1900. N". 138. Donderdag 22 November, 87slc jaargang. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel mei r 10 ct. BS directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 eentmet bjjblad 10 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 ucen op den dag dep uitgave. Blijven in de goede richting. Ons vorig artikel eindigden wij met de vraag of de vruchtbare werkzaamheid der liberale regee ring in de naaste toekomst d. i. bij de verkie zingen in 1901 moet gestoord worden. Die vruchtbare werkzaamheid kan genoegzaam bekend zijn, maar wij willen haar toch nog even in her innering brengen. Evenals bjj andere partijen vinden wij in den boezem der groote liberale partij verdeeldheid, ver schil van gevoelen de een wil verder gaan dan de ander en niet allo liberalen zjjn oven gematigd. Maar dit ééne is toch zeker de liberale party is de partij, die het meest vooruitstrevend is bij de ontwikkeling der instellingen in staat en maat schappij de partij, die het meest pal staat voor de rechten en vrijheden van het volk, voor het vrjje woord en de vrjje gedachte, maar met behoud van de bestaande orde van zaken en met de meest krachtige handhaviug van orde en rust. Het kon dan ook niet anders of een negenjarig bestuur in dezen geest moest, evenals elke flink aangepakte arbeid, welke niet telkens door veran dering onderbroken wordt, goede vruchten afwerpen. Het is trouwens een vrij algemeen erkend feit, dat do belangrijkste maatregelen op wetgevend gebied, sinds de hervorming onzer staatsinstellingen, in 1848 tot stand gebracht, onder liberale ministeriën zijn ontworpen en voltooid. Waar wij ons hier alleen met de geschiedenis der laatste jaren kunnen bezig houden, willen wij allereerst herinneren aan de reeds in 1882 aange vangen hei-vorming van het belastingstelsel. Het toen bestaande liberale ministerie was hoofdzakelijk op getreden met het doel om die hervorming tot stand te brengen en zag zijne wenschen aanvankelijk vervuld. In het algemeen heeft verder de sinds een negen tal jaren onafgebroken gevolgde politiek in hoofd zaak ten doel gehad verbetering van het Jinancie- wezen in het algeineon betere verdeeling van lasten voornameljjk door ontheffing van de te zwaar ge drukte middelklasse en bescherming der arbeidende klasse tegen de onnatuurlijke overmacht van het kapitaal en tegen de gevallen, die het gevolg zijn van de nieuwere richting in de nijverheid. De latere uitbreiding van dit programma sluit zich hierbij eigenaardig aan en omvat ookbescherming van minderjarigen en andero hulpbehoevende personen, hervorming van het strafrecht en verbetering van het armwezen. Men is begonnen met de vermindering der rechten van registratie en hypotheek, omdat de kleine burger stand door de hooge rechten belemmerd werd in den aankoop van Yaste goederen en bet crediet niet tot zjjH recht kon komen. Toen is de zeep-accijns afgeschaft en die op het zout aanzienlijk verminderd. Wel drukken ons nog accijnzen, die werkelijk voor afschaffing in aan merking behooren te komen, waaronder voorna melijk die op het geslacht, maar men bedenke dat bij elke afschaffing of vermindering van belastingen moet worden omgezien naar eene nieuwe bate voor de schatkist. Wat mogeljjk is werd en wordt echter gedaan. Do afschaffing der rijkstollenin 1896 reeds in het vooruitzicht gesteld, is een voldongen feit ge worden en die der overige is nog maar een quaestie van tijd. De vermindering der rechten van registratie en hypotheek stond in direct verband met de toen onmiddellijk gevolgde afschaffing der patentbelasting, berustende op oen gan»ch verouderde en zeer slecht ingerichte wet, die soms do uitoefening vrjj liet van een bedrijf, waarmede rjjke