1900. N°. 106. Zaterdag 8 September. STEM M 1IV G. KIESRECHT. Burger-Avondschool. ~2 FEUILLETON. Te liooge inzet. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Inzending van advertentie» voor 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels d 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. De Burgemeester van Goes brengt ter kennis der ingezetenen, dat voor de vacature, ontstaan in den gemeenteraad door het ontslag nemen van den heer W. N. G. Coenen, op DINSDAG 18 SEPTEMBER a. s., van des voormiddags 8 uren tot des namid dags 5 uren, op het Raadhuis in de Raadszaal eene stemming zal worden gehouden. Candidaten zijn DUVEKOT Cz., L. RISCH, J. Z. De herstemming, zoo noodig, zal plaats hebben op Dinsdag 25 September 1900. Goes, 6 September 1900. De Burgemeester van Goes, J. J. RAMONDT l. b. De Burgemeester der gemeente Goes brengt ter algemeene kennis, dat de lijsten van candidaatstel- ling voor één lid van den gemeenteraad wegens bet ontslag nemen van den heer W. N. G. Coenen, op heden bij hem ingeleverd, op de secretarie ter visie zijn gelegd en in afschrift aangeplakt. Goes, 6 September 1900. De Burgemeester van Goes, J. J. RAMONDT l. b. Burgemeester en Wethouders van Goes brengen ter kennis van belanghebbenden dat de nieuwe cursus aan de BURGER-AVONDSCHOOL zal aan vangen op Maandag 17 September 1900. Eventueele aanvragen om vrijstelling van het be talen van schoolgeld moeten bij Burgemeester en Wethouders worden ingediend vóór Maandag 10 September a. s. des namiddags d uren. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. J. RAMONDT l. b. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Gemeenteraad van Goes, op Donderdag den 6 September 1900, des avonds te 8 uren. Voorzitter de wethouder Ramondt. Tegenwoordig 12 leden. Afwezig de heer Wesselink, wegens uitstedigheid. Ingekomen waren van A. Verhage bericht dat hij zijne benoeming als onderwijzer bij het lager onderwijs aanneemt; van S. Boone, pachter van de voormalige trek kerswoning, een verzoek om op bet erf van ge noemde woning een schuur te mogen bouwen van Cornelia Kimmel, vrouw van L. van Beek, verzoek om een sloot te mogen dempen en die ge dempte sloot te mogen gebruiken als toegangsweg naar het perceel E no. 44. Beide laatste stukken werden geren voyeerd aan B. en W. om prae-advies. Alsnu was aan de orde de benoeming van een leeraar bij het Midd. onderwijs. Uit de be kende aanbevelingslijst van benoembaren werd met Een beeld des tijds naar Hubert von Trutzschler. Het was nog geen half twaalf, toen de oppasser van Harden hem meldde, dat een zekere mijnheer Berndt hem wenschte te spreken. Een oogenblik gevoelde de huzaar zijn hart stil staan. Wat zou ,hem het volgende uur brengen Met moeite kalmeerde hij zich en zeide »Laat hem binnenkomen." «Brengt gij het geld vroeg hij den binnen tredende, met den angstigen blik van een beklaagde, die zijn vonnis wacht. «Het spijt mij, mijnheer de baron, werkelijk, het spijt mij," hernam Berndt, «het geld is zoo schaarsch en de geldmannen zijn angstig geworden. Zij heb ben in den laatsten tijd zulke groote verliezen ge leden." «Maar ik moet het hebben »De som is te groot, mijnheer de baron, wer kelijk ze is te groot." Harden zweeg. Het begon hem voor de oogen te Bchemeren. algemeene stemmen benoemd de heer A. G. van D ij k te 's-Gravenhage. Daarna kwamen in behandeling enkele bezwaren, door den Minister van Binn. Zaken geopperd tegen de onlangs vastgestelde verordening op de heffing van schoolgeld voor het 1. o. Het voornaamste was, dat niet duidelijk genoeg bleek, waar de vrijstelling van schoolgeld voor het 7e leerjaar op school A zou aanvangen. In verband daarmede stolden B. en W. nu voor, in art. 1 te bepalen, dat geen schoolgeld wordt geheven van hen, die niet in den Hoofd. omsl. zijn aangeslagen (zulks in plaats van »die naar het oordeel van den Raad onvermogend zijn"). Deze en nog eene andere wijziging van onbeduidenden aard werden zonder discussie