zet in bouwland met intensieve cultuur. Verder is
do afstand van Westkapelle tot die lijn grooter,
zoodat die gemeente geen steun voor deze lijn geeft.
Ook zijn de toegezegde bij dragen voor het plan-
Lantsheer gering en die voor het andere plan in
voldoende mate toegezegd. Ook de financieele op
offering voor de provincie weegt. Spr. zal daarom
tegen het plan-Lantsheer stemmen.
De heer De Veer herinnert er aan, dat aan Ged.
Staten was opgedragen te trachten de beide comités
tot overeenstemming te brengen. De commissie van
Ged. Staten, aan wie dit werd overgelaten, heeft
echter daaraan eene zonderlinge uitvoering gegeven.
Zij heeft de tram in het zuidwestelijk deel van
Walcheren vooruit geschoven, daarmede dus het
plan-Lantsheer op den voorgrond gesteld en de
andere tram op den achtergrond gedrongen. Ware
de samenwerking ernstig beproefd, op de wijze als
in de bedoeling van |de Prov. Staten heeft gelegen,
dan zou men misschien de tram hebben gekregen,
die voor Walcheren de beste isvan Middelburg
over Serooskerke naar Domburg en van daar recht
streeks naar Vlissingen. Spr. heeft den indruk,
alsof de commissie onder den invloed heeft gestaan
van den Prov. Hoofdingenieur, alsof deze president
en secretaris van de commissie uit Gedep. Staten
is geweest. Hot hoog spr. den hoofdingenieur ook
schat, toch acht hp dien toestand bedenkelijk.
De voorgestelde lijn-Lantsheer zal veel minder
dienen de belangen van Domburg, van Middelburg,
van den landbouw in het algemeen.
Met het voorgestelde subsidie zou men veel meer
kunnen bereiken. Hoofdzaak in de tram-aanvragen
is Domburg. Was deze plaats er niet, men zou niet
denken over een tram op Walcheren, zoomin als
men denkt over een tram op Noord Beveland. Zon
der de ontvangsten uit het badverkeer, naast die
uit het landbouwverkeer, wordt een tramlijn onbe
staanbaar dit badverkeer is dus een hoofdbelang
en moet het zwaarst wegen. Nu is het duidelijk,
dat de korste verbinding aan de spoorlijn voor dit
hoofdbelang het eerst in aanmerking komt.
Daarnaast weegt het landbouwbelang. Wordt de
lijn-Lantsheer gemaakt, dan hebben Oostkapelle en
Serooskerke evenveel recht, om te vragen geef ons
ook nu nog een ton gouds. Over de vraag, welk
deel van het eiland de verbinding meer noodig
heeft, zijn de belanghebbenden het niet eens. Het
veiligst is, te zeggen, dat beide streken eene tram
noodig hebben maar dan is het onverantwoord,
eene keus te doen en daarvoor eene ton gouds uit
te geven.
De wegen in het zuidwestelijk deel zijn zoo
slech+, beweert men. Noemt men een slechten weg
bij Aagtekerke, er zijn er onder den rook van Mid
delburg, die even slecht zijn. In beide streken
hebben echter de wegen aansluiting aan het hoofd-
verkeer.
In het zuidwesten vindt men vele kleine land
bouwers. Heeft de groote landbouwer niet evenveel
belang, o. m met het oog op suikerbieten vervoer
De tramden Bouwmeester zal doorsnijden eene
bloeiende streek en is daarom meer levensvatbaar.
Maar is het niet waar, dat in het zuidwesten ook
de landbouw bloeit Dit is dus ook geen argument
a o >r de tramLantsheer.
Vlissingen zou door deze rechtstreeks worden
verbonden aan Domburg. Dat is geen ton uit de
Prov. kas waard. Want Vlissingen is over Middel
burg verbonden met Domburg.
De ti am—Lantsheer sluit rechtstreeks aan aan
staatss] o )r te Vlissingen. Planden Bouwmeester
wilde aanvankelijk aansluiten aan spoor te Middel
burg. Dit werd door den Prov. Hoofd-ingenieur
onnoodig geacht, omdat de per tram te vervoeren
landbouwproducten verder moeten worden verzon
den per sc\>p en niet per spoor. Daarom beeft
het com.téDen Bouwmeester de aansluiting van
Staatsspoor laten vervallen. Mocht daaraan nu even
wel zooveel waarde worden gehecht, dan is dit
comité bereid, die aansluiting weer op te nemen.
