exploitant zeer moeilijk zijn. Dit wordt zonder stemming aangenomen. De heer Wisboom Verstegen wil het verbod op nemen, om op Zondag tusschen 9 en 12 voorm. en 2 en 5 nam. te rijden. Spr. zou volstrekt ver bod van rijden op Zondag wenscben. Hij begrijpt, dat dit niet kan en zal zich nu tevreden stellen met het door hem voorgestelde. Dit zal bevorderlijk zijn aan kerkgang, aan Zondagsrust, en daar de tram een landbouwbelang dient is rijden op die uren op Zondag onnoodig. De heer Bos gaat daarmee mede. Wanneer de tram hoofdzakelijk zou dieDen voor uitstapjes op Zondag, dan zouden zeker vele voorstanders in tegenstanders verkeeren. De heer Dieleman wil aan bet amendement toe voegen, dat, indien op Zondag treinen moeten rijden, aan bet personeel om de veertien dagen een vrije Zondag moet worden gegeven. De heer Van Lijnden doet uitkomen, dat het tramplan niet alleen is aanbevolen voor landbouw belangen, maar ook met het oog op badverkeer. »Maar Liesbeth", sprak hij vol zelfverwijt, »be- denk toch, uw kind, wat verliest het? Schijnt u het leven werkelijk zulk een groot geluk 1 Hoe menigeen, die door glans en pracht omgeven is, benijdt thans dezen armen kleinen jongen." Zij hief het hoofd op, zag hem in het diep treurig schijnend gelaat en droogde hare tranen. Hij beredderde nu alles, gaf haar aanwijzingen wat zij te doen had, vermaande haar zich goed te houden en vertrok met een bedroefd hart en ge bogen hoofd, nadat hij zijne beurs in haar hand had gelegd, en de hulp der oude vrouw had inge roepen. En nu begon in hem een stille strijd. Het hart hij noemde het in dit geval den eenvoudigsten menschenplicht trok hem tot haar hij moest zich om haar lot bekommeren en het verstand hield hem door dringende waarschuwingen terug. Had hij het niet reeds lang gevoeld welk een ge vaar voor hem in deze toenadering lag hoe kon zij weder opwekkon, wat vergeten moest zijn Eiken avond bevredigde hg zijn verlangen door het besluitmorgen zal ik haar bezoeken, en als de dag kwam, deed bij zich zelf meenen, dat zijne tegenwoordigheid en zijn arbeid elders noodzake lijker waren, en het verwijt, dat hij ✓zich zeiven over zijn besluiteloosheid maakte, nam telkens een Spr. kan daarom met de amendementen niet mede gaan. De heer Van Teijlingen meent, dat de Staten niet moeten medegaan met het denkbeeld, om de men- schen te dwingen. Wie op Zondag niet wil rijden, doet dat niet, maar gaat naar de kerk. In geene enkele plattelandsgemeente zal de tram door de kom der gemeente rijden de kerk kan er dus geen hinder van hebben. Nadat nog de heer Wisboom Verstegen heeft ge- sproken, wordt zijn amendement verworpen met 25 tegen 13 stemmen en dat van den heer Dieleman aangenomen met 25 tegen 13 stemmen. De heer De Veer stelt voor, dat vóór 1 Jan. 1903 het kapitaal moet zijn geplaatst en de sub sidiën moeten zijn toegezegd. Gedep. Staten nemen dit over. Daarna wordt het geheele voorstel aangeno men met 29 tegen 8 stemmen, die der heeren De Veer, De Jonge, Den Boer, Maas, De Casembroot, Hollestelle, Bolier en Wisboom Verstegen. De beer Van der Have was afwezig. Het subsidie is dus toegestaan aan de tramlijn Mid delhui gKoudekerkeWestkapelleDomburg met zij lijn KoudekerkeVlissingen. De zitting wordt geschorst. Na heropening komen aan de orde de verslagen van de afdeelingen betreffende II. Voorstel van Gedep. Staten tot wgziging van het reglement op de wegen en voetpaden, strekkende oma. wedstrijden met automobielen op openbare wegen te verbieden b. te bepalen, dat fietsen moeten zijn voorzien van bel en lantaarn c. rij- of voertuigen te verplichten, voor fietsrijders stil te houden of uit te wijken d. fietsrijders voor te schrijven, uit te wijken e. wedstrijden in hard rijden met fietsen te verbieden. Vragen van de heeren Van der Have en Van Deinse worden door den heer De Casembroot be antwoord. Over de onderdeelen wordt gesproken door de heeren MoerdijkVan DeinseVan der HaveDe CasembrootFokker, Van der Lek de Clercq Lucasse en Maas. Een amendementMoerdijk, om de verplichting tot het hebben van een bel en lantaarn alleen op bereden" fietsen te leggen, wordt verworpen met 21 tegen 16 stemmen. (De heer Noordijke beeft de vergadering verlaten.) Een amendementVan Deinseom te bepalen, dat de wielrijder van zijne bel of hoorn gebruik moet maken bij tegenkomen of