1900. N#. 120. Donderdag 11 October. 87slü jaargang. De prijs der gewone advertentién is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 et. Bjj directe opgaaf vau driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels k 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrij dagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bp blad 10 cent. Iqzending van advertentiën voor 2 uren op den dag der uitgave. Door firma J. A. ROSS is ingediend eene aan vrage tot plaatsing van een PETKOLEUM-MOTOR tot drijfkracht van drukpersen, in perceel C 201, kad. bekend sectie D 155. De stukken liggen ter visie op de secretarie van de gemeente, terwijl eventueele bezwaren kunnen worden ingediend op Woensdag 24 October 1900, des voormiddags te 10 i/a uren, ter vergaderkamer van ondergeteekenden. Goes, 10 October 1900. Burgemeester en Wethouders van Goes, WESSELINK. |)Q Sonrofariü VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Iets over het hedendaagsche verzekerings- en credietwezen. i. In de aanstaande vergadering der vereeniging voor de staathuishoudkunde en de statistiek zal een zeer belangrijk onderwerp ter sprake worden ge bracht, namelijk de wenschelijkheid eener bpzondere wettelijke regeling van het levensver- zekeringsbedrijf en de begrafenis fondsen. Ons blad is niet de plaats om de wenschelijk heid eener zoodanige regeling en de beginselen, waarvan zp zou moeten uitgaan, uit een rechts kundig oogpunt te onderzoeken wel echter om, in verband met het onderwerp, eenige practische beschouwingen op te nemen over het verzekerings wezen in het algemeen en het daarmede nauw samenhangende credietwezen. Wij zijn vast overtuigd dat er eens een tpd zal komen, waarin nagenoeg alle menschen, of alle ge zinnen, op de eene of andere wijze zullen verze kerd zijn dat wil eenvoudig zeggen, op de eene of andere wijze gedekt tegen de geldelijke schade, door rampen of onheilen, of door andere gebeur tenissen ondervonden. Wij kunnen hier met het volste recht spreken van eene toekomstzaak en wel van eene zoodanige, die juist verkeert in hare voornaamste periode van ontwikkeling. Sedert de dagen, dat men er slechts schoorvoe tend toe overging, om zich zeer matig tegen brand schade te dekken, is het verzekeringswezen met reuzenschreden vooruitgegaan. Gemoedsbezwaren tegen het assureeren in het algemeen worden bijna niet meer aangetroffen. Waar men de verzekering nalaat, geschiedt dit meer uit zorgeloosheidwat trouwens veel erger is dan een gemoedsbezwaar te hebben. De ernstige mensch zal het steeds bedenken, en daarnaar ook zijne handelingen inrichten, dat hij met do grootst mogelijke omzichtigheid, met den meesten ijver en vlijt, met aanwending van alle zuinigheid en spaarzaamheid, voor de toekomst niet gewaarborgd is. Eens wordt onze levensdraad afgesneden en van het wanneer is niets bekend en is ons een lang leven beschoren, dan kunnen ons daarin allerlei ongevallen treffen, die niemand kan voor komen en die eveneens ten gevolge hebben, dat wp of degenen, die ons ter verzorging zijn toever trouwd, in een ongunstiger toestand geraken dan voorheen. En het is waarlijk niet alleen door de vernielende werking van het vuur, dat wij schade kunnen lijden. 