Spr. komt verder nog op tegen de foutieve voor
stelling van cijfers der bevolking in het algemeen
verslag. Hij wijst er op, dat het planLantsheer
in allen gevalle 2 xk ton meer kost dan dat van Den
Bouwmeester, en dat is het niet waard.
Dat Middelburg nadeel zal hebben van eenige
tram, gelooft spr. niet, want deze stad blijft het
centrum en Vlissingen ligt aan den zoom van Wal
cheren. Dit weegt dus bij hem niet.
Hoofdargument van spr. is, dat het niet gewet
tigd is, een ton meer uit de Prov. fondsen te ge
ven voor eene uitgaaf, die niet strikt noodzakelijk
is, vooral omdat de Provincie staat tegenover tal
van uitgaven, die verhooging van belastingen noo
dig zullen maken.
knakt door den engel des doods de moeder knielde
er bij neder, weende en zuchtte alsof baar bet
hart zou breken.
»Mijn kind, mijn lieve jongen, mijn kleine Ernst,
neem mij mede, wat schiet er nog voor mg over,
alleen op deze wereld
Voor de oogen van Ernst, die getuige van dit
tooneel was, begon het te schemeren. Dit kind was
hem niets geweest, zoolang het leefde zijn dood
riep nu gevoelens in hem wakker, die hij vroeger
niet gekend had en die hem aangrepen, als had hij
een zwaar verlies geleden.
>Liesbeth", sprak hij eindelijk na een langdurig
angstig zwijgen, »ik begrijp uw smart, maar gij
moet u bedwingen, om uws zelfswille. Wees kalm,
mijn lieve, ik bid u er om. Gij moogt ook niet
zoo dicht bij het lijk komen, gij brengt daardoor
uw eigen leven in gevaar."
»Och, dat is mij toch niets meer waard
>Maar ik mag het niet dulden, Liesbeth, en gij
zult mij toch mijn plicht niet zwaar maken Sta
op, zet u op dien stoel en hoor mg aan. De kleine
moet onmiddellijk gekist en vandaag nog naar het
lijkenhuis gebracht worden dat is politie-ver-
ordening."
Weder wierp zjj zich voor het bedje neer en
weder stroomden hare tranen.
De heer Van Teylingen aoht het provinciaal be
lang meer betrokken bij bet plan-Lantsheer. Het
landbouwbelang is er meer bij gebaat, de twee
steden zijn er beter mede, het personenverkeer zal
grooter zijn.
Spreker komt op tegen de mededeelingen van
den heer De Veer betreffende de behandeling in
de commissie van Gedep. Staten. Hiervan heeft hij
confidentieel kennis bekomen en daarvan bad hij
geen gebruik mogen maken in de vergadering.
De heer De Veer doet opmerken, dat hij zijne
mededeeling niet heeft gebaald uit een confidentieel
gesprek, maar uit de stukken. Aan Gedep. Staten
was niet opgedragen te zeggen welke lijn de beste
was, zooals zij gedaan hebbenzij hadden moeten
trachten de commission tot een te brengen.
De heeren Van der Meer en Maas voeren «og het
woord, waarna de heer Van Lijnden namens Gedep.
Staten den heer Van Teylingen dankt voor zijne
verdediging van het college tegenover den uitval
van den heer De Veer. Spr. ontkent dat de com
missie van eene persoonlijke voorkeur voor eene
lijn zou hebben doen blijken. Hij gaat de geschie
denis na.
Vlissingen begon met een plan te maken. Dit
werd toegejuicht, maar de richting beviel niet.
Toen stond Middelburg op, en toen bleek, dat de
vergadering wel een tram wilde, maar een, die Vlis
singen en Middelburg gelijkelijk bediende. Daarop
heeft de commissie eenvoudig een wenk gegeven
van wat de vergadering scheen te verlangen.
Spr. bespreekt nog enkele punten uit de stuk
ken. Vooreerst het isolement van Westkapelledit
dorp zal over de lijn Koudekerke in nog iets korter
tijd Middelburg kunnen bereiken dan over Seroos
kerke. Landbouwproducten van dat dorp, o. a.
aardappelen, kunnen gemakkelijk worden vervoerd.
Aansluiting per spoor is te Middelburg niet in
het plan opgenomen wel in het Vlissingsche plan.
