1900. N°. 146. Dinsdag 11 December. 87sle jaargang. NIEUWJAARSCOMMISSIE GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 eentmet bjjblad 10 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgavea C01RAN De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels k 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. De goede resultaten, welke do bedeeling op den 1 Januari telken jare heeft opgeleverd, hebben doen besluiten weder de zoogenaamde in het leven te roepen. Terwijl de heer J. J. RAMONDT zich weder bereid verklaarde de leiding der zaken als Voorzitter op zich te nemen, werden door de onderscheidene instellingen de onderstaande heeren als leden der commissie aangewezen, t. w. Burg. Armbestuur dhr. B. M. DEN BOER Hervormde Diaconie JOH. VAN ASPEREN VERVENNE R. K. Par. Arrnb. P. A. VAN ACKER Com. v. d. CEc. Spjjsuitd. I. D. FRANSEN VAN DE PUTTE. De heer A. A. VAN DELLEN, commies ter secretarie, is als secretaris aan de commissie toe gevoegd. Deze commissie zal op DONDERDAG DEN 20 DECEMBER a. s. de bijdragen der ingezetenen inzamelen. Burg. en Weths. vertrouwen, dat de ingezetenen door voldoende bijdragen gaarne er toe zullen mede werken, dat op den eersten dag des jaars niemand in deze gemeente gebrek ljjde aan bet hoogst noodige, ook om daardoor te voorkomen don grootan last, dien de burgerjj eertijds ondervond van het zoogenaamde Nieuwjaarwensehen. Goes, den 10 December 1900. Burgemeester en Wethouders van Goes, WESSEL1NK. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Wekelijksch algemeen overzicht Het Engelsche parlement is jl. Donderdag bij eengeroepen in buitengewone zitting. Dit was de vjjftiende maal dat zulks geschiedde sedert de oude Koningin de regeering aanvaardde. Den volgenden dag opende de Koningin haar met de volgende troonrede: »Het ia noodzakelijk geworden nieuwe middelen te verschaffen voor de ten dienste der operatiën van mijn legers in Zuid-Afrika en China gedane uitgaven. In heb u opgeroepen in buiten gewone zitting, opdat gij uw goedkeuring moogt hechten aan de vereischte formaliteiten te dezen aanzien. Ik wil niet tredon in verdere openbare aangelegenheden, die uw aandacht verlangen voor dgewone zitting van het Parlement in het voor jaar." Deze zitting heeft dus geen ander .doel dan de noodige gelden te verschaffen voor den oorlog in Zuid-Afrika en China. De stemming, waarin de Engelschen verkeeren omtrent den Zuid-Afrikaanschen oorlog, wordt er niet beter op, nu men duideljjk gaat inzien, dat de strijd nog verre van geëindigd is. De Westminster Gazette heeft over den toestand i een merkwaardig artikel. >Wjj zijn, dus leest men in het blad, nu bjjna veertien maanden aan het oorlog voeren. We hebben onze geheele Imperiale macht in het veld gebracht, een leger van ver over de 200,000 man en we hebben van die macht zoo j goed gebruik gemaakt, dat er geen ander gezag meer in de Republieken is dan het onze. Toch is, ondanks alle militaire rapporten van het tegendeel, er buiten Pretoria en Bloemfontein geen vierkante voet gronds, waar een Engelschman kan voorbijgaan zonder gevaar van neergeschoten te worden. Geen trtin komt aan of er is op geschoten. Tot in de voorsteden van Pretoria en Johannesburg heerscht er anarchie en de industrie is even ver van hervat ting van den arbeid verwijderd als te voren. Er wordt naar willekeur geplunderd en er is ook een regelmatige legermacht van Dopperboeren onder Louis Botha in het veld, behoorljjk door artillerie vergezeld. Buiten de Republieken hebben wjj dag in dag uit te zorgen op St. Helena, Ceylon en