7 FEÏÏILLETOM. Geen t'huis. Naar het Duitsch van B. Rittwbger. De vacantie liep ten einde en de dag kwam, waarop het onderwps-geven weer begon. Hildegard moest een groot aantal uren in volle klassen les geven en wel in de laagste, waar veel spreken en verklaren noodig was. Met f'risschen moed ging zij aan den arbeid, maar hoe werd zij met schrik en vrees vervuld, toen zij bemerkte dat haar keel met eiken dag meer pijn deed en dat hare stem verzwakte. Gedurende de vacantie had zij daarvan niets gemerkt, doch nu kwam die kwaal weer terug zelfs erger dan tevoren. Zij beproefde alles, spande al haar krachten in, dronk nu en dau een slok water als zp onderwijs gaf, nam op raad van juffrouw Schreiber pastilles in, doch niets hielp. Eindelijk moest zij juffrouw Werbach daarmede iu kennis stellen en haar zeggen, dat zij niet in staat was aanhoudend te spreken bij het les geven. Zeer ontstemd nam de dame deze mededeeling op. Dat vond zij verschrikkelijknu Hildegard Als de ouderdom onze krachten sloopt, zoodat wij niet meer arbeiden kunnen, wie geeft ons dan de waarde van dat kapitaal in den vorm van een rente of pensioen Dat doet in hoofdzaak alleen de open bare macht ten opzichte van hare ambtenaren. Dezen hebben recht op pensioen bijna alle anderen, die niet voldoende bezitten, hangen af van weldadig heid of mededeelzaamheid, wanneer zij zich niet op de eene of andere wijze een recht wisten te ver schaffen. En tal van andere feiten of omstandig heden kunnen immers hetzelfde gevolg hebben Het is niet tegen te spreken, dat meerdere zui nigheid, eenvoudigheid van zeden en spaarzaamheid voor duizenden de mate hunner onafhankelijkheid van anderen zouden verhoogen, en wij zouden het ten sterkste afkeuren, wanneer iemand zich op alle mogelijke wijzen ging verzekeren om zoo zorgeloos mogelijk te kunnen voortleven. De vrees, dat ver zekeren zorgeloos zou maken, is trouwens meer malen uitgesproken, maar de ervaring leert dit toch niet, en dit is ook gemakkelijk te begrijpen. Wie zpn pand niet tegen brandschade verzekert, blijkt volstrekt niet voorzichtiger te zijn dan ande ren. De zorgeloosheid strekt zich bij hem ook uit tot de onvoorzichtigheid in het omgaan met vuur. Wie zich zelf verzekert heeft een daad van na denkendheid verricht, en daarom zal hp waarschijn lijk in alles voorzichtig te werk gaan en nu moge dit geen regel zonder uitzondering zijn, de uit zonderingen zullen ook hier wel den regel beves tigen. Wij behooren echter het eene te doen zonder het andere na te laten en waar in onzen tijd alom de gelegenheid geopend wordt om zich tegen de geldelijke gevolgen van wat altijd des menschen lot wezen kan te dekken, daar moeten wij leeren op redelijke en verstandige wijze van die gelegenheid gebruik te maken. De gelegenheid om zich te verzekeren is in onzen tpd niet alleen vermeerderd, zp is ook verbeterd en bereikbaar geworden voor velen, die vroeger uit gesloten waren. Hoe algcmeener de deelneming wordt, hoe meer die verbetering zal aanboudeD, vooral wanneer de Staat door eene doelmatige wetgeving ook in dit opzicht zooveel mogelijk voor de veiligheid en zekerheid van het publiek waakt. Ongetwijfeld is dit laatste noodig. Er zijn tal van vereenigingen en maatschappijen, en haar aantal wordt steeds grooter, die het publiek in de gele genheid stellen om, door het storten van grootere of kleinere bijdragen, in geval van ramp of onheil zich de geldelijke schade, daardoor veroorzaakt, ver goed te zien, of wel, op een bepaalden leeftijd of onder bepaalde omstandigheden, het noodige fonds tot bereiking van zeker doel te verkrpgen. De grondgedachte daarvan is, dat men door zuinig zijn en sparen niet in allen deele het doel kan bereiken, omdat men van leven en omstandig heden afhangtdat de moeite, aan sparen en aan belegging van het bespaarde verbonden, voor velen te groot is, en ten slotte dat die poging om zich zolf door sparen en beleggen te verzekeren, nimmer zoo loouend kan zijn, als wanneer tal van kleine