winsten werden behaald, terwijl het recht op iederen armen drom mel van een koopman werd toegepast. De groote bedrijven worden nu door de bedrijfsbelasting ge troffen en de kleine betalen zeer weinig of zijn geheel vrij. Natuurlijk moesten er toen nieuwe bronnen van inkomst zijn en deze werden gevonden in de op brengst der zoogenaamde gesplitste inkomstenbe lasting de vermogens- en de bedrijfsbelasting. Hierdoor heeft, na vele jaren van strijd, het billijk beginsel gezegevierd, dat ieder burger in de kosten en lasten der huishouding van den Staat zooveel moet bijdragen als zijn draagkracht toelaat. Bij de vermogensbelasting betalen de grootere vermogens in evenredigheid meer dan de kleinere de grootere kapitaalbezitters betalen dus meer dan de gegoede middelklasse een beginsel dat in het algemeen misschien wel voor bestrijding vatbaar is, maar dat in deze aangelegenheid het doel zeker bevordert. Belangrijker nog voor de verdeeling der lasten is de bedrijfsbelasting, die alle niet uitdrukkelijk vrijgestelde beroepen of bedrijven en de inkomsten uit kleine vermogens, welke niet in de vermogens belasting vallen, treft. Het zoo even genoemde beginsel is ook hier toegepast on beneden f 650 inkomen bestaat algeheele vrijheid. Er zijn altijd klagers, er zjjn er ook geweost over deze finauciëele regelingmaar dat waren lieden, die door de hoogst gebrekkige regeling dei- oude wetten vrij liepen en thans naar billijkheid zijn aangeslagen. Maar de patentbelasting was dik- wjjls voor velen een onrechtvaardig zware last en vooral landbouwers en kweekers waren zeer ge baat met de nieuwe wet, waardoor hunne inkom sten over 't algemeen niet worden getroffen. De nog betrekkelijk kort in werking zijnde per- soneele belastingwet i« in dezelfdo richting, ook door latere wjjzigiug, voortgegaan. Geene enkele wet wellicht heeft zooveel tot ontlasting van don klei neren burger bijgedragen als deze. En verder, in andere richting Gewijzigd en ver beterd werd de wet tot het tegengaan van overma tig en en gevaarlijken arbeid van jeugdige personen en vrouwen. Eene andere kwam tot stand, houdende bepalingen tot beveiliging bij het verblijven in fabrie ken en werkplaatsen. Daarop volgde eene nieuwe wet op het toezicht bij het gebruik van stoomtoe- stelien. Ook de lang begeerde wet op de Kamers van arbeid verwierf de goedkeuring der volksver tegenwoordiging. Alleen de goedkeuring der Eerste Kamer ontbreekt thans nog aan de wet tot verze kering der werklieden en hunne nagelaten betrekkin gen tegen ongevallen, hun in hun bedrijf overkomen. Leerplicht werd reeds door de beide Kamers goedgekeurd en deze wet, zoozeer in het belang van verwaarloosde of gebrekkig onderwijs ontvan gende kinderen wordt weldra in werking ge bracht, waarbij ook op de financiëele belangen van het bijzonder onderwijs wordt gelet. En hoeveel is thans niet in voorbereiding De wet, die verbeterde woningtoestanden tracht te schep pen, is sinds lang ingediend. Nieuwe wetten op de vaderlijke macht en de voogdij, op den rechtstoestand van natuurlijke kinderen en op de berechting van jeugdige misdadigers zijn in wording en ten deele reeds behandeld. Nadat door de afschaffing der plaatsvervan ging bij de militie de kans op verbetering van ons le ger zooveel bevorderd was, werden geheel nieuwe leger- wetten tot verhooging van 's lands weerbaarheid ingediend. De landbouw werd beschermd door de nieuwe Wet tot vooikoming van knoeierijen in den boterhandelden eerlijken handel zal men trachten to beschermen door de herziening van het Wetboek van Strafrecht. Waar zouden wij eindigen, indion wij al de vruch ten wilden opnoemen, reeds geplukt, ten deele gerijpt en anderdeels groeiende, vaü de