UIT DE OUDE DOOS.
is een formaliteit, die hij weder zal misbruiken,
evenals indertijd in den Vrijstaat, om alle burgers,
welke tegen hem de wapenen blijven voeren, te
kunnen behandelen als oproerlingen, d. w. z., hen
op staanden voet te kunnen laten fusileeren, als
zjj met de wapenen in de hand gevat worden, of
hen te kunnen laten veroordeelen wegens hoog-
vorraad, indien zij diensten bewijzen aan de Boeren-
commando's. Met zgn annexatie-proclamatie maakt
hij geen einde aan den oorlog zij zal waarschijn
lijk zelfs tengevolge hebben, dat de Boeren, nog
meer verbitterd geworden, hardnekkiger dan ooit
worden in hun tegenstand en den strijd om hun
land verwoeder en met alle mogelijke middelen
zullen voortzetten.
Oorlog in China.
Men zou meenen, dat in China spoedig een ge-
wenschte toestand zou vorkregen zgn nu de Czaar
heeft voorgesteld aan de verbonden mogendheden
om de troepen uit Peking terug te trekken. Het
tegendeel is echter gebleken.
Men meldt uit Sanghai dat het Russische voor
stel verbazing wekt. Men gelooft dat financiëele
overwegingen en de moeilijkheid van het voeden
der troepen op deze beslissing van invloed zijn.
Rockhill, de Amerikaansehe commissaris in China,
zeide in een intervieuw met ReuterIndien de
Chineezen er in slagen de harmonie tusschen de
Mogendheden te verbreken, dan kunnen alle vreem
delingen niet beter doen dan China te verlaten.
Te Weenen is men er beslist tegen thans Peking
te ontruimen. De Oostenrijksche bladen verklaren
eenstemmig, dat Oostenrijk en de Triple Alliantie
daarin niet kunnen toestemmen. De minister Von
Goluchowski heeft verklaard, dat het op dit oogen-
blik ontgdig is van vredes-onderhandelingen te
spreken, en Peking te ontruimen, wijl dit zou ge
lijkstaan met de moreele nederlaag der mogend
heden.
Ook in Italië stuit het Russische plan op krach-
tigen tegenstandeen officieuse regeerings-nota
zegt «dat het oogenblik te ernstig is om thans
over vredes-onderhandelingen te denken."
Zoo is dus thans de verdeeldheid tusschen de
mogendheden een feit geworden, dat niet langer
kan worden ontkend. In de diplomatieke kringen
te Berlijn spreekt men echter de meening uit dat
Rusland's voorstel betreffende de ontruiming van
Peking vooralsnog slechts een middel kan zijn om
tot gedachtonwisseling aanleiding te geven, maar
niet om nu reeds de internationale eendracht te ver
breken. Duitschland, zegt men in die kringen, is
er niet tegen dat de gezantschappen voorloopig
naar Tiëntsin verhuizen en dat daar de basis voor
de diplomatieke onderhandelingen met China wordt
vastgesteld. Het heeft echter bedenkingen tegen de
ontruiming van Peking als niet vooraf China waar-
horgen heeft gegeven voor eene ernstige kans op
een vergelijk; en bovendien zou Duitschland er de
voorkeur aan geven dat het oordeel van de overige
internationale bevelhebbers nopens de noodzakelijk
heid der ontruiming uit militair oogpunt wierd
ingewonnen. Het ziet or overigens niet naar uit
dat de kwestie der ontruiming overhaast behandeld
zal worden, zelfs niet als Rusland op zijn stuk
blijft staan en zich uit Peking terugtrekt. Het lijkt
er meer op, alsof verschillende mogendheden ad-
viseeren althans zoolang te Peking te blijven tot
dat er met eene voldoende mate van gezag bekleede
Chineezen als bevoegde onderhandelaren met toe
reikende concession voor den dag komen.
Do Welt am Montagdie goed ingelicht beet,
verneemt uit goede bron, dat bij een maaltijd, aan
geboden aan de officieren van bet gardecorps, de
Duitscbe keizer verklaard moet hebben, dat onder
geen omstandigheden de Duitsche troepen Peking
zouden verlaten, zelfs niet indien hij elk legercorps
in het Duitsche leger had te mobiliseeren.