Dit plan sluit te Vlissingen aan de sneltreinen aan,
die te Middelburg niet stoppen. Het verbindt de
twee badplaatsen Domburg en Vlissingen. De kosten
zullen vermoedelijk iets meevallen, waarom wordt
voorgesteld, het subsidie niet te bepalen op een
vast bedrag, maar op een maximum.
Spr. is overtuigd, dat een tram op Walcheren
noodig is, dat het plan-Lantsheer meer belaDgen
dient, dat dit zoowel de belangen van Vlissingen
als die van Middelburg bevorderen zal en dat daar
om de uitgaaf daarvoor verantwoord is.
De beer Van Deinse stelt er prijs op te verklaren,
dat de houding, door Gedep. Staten in deze zaak
aangenomen, volkomen correct is, zelfs al te correct.
Spr. hoopte, dat het college zou hebben aangetoond,
dat de voorkeur voor Serooskerke alleen voortsproot
uit de omstandigheid, dat het plan aan den duinvoet
van de baan en dus dit plan alleen over was. Spr.
zal met overtuiging voor het plan-Lantsheer stem
men en zich niet voor het andere kunnen verklaren.
Nadat nog de heeren HammacherDe Veer en
Van Lijnden bet woord gevoerd hebben wordt bet
ontwerp-besluit I (subsidie-plan-Lantsheer) in be
handeling gebracht.
De beer Van Deinse stelt voor, ook bier in te
voegen, dat bij naasting de staat het subsidie krggt.
Gedep. Staten nemen dit over.
De heer Van Deinse vindt de van belanghebben
den gevraagde subsidiën te hoos. Hg wil die van
f 65600 terugbrengen tot f 46000.
Dit amendement wordt verworpen met 22 tegen
16 stemmen.
De heer De Veer wil de verplichting doen ver
vallen, dat evenveel treinen van Vlissingen als van
Middelburg naar Domburg moeten loopen dit kan
voor don exploitant zeer moeilijk zijn.
Dit wordt zonder stemming aangenomen.
De heer Wisboom Verstegen wil het verbod op
nemen, om op Zondag tusschen 9 en 12 voorm.
en 2 en 5 nam. te rijden. Spr. zou volstrekt ver
bod van rijden op Zondag wenscben. Hij begrijpt,
dat dit niet kan en zal zich nu tevreden stellen
met het door hem voorgestelde. Dit zal bevorderlijk
zijn aan kerkgang, aan Zondagsrust, en daar de
tram een landbouwbelang dient is rijden op die
uren op Zondag onnoodig.
De heer Bos gaat daarmee mede. Wanneer de
tram hoofdzakelijk zou dieDen voor uitstapjes op
Zondag, dan zouden zeker vele voorstanders in
tegenstanders verkeeren.
De heer Dieleman wil aan bet amendement toe
voegen, dat, indien op Zondag treinen moeten rijden,
aan bet personeel om de veertien dagen een vrije
Zondag moet worden gegeven.
De heer Van Lijnden doet uitkomen, dat het
tramplan niet alleen is aanbevolen voor landbouw
belangen, maar ook met het oog op badverkeer.
»Maar Liesbeth", sprak hij vol zelfverwijt, »be-
denk toch, uw kind, wat verliest het? Schijnt u
het leven werkelijk zulk een groot geluk 1 Hoe
menigeen, die door glans en pracht omgeven is,
benijdt thans dezen armen kleinen jongen."
Zij hief het hoofd op, zag hem in het diep
treurig schijnend gelaat en droogde hare tranen.
Hij beredderde nu alles, gaf haar aanwijzingen
wat zij te doen had, vermaande haar zich goed te
houden en vertrok met een bedroefd hart en ge
bogen hoofd, nadat hij zijne beurs in haar hand
had gelegd, en de hulp der oude vrouw had inge
roepen.
En nu begon in hem een stille strijd. Het hart
hij noemde het in dit geval den eenvoudigsten
menschenplicht trok hem tot haar hij moest
zich om haar lot bekommeren en het verstand
hield hem door dringende waarschuwingen terug.
Had hij het niet reeds lang gevoeld welk een ge
vaar voor hem in deze toenadering lag hoe kon
zij weder opwekkon, wat vergeten moest zijn
Eiken avond bevredigde hg zijn verlangen door
het besluitmorgen zal ik haar bezoeken, en als
de dag kwam, deed bij zich zelf meenen, dat zijne
tegenwoordigheid en zijn arbeid elders noodzake
lijker waren, en het verwijt, dat hij ✓zich zeiven
over zijn besluiteloosheid maakte, nam telkens een
Spr. kan daarom met de amendementen niet mede
gaan.
