1900, N". 149. Dinsdag 18 December. 87sle jaargang. Vee-uitvoer naar België. A A KESTEIHM4» De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prgs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 eentmet bijblad 10 cent. Inzending van advertenüën vóór 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 et. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht, dat de invoer van melkvee langs Achel (station) en Maeseijck is verboden met ingang van 15 Decem ber 1900. Goes, 15 December 1900. De Burgemeester van Goes, W E S S E LI N K. op ZATERDAG DEN 22 DECEMBER 1900, des voormiddags te 10 uren, in het Raadhuis van gemeente-werken en leverantiën voor 1901, te weten: le. het timmerwerk en de levering van touwwerk; 2e. metsel-, stukadoors- en steenhouwwerk 3e. leidekkers-, lood-, zink- enpompmakerswerk 4e. 8mids-, kachel- en slotenmakerswerk 5e. schilders-, behangers- en glazenmakerswerk 6e. stoffeerderswerk 7e. de levering van borstel- en mandenwerk. Alles volgens tarief. De levering der artt. 19 en 23 van het tarief wordt niet afzonderlijk aanbesteed maar aan ver schillende aannemers opgedragen. Het bestek ligt van Maandag 16 December af op de gewono uren in het Raadhuis ter inzage. Niet ingevulde tarieven zgn aldaar verkrijgbaar a f 0,50 per exemplaar. Inlichtingen geeft de gemeente-bouwmeester. De aandacht wordt er op gevestigd dat de werk lieden moeten worden verzekerd door de aannemers en dat zulks niet meer geschiedt door de gemeente. Goes, den 15 December 1900. Burgemeester en Wethouders van Goes, WESSEL1NK. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Wekelijksch algemeen overzicht De Fransche Kamer zette jl. Donderdag de debatten voort over het amnestie-ontwerp en men hoopte die denzelfden dag ten einde te kunnen brengendit was echter een gdele hoop. De ge- heele Dreyfus-zaak kwam opnieuw te berde. Het was vooral het lid Breton, die nog eens het bekende kwaad van alle personen uit die quaestie aan een beschouwing onderwierp, maar het slot van zijn rede was toch dat hg vóór het voorstel stemde. Het ontwerp geeft amnestie aan een massa kleine schuldigen, veroordeelden voor feitelijkheden bjj werkstakingen en dergelijke misdaden nu was het wel duur gekocht de amnestie voor die kleine te moeten koopen met de onstrafbaarheid van groote boeven, maar de prijs moest maar gegeven worden, verklaarde hg. Dan kwam Méline aan het woord en Millevoye, die tegen het ontwerp is, zoolang Deroulède en Habert er niet in zijn opgenomen, en toen ten slotte de tijd daar was om de vergadering te scheiden, was de Kamer niet verder gekomen dan tot twee stemmingen over art. 1. De eerste zinsnede, waarbjj amnestie wordt voorgeschreven ten aanzien van alle feiten, die met de Dreyfus-zaak in verband staan, werd met 329 tegen 244 stemmen aangenomen. Op de tweede zinsnede, waarbij enkele uitzonderin gen worden voorgeschreven, was door Vazeilles een amendement voorgesteld »Zgn eveneens uitgezon derd, lo. de misdrijven van verraad en spionnago, 2o. valschheid in geschrifte en valsche getuigenis, 3o. ambtsmisdrijven." Het amendement werd in drie deelen gesplitst, en het eerste gedeelte met 296 tegen 248 stemmen aangenomen. Dit was, zoo verklaarde Waldeck-Rousseau, der regeering onverschillig om dat de bepalingen van dat eerste gedeelte ook reeds uit het ontwerp voortvloeiden maar de beide vol gende punten waren, meende hg, in lgnrechten strijd met ho\ karakter van het ontwerpde regeering kon de aanneming daarvan onmogelgk aanvaarden. Deze verklaring gaf eenige beroering in de Kamer, waarop de beraadslagingen