in de Kaap kolonie voor circa 15,000 tot 20,000 Boerenkrijgsge- vangenen. In Transvaal en in Port-Elizabeth hebben we een ongewoon aantal vrouwen tot onzen last. In Natal en de Kaapkolonie wordt steeds de spoorweg bedreigd in laatstgenoemde kolonie dreigt aan alle zgden rebellie. Kortom, we zjjn er slechter aan toe dan ooit in den geheelen oorlog. Er is meer gevaar voor het Rjjk en minder hoop op de toe komst. Het leger kost, ongerekend alle bijkomende kosten voor slijtage, reparatie en vermeerdering van het staand leger, de enorme som van 1.250.000 pd. st. per week of 180.000 per dag, een bedrag, dat volgens een belangstellend liefhebber van statis tiek neerkomt op 125 pd. st. (f 1500) per minuut. Doch het Rijk is welgesteld en de bevolking neemt toe. Niemand zal luisteren naar de vraag of al die kosten in menschenlevens en geld ons niet kunnen uitputten, doch wordt het niet de tijd onder ernstige mannen de vraag te stellen of die 125 pd st. per minuut ons ten minste een stap nader tot het doel brengen En op die vraag luidt het antwoord bitter slecht. We zullen over twaalf maanden er nog verder af zijn dan heden. Wat kan een eind bren gen aan den onhoudbaren toestand 1 Grootere streng heid, de uitmoording van het grootste deel der Boeren, zooals in Ierland onder Koningin Elisabeth is beproefd Het zal niet baten, geljjk het in Ierland mislukt is. Kitchener zelfs kan het verdtlgingswerk der Engelsche generaals in de 16e eeuw niet ver beteren. Eu daarom bljjft Engeland slechts over verandering van zijn beleid te kiezen." De bezorgbeid over de toekomst in de Kaapkolonie is eveneens groot, en met reden. De mannen en zelfs do vrouwen van Hollandschen stam zijn aldaar zoo schandelijk behandeld, dat zjj alle middelen zullen aanwenden om de tyrannieke regeering der Engelschen af te schudden, voor wie zij weinig ontzag meer hebben. Te Stellenbosch bijv. loopt de jeugd met de republikeinsche vlag en zingt het Tranevaalsche Volkslied, terwijl de Engelschen er bijna niet voor hun gevoelen durven uitkomen. De kolonie is reeds in tweeën gedeeld en de grootste helft is anti-Britsch. In alle landen, behalve natuurlijk in Engeland, heeft het een zeer onaangenamen indruk gemaakt dat de Keizer van Duitschland op zoo weinig heusche wjjze geweigerd heefr President Kruger te ontvangen. Alle buitenlandsche bladen bevatten daarover meer of minder uitvoerige artikelen. Tot in den Duitschen Rjjksdag zelf werd daarover in afkeurenden zin gesproken. Een lid maakte de be merking, dat er diepe smart heerscht bij het Duitsche volk, omdat het hoofd van een voor vrijheid strijdend volk werd afgewezen wegens de betrekkingen tot eene andere mogendheid en dat hij niet kon nalaten er op te wijzen dat de Keizer in deze zaak niet juist is ingelicht over de stemming van het volk, daar het gebeurde anders niet mogeljjk zou zijn geweest. De Fpansche Kamer hield zich de vorige week bezig met de behandeling van de amnestie-wet. De quaestie loopt voornamelijk over de vraag, of in de amnestie ook begrepen zullen worden de ver oordeelden door het Hooggerechtshof, Déroulède, Guerin en Habert. Waldeck Rousseau zeide dat men van de Regeering een daartoe strekkend voor stel niet kon verwachten die verbannenen hadden verklaard, dat zij weer opnieuw beginnen zouden, indien zij terug waren, en de Regeering zou een bewijs van lafheid geven door voor dezulken am nestie te vragen. Zjj, die er voor waren, konden daartoe een amendement voorstellen bij de behan deling van het Regeeringsontwerp. Met 311 tegen 232 stemmen werd de Regeering in