1900. N". 117.
Donderdag 4 October.
87sle jaargang.
HINDERWET.
Belasting op bedrijfs- en andere
inkomsten.
4 FETJILLETOM,
Geen t'huis.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bgblad 10 cent.
Inxending van advertentiën vóór 2 uren op den dag dor
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant, betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent por regel.
Vergunning is verleend tot oprichting een er
Konijnenslachterij en Vilderij en
Konijnenvellendrogerij
aan C. VAN FRAASSEN in perceel E no. 22b,
gelegen aan den Ouden Singel, en tot oprichting
eener
Konijnenslachterij en Vilderij
aan W. DE JONGE in perceel E no. 114, gelegen
in de Voorstad
aan A. GO VERS in perceel E 5, gelegen aan
den Oost Havendijk en aan
H. WEEZEPOEL in perceel E 169, gelegen aan
den Westsingel.
Goes, 29 September 1900.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
WESSELINK.
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Het Hoofd van het plaatselijk Bestuur te Goes
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij hem
ingekomen en aan den ontvanger der directe be
lastingen verzonden is kohier no. 3 der belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten, dienst 1900/1901,
invorderbaar verklaard door den directeur der directe
belastingen enz. te Middelburg den 1 October 1900
no. 652
dat ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen en dat heden
ingaat de termijn van zes weken, binnen welken
daartegen bezwaarschriften kunnen worden inge
zonden.
Goes, den 3 October 1900.
Het Hoofd van het Plaatselpk Bestuur
voornoemd,
WESSELINK.
GOES, 3 October 1900.
De Standaard constateert het feit, dat er een
stemming komt in den lande, die tegenover En
geland wil gaan ei sch en op wat wijs dan ook,
dat er in Zuid-Afrika een eind kome aan het on
recht.
Het blad schrijft boven het artikel, waarin het
deze zaak bespreektOnberaden, en zegt o. a.
Die stemming begrijpen we volkomen. Ze is
rechtmatig, in haar oorsprong edel, met geen
phrases terug te dringen. Ze komt op uit het
beste van ons menschelijk hart. En toch is het eene
schromelijke vergissing, zoo men zich inbeeldt, dat
deze aanstuwende golf van het volksgeroep dezen
muur van geweld zal breken.
Als het Rusland, als bet Oostenrijk gold, en
Engeland aan onze zijde stond, dan bestond er nog
kans, dat de onweerstaanbare aandrang van het
Engelsche volk de Engelsche regeoring zou
dwingen tot optreden. In Engeland kan dat nog.
Maar nu het Engeland zelf is, dat gestuit moet
worden, nu het Engelsche volk zelf tot geweld
dreef, en nu van Rusland of Duitschland het initia
tief zou moeten uitgaan, om Engeland een tot
hiertoe en niet verder toe te roepen, nu is voor
het oogenblik elke hope, alsof de geest van het
volk in Rusland den Czar of in Duitschland den
Keizer, tegen hun zin en wil, tot verzet zou kun
nen bewegen, ten eenenmale ij del.
Naar het Duitsch van B. Rittweger.
Hildegard pakte haar koffers uit, en nauwelijks
was zij daarmede klaar of een oud dik persoon
verscheen, naar zij vermoedde de medebewoonster
harer kamer. Vriendelijk ging Hildegard haar te
gemoet.
>Goeden avond, gij zijt zeker vrouw Schreiber,
met wie ik deze kamer deelen zal. Ik hoop u niet
te storen."