tot heden zijn verdaagd. Zoo is de zaak dus nog hangende gebleven. Déroulède en Habert hebben uit hun ballingschap een langen brief geschreven aan het Kamerlid Roche, waarbg zij verzoeken geen amendementen op het amnestie-ontwerp in te dienen, die te veel den schijn zouden geven, dat zjj vergiffenis kwamen vragen. Zg verlangden geen amnestie tegen dien prijs. Als zjj, zooals Waldeck-Rousseau van hen scheen te ver wachten, voor hem op de knieën moeten vallen, dan zien zij hun vaderland liever niet terug. Esterhazy heeft het voorbeeld gevolgd van Picquarthg heeft aan den voorzitter van de Kamer een brief gezon den om, wat hem betreft, verzet aan te teekenen tegen de amnestie-wet In de zitting van den Duitschen Rjjksdag, waarin de rijkskanselier graaf von Bulow het niet- ontvangen van president Kruger door den Keizer breedvoerig besprak, was het laatste woord over deze voor Duitschland netolige quaestie nog niet f vallen. De hoogleeraar Hasse, uit Den Haag ;ruggekeerd, waar hij Kruger complimenteerde als /oorzitter van het Alldeutsche Verband, bracht de zaak in een der volgende zittingen opnieuw ter sprake. Hij betreurde 't dat de Regeering zich tegen over de openbare meening had gesteld. De heele houding van de Duitsche politiek in den Boeren oorlog en in de zaak van President Kruger, meende Hasse, word beheerscht door, op zijn zachtst ge nomen, oogluiking tegenover Engeland. Er zou waar diger gehandeld zijn, als men den ouden President te Berlijn de hand had gedrukt, maar niet die van Cecil Rhodes, wiens handen, in weerwil van al het goud, dat zij vasthouden, bezoedeld zijn. De rijkskanselier moest zich natuurlijk tegen dezen spreker verdedigen maar al spoedig kreeg men den indruk, dat hij het moet afleggen, als hij staat tegenover een man, die zich bij de zaak houdt en haar behandelt in een taal, vrij van alle een zijdige voorstellingen en hoogdravende zinswendin gen, waarvan de rede van von Bulow overliep. Maar er was meer dan de rede van den hoogleeraar Hasse, dat den Rijkskanselier dwong op de zaak terug te komen. Er zijn in Duitschland nog genoeg onafhankelijke bladen, die met de rede van von Bulow niet zijn ingenomen, omdat hij heengleed over de hoofdzaak de niet-ontvangst van Kruger om groote woorden te bezigen over de dwaasheid om van den Transvaalschen oorlog een wereldoorlog te maken, waarin ook Duitschland zou betrokken worden.* De Rijkskanselier heeft ook gezegd, dat een ont vangst noch Kruger, noch het Duitsche Rijk van nut zou zijn geweest. Dat is niet de vraag, zegt de Tagliche Rundschau, maar het niet ontvangen beeft ons scbade berokkendhet is de bekentenis van een zwakheid, en zoo wordt het ook in Enge land opgevat. Als de ontvangst werkelijk een schennis der neutraliteit was geweest, dan had zij achterwege moeten blijven maar dan is het toch zonderling, dat Frankrijk deze opvatting niet deelde. Het niet ontvangen geschiedde dus niet uit een neutraliteits- oogpuni, maar uit behoefte om Engeland een vrien delijkheid te bewijzen en Von Bulow heeft den indruk daarvan versterkt door den geheelen toestand als gedwongen te kenschetsen. De ontvangst van Kruger zou een bewijs zijn geweest van echte neutraliteit van de onafhankelijkheid der Duitsche politiek. Chamberlain heeft het in het Engelsche Lager huis zwaar te verantwoorden gehad. Er werd een motie voorgesteld, waarin aan de Koningin werd gevraagd dat ministers en leden van het Huis, die een betrekking aanvaarden in een der departe menten, geen belangen zullen hebben, direct of indirect, in eenige firma of maatschappij, die