Een officiëel bericht uit Petersburg! brengt de
mededeeling van den gezant Von Giers over, dat
prins Sjing tot regent benoemd zou zgn. Do prins
zou naar Peking wenschen te komen, indien de
gezanten hom een vrijgeleide beloven. Bp de ge
zanten bestaat hiertegen geen bezwaar, wijl men
in de benoeming van Sjing tot regent een moge
lijkheid ziet, dat de vredesonderhandelingen vlotter
gevoerd zullen kunnen worden. Men zal hierover
echter in de eerste dagen niet veel te hooren krij
gen. De raad der mogendheden zal de Chineeseho
kwestie gedurende eenigen tgd mei gesloten deuren
mark, die voor hem lag, had opgenomen en de
beide andere uit zijn zak had gehaald en alle drio
in zijn portemonnaie had gestoken, drukte hij op
den knop der electrische schel, die zich naast de
deur in zijn slaapkamer bevond. Een oppasser trad
binnen.
»Geef mijn burgerkleeding, mijn licht pak." In
een goed kwartier was bij gewasschen en aangekleed
en onmiddellijk daarna verliet hij zgn huis. Op
den hoek der naaste straat wierp hij zich in een
huurrijtuig.
«Skalitzerstraat 150", riep hij den koetsier toe.
«Jawel, mijnheer de baron," antwoordde deze,
nam vlug het dekklood van zijn paard en in flinken
draf reed hij weg. De klok wees half twee, toen
het rijtuig stil hield.
»Wachten klonk het commando van den hu
zaar. Nadat hij schuw naar alle zijden had rond
gekeken, trad hg een groot maar onaanzienlijk huis
binnen. Alles daarin wees er op, dat het alleen
bewoond was door mindere menschen. De wanden
waren vuil, op sommige plaatsen was de kalk er
af gevallen. Nadat bij twee trappen wa9 opgegaan
stond hg stil voor een kleine bruine deur en belde.
Ofschoon hij voetstappen daarachter hoorde, werd
niet onmiddellijk opengedaan. Hg belde nogmaals.
«Is mijnheer Berndt thuis vroeg hij aan de
voor hem staande, nog tamelgk jonge vrouw, die,
zeer slordig gekleed, op hem den indruk maakte
alsof zij pas was opgestaan.
«Jawel, ga binnen, mijnheer Berndt zal dadelijk
behandelen. Het publiek wordt er buiten gehouden
de Amerikaansehe regeering heeft bekend gemaakt
dat zij geen mededeelingen meer zal verstrekken
aan de pers, voordat de onderhandelingen een be
vredigende uitkomst opgeleverd hebben.
Tgdens de onderhandelingen worden big k baar
de vijandelijkheden niet gestaakt. In den omtrek
van Tientsin wordt sckior eiken dag nog gevochten
en de Boksers bezitten uitgestrekte kampen en zeer
sterke verdedigingspunten, voornamelijk bg Loetai.
Volgens de New- York Herald heeft Li te Sjanghai
bericht ontvangen, dat de Chineezen den verbonden
troepen bg Kang-Tsjoeng zware verliezen toe
brachten.
Kerknieuws.
Ned. Hervormde kerk.
Beroepen te Deurne de heer W. Hage, cand.
C7m\ Ger. kerk.
Bedankt voor het beroep naar Harlingen door
den heer M. den Boer, cand. te Zieriksee.
Roomsch-kath. Kerk.
De bisschop van Haarlem heeft benoemd tot
kapelaan te Goes den heer J. F. van der Meer;
tot kapelaan te Heinkenszand den heer L. J. J.
Smeele (15 Aug. 11. priester gewijd).
Onderwijs.
Voor den cursus 1900/1901 aan de Hoogere
Burgerschool alhier zgn ingeschreven 9 vr.®n 74
mann. leerlingen, benevens 3 mann. voor enkele
vakken, dus totaal 86.
Verleden jaar bedroeg het aantal met inbegrip
der nu vervallen voorbereidingsklasse 95.
De nieuwe cursus op de Meisjesschool alhier
is aangevangen met 62 leerlingen.
Voldoend toelatings-examen voor de
Burger-Avondschool hebben afgelegd C. van Maris,
M. Vermeule, C. de Graaff, C. v. d. Linden, H. J.
v. Strien, A. de Bruine, R. de Kok, A. M. v. d.
Reit, J. G. Lammers, W. Koning, G. Huijsse, Joh.