«Natuurlijk stoort gij mij ik ben des nachts
veel liever alleen, als ik mij overdag heb afge
sloofd, maar gij kunt daar niots aan doen, ik ben
eerlijk genoeg dat in te zien. Ik verzoek u alleen
mij juffrouw Schreiber to noemen. Dat vrouw kan
ik om den dood niet verdragen. Beneden moet ik
het mij laten wel gevallen, maar hierboven regeer
ik. Dus verstaan juffrouw Schreiber ben ik voor
u, en overigens hoop ik, dat gij in de kamer niet
Het militarisme hoeft in deze landen de
regeering tegenover den volkszin zoo sterk gemaakt,
dat men er niet aan denkt zich aan het volk te
storen, en rustig voortspint aan de draden van
zijn eigen politiek. De ontwikkeling der legermacht
heeft aan de volkeren mede-zeggenschap in het
kapittel ontnomen. Men laat u comité's vormen,
meetings organiseeren, protesten inzenden zoo veel
ge wiltin de Parlementen moet de actie komen,
en mon weet vooruit dat noch in Duitschland noch
in Oostenrijk het parlement iets tegen de regeering
vermag. Van geen enkele groote mogendheid is
iets te hopen, zoo de regeering zelf niet wil en
uit den zin dezer hooge regeeringen is het ideaal
zoo spoorloos verdwenen, en neemt politiek en com
mercieel belang zoo aller geest in, dat niet éen het
zwaard zal trekken, tenzij eigenbelang uit anderen
hoofde hiertoe maant. Zelfs in Amerika staat het
volk tegenover Mc. Kinley machteloos, en zou alleen
verandering van gouvernement verandering van
staatsbeleid kunnen brengen.
En dit nu zoo zijnde, spreekt hét toch wel van
zelf, dat een klein volk als het onze niets kan
uitrichten, zoodra het aankomt op het uitoefenen
van dwangTegen zoo ontzettende over
macht, als waarover Engeland beschikt, is Trans
vaal niet bestand, maar Nederland evenmin. En
wie vooruit weet, dat hij met schade en schande
thuiskomt, handelt onverantwoord en roekeloos, zoo
hij 't dan toch op avontuur waagt.
De Hooge Raad wees Maandag in cassatie
een arrest, waarbij iemand te Haarlem ontslagen
wordt van rechtsvervolging, die op den laatsten
dag, waarop de aangifte eener geboorte
geschieden mag, daartoe niet in de gelegenheid was,
omdat Burg. en Weth. dier gemeente bekend had
den gemaakt, dat op dien dag (een feestdag) het
bureel van den ambt. v. d. burg. stand gesloten was.
De Hooge Raad overwoog, dat de wet voor de
aangifte drie dagen toelaatdat de aangifte moet
geschieden op het bureel en niet aan het particu
lier adres des ambtenaars, omdat art. 29 B. W.
zegt, dat van de aangifte dadelijk een akte door
den ambtenaar moet worden opgemaakt. Die akte
is bestanddeel van een register en de registers van
den Burg. Stand worden niet ten huize, maar ten
bureele van den ambtenaar gehouden. De sluiting
van het bureel op den meergenoemden dag was
dus een beletsel voor den vader om zijn rechts
plicht na te komen en diensvolgens handhaafde de
Hooge Raad het ontslagbereids door den kanton
rechter uitgesproken.
Het Handelsblad teekent hierbij aan
«Dit arrest kan wellicht andere gevolgen hebben.
In onze gemeente (ook in andere gemeenten) be
richten B. en W. wel eens, dat op zekere feest
dagen het bureel v. d. Burg. St. slechts een
paar uren zal geopend zjjn. De wet echter
geeft de bevoegdheid tot aangifte gedurende drie
dagenniet gedurende twee dagen en een paar uren.
De gevolgen hiervan springen, beschouwd in het
licht van het arrest, terstond in het oog."
't Komt ons voor, dat deze opmerking van het
Handelsblad wel wat gezocht is. De bureelen van
de bedoelde ambtenaren zpn toch altijd slechts op
bepaalde uren en niet den ganschen dag open. Wordt
nu op een feestdag dat open zijn, na voorafgaando
kennisgeving, eenigszins beperkt, dan kan men toch
niet zeggen, dat de gelegenheid om aangifte te doen
op dien dag niet bestaat, wat wél het geval is
wanneer, zooals te Haarlem, het bureel den gan
schen dag gesloten wordt.