con tracten heeft met de kroon Deze motie was rechtstreeks gericht tegen Cham berlain en zijne bloedverwanten, naar aanleiding van de onthullingen, in den tjjd der verkiezingen gedaan, over hun deelgenootschap in een aantal maatschappijen. Aan Chamberlain werd verweten, dat hij zelf dit beginsel heeft toegepast, toen Sir Robinson zou worden benoemd tot regeerings-com- missaris in Zuid-Afrika en later ook nog in eene circulaire aan de ambtenaren op Ceilon. Den voor steller der motie deed het leed, dat Chamberlain, als minister van koloniën, die beginselen niet op zich zei ven had toegepast. De aangevallene hield een redevoering van on geveer een uur, om zich te verdedigen. Hij achtte het een bedroevend verschijnsel, dat iemand, die 25 jaren lang de publieke zaak gediend heeft, zich in hot Huis moet komen verdedigen, om te betoogen dat hij geen dief en geen schurk is. De minister beweerde dan, dat er een samen spanning bestaat, om hem te berooven van de openbare achting. Die veldtocht werd zoo gevoerd, dat hij geen openbare aanklacht daartegen kan in stellen. Hij heeft nooit, zoolang hij publiek per soon is, gepoogd zijn invloed aan te wenden, om geldelijke voordeelen te behalen voor zich of zijn broeders. Hg erkende, vroeger in verschillende maatschappijen aandeelen te hebben gehad, doch die, toen hij minister werd, met verlies te hebben verkocht. Slechts in twee maatschappijen is hij nog geïnteresseerden hg zette uiteen, dat dio met de Regeering niets te maken hebben. De| jbeleediging, tegen hem persoonlijk gericht, zou hem koud laten, zeide hjj verder, maar zgn tegenstanders hebben het karakter van het debat in het parlement verlaagd, en dat grieft hem. De motie werd verworpen met 269 tegen 127 stemmen het was een zuivere partijstemming. Ook hield Chamberlain een redevoering over de politiek der toekomst in Zuid-Afrika, die den indruk wekte, dat eene wijziging van de Engelsche staat kunde op til is. Met veel waardeering wordt echter over deze rede niet gesproken in de Engelsche bladen. De Star zegtChamberlain heeft de oppo sitie zand in de oogen gestrooid. Hij heeft beloften afgelegd zoo heeft hg gezegd, dat in de toekomst wat minder hoeven zullen worden verbrand. Thans blijkt het, dat hij het in brand steken van de hoeven wil vervangen door het fusilleeren van den eigenaar. De Standard laat zich aldus uitDe redevoering van Chamberlain heeft, zoowel in Engeland als in Zuid-Afrika, den indruk gemaakt van een erkenning van zwakheid en van de aanleiding tot een wijzi ging der staatkunde. Dit nu is onjuist. Er heeft geen wijziging plaats gohad. De regeering heeft niet het minste plan, af te gaan van de reeds lang vastgestelde politiek, en zjj wordt in die houding gesteund door de zienswgze van het land. De vol komen inlijving van de beide provincies bjj het gebied- der kroon is een zaak, waarover geen dis cussie meer zal worden toegelaten. De onvoorwaar delijke overgave van de Boeren is de noodzakelijke voorwaarde voor elke regeling." Ook minister Brodrick verklaarde, dat er geen wijziging van de Engelsche staatkunde te wachten is. GOES, 17 December 1900. In da brieven uit de Hofstad aan de Arnh. Ct. wordt over den bekenden brief van den Voor zitter der Eerste Kamer aan president Kruger o. a. het volgende gezegd Indien de heer v. Naamen v. Eemnes behoefte gevoelde al wat er in zgn hart omging voor onzen gast, president Kruger, bij monde of bij geschrifte uit te drukken, 't stond hem natuurlijk vrij. Maar sprekende namens en uit kracht eener op dracht van de Eerste Kamer, had hij zich aan