Melse, W. Hij man, F. J. Markusse, W. J. v. Riet,
J. C. Krijger, L. J. Adriaause, N. v. d. Bliek,
C. J. v. Nieuwenhugse, P. v. Veen, L. H. Gesquière,
W. P. de Fouw, A. Elzinga, W. M. Ferdinandusse,
Visser, J. Zandee, totaal 26afgewezen 7
niet opgekomen 1.
Tot de 3e kl. der H. B. S. te Bergen-op-
Zoom is o. a. toegolaten J. M. ten Napel van
Kruiningen.
Te Amsterdam slaagde in 't examen aan de
Rijksschool voor kunstnijverheid Johan Verwer van
Goes.
De heer A. R. Plasschaart, onderwijzer te
Ierseke, is gisteren geslaagd bij het examen land
bouwkunde.
Onze ijk.
Zoowel vroeger als nu waren allen, die in hun
bedrijf maten en gewichten gebruikten, verplicht
deze te laten ijken. Te Goes bestond daartoe ten
huize van den stedelgken «gezworen" ijkmeester
gelegenheid van 15 November tot 15 December
van ieder jaar. Het ijkmerk bestond niet als tegen
woordig uit een bepaalde letter, maar uit het merk
der stad, benevens bet jaartal. Wie voor de eerste
maal in het bezit van ongeijkte maten en gewich
ten werd bevonden, verbeurde deze, waarna ze wer
den vernietigd, terwgl hem een boete van 4 pond
6 schellingen 8 grooten werd opgelegd. Bij eerste
herhaliug werd de boeto verdubbeld en de nering
voor zes weken verboden bij derde overtreding
werd bet bedrijf geheel opgeheven en de overtreder
in de gevangenis gezet.
De deken en van bet kramersgilde waren verplicht,
om elk jaar kort na de jaarmarkt aan den gkmeester
een lijst te doen toekomen met de namen van alle
personen, die maten en gewichten gebruikten. Daar
door was een toezicht op de naleving van de voor
schriften te dezer zake mogelijk en gemakkelijk.
Eenige dagen vóór den vijftienden November liet
de ijkmeester door middel van den stadsomroeper
in betrokken personen aan hun verplichting her-
deneren. Alleen zij, die maten of gewichten van
koper of ander metaal bezaten, konden volstaan
komen."
De vrouw opende een kamerdeur en verzocht
hem te gaan zitten. Een gevoel van walging maakte
zich van hem meester. De schamele, vuile meubelen,
de muffe lucht, die bewees dat hier in langen tijd
geen venster was open geweest, werkten weerzin
wekkend op hem.
Met een zucht, waarbij hij den adem voor zich
uitblies, als wilde hg de bedorven atmospheer der
kamer wegblazen, zette hij zich op een stoel naast
de ouderwetsche schrijftafel, die in de nabijheid
van het venster stond.
«Hier ben ik ineer geweest", mompelde hg bij
zich zeiven «en ik kom er vroeger terug dan ik
dacht."
Ja, hij was hier nog eens geweest, ten tijde
der voorjaarswedrennen, nog geen drie maanden
geleden na dien nacht, waarin hij het eerst heeft
gespeeld. Voor zijn doen had hij toen een vrij groote
som gewonnen. Dat geluk moest natuurlijk gevierd
worden. Na het souper werd weder gespeeld
waarom zou hij niet nogmaals zijn geluk beproeven,
nu het hem vandaag al eenmaal had toegelachen
Hg begon met een kleine som in te zetten aan
vankelijk won hij weer, maar daarna begon hij te
verliezen.
Tegen den morgen was hij den bankhouder
20,000 mark schuldig. Berndt had ze hem bezorgd,
onmiddellijk en zeer bereidvaardig. En waarom
ook niet redeneerde Harden bij zich zeiven. Berndt
maakte daar zelf ook geene slechte zaken bij. Een
met één ijk in de twee jaarhouten maten moes
ten ieder jaar aan den ijk worden gebracht. De
houten melkmaten moesten met koperen randen
beslagen zijn. Gewichten moetltu vervaardigd zgn
van koper, ijzer, lood of ander metaalzij mochten
niet van steen of andere niet-metalen zgn. Wie
laatstgenoemde toch gobruikte, verbeurde bij honou
ring do gewichten on beliep een boeto van twintig
schellingen. De politiedienaren, die een overtreding
op dit punt constateerden, waien gemachtigd, de
verboden gewichten onmiddellijk in beslag te nemen
en te vernietigen. Wie echter ten tijde, toen de
verordening op den gk werd ingesteld, steenen of
«kwade" gewichten bezat, kreeg na de afkondiging
der verordening veertien dagen tijd, om ze bij den
ijkmeester te bezorgen, zonder dat bij een boete
opliep. De ijkmeester brak dan de steenen gewich
ten stuk, doch bracht de «kwade" op behoorlijke
zwaarte.
