1900. N". 119. Dinsdag 9 October. De Nov ember-Veemarkten BRANDWEER e FEUILLETON. Geen t'huis. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo Dinner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommors 5 cent; met by blad 10 cent. Inzending van advertentiën vóoe* 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. TE GOES zullen dit jaar gehouden worden op Dinsdagen den 13, 20 en 27 van die maand. Goes, den 6 October 1900. Burgemeester en Wethouders van Goes, WESSELIN K. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. De lotelingen en ingeschrevenen voor de worden hiermede herinnerd, dat zy, redenen van vrijstelling hebbende, deze ter secretarie moeten opgeven voor of op Zaterdag den 20 October aan staande. Zij, die zich beroepen op ziekelijke gesteldheid of gebreken, moeten dit staven door eene verklaring van den geneesheer der gemeente. Goes, den 6 October 1900. Burgemeester en Wethouders van Gees, WESSELINK. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Wekelijksch algemeen overzicht. De verkiezingen in Engeland zijn in vollen gang, doch van den uitslag valt op het oogenblik nog geen definitieve uitslag te vermelden. Eiken dag tot 15 October hebben in de verschillende dis tricten verkiezingen plaats, maar op dien datum zijn zij dan ook afgeloopen. Herstemmingen heb ben niet plaats, daar een candidaat, die de meeste stemmen heeft verkregen, gekozen isvan vol strekte meerderheid weten de Eugelschen niet. Be zwaren tegen de verkiezing zijn eveneens spoedig opgelostzij komen niet voor het parlement, maar voor een commissie van twee rechters uit het Hoog gerechtshof, dat onmiddellijk en in hoogste in stantie uitspraak doet. Toen in 1895 het parlement bijeenkwam, hadden de conservatieven daarin een meerderheid van 152 stemmen. Die meerderheid is in den loop der jaren door tussehentijdscbe verkiezingen ingekrompen tot 128 stemmen. De liberalen zouden het dus als eene overwinning beschouwen als zij deze meerderheid, al was het maar met enkele stemmen, nog konden verkleinen, doch de kans daarop is al zeer gering. De jongste telegrammen waren voor hen zeer ont moedigend in tegenstelling met de eerste. Nadat tot jl. Vrijdag de grootste winst aan hunne zijde scheen te zullen zijn, is de kans later gekeerd. Men verwachtte wel niet veel goeds van de stem mingen in de steden, die eergisteren plaats hadden, doch dat het zóó slecht zou afloopen heeft niemand verwacht. Niet minder dan 23 zetels gingen de ministriëelen vooruit en nu, met 415 van de 670 verkozenen, bedraagt de regeeringsmeerderheid 163. En wat zal er van de 255 overblyvende, die tusschen nu en 15 October moeten bezet worden, terecht komen De totale uitslag der verkiezingen zal dus een goedkeurende uitspraak zijn over de door Chamber lain gevolgde staatkunde en een gevoelige nederlaag voor de tegenstanders daarvan. Gedurende zeven jaar zal Engeland dus weer bestuurd worden in den geest van het tegenwoordig ministerie. De liberale partij beeft dit resultaat zich zelf te Naar het Duitsch van B. Rittweger. »Zeg mij eens, Axel, hoe komt het, dat gij zoo op eens uit de lucht komt gevallen en wat is uw plan Wij hebben daarover in het geheel nog niet gesproken," zei juffrouw Werbach tot haren neef. Juist, tante. Nu, ik heb groote reizen achter mij, dat weet gij, en nu wilde ik een paar maan den hier stil liggen om de indrukken en schetsen uit te werken, die ik heb verzameld. Reeds lang geleden vatte ik het plan op hier een tijd te blij ven. Deze stad belooft mij te geven wat ik noodig hebde rust, die ik in de hoofdstad niet zou vinden de tijd ran uitvliegen is daar aangebro ken zal ik hier kunnen genieten. Dat is de oor zaak van mijne komst, lieve tantegij hebt mij zoo dikwijls gevraagd en nu hoop ik eens recht dikwijls uw gast te zijn. Jeugd en schoonheid vindt men altijd in uw huis bijeen en die kan de kunstenaar niet missen." Bjj deze woorden keek Axel Hildegard doordrin wijten, daar hare leden maanden lang onderling hebben getwist en daardoor op het laatste oogen blik de noodige eenstemmigheid misten. Nu het oogenblik nadert, waarop, onder een nieuwen Koning van Italië, het Drievoudig Ver bond tusschen Duitschland, Oostenrijk