of hoofd, stemming goedgekeurd. Dit was ook het geval ten opzichte van eenige juist gebleken opmerkingen van Gedep. Staten op de verordeningen, regelende het lager onderwijs, en die meest van redaetioneelen aard waren. Daarna word de vergadering gesloten. GOES, 7 September 1900. I Naar aanleiding van wat in de Nederlander werd geschreven, dat er nl. veel te weinig gelet wordt op de doodslagen door onvoorzichtigheid, eu dat men elk oogenblik leest van kinderen, die door do zorgeloosheid der ouders verbranden of verdrinken, merkt bet Ned. Dagblad het volgende op De overtuiging moet veld winnendat ouders met hun kinderen niet doen mogen wat zij willen en dat zij verantwoordelijk zijn voor de ongevallen, die hunne kinderen treffen, wanneer zij die, met inacht neming van de meest gewone voorzichtigheid, had den kunnen voorkomen. Het noodeloos blootstellen van kinderen aan gevaren, het niet gebruik maken van geneeskundige hulp, die binnen het bereik ligt, zijn in onze oogen strafbare feiten, die des te ernstiger zijn, naarmate de kinderen jeugdiger en hulpbehoevender waren. Een menschkundig rechter moot natuurlijk geven en nemen en met de om standigheden rekening houden, maar daaruit volgt toch niet, dat zulke feiten altijd ongestraft moeten big ven en dat de overheid ze maar onopgemerkt voorbij moet laten gaan." Wij vestigen de aandacht vooral op den door ons gecursiveerden aanhef van deze aanhaling, en stellen do vraag, of wat in dezen op lichamelijk gebied waar is, ook niet en nog meer waar is op geestelijk gebied? En zoo ja, of de invoering van leerplicht dan niet een noodzakelijke maatregel was Door de antirevolutionaire kies- vereenigingen is Woensdagavond tot candidaat voor het lidmaatschap van den gemeenteraad gesteld de heer Laurus Duvekot Cz. Gelijk men weet is de heer J. Z. Riscli de candidaat der liberalen. Uit de aan geplakte afschriften van de lijsten van candidaat- stelling blijkt, dat deze voor ieder hunner door 30 personen zijn onderteekend. Van den uitgever K. Ie Cointre te Middel burg ontvingen wij een ex. van een door ds. C. van Koetsveld C.Ez. geschreven werkje, getiteldEene werkstakingschets uit het volksleven. Het boekje is een herdruk van dat, hetwelk onder denzelfden titel in 1893 bg dhr. G. M. Klemkerk alhier werd uitgegeven. Wij mogen het dus als bekend onder stellen. Daarom vermelden wij alleen, dat het dit- »Maar om u te doen zien, mijnheer de baron, dat ik u van dienst wil zijn en een welwillend mensch ben," hij haalde een klein pakje uit den binnenzak van zijn jas «heb ik tienduizend mark bij mijn bankier gehaald, het is mijn eigen geld, alles wat ik bezit." «Dat kan mg niet helpen." «Kan u dat niet helpen Het is toch beter dan niets «Weet gg geen middel, waardoor ik de zestig duizend mark kan bekomen «Bezwaarlijk, mijnheer de baron," hier zweeg de woekeraar en sloeg een loerenden blik op Har den «als gij niet een »Als gij niet vroeg Harden. «Als gij niet een solieden borg kunt stellen ziet u, den jongenheer Goldberg bijvoorbeeld." «Dat is onmogelijk." «Onmogelijk Ik meen toch, dat hij een vriend van mijnheer de baron is, een goed vriend. Gij gaat toch om met zijne familie; gij kent toch mijn heer zijn vader en mejuffrouw zijn zuster. Dat is toch een net en beschaafd meisje, naar ik alge meen boor." Harden staarde voor zich heen en zeide bij zich zeiven: «Goldberg? Neen, dat is onmogelijk." «Dan spijt het mg, werkelijk het spijt mij, mijn- maal werd uitgegeven ten voordeele van de ongeluk- kigen bij de ramp te Helder. Door deze uitgave was de uitgever in staat aan de «Heldersche Commissie" een bedrag uit te koeren van f 104 als netto opbrengst, alsmede f 45.25 van extra giften, samen alzoo f 149.25. Voor schrijver en uitgever zeker eene reden tot voldoening en voor de Heldersche ongelukkigen een aangenaam resultaat. Aangesteld tot onbezoldigd rijksveldwachter J. L. Overbeekete Baarland. De vertegenwoordigers van de verschillende staten, die