werkzaamheid der jongste ministeriën, daarin meestal door een meer derheid der Kamers gesteund 1 Het moet in het waarachtig belang van het land geacht worden in die richting voort to gaan, door het bewind te versterken, en dit kan men door het verkiezen van kamerleden van vrijzinnige richting en flink vooruitstrevende beginselen. Toch worden woer pogingen in het werk gesteld om den rustigen goeden loop der dingen te ver storen. Sommigen komen weder aandragen met Grondwetsherziening om algemeen kiesrecht te ver krijgen. Als dit de leuze moet worden bij de ver kiezingen van 1901, dan verwachten wij er niet veel goeds van. Zij, die meenen, dat dit eene algemeene volkswensch is, kennen de kaart van het land niet. Voor dezen bestaat ons land slechts uit enkele groote plaatsen, waar, en zjj gronden hunne meening slechts op enkele bladen, waarin voor algemeen kiesrecht gejjverd wordt, alsof daarmeê alle kwalen uit de maatschappij verdwijnen zullen. Natuurlijk bljjft men in ge breke om eens juist te zeggen wat nut voor ieders maatschappelijken toestand of welstand het hebben zal als ieder kiesgerechtigd is. Het zou ook bezwaarljjk gaan dit in een bepaalden vorm uit te drukken. Het is een eisch van rechtvaardigheid, zegt men het volk tot in zijn onderste lagen krijgt dan medezeggen in 's lands zaken. Maar is er nu iemand, die in ernst zal meeneD, dat die onderste lagen het daardoor beter zullen krijgen Lijkt dan dat opdringen van algemeen kiesrecht niet cenigs- zins op een paaimiddel De volksklassen, in de kleinere steden en op vorrevveg het grootste ge deelte van het platteland loopen er dan ook vol strekt niet warm op. Wie let op de teekenen des tijds, op de vele werkstakingen, op den treu- rigen ceconomiscben toestand van zoovelen, zal daarbij niet de zucht tot algemeen kiesrecht, maar wel het streven naar lotsverbetering ontdekken. Welnu wie thans aansturen op Grondwets herziening vertragen de middelen tot lotsverbetering van de ceconomisch zwakken. Men zegt wel»het eene doende willen wij het andere niet nalaten", maar zeker is het toch, dat elke Grondwetsherziening groote vertraging in den wetgevenden arbeid veroorzaakt. Reeds zegt de Standaarddat zij er wel niet vóór is, maar dat dan en passant ook art. 192 (over het onderwijs) eens gewijzigd kan worden. En zoo zullen er meer twistappels worden opgeworpen Dan kan gerust elke andere hervorming ivorden weggeborgen voor zeer lang. En wij zeggen het de Prov. Qron. Ct. na x-dit mag inderdaad een redon wezen om zich ter dege cr van te doordringen, hoe zware verant woordelijkheid de eisch tot beslechting van deze twistvraag in de allernaaste toekomst laadt op hen in de gelederen der liberalen, die daarheen sturen door dik en dun." Ons dunkt, wie het wèl meent met het volk moot eene vooruitstrevende regeering als de tegen woordige trachten te behoudendit bij de voor bereiding voor de verkiezingen in het oog te houden is verstandiger dan nieuwe leuzen te bedenken, welker eventueele toepassing voor geruimen tjjd den praktischen arbeid in het belang der lagere klassen tegenhoudt. Laten wij van nu af deze dingen ernstig overwegen en overleggen. Op bijzondere punten nader terug te komen, daartoe zal ons waarschijnlijk nog wel eens de gelegenheid worden gegeven. GOES, 21 November 1900. Het voorl. verslag der Eerste Kamer over de ongevallenwet is verschenen. Het is vrij gunstig. De meerderheid was ingenomen met de wederindioning, bet in de Regeering waardeerende, dat zij 't algemeen belang had geplaatst boven po litieke overwegingen. Enkelen hadden ontbinding der Eerste Kamer gewild. Zeer vele leden betoogden, dat het nieuwe ont werp de vdorkeur verdiende boven het vorige, maar andere