zgn opdracht te houden en moest hij alleen naar de welsprekendheid streven, die zeggen doet al wat, maar ook niet meer dan noodig is. Die wijze zelf beperking heeft hij niet betracht en dientengevolge vermoed ik, dat wij eerlang een anderen Voorzitter aan 't hoofd van onzen Senaat zullen zien. Het spjji mij dat een zoo hoog geplaatst man, bij wien aan jeugdige onbezonnenheid niet meer te denken valt, een onbekookten briefis gaan schrijven, die onze Regeering tot een soort van excuses maken bg het Britsche bewind genoopt heeft. Was dit laatste bepaald noodig Ik stel de vraag zonder haar te beantwoorden, want ik matig mij 't recht tot antwoorden niet aan. Maar al betwijfel ik de strikte noodzakelijkheid, zoo had de briefschrijver, die als Voorzitter der Eerste Kamer de pen voerde, toch zeker moeten overwegen of zgn geschrijf wellicht aan onze Regeering moeilijkheden zou kunnen berokkenen en dan behoorde het ?»in dubio abstine" (in twgfol onthoud u) zgn leuze te zgn. Onder goede vrienden eens een woord van excuus to moeten spreken, dat beduidt weinig, maar dit te moeten doen aan iemand, in casu Enge land, aan wien men 't land heeft en dien men ei^nlijk minacht, dat is erg hinderlgk en zelfs ietwat vernederend. Bovendien had de president zich een voudig tot zijn opdracht te bepalen, zonder zich in persoonlijke ontboezemingen te gaan vermeien. De wijze Spreukendichter verklaart wel een woord, van pas gesproken, »tot gouden appelen op zilve ren geheelde schalen," maar als 't niot van pas is, dan stelt hij tegenover het zilveren spreken het gouden zwijgen. In dit opzicht hebben de Fransche bewindslieden een goed voorbeeld gegevenaan President Kruger richtten zij hartelijke woorden van welkom en van hulde, maar kwetsende uit drukkingen tegenover Engeland werden zorgvuldig vermeden. Misschien kan men echter doze goede zijde van het geschrevene releveeren, dat John Buil nu van offlciëele zijde vernomen heeft, hoe wij in derdaad over hem denken. Er moge een désaveu op gevolgd zijn, het is en big ft gezegd en a bon entendeur, salut(wie ooren heeft om te hooren die hoore We zouden ons verslag over de buiten gewone tooneelvoorstellingjjl. Vrij dag in de schouwburgzaal der sociëteit V. O. V. alhier gegeven door hot gezelschap van den Ant- werpschen Schouwburg onder directie van F. van Doeselaar, kunnen aanvangen met de bekende uitdrukking de afwezigen hadden onge- lgk. Die afwezigen waren velen, en ongeljjk hadden de weggeblevenen, die nog wel eens een echt ouder- wetsch stuk als «de Goudboer" willen zien opvoe- ron. Dit drama, geschreven door J. A. Manu9 naar den Duitschen roman van Charlotte Birch-Pfeiffer, heeft toch nog steeds, hoe het ook moge beoordeeld worden, do verdienste hot publiek te boeien en het na elke acte te doen losbarsten in een storm van applaus. De executanten werden dan ook verschei dene malen teruggeroepen. Het is waar, dat wij op het gebied van tooneel- litteratnur tegenwoordig aan heel iets anders ge wend zijn dan wat »de Goudboer" geeft, maar het is de vraag of al het nieuwe in staat is het oude te verdringen of op den achtergrond te plaatseD sommige moderne stukken geven reden te over om die vraag ontkennend te beantwoorden. Eenigo scheppingen van den nieuweren tijd, die hier ter stede zijn opgevoerd, en zeker niet het minst het kort geleden ten gehoore gebrachte, zijn daar om dit te bewijzen. Den korten inhoud van de Goudboer" te vermel den ligt niet in de bedoeling en zou, wat de na men der actrices en acteurs en die der door hen voorgestelde personen betreft, niet wel doenlijk