voorbijreden van een voetganger, wordt verworpen met 20 tegen 17 stem men. Een amendementVan der Haveom te bepalen, dat de helder licht uitstralende lantaarn, waarvan de fiets moet voorzien zgn, wordt bedekt bij het tegenkomen van een rij- of voertuig, wordt ver worpen met 35 tegen 2 stemmen. Een amendement-Z^o^er, om de verplichting voor rij- en voertuigen tot stilhouden of uitwijken alleen voor te schrijven bij het tegenkomen van een »be- reden" velocipede, wordt aangenomen met 24 tegen 13 stemmen. Een amendement-om in het slot der bepaling »vélocipède" te vervangen door x>wiel- rijder," wordt aangenomen met 30 tegen 7 stemmen. Een amendement-Lncass?, om de verplichting tot uitwijken met een voertuig alleen voor te schrijven, zoo breedte van de rijbaan dat toelaat, wordt aan genomen met 34 tegen 3 stemmen. De aldus gewijzigde paragraaf wordt nu aange nomen met 31 tegen 6 stemmen. Een amendement- Wisboom Verstegenom aan Ged, Staten de macht te geven tot het verleenen van dispensatie van het verbod van wedstrijden in hard rijden op openbare wegen, wordt verworpen met 31 tegen 6 stemmen. Het voorstel in zgn geheel wordt zonder stem ming aangenomen. Daardoor wordt geacht, dat het verzoek van de Vereen, van burgem. en secret, in Zuid-en Noord- Beveland, om wijziging te brengen in het reglement op de wegen en voetpaden, is afgewezen. III. Voorstel van Gedep. Staten, om den Zim- mermanpolder calamitous te verklaren. De heer Hennequin merkt op, dat de polder on geveer 208 H.A., waarvan 30 H.A. wegen en dijken, blijft 178 H.A., groot isdaarvan moeten nog enkele H.A. worden ingenomen. Het is niet zeker, dat de gebeele polder zal behouden blijven. Tegen over deze kleine oppervlakte zijn de kosten van calamiteusverklaring verbazend hoogbij verdedi ging op vaste punten ongeveer 5*/j ton) bij aaneen gesloten verdediging nagenoeg 7 ton. Terwijl men de waarde van den polder schat op f 1000 per H.A., komt men nu op 4 of 5 maal zooveel. Spr. is nieuwen vorm aan. Daardoor bleef de gedachte aan haar bestaan en altijd zag bij haar gelaat voor zich, zoo bleek, zoo treurig, en hij deed zich moeite te gelooven, dat alleen vermoeiende bezigheden en de verpleging van haar kind haar zoo lijdend hadden gemaakt. Ongeveer drie weken later gevoelde hij zich al te sterk tot haar aangetrokken. Daar bij haar en zich zei ven genoegzaam bad bewezen boe sterk zgn wil was, durfde hij in koelen bloede zijn mensch- lievend plan uitvoeren. Het schemerde reeds en de regen viel bij stroomenhij sloeg zijn groo- ten, alleen voor den nacht bestemden mantel om, drukte zijn hoed diep op het hoofd en sloeg den weg naar Liesbeth's woning in. Een der hoofd- j straten doorrennend, viel zijn oog op het ven- I ster van een wijnhandelaar en kreeg hij het in de gedachte eenige flesschen wijn tot hare versterking mede te nemen. Deze inkoop werd gevolgd door een tweeden in een banketbakkerswinkel, het zou Liesbeth tocb wel genoegen doen, als iemand voor hare versterking zorgde. Het was donker in haar kamertje, doch zij stond aan het venster geleund en zoo toekende zich hare slanke gestalte af tegen den lichteren achtergrond van den avondhemel, toen hij binnentrad. »Ik kom om naar u. te zien, Liesbeth." Zij schrok niet overtuigd, dat het behoud van den polder zoo veel waard is, ook voor de aangelegen polders. r De heer Hollestelle refereert zich aan hetgeen hg in de afdeelingen heeft gezegd, waaraan hij geen woord heeft toe te voegen. De heer Kakebeeke meent in het licht te moeten stellen, dat de oorspronkelijke bedijkers niet licht vaardig zgn te werk gegaan. Dat is pertinent weer sproken in het rapport van deo Hoofdingenieur. Helpt men den Zimmermanpolder niet, dan komt men niet in den toestand van vroeger terug. Toen was het een wassende oever, nu een afnemende. Al spoedig zouden de Reigersbergsche, de Ema nuel en de Frederikapolders worden aangetast en zou calamiteusverklaring daaraan moeten volgen, wat voor de Provincie nog nadeeliger zou zijn. De heer Hennequin komt terug op hetgeen in het algemeen verslag is gezegd over de wijze, waarop, en de omstandigheden, waaronder de bedijking heeft plaats gehad. Bovendien spreekt de hoofdingenieur niet zoo stellig als de beer Kakebeeke over de gevolgen, welke de weigering van calamiteusver klaring zou hebben. De heer Van