leden waren niet bevredigd. Onder de be strijders waren er overigens, die de concessie aan de werkgevers een wassen neus vonden. De voor standers wezen o. a. op 't bedenkelijke nit politiek oogpunt, om ten tweeden male de wet te verwer pen. Ten slotte verklaarden verscheidene leden, die tegen het ontwerp hadden gestemd, thans voor te zullen stemmen. Een particulier telegram, te 's-Gravenhago ontvangen omtrent het gerucht eener aardbe ving op Curasao, luidt >Geen andere bijzonderheden van Curasao dan een lichte aardbeving zonder gevolgen." Wjj kunnen hierbij voegen, dat, ware het geval van ernstigen aard geweest, de gouverneur van Curasao ongetwijfeld een telegram naar de Neder- landscbe regeering zou hebben gezonden, daar zulke mededeelingen doorgaans geschieden bjj ©enigszins betoekenende rampen of voorvallen in de koloniën. (N. R. Ct.) Een zeer gezellig feest werd gisteravond in »de Prins van Oranje" alhier gevierd door de A f d. Goes van den Chr. Nat. Werkmans bond der Ned. H e r v. Kerk ter herdenking van haar vierden jaardag. De feestelijke bijeenkomst werd aangevangen met het zingen van Gez. 274: 1, waarna zij werd vervolgd met gebed, het voorlezen van ps. 23 en een inleidend woord door den voor zitter dhr. B Verboom. Daarna werd, als feestre denaar, het woord gevoerd door ds. Lamers. Na de aanwezigen, ten gotale van ongeveer drie hon derd leden, begunstigers en geïntroduceerden welkom te hebben geheeten, wees hij op den bloei en den sterken vooruitgang der Afdeeling, op den zegen en den invloed van den arbeid, op do wensckelijk- heid van het bezit van nationaliteitsgevoel en het bewijzen van diensten aan h«t vaderland en op den band van geloof en onderling vertrouwen, die Chris tenen moet samenbinden. Ten slotte wekte bij op tot godsdienstig leven en tot wederzijdschen steun op het gebied der Ned. Herv. Kerk. Nog wensebte bij den nieuwen voorzitter geluk met zijne benoeming, waarvoor deze hem zijn dank betuigde. Alsnu werd overgegaan tot de uitvoering van het programma, dat echter om verschillende redenen eenigszins moest gewijzigd worden. Een uitvoerig, goed gestijleerd verslag van don toestand der Afdeeling werd uitgebracht door den afgetreden secretaris B. Verboom. In boeienden vorm vond hjj gelegenheid te wijzen op de goede werken der AIR. en op de mutaties, die in het bestuur hadden plaats gehad en herdacht daarbij den oud voorzitter, dhr. M. Kok, die in moeiljjke dagen zoo veel moed en ijver heeft getoond. De Afd. blijft hem dankbaar voor al het goede, dat hij haar heeft bewezen. Uit bet verslag bloek dat de Afd. thans 109 leden telt tegen 93 in bet vorige jaar. Lezingen werden in het afgeloopen jaar gehouden door ds. Lamers, ds. Van Lelyveld en dhr. L. van Bruggen, torwjjl de Afd. zich mag verheugen in de benoe ming van dhr. Lde Beste Wz. tot lid van het Hoofdbestuur. Uit het verslag van den penningmeester, dhr. J. L. Cense, die eveneens zijn stof tot een causerie had gemaakt, bleek dat de Afd. in gunstigen toe stand verkeert en uitstekend aan haar dool beant woordt. Voor de Afd. zelf waren de ontvangsten f236,01, de uitgaven f 156,521/2» het goed slot alzoo f 79,08 1/3. Voor het ondersteuningsfonds bij ziekte bedroegen die getallen resp. f 413,14, f 315,57 en f97,57. De huishoudelijke werkzaamheden werden op aller aangenaamste wjjze afgewisseld met muziek en voordrachten. Een achttal dilettanten, die een goed strijk-orkest vormden, hebben daartoe belangeloos hunne medewerking verleend en mochten daarvoor in ruime mate den dank van bestuur en publiek inoogsten. Voordrachten werden gegeven door dhrn. A. L. van Melle, H. Al. Bruggeman en S. J. Tamminga die daarmede eveneens niet weinig bijdroegen tot