De heer Van Teijlingen meent, dat de Staten niet
moeten medegaan met het denkbeeld, om de men-
schen te dwingen. Wie op Zondag niet wil rijden,
doet dat niet, maar gaat naar de kerk. In geene
enkele plattelandsgemeente zal de tram door de
kom der gemeente rijden de kerk kan er dus geen
hinder van hebben.
Nadat nog de heer Wisboom Verstegen heeft ge-
sproken, wordt zijn amendement verworpen met
25 tegen 13 stemmen en dat van den heer Dieleman
aangenomen met 25 tegen 13 stemmen.
De heer De Veer stelt voor, dat vóór 1 Jan.
1903 het kapitaal moet zijn geplaatst en de sub
sidiën moeten zijn toegezegd. Gedep. Staten nemen
dit over.
Daarna wordt het geheele voorstel aangeno
men met 29 tegen 8 stemmen, die der heeren De
Veer, De Jonge, Den Boer, Maas, De Casembroot,
Hollestelle, Bolier en Wisboom Verstegen. De beer
Van der Have was afwezig.
Het subsidie is dus toegestaan aan de tramlijn Mid
delhui gKoudekerkeWestkapelleDomburg met zij
lijn KoudekerkeVlissingen.
De zitting wordt geschorst.
Na heropening komen aan de orde de verslagen
van de afdeelingen betreffende
II. Voorstel van Gedep. Staten tot wgziging van
het reglement op de wegen en voetpaden, strekkende
oma. wedstrijden met automobielen op
openbare wegen te verbieden b. te bepalen, dat
fietsen moeten zijn voorzien van bel en lantaarn
c. rij- of voertuigen te verplichten, voor fietsrijders
stil te houden of uit te wijken d. fietsrijders voor
te schrijven, uit te wijken e. wedstrijden in hard
rijden met fietsen te verbieden.
Vragen van de heeren Van der Have en Van
Deinse worden door den heer De Casembroot be
antwoord. Over de onderdeelen wordt gesproken
door de heeren MoerdijkVan DeinseVan der
HaveDe CasembrootFokker, Van der Lek de Clercq
Lucasse en Maas.
Een amendementMoerdijk, om de verplichting
tot het hebben van een bel en lantaarn alleen op
bereden" fietsen te leggen, wordt verworpen met
21 tegen 16 stemmen.
(De heer Noordijke beeft de vergadering verlaten.)
Een amendementVan Deinseom te bepalen,
dat de wielrijder van zijne bel of hoorn gebruik
moet maken bij tegenkomen of voorbijreden van een
voetganger, wordt verworpen met 20 tegen 17 stem
men.
Een amendementVan der Haveom te bepalen,
dat de helder licht uitstralende lantaarn, waarvan
de fiets moet voorzien zgn, wordt bedekt bij het
tegenkomen van een rij- of voertuig, wordt ver
worpen met 35 tegen 2 stemmen.
Een amendement-Z^o^er, om de verplichting voor
rij- en voertuigen tot stilhouden of uitwijken alleen
voor te schrijven bij het tegenkomen van een »be-
reden" velocipede, wordt aangenomen met 24 tegen
13 stemmen.
Een amendement-om in het slot der
bepaling »vélocipède" te vervangen door x>wiel-
rijder," wordt aangenomen met 30 tegen 7 stemmen.
Een amendement-Lncass?, om de verplichting tot
uitwijken met een voertuig alleen voor te schrijven,
zoo breedte van de rijbaan dat toelaat, wordt aan
genomen met 34 tegen 3 stemmen.
De aldus gewijzigde paragraaf wordt nu aange
nomen met 31 tegen 6 stemmen.
Een amendement- Wisboom Verstegenom aan Ged,
Staten de macht te geven tot het verleenen van
dispensatie van het verbod van wedstrijden in hard
rijden op openbare wegen, wordt verworpen met
31 tegen 6 stemmen.
Het voorstel in zgn geheel wordt zonder stem
ming aangenomen.
Daardoor wordt geacht, dat het verzoek van de
Vereen, van burgem. en secret, in Zuid-en Noord-
Beveland, om wijziging te brengen in het reglement
op de wegen en voetpaden, is afgewezen.