Rompu verdedigt het voorstel van Gedep. Staten. Alle elementen voor calamiteus verklaring zijn aanwezig en dan mag het geldelijk belang niet wegen. Overigens voert de heer Van Rompu de zelfde argumenten aan als de heer Kakebeeke. Daarna wordt tot calamiteusverklaring besloten met 25 tegen 11 stemmen; (de beer Kakebeeke was hierbij afwezig). Tegen stemden de heeren Maas, Houterman, Moerdijk, IJsebaert, Vader van 's Gravenpolder, Hammacher, Oggel, Wisboom Verstegen, Van der Lek de Clercq, De Jonge en Hennequin. Het voorgestelde reglement wordt vervolgens zonder beraadslaging of stemming vastgesteld. IV. Voorstel van Gedeputeerde Staten tot terug vordering van een evenredig deel in de bijdragen van derden in de kosten van verpleging van be hoeftige krankzinnigen. Zonder beraadsl. of stemming aangenomen. V. Voorstel van Gedeputeerde Staten tot ver wering in het rechtsgeding betreffende de vordering van C. de Caluwé te Groede om vergoeding van geleden schade bij bet vervoer van een paard met een der booten van den Provincialen stoombootdien6t op de Wester-Schelde. (De zitting gaat over in eene met gesloten deuren). Na heropening komt aan de orde VI. Voorstel van Gedeputeerde Staten tot nadere regeling van de jaarwedde van den concierge bij de Provinciale bibliotheek, waardoor die wedde met 1 Jan. 1902 zal worden f350, met vrije woning. Zonder beraadsl. of stemming aangenomen. VIL Voorstel van Gedep. Staten tot afwijzing van het verzoek van J. W. Koole, weduwe Boots gezel, in leven commissaris bij den Prov. stoom- bootdienst te Breskens, om pensioen. Zonder beraadslaging of stemming aangenomen. VIII. Voorstel van Gedep. Staten tot a f w ij z i n g van het verzoek van de weduwe van P. Quaars, in leven gezagvoerder bij den Prov. stoombootdienst te Vlissingen, om eene tegemoetkoming uit de Provinciale kas. De heer Hammacher stelt voor, eene gratificatie van f150 in eens te verleenen, op grond van de vele diensten, door haar man indertijd aan de Pro vincie verleend. De beer Dieleman stelt voor, eene jaarlijksche gratificatie van f125 te verleenen. Geeft de Prov. hulp, dan moet zij dit afdoende doen. Voor eene som van f125 per jaar kan zij zich inkoopen in eene inrichting te Vlissingen. Spr. wil straks ook een voorstel doen betreffende algemeene pensioen regeling van weduwen. De beer Siegers meent, dat de nu to nemen be slissing vèr strekkende gevolgen kan hebben. Wel is soms aan weduwen van ambtenaren iets verleend, maar niet aan weduwen van gepensionneerde ambte naren. Kort geleden is eene pensioenregeling voor ambtenaren ingevoerd moeten nu ook de weduwen volgen De beer De Veer verklaart zich vóór het denk- beeld-Dieleman, de beer Pompe daartegen, met het oog op de belastingen. Nadat beide heeren nog hun standpunt hebben uiteengezet, neemt de heer Dieleman over een denk beeld van den heer Wisboom Verstegen om de gra tificatie voor vijf jaar toe te staan. Dit wordt ver worpen met 24 tegen 13 stemmen. Het voorstel-Hammacher wordt aangenomen met 19 tegen 18 stemmen. IX. Voorstel van Gedep. Staten tot het ver- T leenen van een subsidie ad f 500 aan de Vereeni- bij het hooren van zijn stem, draaide zich haastig om en trad kort langs hem heen, als geloofde zij aan een zinsbegoocheling. Daarna een paar schre den terugwijkend, zeide zij met bevende stem »Dat is zeer goedig van u. Ik ik zou eigen lijk al wog moeten zijn maar spoedig, heel spoedig ga ik naar Berlijn." >Hoe, wilt gij weg van hier vroeg hij verrast en een weldadig gevoel rees in hem op. »Inder- daad is dat goed voor u, ik wilde het u juist veorstellen. Den geheelen dag aan de naaimachine te zitten is voor u veel te ongezond. Gij zult het beter hebben als gg weer in betrekking zijt, maar nu moet gg er nog geene aannemen. De ziekte van uw kind heeft u veel kwaad gedaan, gg ziet er zwak en vervallen uit. Blijf nog een paar weken hier, houd u kalm en versterk u goed." Zij was, terwijl bij sprak, naar de tafel getreden, had de kleine lamp aangestoken en stond zwijgend en luisterend voor hem. Hg was begonnen kalm en zacht met haar te spreken, doch toen het licht was aangestoken en hij haar ten volle zag, kwam een overweldigend sterk medelijden in zijn hart op en zgn toon werd krachtiger en meer gemoedelijk. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1901 | | pagina 2