het gelijk gesteld. Het eerste artikel van het amnestie-ontwerp kwam daarop in behandeling. Nadat de Regeering zich met een redactiewijziging vereenigd had kwam in behandeling: »Volledig© en algeheele amnestie is toegestaan in verband met de feiten, betreffende de zaak Dreyfus, voorafgaande aan de afkondiging der tegenwoordige wet en vrelke aanleiding hebben ge geven tot een definitieve rechterlijke beslissing vóór die aankondiging." Guieysse, de oud-minister van koloniën onder Leon Bourgeois in 1895 en 1896, kwam op tegen oen amnestie, waardoor individuen ah Estherhazy buiten schot komen, terwjjl mannen van de respec tabiliteit van een kolonel Picquart onder verdenking blijven. Hij zeide de rechtvaardigheid gaat lang zaam, maar zjj zal komen vroeg of laat. De tegenwoordige minister van oorlog André zeide, dat het zjjn strikte plicht is, alle discussie te weigeren over een wettig gewezen vonnis. Indien de amnestie-wet wordt aangenomen zijn alle Dreyfus-processen opgeheven, maar bljjft het vonnis van Rennes in zijn volle kracht en Dreyfus dus een verrader. De Kamer besloot het vervolg der discussie tot Donderdag a. s. uit te stellen. GOES, 10 December 1900. Kruger- Zaterdagmiddag te 3.15 is presi dent Kruger door H. M. de Koningin ontvangen. De President werd in een hofrjjtaig door een der hofdignitarissen afgehaald. Dr. Leyds volgde in een gewoon huurrijtuig. Er was een zeer talrijke menigte verzameld voor het »Hotel des Indes" zoowel als voor het Paleis en natuurlijk groeide deze menigte voortdurend aan. Van alle zjjdeD kwamen de menschen aanhollen. Precies te 3.15 kwamen de rijtuigen, begeleid door politie te paard, voor het Paleis aan. Zooals gebruikelijk bjj bezoeken van hoofden van Staat, ontvingen de heeren der hofhouding den President op het bordes. De begroeting van de jonge Koningin door den ouden President moet zeer hartelijk geweest zjjn. Om vier minuten over half vier verschenen de hoeren weer op het bordes om den President uit- geleide 1e doen. Toen daverde het door de lucht >Leve Kruger" en »Leve de Koningin", welke juichtonen langs den geheelen weg en vooral ook voor het hotel werden herhaald. Eenigen tjjd nadat president Kruger van zijn be zoek aan de Koningin was teruggekeerd, hebben minister Pierson «n de minister van buitenlandsche zaken do heer De Beaufort, een bezoek aan den President gebracht. De heer Van Boeschoten heeft de beide ministers in de vestibule ontvangen en hen naar de vertrekken van den President bege leid. Dr. Leyds stelde de ministers aan den Pre sident voor. Het onderhoud tusschen president Kruger en de ministers heeft vijf-en-twintig minuten geduurd. Ook de president van de Eerste Kamer der Staten- Generaal legde een bezoek af, zoomede dr. Kuyper, lid der Tweede Kamer, de schrijver van bet be kende artikel over de zaak der Boeren in een Fransch tjjdsehrift. Men schrijft verder uit Den Harg Het waren des avonds weer tooneelen van groote geestdrift onder de vensters van president Kruger. Niet minder dan zeven maal had bü zich heden aan de belangstellende menigte vertoond op het balcon van het hotel des Indes en toch bleef het publiek op de luidruchtigste wjjze aandringen om hem nogmaals te zien. Men zong godsdienstige liederen, volksliederen van beide republieken, de Marseillaise werd aan geheven en kreten >arbitrage arbitrage waren niet uit de lucht. Te ruim half negen richtte de politie, namens de heeren uit de omgeving van den president, tot het volk de dringende uitnoodiging, gezang en kreten te staken, aangezien de president zich reeds te 