en Italië zal moeten worden vernieuwd, komt tegenwoordig dit Verbond weder ter sprake. De oud-minister Crispi heett daaraan een artikel gewijd, waarin de grijze staatsman den invloed schetst, dien het Ver bond uitoefent op den internationalen toestand. Zijn stuk heeft dos te meer waarde, als geschreven door den man, die vele jaren aan het hoofd dor Italiaan- sche regeering stond, en die thans, na alles wat er voorgevallen is, een overtuigd voorstander ge bleven ig van Italië's aansluiting bij de Triple Alliantie. Crispi wijst er op, dat Italië in 1882 door de geïsoleerde positie, die het innam, door de verzwak king zijner oostelijke grenzen, door de bedreiging der vrijheid zijner zeeën en door de vermindering van zijn gezag in Europa, genoodzaakt werd zich aan te sluiten bij het verbond, dat reeds sedert drie jaren tusschen Oostenrijk en Duitschland had bestaan. Ondanks de critieken van verschillende zjjden op die aansluiting geoefend, doet Crispi uitkomen, dat Italië's positie ten gevolge daarvan verbazend veel verbeterd is. En tallooze tegenstanders van het verbond hebben dit in den loop der jaren ingezien, en zich dooi de feiten laten winnen tot voorstanders. Nu zou het onjuist zijn te meenen, zegt Crispi, dat er in Italië geen tegenstanders meer te vinden zijn. Integendeel, de reden waarom de oud-minister naar de pen greep om nog eens zyne denkbeelden uiteen te zetten over dit Verbond is juist een po ging om de nog vele tegenstanders te overtuigen van de groote kracht, die van dit Verbond uitgaat en van het vele goede, dat het voor Italië heeft opgeleverd. Ook met het oog op het eindigen van do han delsovereenkomsten met Duitschland acht Crispi de hernieuwing van het verbond noodzakelijk. En juist daarom is het noodig, dat de Duitsche agrariërs niet te sterk aandringen op het inwilligen van hunne eischen, willen zij Duitschland niet berooven van een vriend en bondgenoot. Prins George van Griekenland, die bij het einde der Cretenzer-quaestie werd benoemd tot commissaris-generaal van Creta, heeft aan de groote mogendheden bericht, dat hij eene herbenoeming niet zal aannemen, daar hij meent dat de toestand thans zoodanig is, dat hij de Cretenzers in staat acht op eigen been en te staan. Uit Weenen wordt daaromtrent aan het Ber liner Tageblatt gemeld »De stap van prins George, die zijn hooge functie, hem door de mogendheden opgedragen, wil neerleggen en den Cretensers reeds thans de beslissing over hun lot in handen wil geven, heeft, naar ik verneem, de kabinetten onaangenaam ge troffen. Men verwacht dat de annexatie van Creta door Griekenland weder aan de orde zal komen. De mogendheden achten het oogenblik voor deze actie zeer ongunstig gekozen, daar zij thans de handen vol hebben met de Chineesche quaestie, en reeds hun best hebben gedaan om de Macedonische quaes tie en de daarmede samenhangende geschillen tus schen Bulgarije en Roemenië tot een goed einde te brengen. Bovendien willen zij thans den sultan niet uit zijn humeur brengen door het aan de orde gend aan en vervolgde ^Juffrouw Werner, wilt gij mjj toestaan u uitte schilderen Ik hoop, tante, dat gij daar niets tegen hebt >Maar, Axel, hoe komt gij daartoe Juffrouw Werner heeft geen tijd voor zulke dingen en ik geloof dat gij ook wel iets beters te doen hebt, dan uw kunst te wijden aan zulk een onbeduidend schepsel." Daarover zijn wij het niet eens, tanteik meen over dat onbeduidend, maar als gij het niet goed vindt, moet ik het wel laten." »Hildegard, ga eens zien of de metselaars al in de salon bezig zijn en ga dan in het waschbuis hier zijt ge op het oogenblik overbodig." Hildegard stond op en verliet na een korten be leefden groet de kamer. »Mijn God, tante, wat heeft die aardige kleine misdaan, omdat gij haar wegzendt als een stout kind »Ik verzeker u, Axel, het werd hoog tijd. Gij zoudt het meisje nog ik weet niet welke dingen in het hoofd gezet hebben. Jeugd, schoonheid, uit schilderen ja, wat nog meer Wat zou een doodarme loerares met zulke dingen doenEn boven dien, zij is in 't geheel niet schoon, naar mijn smaak stellen van de Cretenser-quaestie, die met den tijd vanzelf tot een oplossing komen zal. Op het eiland heerscht thans rust