Behalve het peilgewicht mochten alleen gebruikt
worden gewichten van één achtste, één vierde, een
half, 1, 2, 3, 4, 5, 6. 7, 8, 9, 10, 15, 20, 25, 50,
100 pond en andere daarboven, telkens met 50 pond
opklimmende. «Gebroken" getallen, zooals 11, 12,
14, 16, 21, 26, 102 en andere, die tot dien tgd
gebruikt waren, moesten vermeerderd of verminderd
worden tot «egale" getallen.
Bij gelegenheid der jaarmarkt ging de ijkmeester,
in gezelschap van een stadsbode en een politieman,
bij alle kramen rond, om te onderzoeken of de
goederen wel met goede maten en gewichten wer
den gemeten. Wie hierin zondigde, verbeurde voor
de eerste maal één pond, voor de tweede maal
dubbel, en was dan verplicht zgn kraam voor den
geheelen duur der jaarmarkt te sluiten. De kramers
konden van den gkmeester en van hem alleen ge
wichten huren. Voor een gewicht tot en met één
pond betaalden zij 2 grooten buur, daarboven tot
tien pond 3 grooten, daarboven tot 25 pond 4
grooten, daarboven 5 grooten, alles per week.
Handelaars in maten en gewichten mochten deze
niet zelf van een ijkmerk voorzien, maar moesten
dit door den gkmeester laten doen. Wie in bet
bezit bevonden werd van maten of gewichten, die
te kort, te klein van inhoud of te licht en toch
geijkt waren, betaalde een boete van 4 p. 6 sch.
8 gr. en beliep bovendien gevangenisstraf.
Versleten maten en gewichten, die niet meer
hersteld en dus niet op de vereischte grootte of het
vereischte gewicht gebracht konden worden, konden
door den gkmeester vernietigd worden. Oordeelde
de gkmeester het noodig, aan de buizen der nering
doenden een onderzoek intestellen, dan richtte hij
tot den voorzitten den burgemeester het verzoek,
om hem uit de Raden der stad commissarissen toe
te voegen, die bij zijn onderzoek tegenwoordig
moesten zgn. De dekenen van het kramersgilde kregen
dan bericht, dat dit onderzoek zou gehouden worden,
en den last om twee of meer van hen de visitatie
te doen bijwonen.
De ijkmeester was verplicht om bg dit onderzoek
aan gemelde commissarissen alle aanwgzingen te
doen, die zij zouden verlangen, zonder eenig aan
zien van persoon.
Voor bet ijken van een houten el genoot de ijk
meester 1 gr., van een ijzeren el 3 gr., van elk
gewicht beneden het pond 1 gr., van 1 tot 25 pond
2 gr. Moest hij die gewichten verzwaren, dan moest
hem ook het daartoe benoodigde lood a vgf grooten
het pond betaald worden. Vau een gewicht van 25
tot 100 pond, indien het niet verzwaard moest
worden, trok hij 2,5 gr.; moest hot dat wel gedaan
worden, dan 4 gr. beuevens den prijs van het ge
bruikte lood. Voor een maat van twee of meer
stoop ontving hij 4 gr., van één stoop 2 gr., minder
1 gr. Moest hg aan een maat tot het vergrooten
of verkleinen buitengewone moeite doen, dan werd
hem per stuk nog 2 gr. betaald.
De stadsge wichten in de waag en de stadsmolens
moest hij tweemaal per jaar ijken en herstellen.
De gkmeester, in functie bij het instellen der ver
ordening, kreeg daarvoor tien Carolusguldens of 1
p. 13 sch. 4 gr., zijn opvolgers echter niets. De
metalen slapers en andere goederen, waarnaar de
gk werd geslagon, werden hem van stadswege ver
strekt.
Bij de aanvaarding zijner bediening moest de
ijkmeester een eed afleggen, waarin bg o. a. zwoer,
alle maten en gewichten, die te zijnen huize ge
bracht worden, zelf te zullen gken en dit werk
dus niet door een knecht of iemand anders te zul
len laten doen. BAVO.
cavalerie-officier, vooral als hem de vrouwen zoo
genegen waren, als Harden, was nog wel meer
waard.