bijdragen, tot één groot kapitaal vereenigd, op doelmatige wijze en onder deskundige leiding vrucht dragend worden gemaakt. Hierbij mag men echter niet over het hoofd zien, dat al die vereenigingen en maatschappijen geenszins uit pure menschlievendheid worden opge richt, maar wel degelijk om den aandeelhouders een goed dividend en den ambtenaren een soliede betrekking te bezorgen. Het belang van het publiek kan daarmede zeer wel gepaard gaanmaar onge- nauwelpks was begonnen van dienst te zijn, ver oorloofde zij zich ziek te worden Het was maar onnoodige aanstellerij, zij moest er maar niet aan toegeven. En Hildegard beproefde dit nogmaals, doch met hetzelfde resultaat. Het prikkelen en steken in de keel, de heescbheid namen toe het ging niet. Eindelijk werd een dokter geraadpleegd. Zpn beviading was dat de stembanden in booge mate waren aangedaan en dat het geheele zenuwstelsel van het meisje van streek was. Met hare zwakke spraakorganen was aan les geven aan een geheele klasse niet te denken. Misschien aan slechts en kele kinderen in den familiekring zou hot gaan, maar in een school in geen geval. Hildegard was radeloosnauwelijks waagde zij het de uitspraak van den dokter aan juffrouw Werbach mede te deelen, doch tot hare verbazing nam deze de mededeeling kalmer op dan zij ge vreesd had. »Als dat zoo is, juffrouw Werner, rust dan een paar weken bp mij uit, dan zal ik in dien tusschen- trjd een plaats voor u zoeken als privaat-onder- wpzeres. Met uwe voortreffelijke getuigschriften zal het niet moeilijk vallen zulk een plaats te vinden en voor u is het misschien nog aangenamer in ee lukkigerwijze bestaat er zeer weinig zekerheid dat dit werkelijk het geval is. Onder de eenvoudige burgerij zijn het meest populair de ziekte- en begrafenis-ver- zekeringen, waaraan vrij algemeen wordt deel genomen en waarvan ieder de practische werking kent. Door een kleine bijdrage geregeld te storten, hoe kort het ook zij, verzekert men zich bet be komen, ingeval van noodzakelijkheid, van genees- en heelkundige hulp en verstrekking van medica menten verzekert men zich, door eene uitkeering aan de nagelaten bloedverwanten, eene eerlijke be grafenis. Deze zoogenaamde bussen of fondsen zijn echter geheel wettelooshetgeen een wezenlijk gevaar kan opleveren, wanneer zij door particuliere personen zpn opgericht en beheerd worden. Gevaarlijker is dit, wanneer men bedenkt dat hier sprake is van een zoogenaamd kanscontract. Hoe lang of hoe kort, hoeveel of hoe weinig men storte, bij overlijden wordt steeds de vastgestelde som uitgekeerd, die, dientengevolge, dikwijls veel geringer is dan het gezamenlijk bedrag der betaalde premies. Het zou daarom niet meer dan billijk zijn, dat, wanueer zoodanige verzekeringen voor de verzeke ringsmaatschappijen winst opleveren, deze verplicht konden worden de premie te verminderen, gelijk sommige reeds doen, of een deel der winsi aan de deelnemers uit te keeren, zooals een goede levens verzekeringmaatschappij dat uit eigen beweging doet. Maar bij de zieken- en vele begrafenisfondsen ontbreekt dikwijls alles wat er in de eerste plaats moest zijn, en dat tegenover een publiek, dat zelden beoordeelen kan op welke grondslagen de verzeke ring rust en welke zekerheid de assuradeur aan biedt. Dringend noodzakelijk is bet daarom dat er wette lijke bepalingen worden gemaakt, waardoor de ze kerheid wordt verkregen le. dat het publiek niet afhangt van de soliditeit van een particulier per soon 2e. dat zoowel maatschappijen als particu liere personen waarborgen aanbieden voor de richtige nakoming der verplichtingen, die zij op