en orde doch de toestanden zijn er nog niet van dien aard, dat de mogendheden Creta volkomen zelfbestuur kunnen toestaan, en hunne troeponcontingenten van het eiland kunnen terugroepen." Prins George bevindt zich op het oogenblik in Italië, naar men meent met het doel Koning Victor Emanuel zijn medewerking te verzoeken tot het bekomen van zyn ontslag als commissaris van Creta. Naar men in Petersburg vertelt heeft de Tsaar prins George bij zijn bezoek te Liwadia aangeraden, niet te bedanken, als de mogendheden hem opnieuw tot lasthebber op Creta benoemden, maar bet ambt te behouden. Het schijnt dat de kansen voor Mc. Kinley's verkiezing tot president der Vereenigde Staten niet zoo schitterend zijn als de republikeinsche leiders wel hoopten en verwachtten. Met eiken dag wordt het duidelijker, dat de aanhang van Bryan toeneemt en daarom worden door de vrien den van den tegenwoordigen president alle midde len aangewend om zijn herkiezing te bevorderen. Zoo heeft de gezant der Vereenigde Staten te Ber lijn, White, een brief gericht aan het bestuur der DuitschAmerikaanscbe Vereeniging te New-York om de Duischers aan te sporen de candidatuur van Mc. Kinley te steunen. De gezant zet in zijn schrij ven uiteen, dat de regeering van Mc. Kinley is een bestuur van verstandige vrijheid, dat een ge zond muntstelsel voorstaat en de nationale oer hoog houdt. De bewering dat Mc. Kinley vyandig gezind is tegen Duitschland heet een lastering, zooals die in verkiezingstijd "zoo licht wordt uitgestrooid, in tegendeel, alle besluiten van Mc. Kinley waren er op berekend de vriendschapsbetrekkingen tusschen Duitschland en Amerika te bevorderen. Duitschland heeft feitelijk de leiding der zaken in China op zich genomen, ook op militair terrein. Graaf Waldersee heeft zich reeds op de hoogte van den toestand gesteld en in overleg met de bevel hebbers der verbonden mogendheden plannen ont worpen om een gemeenschappelijke beweging uit Peking en Tientsin te ondernemen, die een maand zal duren en dezer dagen reeds zou zijn aangevangen. De geheele streek der Boksers zal worden door kruist. Het schijnt dat de mogendheden bet in zake China eens zullen worden. Zoo wordt gemeld, dat de Russische regeering heeft toegestemd in de voorstellen, die geformuleerd zijn in Von Billow's circulaire van 1 October, De Russische gezant in China heeft dienovereenkomstig instructies ont vangen. De onderhandelingen zijn in vollen gang en zelf Amerika schijnt zich aan het concert niet te zullen onttrekken en is dus op zijn onlangs genomen be sluit teruggekomen. GOES, 8 October 1900. Bg Kon. besluit is benoemd tot griffier by bet kantongerecht te Gouda mr. P. L. van E e t e n, thans griffier bij het kantongerecht te Goes. De Stct. bevat de wy'zigingen in de statuten der vereeniging »H e 1 p u zeiven" door en voor arbeiders te Goes. Door het Dames-comité te Middelburg is thans ton behoeve der ki-ygsgevangenen totaal ontvangen 3474,96. Eene party ontvangen goederen, ter waarde van ten minste niet." »Over den smaak valt niet te twisten, tante, maar gij zult my moeten toestaan, dat ik Hildegard schoon vind. Die zachtheid van tint, die oogen, dat haar, in een woord, ik vind ze verrukkelijk schoon." »Eon quaestie van smaak. Maar kom, mijn jongen, praten we niet meer over dat meisje. Als gij dik- wijls hier aan huis wilt komen, moet gy mij be loven Hildegard links te laten liggen. Het past haar niet complimentjes aan te hooren." »Uw wensch is my oen bevel, tante. Wel zou ik de kleine gaarne uitschilderen, maar natuurlijk komt het niet in my op het tegen uw wil te doen. U bet een en ander van myn reizen vertellen kan ik vandaag nog niet, ik heb het nog to volhandig inet myn kamers in te richten. In de woning, die ik gehuurd heb, moet ik een soort van atolier too- veren. Eén kamer ligt gunstig naar het noorden, die kan my dienen. Jammer dat ik niet by u in wonen kan, tante, maar, dat zou do wolf onder de schapen zyn, niet waar »Foei, spotterJa, dat zou een mooie geschie denis geven, zulk een lichtzinnig kunstenaar in een meisjespensionaat. Maar gy kunt hier komen, zoo dikwijls gy wiltin de vacantie heb ik tijd en voor 500, is 14 September per stoomschip Jabiru