veraangenaming van den avond. Twee afgevaardigden der afd. Middelburg woonden deze feestviering bij en brachten de Goesche zuster - afd. dank voor wat zij hadden genoten. Ten slotte dankte de voorzitter allen, die een werkzaam aandeel hebben genomen aan de werk zaamheden, aan het feest verbonden, en tevens aan »de Prins van Oranje" voor de goede bediening van chocolade, beschuit en sigaren, die allen aan wezigen werden aangeboden. Nadat door het publiek staande was gezongen Ps. 72 11, werd het feest door den vice-voorzitter dhr. H. Merisson met dankzegging gesloten. Personeele belasting. Een wets ontwerp is ingediend tot gedeeltelijke herziening van de wettelijke bepalingen omtrent de personeele belasting, dat, naar de minister van financiën zich vleit, menige verbetering, waarop werd aangedron gen, zal tot stand brengen. Het ten volle belasten van lokalen, die zoowel tot winkel als tot werk plaats zijn ingericht, aarzelt de Minister niet een ongezonde wetstoepassing te noemen. Kap- en seheer- salons zijn voortaan als werkplaatsen te besehouwen. Tenzjj de behandeling van dit wetsontwerp den Minister tot andere gedachten brengt, is hij voor nemens, na aanneming daarvan te bevorderen, dat alle lokalen bij publiekrechtelijke lichamen in ge bruik onbelast worden gelaten. Stookplaatsen in waschbokken zijn thans reeds belast. Eene vrijstel ling ligt niet in 's Ministers bedoeling. De Minis ter kan niet medegaan met hen, die voor den aftrek wegens inwonende kinderen een maximum gesteld willen zien. De Minister is er niet in geslaagd voor de vrij stelling van belasting wegens bestedelingeu van de Maatschappij van Weldadigheid eene formule te vinden. Die personen kunnen dus beschouwd wor den als kostgangers, d. w. z. als lid van het gezin, belastingheffing is dan uitgesloten. Ten aanzien der bij het tegenwoordig ontwerp voorgestelde wijzigingen en aanvullingen wordt o. m. het volgende medegedeeld. Art. 14 (haardsteden) is gewijzigd in verband met do tegenwoordig veelvuldig gebruikte rinsluit- kachols", waarvan het hoofdbestanddeel, »de bus", zeer gemakkelijk kan worden verwijderd en elders worden bewaard. Wat de belasting op de rijwielen betreft, mindere militairen, die een rijwiel houden, kunnen op de belasting geen reductie genieten, indien^ zij in de kazerne verblijf houden. De Minister is bereid er toe mede te werken, dat voor het vragen van ontheffing wegens verlaten van oen perceel de fatale termijn komt te vervallen en daartegen hot bedrag der ontheffing al hankelijk wordt van het tijdstip, waarop do aanvraag gedaan wordt, natuurlijk voor zoover dio geschiedt na de ontruiming van het perceel. Daar bet bijna onmogeljjk is do redenen na te gaan, die leiden tot vermindering van woning, wordt in overweging gegeven de faculteit tot het verleenen van ontheffing in hot algemeen te beperken tot verhuizing wegens sterfgeval of wegens staking van beroep of bedrijf. Voorgesteld wordt te bepalen dat bij overlijden van een belastingplichtige, degeen, die in zijn plaats treedt, geacht wordt reeds terstond belastingplich tige te zijn geweest en dat de aanslag van den overledene als zijn aanslag wordt beschouwd. Aan den wensch van sommige leden der Tweede Kamer, dat de leerplichtwet niet zal worden ingevoerd, vóór dat een aan de nieuwe uitgaven evenredige verhooging der rijksbedragen aan het bijzonder onderwijs zal zijn vast gesteld, kan zegt do rogeering niet, worden voldaan. Intusschen wordt niets verzuimd om bet wetsontwerp, waarbij een verhooging van die bij dragen wordt voorgesteld, zoo spoedig mogelijk bij do Kamer aanhangig te raakon. Het is reeds in onderzoek bij don ministerraad.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1