8 uren ter ruste had begeven en hij in zijn slaap ge stoord werd. Een 400tal jongens van de Teekenacademie gaf hieraan gevolg door gezamenlijk af te trekken en sleepte een aanhang mede. Even daarna echter kwam een ruiterstoet aan de eerewacht die den president vergezelde vaD het station naar het hotel, echter niet gekleed iü het boerencostuum. En daar had men 't lieve leventje weer gaande. Deze cavalcade werd nu het voorwerp eener ovatie, maar de heeren reden onmiddellijk verder. Te vergeefs beproefde toen de politie nogmaals door zaehten drang invloed te oefenenen op de dichte volksmassa. Ten slotte begaf dr. Leyds, de gezant van Trans vaal, zich onder de menigte en deed zelf een beroep op het volk. Eerst daarna, het was kwartier voor tienen, ontbond zich de massa. Hoewel gemeld wordt, dat bjj de audiëntie van Kruger bij onze Koningin niemand anders tegen woordig was dan de Koningin-Moeder, seint Reuter »De Echo de Paris meldt, dat de Koningin van Nederland tot president Kruger het volgende zou hebben gezegd >Heb vertrouwen in God, die U en de uwen zal weten te beschermenik zal U een bewijs van mjjn vriendschap geven, zoodra daartoe het oogen- blik is gekomen, maar niet thans." »De President zou geantwoord hebben, dat hij rekende op de hulp der Koningin, maar het noo dige geduld zou weten te hebben, daar hij ver trouwen stelt in de goddelijke gerechtigheid en in zijn goede zaak." Gisterochtend te 10 uur is president Kruger, na weken achtereen door de omstandigheden niet in de gelegenheid te zijn geweest een Godshuis te bezoe ken, ter kerke geweest in de Groote Kerk te 's Gra ven hage. Het Handelsblad zegt hiervan Op eenvoudige wjjze, in een rjjtuig, slechts ver gezeld van den heer Wolmarans, terwijl de overige heeren uit zjjne omgeving zich te voet naar de kerk begaven, verliet de President het Hotel des Indes. Hij had vooraf door de politie, voor het hotel met de handhaving der orde belast, het publiek doen verzoeken hem niet toe te juichen opzijn wegnaar de kerk, aan welk verzoek zooveel mogelijk werd voldaan. In de kerk, waar geen plaats onbezet was. werd Oom Paul, die zjjn intrede deed onder het plechtig ruischen van eenige verzen van Psalm 66, geleid naar de koninklijke zitplaats. Alle gemoentenaren waren bij zjjn binnenkomst van hun plaatsen op gerezen. Voorganger was ds. Vermeer, die in zijn inleidend gebed de aanwezigheid van den grjjzen Staatspresi dent herdacht. Hij daDkte God dat Hij Paul Kruger behouden in ons land deed aankomen, gedragen door een Nederlandsch schip; voor de hartelijke belangstelling, die Hij Kruger op zjjn tocht in Europa deed ondervinden, voor de lieve sympathie die Hij Holland's Koningin den grjjzen president heeft doen betoonen, voor de warme liefde die Hjj ons volk deed betuigen. Te dezer plaatse waar reeds zoovele gebeden zijn opgestegen en zooveel geleden is voor de Zuidafrikaansche zaak, smeekte de voor ganger 's Hemels zegen af over Kruger, die zich heden, zoo dan niet in de ware beteekenis van het woord, dan toch in hoogere beteekenis te midden van zjjn volk bevindt. Na het zingen van Psalm 42 vers 1 en 2 sprak ds. Vermeer zijn predicatie uit, waarvan de tekst was Genesis III 8e verst>Ende zij hoorden de stemme des Heeren Gods, wandelende in den hof, aan den wind des daags." De ontwikkeling van dien tekst was het op de meest welsprekende wijze verkondigd© thema dat de stem Gods een Gericht maar ook een Genade is en dat welgelukzalig is hij, die deze stem steeds hoort en zich er naar gedraagt op de wijze van het Hoofd en het volk van de