III. Voorstel van Gedep. Staten, om den Zim-
mermanpolder calamitous te verklaren.
De heer Hennequin merkt op, dat de polder on
geveer 208 H.A., waarvan 30 H.A. wegen en dijken,
blijft 178 H.A., groot isdaarvan moeten nog
enkele H.A. worden ingenomen. Het is niet zeker,
dat de gebeele polder zal behouden blijven. Tegen
over deze kleine oppervlakte zijn de kosten van
calamiteusverklaring verbazend hoogbij verdedi
ging op vaste punten ongeveer 5*/j ton) bij aaneen
gesloten verdediging nagenoeg 7 ton. Terwijl men de
waarde van den polder schat op f 1000 per H.A.,
komt men nu op 4 of 5 maal zooveel. Spr. is
nieuwen vorm aan. Daardoor bleef de gedachte aan
haar bestaan en altijd zag bij haar gelaat voor zich,
zoo bleek, zoo treurig, en hij deed zich moeite te
gelooven, dat alleen vermoeiende bezigheden en de
verpleging van haar kind haar zoo lijdend hadden
gemaakt.
Ongeveer drie weken later gevoelde hij zich al
te sterk tot haar aangetrokken. Daar bij haar en
zich zei ven genoegzaam bad bewezen boe sterk zgn
wil was, durfde hij in koelen bloede zijn mensch-
lievend plan uitvoeren. Het schemerde reeds en
de regen viel bij stroomenhij sloeg zijn groo-
ten, alleen voor den nacht bestemden mantel om,
drukte zijn hoed diep op het hoofd en sloeg
den weg naar Liesbeth's woning in. Een der hoofd- j
straten doorrennend, viel zijn oog op het ven- I
ster van een wijnhandelaar en kreeg hij het in de
gedachte eenige flesschen wijn tot hare versterking
mede te nemen. Deze inkoop werd gevolgd door
een tweeden in een banketbakkerswinkel, het zou
Liesbeth tocb wel genoegen doen, als iemand voor
hare versterking zorgde.
Het was donker in haar kamertje, doch zij stond
aan het venster geleund en zoo toekende zich hare
slanke gestalte af tegen den lichteren achtergrond
van den avondhemel, toen hij binnentrad.
»Ik kom om naar u. te zien, Liesbeth." Zij schrok
niet overtuigd, dat het behoud van den polder zoo
veel waard is, ook voor de aangelegen polders. r
De heer Hollestelle refereert zich aan hetgeen hg
in de afdeelingen heeft gezegd, waaraan hij geen
woord heeft toe te voegen.
De heer Kakebeeke meent in het licht te moeten
stellen, dat de oorspronkelijke bedijkers niet licht
vaardig zgn te werk gegaan. Dat is pertinent weer
sproken in het rapport van deo Hoofdingenieur.
Helpt men den Zimmermanpolder niet, dan komt
men niet in den toestand van vroeger terug. Toen
was het een wassende oever, nu een afnemende.
Al spoedig zouden de Reigersbergsche, de Ema
nuel en de Frederikapolders worden aangetast en
zou calamiteusverklaring daaraan moeten volgen,
wat voor de Provincie nog nadeeliger zou zijn.
De heer Hennequin komt terug op hetgeen in
het algemeen verslag is gezegd over de wijze, waarop,
en de omstandigheden, waaronder de bedijking heeft
plaats gehad. Bovendien spreekt de hoofdingenieur
niet zoo stellig als de beer Kakebeeke over de
gevolgen, welke de weigering van calamiteusver
klaring zou hebben.
De heer Van Rompu verdedigt het voorstel van
Gedep. Staten. Alle elementen voor calamiteus
verklaring zijn aanwezig en dan mag het geldelijk
belang niet wegen. Overigens voert de heer Van
Rompu de zelfde argumenten aan als de heer
Kakebeeke.
Daarna wordt tot calamiteusverklaring besloten met
25 tegen 11 stemmen; (de beer Kakebeeke was
hierbij afwezig).
Tegen stemden de heeren Maas, Houterman,
Moerdijk, IJsebaert, Vader van 's Gravenpolder,
Hammacher, Oggel, Wisboom Verstegen, Van der
Lek de Clercq, De Jonge en Hennequin.
Het voorgestelde reglement wordt vervolgens
zonder beraadslaging of stemming vastgesteld.