en verder per stoomschip Shropshire verzonden naar den consul-generaal der Nederlanden, den beer B. A. Wennink te Colombo (Ceylon) ten behoeve der krijgsgevangenen aldaar. Het comité bericht tevens, dat het gaarne meer dere goederen en geldelijke giften in ontvangst neemt, voornamelijk voor de krygsgevange nen op St. Helena, die, blijkens gewonnen inlichtingen, nog aan veel goederen behoefte hebben en waarheen de eerstvolgende verzending 19 Octo ber plaats vindt. De goederen zullen gezonden wor den aan den Nederlandschen consul te St. Helena, den heer W. ^T. Williams, die de goederen aan de gevangenen zal doen toekomen. De goederen gelieve men, onder het meik M. C., met opgave van den inhoud, te zenden aan de heeren De Vries Co., De Ruyterkade 100, Am sterdam, die de zending voor het comité onder nemen. Vracht on verdere onkosten komen geheel voor rekening van het Middelburgsche comité. Bij beschikking van den Minister van Binnen- landsche Zaken is met ingang van 1 October 1900, aan M. G u n s t eervol ontslag verleend als tijdelijk bediende aan bet Rykslandbouwproefstation alhier, en is voor het tijdvak van 8 October tot en met 25 No vember 1900, benoemd tot bediende aan dat proef station, J. d e Laat, alhier. Eergisteren werd door den Commissaris van politie alhier op eenigszins plechtigo wijze in te genwoordigheid van het geheele politie-personeel de zilvereD medaille voor 20-jarigen trouwen politie dienst uitgereikt aan den Hoofd-agent van politie M. SlimmeDS. De Commissaris sprak daarbij het volgende »Het doel, waarvoor ik u allen verzocht heb op myn bureel te komen is u wel bekend, nl. het uitreiken van de zilveren medaille voor 20-jarigen trouwen politie-dienst aan den Hoofd-agent van po litie M. Slimmens. Door den Algem. Nederl. politiebond werd my zulks verzocht. Dit kan n m. i. niet geschieden door eenvoudig die medaille aan den jubilaris uit te reiken, zulks is by het uitreiken van medailles of geschenken geen gewoonte, waarom ik dan ook u allen hier heb verzocht, om daarvan een plechtigheid te maken en die te verhoogen door uw bijzijn. Nu dan, Slimmens, aan het verzoek van den Algem. Nederl. politiebond voldoe ik volgaarne. De tyd, dien gij als politie-man hebt deorloopen, is goed door u besteed, met nauwgezetheid hebt ge uwe plichten waargenomen. Ik hoop, dat go nog vele jaren deze betrekking in gezondheid on zooals tot nu toe zult doorleven, en dat als eenmaal het »omega" ook u toeroept, ge met eer en genoegen op den door u afgelogden weg kunt terugzien. Ik feliciteer u van harte, en hierbij reik ik u de medaille en het brevet over". De jubilaris betuigde zyn dank voor de hartely- ke toespraak. By Kon. besluit is een pensioen van f627 verleend aan C. Snyder, hoofd dor openbare lagere school te Wilhelmiuadorp. In de Iers. en Th. Grt. leest men De vraag naar leverbare oesters stijgt tot heden langzaam, hetwelk den kweokor aanlei ding schijnt te geven tot goedkooper aanbieding. u weet ik altijd we! een oogenblikje te vindon. Ik ben zoo gelukkig u bier te hebben, Axel »A1 te goed, tante. Voor ditmaal adieu, en, a propos, kunt gy mij niet aan een kleinigheid helpen Ik zit weer tamelijk op zwart zaad." Bij deze woorden zette de schilder zijn guitig gelaat in zulke komische plooien en zag zijn tante schijnbaar zoo weemoedig aan, dat zij onwillekeurig in een lach schoot en zeide »Zoo, dat moet er nog bijkomen, maar ik heb het wel gedacht en er reeds op gerekend. Maar" zy haalde een rol geldstukken uit haar zak maar kom nu niet al te gauw weer." Duizendmaal dank, eenige tante, ik ben toch werkelijk een gelukskind als vader en moeder bun beurs gesloten houden, heb ik nog altijd een goede fee, die mij helpt in den nood, bij my bekend onder den naam van geldgebrek, die niet vraagt waarvoor enz. Daarom vlieg ik ook voor u door een vuur en schilder Hildegard niet uit." Nog een handdruk en de schilder verdween. Juffrouw Werbach lachte nog altijd. Die licht zinnige neef! Boos kon ze niet op hem zijn. Axel Verson, de zoon van haar eenige zuster, was haar oogappel, het eenige familielid, aan wien zij met blinde liefde hing. En dat haar droom over een

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1