zijn, daar programma's geheel ontbrakon. Het spel was voortreffelijk, terwijl de costumes medewerkten om de hoorders te verplaatsen in den tijd en in do streek, het stuk speelt te Ramsau in het Beijersch gebergte in 1812 waarheen het hen in gedachte voerde. Het nastukje was een in vers-maat weinig betoe- kenend komisch schetsje, dat zgn succes moest verkrijgen door het spel, wat dan ook gelukte. Het gaf te zien een wel wat overdreven voorstelling van de wittebroodsweken van een jong echtpaar, een tijdperk, waarin regen en zonneschijn elkaar zoo licht en zoo plotseling afwisselen, als gevolg van jalouzie en ongegronde verdenking. Mocht dit gezelschap hior nogmaals optreden, dan zij het een drukkere opkomst toegewenscht. Het heeft bewezen die te verdienen. Het wetsontwerp betreffende de goed keuring vaD het huwelijk van H. M. de KoniDgin met Hertog Hendrik, is van den Raad van State terugontvangen en dus gereed ter aanbieding aan de Staten-Generaal. Bijgelegenheid van het huwelijk van IT. M. worden o. a. in de residentie verwacht de koning en de koningin van Wurtemberggrootvorst Wladimir van Ruslandde groothertog van Olden burg prinsessen van Waldeck en Pyrmont, zusters van H. M. de Koningin-Moeder. Men schrijft ons uit Den Haag Aan het diner van H. M. de Koningin, waaraan de President der Zuid-Afrikaansche Repu bliek en dr. Leyds genoodigd waren, was de heer Kruger gezeten naast H. M. Tegenover de Koningin had H. M. de Koningin-Moeder plaats genomen, naast wie de gezant dr. Leyds gezeten was. De overige gasten waren eenige dames en heeren, dienstdoende bij het Huis van HH. MM. De beide gasten waren genoodigden aan den dage- lijkscben disch der Koninklijke familie, waardoor het diner elk officieel karakter miste. De President en dr. Leyds zgn nog ruim een half uur na afloop van het diner in de salons gebleven, om aan de algemeene conversatie deel te nemen. Even 8 Va uur keerden de heeren Kruger en Leyds naar het hotel terug. (N.R. Ct.) Aan het diner, dat minister Pierson Za terdagavond gaf ter eer© van president Kruger- namen ook deel dr. Leyds en de heeren Fischer, We8sels en Wolinarans. De president had des middags een langdurig consult met dr. Sikkel, oorarts, in tegen woordig, beid van dr. Heyuians, 's president's dokter, in verhand met zijne hardhoorigboid. Men meldde jl. Zaterdag uit 's-Gravenhage aan de N. R. Ct. De heden gekomen, naar hot schijnt offici eel e bevestiging van de voor de Boeren gunstige berichten van het oorlogsteirein, werd aan president Kruger hedenmiddag door zijne omgeving medegedeeld en door Z.H.Ed, met blijde belangstelling ontvangen. Toevallig is 't, dat deze berichten juist heden kwamen, op den verjaardag van den slag bij Colense. Do President ontving heden nog bezoeken van eenige dames en hoeren, o. a. van generaal Van KeBteren, inspecteur van het wapen dor infanterie. Ook werd bij deu President toegelaten eene de putatie uit de vrouwelijke studenten aan de uni versiteit te Leiden, die, namens een veertigtal dames- studenten den president als huldeblijk kwamen aanbieden het jongste portrot van H. M. de Ko ningin, in groot formaat. Tevens werd een adres van hulde en sympathie aangeboden. Gisteren (Zondag) woonde, naar het Handelsblad meldt, president Kruger, vergezeld van den heer Wolmaraus, de voormiddag godsdienstoefening bij in do kerk van de Gereformeerde gemeente am den Z. O. Buitensingel te 's-Gravenhage. Onder het zingen door de gemeente van het eerste vers vau Psalm 100 Juich aarde, juich alom dan

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1