IV. Voorstel van Gedeputeerde Staten tot terug
vordering van een evenredig deel in de bijdragen
van derden in de kosten van verpleging van be
hoeftige krankzinnigen.
Zonder beraadsl. of stemming aangenomen.
V. Voorstel van Gedeputeerde Staten tot ver
wering in het rechtsgeding betreffende de vordering
van C. de Caluwé te Groede om vergoeding van
geleden schade bij bet vervoer van een paard met
een der booten van den Provincialen stoombootdien6t
op de Wester-Schelde.
(De zitting gaat over in eene met gesloten deuren).
Na heropening komt aan de orde
VI. Voorstel van Gedeputeerde Staten tot nadere
regeling van de jaarwedde van den concierge bij de
Provinciale bibliotheek, waardoor die wedde met 1
Jan. 1902 zal worden f350, met vrije woning.
Zonder beraadsl. of stemming aangenomen.
VIL Voorstel van Gedep. Staten tot afwijzing
van het verzoek van J. W. Koole, weduwe Boots
gezel, in leven commissaris bij den Prov. stoom-
bootdienst te Breskens, om pensioen.
Zonder beraadslaging of stemming aangenomen.
VIII. Voorstel van Gedep. Staten tot a f w ij z i n g
van het verzoek van de weduwe van P. Quaars,
in leven gezagvoerder bij den Prov. stoombootdienst
te Vlissingen, om eene tegemoetkoming uit de
Provinciale kas.
De heer Hammacher stelt voor, eene gratificatie
van f150 in eens te verleenen, op grond van de
vele diensten, door haar man indertijd aan de Pro
vincie verleend.
De beer Dieleman stelt voor, eene jaarlijksche
gratificatie van f125 te verleenen. Geeft de Prov.
hulp, dan moet zij dit afdoende doen. Voor eene
som van f125 per jaar kan zij zich inkoopen in
eene inrichting te Vlissingen. Spr. wil straks ook
een voorstel doen betreffende algemeene pensioen
regeling van weduwen.
De beer Siegers meent, dat de nu to nemen be
slissing vèr strekkende gevolgen kan hebben. Wel
is soms aan weduwen van ambtenaren iets verleend,
maar niet aan weduwen van gepensionneerde ambte
naren. Kort geleden is eene pensioenregeling voor
ambtenaren ingevoerd moeten nu ook de weduwen
volgen
De beer De Veer verklaart zich vóór het denk-
beeld-Dieleman, de beer Pompe daartegen, met het
oog op de belastingen.
Nadat beide heeren nog hun standpunt hebben
uiteengezet, neemt de heer Dieleman over een denk
beeld van den heer Wisboom Verstegen om de gra
tificatie voor vijf jaar toe te staan. Dit wordt ver
worpen met 24 tegen 13 stemmen.
Het voorstel-Hammacher wordt aangenomen met
19 tegen 18 stemmen.
IX. Voorstel van Gedep. Staten tot het ver- T
leenen van een subsidie ad f 500 aan de Vereeni-
bij het hooren van zijn stem, draaide zich haastig
om en trad kort langs hem heen, als geloofde zij
aan een zinsbegoocheling. Daarna een paar schre
den terugwijkend, zeide zij met bevende stem
»Dat is zeer goedig van u. Ik ik zou eigen
lijk al wog moeten zijn maar spoedig, heel
spoedig ga ik naar Berlijn."
>Hoe, wilt gij weg van hier vroeg hij verrast
en een weldadig gevoel rees in hem op. »Inder-
daad is dat goed voor u, ik wilde het u juist
veorstellen. Den geheelen dag aan de naaimachine
te zitten is voor u veel te ongezond. Gij zult het
beter hebben als gg weer in betrekking zijt, maar
nu moet gg er nog geene aannemen. De ziekte van
uw kind heeft u veel kwaad gedaan, gg ziet er
zwak en vervallen uit. Blijf nog een paar weken
hier, houd u kalm en versterk u goed."
Zij was, terwijl bij sprak, naar de tafel getreden,
had de kleine lamp aangestoken en stond zwijgend
en luisterend voor hem. Hg was begonnen kalm
en zacht met haar te spreken, doch toen het licht
was aangestoken en hij haar ten volle zag, kwam
een overweldigend sterk medelijden in zijn hart op
en zgn toon werd krachtiger en meer gemoedelijk.
(Wordt vervolgd.)