Kerkelijk huwelijk. Art. 449 van het
Wetboek van Strafrecht bedreigt thans met een
veel plaats zult innemen. Ik vind het al vorvelend
dat ik mijn kast niet op deze kamer kan plaatsen,
maar ook daaraan kunt gij niets doen. En kijk mij
toch niet zoo brutaal aan, ik ben geen menschen-
eter, en wie mij met rust laat, zal ik ook niet
moeien. Maak nu dat gij naar beneden komt, de
bel voor de thee heeft al geluid. In de beneden
gang, de tweede deur rechts, gauw, juffrouw Wer
bach verstaat geen scherts op het punt van stipt
heid."
Hildegard had de razende juffrouw met een
zekere verlichting aangehoord, want uit haar schijn
baar onvriendelijke woorden klonk toch een na
tuurlijke goedhartigheid, die haar na het minder
vriendelijke optreden van het dienstmeisje en van
den knecht goed deed. Daarom zeide zij op zachten
toon
«Dank u, juffrouw Schreiber, ik zal den weg
wel vinden en ik hoop, dat het niet te laat is. Tot
weerziens."
Wacht even, kleine, ik ga moe en zal u den weg
wijzen, ik moet toch naar beneden, ik ben maar
even naar boven gekomeD, ik wilde toch eens weten
wie mijn slaapkameraad is. Nu, wij zullen het met
boete van ten hoogste f 300 den bedienaar van den
godsdienst die. voordat partijen hem hebben doen
blijken dat haar burgerlijk huwelijk is voltrokken,
eenige godsdienstige plechtigheid verricht. In het
gewijzigd ontwerp wordt voorgesteld hieraan toe
te voegen
«Niet strafbaar is hij, die het feit begaat
lo. indien tijdens het verrichten der godsdienstige
plechtigheid blijkens schrifteljjke geneeskundige ver
klaring onmiddellijk levensgevaar voor een der
partijen bestond
2o. indien partijen voordat tot de godsdienstige
plechtigheid wordt overgegaan aangifte hebben ge
daan van hun voorgenomen huwelijk bij den ambte
naar van den burgerlijken stand en dezen en den
bedienaar van den godsdienst, hetzij schriftelijk,
hetzij, voor zoover zij niet schrijven kunnen, mon
deling in tegenwoordigheid van twee meerderjarige
getuigen hebben verklaard dat zij ongehuwd zijn
en in ongeoorloofde betrekking tot elkaar hebben
gestaan en dat zij bekend zijn met het feit dat de
voorgenomen godsdienstige plechtigheid noch te
haren aanzien, noch ten aanzien harer kinderen
eenige wettelijke gevolgen heeft."
Maandagochtend is prins Bernbard Hein-
r i c h van Saksen-Weimar-Eisenach
overleden.
Prins Bernbard, de jongste van de beide klein
zoons van den Groothertog, was pas 22 jaar oud
en Pruisisch luitenant bp het 8de regiment garde-
ulanen te Potsdam. Ook bij ons bof en in ons land,
waar hij de inbuldigingsfeesten bijwoonde, was hij
geen onbekende.
De prins had op de jacht een longontsteking
opgedaan.
Door dit sterfgeval is in Saksen-Weimar-Eisenach
de vorstelijke familie in de rechte lijn nog alleen
vertogen woordigd door den 82jarigen groothertog
Karl August, en diens 27jarigen kleinzoon en ver-
moedelijken opvolger, Wilhelm Ernst.