zich nemen '3e. dat de verzekering rust op behoorlijke grond slagen en b. v. de premie of het busgeld in billijk heid is berekend naar de verzekerde som en naar de levens- of sterftekansen van den verzekerden persoon, en 4e. dat het nergens aan toezicht op de inwendige regeling en de administratie der verze keringen ontbreekt. Terwijl de verzekering tegen brandgevaar en te gen schade, door andere oorzaken ontstaan, thans vrij wel eene algemeen voorkomende zaak is en men zich in den werkmans- en kleinen burger stand in den regel weet te dekken tegen de ge volgen van ziekte en de eerste kosten, door het overlijden veroorzaakt, is een andere minstens even gewichtige tak van assurantie nog niet genoeg in eere. Wij bedoelen de levensverzekering. Deze is echter meer geschikt voor de eenigszins hoogere lagen der samenleving en voor hen, die zich in bijzondere levensomstandigheden bevinden. Overal, ook waar niet bij eiken tegenspoed ter stond geldelijke nood heerscht, blijft het zorgen voor de toekomst van het uiterste belang, indien niet een genoegzaam kapitaalbezit elke gedachte aan gevaar uitsluiten dit laatste is immers slechts bij uitzondering het geval Om deze en andere redenen verdient dan ook de levensverzekering onze volle aandacht, en kan deze, aangevuld door eene ptmsmewsverzekering voor den wei'kman, in de toekomst veel nood voorkomen. familiekring te leven. Voor mij is het echter een groot geldelijk verlies, maar meD moet er genoegen in vinden een werk der barmhartigheid gedaan te hebben." De edele weldoenster, die toch nog eeD aardig pension-geld voor Hildegard had ontvangen, kon niet laten hot arme meisje te doen gelooven, welk offer zij haar gebracht had. Overigens was juffrouw Werbach blij, dat zij op een goede manier van Hildegard af kon komen. Zij bad gisteren weer toevallig gezien hoe baar neef een blik van goede verstandhouding, naar zij meende, op Hildegard had geworpen. Er lag in dien blik bewondering en genegenheid. Dat beangstigde en verontrustte haar. Het was beter dat Axri, die spoedig zou vertrek ken, bij zijn terugkomst bet meisje niet meer in buis vond. De gedachte, dat hij zich eindelijk aan het arme, onbeduidende ziekelijke meisje zou ver binden, was haar ondragelijk. Dat mocht niet zpn, dat zou zij verhinderen en daardoor was het dat Hildegards ongesteldheid haar niet onaangenaam was. Zij behoefde zich echter niet ongerust te maken. Axel dacht er niet aan zich door een huwelijk aan het arme meisje te verbinden. Een bloem te pluk ken en nadat zij verwelkt is, die achteloos weg te werpen, daarvan maakte hij geen gewetenszaak, dat GOES, 10 October 1900. Heden herdenkt Paul Kruger zpn 75en jaardag. Wat had dit voor den ouden president een feestdag kunnen zijn, indien niet de oorlog juist gedurende dat 75e jaar hem uit zijn land verdreven en dat land zelf tot een wingewest van Engeland gemaakt had Men verwachtte, dat heden de Gelderland te Lourentjo Marquez zou aankomen en daarmede zal Kruger Zuid-Afrika verlaten op een tijdstip, dat zijne echtgenoote ernstig ziek schijnt en zpn land voor een gedeelte verwoest ligt. Inderdaad geene aanleiding thans voor dezen man tot feestvieren De N. R. Ct. schrijft»Toen indertijd Jame son's inval te Pretoria bekend werd, zeide de Pre sident »Moet de storm komen, hij koineDe storm is gekomen, toen niet, maar nu. Kruger zal daarin berusten zoo iemand, dan zal hij zich onderwerpen aan hooger bestier, en troost vinden in het vaste geloof in betere dagen, die komen zullen, zoo al niet voor hemzelf, dan voor zijn volk. Nu hij gereed staat, zich voor wie weet hoe lang