Dinsdag in Den Haag bijoen waren voor de nederlegging der akten van ratificatie, hebben nog, op voorstel van den Russischen gezant, be sloten een telegram van dankbetuiging te richten aan H. M. de Koningin voor de hier te lande verleende gastvrijheid. Het telegram werd na afloop van de vergadering verzonden. Omtrent verdere maatregelen ten aanzien van het bureau van het Hof van arbitrage is nog geen beslissing genomen. D e p e s t. De minister van binnenlandsche zaken, overwegende, dat volgens ingekomen ambts bericht, de pest te Glasgow voorkomtgelet op de wet van 28 Maart 1877 (Stbl. no. 35), laat stelijk gewijzigd bij de wet van 8 April 1893 (Stbl. no. 63)heeft goedgevonden lo. Glasgow besmet te verklaren wegens pest2o. het aantal dagen, bedoeld in het eerste lid van art. 8 van bovenge noemde wet, te bepalen op tien. Met het oog op het uitbreken van de pest te Glasgow wordt verzekerd dat alle maatregelen tot afweer van de ziekte, welke bij de wet of bij ko ninklijk besluit zijn voorgeschreven, vanzelf worden in acht genomen. De entstof als voorbehoedmiddel tegen de aan tasting door ziekte is aanwezig en de inrichtingen tot verpleging van eventueele lgders zijn er ook, terwijl de door de Staten-Generaal toegestane gel den tot oprichting van een poststation in staat zul len stellen tot het doen van bacteriologische en wetenschappelijke onderzoekingen. Er zijn, volgens de N. R. Ct., twee geregelde stoomvaartdiensten van de haven te Rotterdam op Glasgow, maar bij geen van beide wordt Glasgow rechtstreeks door de schepen aangedaan. Het zijn de lijnen Rotterdam—GrangemouthGlasgow (I. Rankine en Zoon, Glasgow agenten D. Burger en Zoon), en RotterdamLeithEdinburgGlasgow (A. J. F. Burgeragenten Boutmy en Co.). Beide diensten zijn tweemaal 's weeks. Leith is de haven stad van EdinburgGrangemouth, aan de Noordzee (Fiit of Forth) gelegen, staat door het Forth and Clyde-kanaal en door spoorwegen in verbinding met Glasgouw. Te Rotterdam is gezorgd voor een quarantaine- station op het schiereiland, dat zich tusscben de Hoogenoordsche gracht en de Maas bevindt. Het bestaat uit een barak voor 5 a 7 lgders, een wo ning voor de verpleegsters, een voor den dokter, een voor een waker en een waakster en een labo ratorium. Het zijn alle houten lokalen. De barak en de woningen zijn van de noodige baden voorzien. De faecaliën en het badwater worden opgevangen in putten, waar zij gedesinfecteerd worden alvorens af te vloeien. Binnen enkele dagen komt er nog een tweede barak tot opneming van lijders bij. hoer de baron, ik had u zoo gaarne geholpen. Gg rijdt van middag mede in de wedrennen van het leger vroeg Berndt als hield hij de geldzaak voor afgedaan, «hebt gij kans, mijnbeer de baron, kan men een twintig duizend markies op Hassan wagen Harden zweeg nog altjjd. Hij scheen de vraag nauwelijks gehoord te hebben. «Men kan toch niet weten, mijnbeer de baron. Gg zijt toch een flink ruiter, een fameus ruiter, waarom zoudt gij niet evengoed winnen als een ander «Ik geloof het niet," antwoordde Harden geheel onverschillig. Berndt stond op. «Ik zal twintig mark zetten op Hassan, misschien brengt het mijnheer de baron geluk aan," zeide hij met zjjn vriendelijken lach en greep naar zijn hoed. «Wilt gg de tienduizend mark hier laten vroeg Harden plotseling. «Wel zeker, mijnheer de baron. Ik heb u toch gezegd, hoeveel genoegen het mij doet als ik u van dienst kan zijn. Gij geeft mij wel een schriftelijk bewijsje daarvan I «Natuurlijk". «Ik zal billijk voor u zijn", ging Berndt voort, De Nederlandsche regeering heeft zich ook het lot der uitgezette Transvaalsche amb tenaren aangetrokken. Bij beschikking toch van den betrokken Minister is een Nederlandsch spoorweg ambtenaar der Zuid-Afrik. Republiek tijdelijk werk zaam gesteld bg het Rijkstelegraafkantoor te's-Gra- Het verscherpte toezicht op vreem delingen en verdachte personen, dat vooral tijdens de aanwezigheid van den Sjah in Den Haag, in de omgeving van