Het Vader'and herinnert er aan, dat de overledene
de door de Grondwet aangewezen erfgenaam
van de Kroon in ons land was. Zijn oudste
broeder, de Erf-groothertog Willem Ernest, zou
natuurlijk het eerst in aanmerking komen maar
daar deze als troonopvolger van Saksen-Weimar-
Eisenach niet tevens de Kroon der Nederlanden
kon aanvaarden, trad de nu overleden Prins in
zijn plaats. Hij droeg niet den titel van Prins van
Oranje en genoot niet de rechten aan dien titel
verbonden, omdat art. 29 der Grondwet dezen titel
alleen toekent aan den oudsten van 's lConings zonen
of verdere mannelpko nakomelingen, die de ver
moedelijke erfgenaam is van de Kroon, aan welke
voorwaarden deze Prins niet voldeed.
De oudste dochter van den Groothertog van
Saksen-Weimar en Prinses Sophie der Nederlanden,
nl. Prinses Marie, gehuwd met Prins Heinrich VII
van Reuss, is nu erfgenaam van de Kroon der
Nederlanden.
Bij kon. besl. is aan M. J. Baarends,
tamboer bij de dd. schutterij alhier, toegekend het
eereteeken tot belooning van eervollen, langdurigen
werkelpken dienst bij de schutterijen. CM. Ct.)
Wolfertsdijk. De g emeenteraad stelde
Maandagnamiddag jl de gemeentobegrooting over
1900 vast tot een bedrag van f 14313,80 in ont
vang en uitgaaf. De hoofdelijke omslag is uitge
trokken op f3700 evenals op de vorige begrooting.
De opcenten op het personeel zijn onder nadere
koninklijke goedkeuring gebracht van 35 op 50. Aan
den heer A. Kooiman werd met ingang van 19
November of zooveel vroeger na 1 November als
elkaar wel vinden, en als gij u goed g «draagt zal
ik het u niet. lastig maken. Hadt gij niemand, die
u hier kon brengen
«Neen, juffrouw Schreiber, ik sta geheel alleen".
»Ik heb het wel gedacht. Nu, niet bedroefd zijn,
kindje, de lieve God verlaat niemand, die op Hem
vertrouwt".
Het was Hildegard of plotseling de hemel voor
haar werd geopend. Eindelijk had ze iemand ge
vonden, die hartelijk jegens haar was Een oogen-
blikkelijke ingeving volgend, trad zij op de juffrouw
toe, sloeg hare armen om haar hals en riep uit
«Duizendmaal dank voor die lieve woorden. Zoo
heeft vandaag nog niemand tot mij gesproken. Als
gij eens wist hoe goed mij dat doet".
De juffrouw strook liefkozend over het blonde
haar van Hildegard en zeide
«Nu geen droefheid, kindje, ik zie het al, wij
zullen het wel met elkaar vinden en als gij iets
op het hart hebt, zeg het gerust aan juffrouw
Schreiber. Niet babbelen of kwaadspreken, God
bewaar me, maar een menseh wil toch wel eens
zijn hart lucht geven en gij zult zien hoe gij bp
mij terecht kunt. Daar beneden is het zeer voor
in de vacature zal zijn voorzien, eervol ontslag
verleend als onderwijzer wegens zijne benoeming
te Raamsdonk. Ten slotte kwam in behandeling
een verzoekschrift van bewoners der Lepelstraat
om van gemeentewege een achterweg achter die
buurt aan te leggen over een stuk grond, dat naar
de meening der adressanten voor dit doel moet
worden afgestaan. Uit een door den burgemeester
ingesteld onderzoek bleek evenwel, dat in een des
betreffende akte deze verplichting niet voorkomt.
Besloten werd een nader onderzoek in te stellen
en het adres tot de volgende vergadering aan te
houden.
Yan 4 November af zullen 's Zondags
niet meer door de post worden besteld ge
drukte stukken en couranten of tijdschriften, die
niet meer dan eenmaal 's weeks verschijnen. De
bezorging geschiedt bij de eerstvolgende bestelling.
(kAan dr. J. G. d e M a n te Ierseke, die een
onderzoek zal instellen naar de zich in de Schelde
en Zeeuwsobe stroomen bevindende schaaldieren,
is voor het tijdvak van 15 Sept. 1900 tot 15 Sept.