te verwijderen, van zijn land en van zijn geliefde om geving, nu moet president Kruger toch ook het besef meenemen dat nagenoeg de gansche wereld buiten Engeland hem, om hemzelf en als verpersoonlijking van zpn volk, beschouwt als den eerbiedwaardigen martelaar van Recht en Vaderlandsliefde. Meer nog het is een Engelschman die van hem schreef: Hetzij zijn leven en zijn loopbaan eindigen in ramp spoed of in vrede, er zullen weinig mannen uit deze eeuw door die van de volgende met meer achting en waardeering besproken worden dan Paul Kruger." Zoo denken er nog velen in het land van zijn vijanden. En een troost moet het hem ook zijn, dat hij dadelijk bij het aanvaarden van zijn reis den voet zal zetten op Nederlandschen bodem, en dat heel een stamverwant volk hem met hartelijke sympathie opwacht, zoodat er nu reeds geijverd wordt om het voorrecht, den President een tijdelijk tehuis te mogen verschaffen." Met het opschrift Koningin Wilhel- m i n a schrijft Charles Laurent in de Matin o. a. »lk zing den roem van een jong meisje. Niet, omdat zp twintig jaar en koningin is. Niet, omdat een geheel volk er aan gewoon geraakt is te zien, hoe zij mannen leert regeeren op een leeftijd, waarop gewoonlijk eene vrouw zich toelegt op het veroveren van een enkele. En ook niet, omdat een aantal prinsen, de een nog beter gelaarsd en gehelmd dan de ander, om strijd dingen naar haar hand, evenals in de tooververhalen, die onze jeugd vermaakten. Het is, omdat zij met pas ontloken zelfstandig heid en vrijheid, handelende naar de ingevingen van haar geweten en haar hart, aan de geheele wereld een les heeft gegeven. Er waren naties, die bewogen waren, maar die niets zeiden die verontwaardigd waren, maar die niets deden die den onwaardigen en gelukkigen indringer verachtten, maar die werkeloos bleven, zoodra zij tegenover hem stonden. Frauschen, Duit- sehers, Russen, Spanjaarden, Italianen, allen haalden de schouders op, ziende, hoe een minister zijn ge heele fortuin en dat van zijn familie in fabrieken stak, die oorlogsmatorieel vervaardigden en profi teerde van bet feit, dat Engeland er op belust is, zooveel mogelijk menschen te dooden en zich dus meester zou maken van hun kanonnen, van hun geweren, van hun bommen en van hun ammu nitie. Maar zij die spotten gingen niet verder en Chamberlain-Kynock zegepraalde. waren kunstenaarsmanieren maar trouwen, bah hoe dwaasDaaraan dacht hij in do verste verte niet, al wus Hildegard nog zoo schoon en al zag hij haar beeld steeds voor zich. Op deuzelfden dag, waarop de dokter baar alle hoop op haar toekomst had ontnomen, ging Hilde gard in diepe gedachten naar hot park. De arts had haar veel beweging in do iïissche lucht aan geraden en daar juffrouw Werlach b(t nu onbe kwame meisje, dat baar niet meer van nut kon zijn, ook maar zoo spoedig mogelijk wilde kwijt zijn, spoorde zij haar zelf aan een wandelb g te doen. Stil, iu gedachten verzonken, zocht Hildegard eenzame wegen op onder hoogo schaduwrijke hoornen. Het was warm on drukkend weer, zelfs nog in den laten namiddag geen aangename koelte ver- i frischte en Hildegard was moede, moede van wan- j delen, moede van denken I Welke wending had haar levenslot thans genomeo. Nog voor weinige weken had zij de toekomst on bekommerd te gemoet gezien, zich rpk, zich ge borgen geacht door hare betrekking. Nu werd zij door een wreede beschikking van dit alles beroofd. Diep treurig was zij bij de gedachte, dat juffrouw Werbach zich nu zoo onverschillig omtrent haar betoonde. Vijf jaren bad zij ouder haar dak door-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1