Soestdijk en ook elders werd uit geoefend, wordt, naar men verneemt, ook na het vertrek van den vreemden vorst gehandhaafd. Drankbestrijding. De «Nederlandsche Onderwijzers Propaganda-Club" verzond haar maand blad Het Cluborgaan aan alle ministers, kamerleden, leden van 's rijksschool toezicht en voorts aan allen, die in Nederland met het geven van eenig onder wijs belast zijn (profossoren, leeraren en lagere onderwijzers, zoo van het bijzonder als van het openbaar onderwijs), ten einde daardoor meer alge meen de aandacht op haar werk te vestigen. In het hoofdartikel «Aan alle opvoeders in Nederland" wordt het doel der Club uiteeugezet, en worden de onderwijzers opgewekt, vooral ook iu dezen tijd van drankwetsagitatie, zich aan haar zijde te scharen, ten einde te verkrijgen, dat in de Drankwet be palingen zullen worden opgenomen ter bescherming der jeugd tegen de drankverleiding. In het bijblad van Het Cluborgaan is opgenomen het aan de regeering gezonden adres met de daarbij behoorende memorie van toelichting, waarin ge vraagd wordt de bescherming van de jeugd tegen de drankverleiding. In den Rotterdainschen gemeen teraad protesteerde Dinsdag het lid dr. Van Rgckevorsel tegen de gevangenhouding op Ceylon van den assistent-geneesheer uit het Rot- terdamsch Ziekenhuis, dr. Van Houten. Hij vroeg of burg. en weth. bij de regeering geïnformeerd hadden wat er gebeurd was en wat de regeering gedaan heeft om dien ambtenaar terug te doen komen. De voorzitter constateerde dat het protest van den heer Rgckevorsel buiten de gemeentezaken staat. Burg. en weth. hadden echter aan den mi nister gevraagd of er diplomatieke tusschenkomst verwacht kon worden, doch zij hadden nog geen antwoord ontvangen. Men schrijft uit Den Haag De leden der Zuid-Afrikaansche depu tatie hebben gisterochtend in het Hotel des Indes eene langdurige samenspreking gehad met dr. Leyds, gezant, en den heer Van Boeschoten, gezantschaps- raad, die eveneens in dit hotel intrek heeft genomen. In het Hotel des Indes vertoeft ook de heer Sandberg, ambtenaar aan het departement van den staats-secretaris der Z.-Afr. Republiek en op com mando secretaris van generaal Louis Botha. De deputatie zal nog slechts korten tijd te 's-Gra- venhage vertoaven. Zij gaat nog eenige hoofdplaatsen in Europa bezoeken. Van terugkeer naar Zuid- Afrika is nog vooreerst geen sprake, want, naar wordt medegedeeld, is de zending van het drieman schap nog niet geëindigd. Naar het Dagblad verneemt, zijn de diploma tieke onderhandelingen van de deputatie met Euro- peesche mogendheden en de Vereenigde Staten nog in gang, en wordt in den laatsten tijd ook met de regeering in Zuid-Afrika voeling gehouden. terwijl hij een wissolformulier uit den zak haalde. «Hoeveel zal ik schrijven vroeg Harden. «Wat zult ge veel schrijvon schrijf twaalf duizend. Harden nam het papier. In een paar minuten was de schuldbekentenis geschreven en met een diepe buiging verliet Berndt do kamer. Toen hg huiten was, sprak hij hij zich zeiven «Hij zal wel bg mij terugkomen hij moet het geld hebben en hij zal bg rag komeu met den jongenheer Goldberg of misschien neemt hij dat meisje dat zal mij ook goed zijn. In elk geval zal ik er van maken een zaakje, een goed zaakje, een fijn Vergenoegd ging hij haastig naar huis en weldra was hij teruggekeerd in zijne woning, die in eene tegenover liggende straat stond. Intusschen zat Harden in zijn kamer, legde den arm over de rugleuning van zijn stoel, ondersteunde het hoofd met de hand en staarde voor zich heen. Als een «Mene Tekel" stonden de gebeurtenissen der laatste maanden voor zijne oogen welke moeite hij ook deed, bij kon ze niet uit zijne gedachten verbannen. Waarheen hadden ze hem gevoerdHoe zou hij zich uit die netelige positie redden, waarin i zijn lichtzinnigheid hem had gebracht? Was er nog redding voor hem mogelijk Ja, oen middel bestond er nogdat wist hij Goldbergs zuster.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1