1901 toestemming verleend gebruik te maken of te
laten maken van verboden vischtuigen en het aan
boord hebben van visch beneden de wettelijk voor
geschreven maat.
Wij zijn in staat gesteld mede te deelen dat
het bericht van het Landbouw-weekblad als zou het
wetsontwerp ter bestrijding der rund voe-tuber-
c u 1 o s e in den Raad van State op bezwaren stui
ten eu de indiening dus vertraging ondervinden,
onjuist is. De indiening kan spoedig worden te
gemoet gezien. Vad
Blijkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Ned.-Indië van 1 dezer, wordt de
gouvernements-koffie-oogst op Java
voor dit jaar thans geraamd op 221,000 picols.
De redactie van het weekblad Maatschappelijk
Werk stelt pogingen in het werk om te komen tot
de oprichting van een Verbruikersbon d, met
het doel slechts te koopen daar waar behoorlijk loon
wordt uitgekeerd enz. en slechts die waren, welke
onder voor de arbeiders gunstige omstandigheden
zijn vervaardigd. Dit denkbeeld, reeds vroeger in
het weekblad Ons Belang verdedigd, zal thans wel
licht vasten vorm aannemen. Een voorloopig comité
is in wording, dat concept-statuten zal samenstellen,
waarna een vergadering zal worden gehouden van
allen, die met het denkbeeld sympathiseeren.
De minister van binneulandsche zaken heeft
Maandag met eenige plechtigheid bet nieuwe ge
bouw der Rijksk weekschool voor vroed
vrouwen in de Camperstraat (Oosterpark) te
Amsterdam mot daaraan verbonden kraaminrichting
geopend. Deze nieuwe school is op dezelfde leest
geschoeid als die te Rotterdam. Er is plaats voor
32 inwonende en 8 uitwonende leerlingen. De
cursus is tweejarig. Aan het hoofd van het ver
loskundig onderwijs is dr. R. J. Ch. Meurer ge
plaatst, die bijgestaan wordt door twee leeraressen,
een assistent-geneesheer en oene meesteresse-vroed-
vrouw. Laatstbedoelde, rnej. M. W. Bing, is tevens
directrice der nieuwe inrichting. Verpleging en
onderricht geschieden kosteloos. De aspirant-leer
lingen moeten zich echter, gelijk men weet, aan
een vergeljjkend examen onderwerpen.
De Java-Bode schrijft«Naar aanleiding van
een bericht, voorkomende in de Makass. Cour., als
zou de gezagvoerder van de Generaal Pel naar
Batavia opgeroepen zijn, om den gouverneur-gene-
naam, en waar het zoo voornaam is, daar is het
licht koel en onhartelijk. Zie zoo, mijn hartje, het
is hoog tijd."
Na deze woorden geleidde zij Hildegard de trappen
af en nam, beneden gekomen, afscheid met de
woorden
«Daar om den hoek, de tweede deurmijn weg
gaat nog dieper de keuken is in het sous-terrein."
Mejuffrouw Werbach, de eigenares van de kost
school, de directrice der hoogere meisjesschool was
een geleerde, geslepene, energieke dame, die van
een klein begin, haar instituut, tot de tegenwoordige
hoogte gebracht had. Als de kantonrechter baai-
tegenover Hildegard een edeldenkendo dame ge
noemd had, was dat een uitdrukking, die echter
niet op haar van toepassing was. Juffrouw Werbach
was door en door egoïstisch, maar, zooals gezegd,
geleerd en slim in den hoogsten graad. Waar het
haar belang gold, kon zij allerliefst schijnen. I)e
ouders der haar toevertrouwde kinderen waren in
den regel verrukt over de directrice, die, wat moeder
liefde en zorg betrefr, niet meer doen kon. Zij liet zich
echter ook goed betalen, maar dat was natuurlijk zij
woonde ook in de groote provincie-stad en daardoor