Zuidafrikaansche Republieken. Er mogen er dan zijn, die, den tegen spoed dier republieken aanschouwende, smadeljjk vragen Waar is nu uw God Maar dezulken zijn ongelukkig, want zij hooren Gods Woord niet. De predikant noemde Paul Kruger den Broeder in Christus, den Belijder des Heeren, den Band des Geloofs, over wien de gemeente zich gedrongen gevoelt 's Hemels milden zegen te vragen. En de handen tot zegening uitgespreid smeekte ds. Vermeer De Heere zegene en behoede U, verheffe Zijn vriendelijk aangezicht over U en zij U genadig. Toen zong de gemeente in staande houding Psalm 134 vers 3 »Dat 's Heeren zegen op U daal En voortgaande met zegen af te smeeken, droeg de voorganger den President der Republiek en de belangen van beide State* aan God op. Met de algemeene zegenwenschen voor Konin ginnen, Regeering en Volk, besloot ds. Vermeer het gebed. Toen zong de gemeente vers 2 uit den Psalm, Kruger toegezongen bjj zjjn aankomst te 's-Graven- hage: >De bergen zullen vrede dragen De heuvels heilig recht", waarna ten slotte op zeer plechtige langzame wijze door allen het eerste couplet van het Transvaalsche Volkslied werd gezongen. Toen verliet de President, zichtbaar aangedaan het Bedehuis. Buiten stond een onafzienbare schare, zóó dat het rjjtuig slechts met moeite door de menigte kon rjj- den. Hij werd levendig toegejuicht. Een telegram in ons vorig no. meldde, dat de terugroeping der gezanten van en bij Portugal werd tegengesproken. Aanleiding tot deze tegenspraak was, dat Reuter uit Londen geseind had De Standard verneemt uit Lissabon, dat de Por- tugeesche Regeering haar eerste nota over het ont nemen van het exequatur aan den consul-generaal Pott den 17en November heeft verzonden, en drin gend antwoord verzocht. Daar geen antwoord werd ontvangen word een tweede nota gezonden, op 23 November. De Nederlandscbe regeering verzocht twee dagen uitstel en den 27sten November stelde zjj tot oplossing van de kwestie voor, aan Pott drie maanden verlof te geven. Portugal stemde toe in de veronderstelling, dat na afloop van bet ver lof de consul-generaal zou worden teruggeroepen. De Nederlandsche regeering gaf den 4den Decem ber aan Portugal te kennen, dat zij niets meer had te antwoorden omtrent het verlof van den consul, en ei6chte het recht, alvorens in de zaak te be slissen te Louren<;o Marques een nauwkeurig onder zoek over het gedrag van Pott in te kunnen stellen. Portugal beschouwde dezen eisch als een onbe schaamdheid en ontnam aan Pott het exequatur, waarop de Nederlandsche regeering onmiddelljjk haar minister-resident instructie gaf, Lissabon te verlaten. Portugal volgde in Den Haag dienzelfden weg. En voorts seinde Reuter uit Lissabon Jhr. mr. Van Weed©, Nederlandsch minister- resident te Lissabon, is jl. Zaterdag met verlof vertrokken zjjn familie blijft hieren evenzoo heeft graaf De Selir, Portugeesch minister-resident te 's-Gravenhage zjjn standplaats verlaten. Hot schijnt dat hun vertrek in verband staat met de zaak van consul Pott. Uit Den Haag nu wordt een en ander ten stel ligste weersproken. Naar daar uit welingelichte bron wordt vernomen is van terugroeping van den Portugeeschen gezant alhier, graaf D© Selir, geen sprake. Het is moge ljjk, dat de vertegenwoordiger van Portugal dezer dagen voor eenigen tjjd naar Lissabon gaat om inlichtingen te verstrekken in verband met de aan gelegenheid, waaromtrent eenige moeilijkheden zjjn gerezen. En wellicht dat het bericht omtrent den Nederl. gezant te Lissabon, die zich volgens inge-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1