Goed hoorbare voetstappen naderden de deur en
maakten Harden uit zijne overdenking wakker. On
middellijk daarop werd de deur geopend en Berndt
trad binnen. Hij was een klein gezet man, met een
grijzendeu baard en een vol aangezicht, waarin een
paar oogen, die steeds vriendelgk keken, doch te
gelijk een ongewone sluwheid verrieden.
«Mijnbeer de baron, zijt gij bet?" begon hg,
«Gij zijt wel haastig, de wissel vervalt toch eerst
over acht dagen".
Harden was opgestaan,
«Blijf zitten, mgnheer de baron, blijf zitten."
«Daarvoor kom ik niet", hernam Harden. Het
was of iemand hem de keel dicht kneep, en slechts
met moeite vervolgde hg «integendeel, ik wilde
u verzoeken, mij nog eens te helpen, Berndt".
«Zoo, zooviel deze hem in de rede, terwgl
zijn scherpe blik op den officier gericht was, «dat
zal niet gaan; het geld is op het oogon blik uiterst
sehaarsch en heel duur. Hoeveel zoudt gg willen
«Zestig duizend mark", antwoordde Harden met
moeite.
«Zestig duizend mark zestig duizend mark
Dat zal niet gaan, mijnheer de baron".
«Ik wil dat geld niet om niet."
«Dat weet ik wel, dat weet ik wel, mijnheer de
baron is een edel mensch, maar zestig duizend
mark Gij kunt niet begrijpen boe sehaarsch
Gemengde Berichten.
Hatisweert. Het ijzeren Rijnschip Tali&man
schipper Burgers, met kolen van Bruisen naar
Antwerpen, liep gisterenavond tegen het remming-
werk van de Schorebrug, waardoor genoemd schip
een gat onder water kreeg. Na dezen nacht het
gat zooveel mogelijk gedicht te hobben, beeft het
schip de reis slepend voortgezet.
De schepen Senior, schipper Dodewaard, en Ko
ningin Wilhelmina, schipper de Jong, zitten op de
Vondelingenplaat buiten Wemeldinge omboog.
Bopssele. Maandag vierden de echtelieden
D. Kaaijsteker en C. Boeij hun 60 jarig huwelijks
feest onder vele blgken van deelneming. Het ont
brak den feestvierenden niet aan geluk wenschen en
deelnemende blijdschap. Het Fanfarecorps liet zich
mede niet onbetuigd, daar het 's avonds bij fakkel
licht eenige muziekstukken voor de feestelijke wo
ning uitvoerde, tot groot genoegen van de oude
luidjes, hunne familie en een overgroot aantal be
langstellenden. Toen deze plechtigheid was afgeloo-
pen bracht genoemd korps tevens een serenade met
fakkellicht bij een tweetal begunstigers van de ver-
eeniging, die hun geboortefeest vierden, zoodat heel
wat muziek te genieten viel.
Men schrijft uit Rotterdam
De dubbele moord te Berkel, in den nacht van 16
op 17 Jan. 1899, op den rentenier Machiel Ripping
en diens huishondster Ger ritje Vrieling, ligt nog
versch in het geheugen. Daarvoor werden kort na
de misdaad gearresteerd C. Uytenbogaard en Anton
Kraaijenbrink, doch beiden wegens gebrek aan be
wijzen buiten vervolging gesteld.
Als verdacht van de misdaad werd toen door de
politie te Rotterdam in verhoor genomen de be
kende Schmitz, die verleden jaar door de recht
bank aldaar tot 10 jaar gevangenisstraf werd ver
oordeeld wegens het lossen van een revolverschot
op twee politieagenten, toen Schmitz in vereeni-
ging met Van der Meer op heeterdaad betrapt
werd op inbraak in een onbewoond pand aan den
Planteweg te Rotterdam in Mei 1899. Schmitz,,
die thans in de strafgevangenis te Leeuwarden zgn
vonnis ondergaat, heeft uitlatingen met betrekking
tot de daders van den dubbelen moord gedaan.
Daarop is te Rotterdam zekere Van der Linden
gevankelijk naar 's-Gravenbage overgebracht, al
waar do instructie door den rechter-commissaris
jhr. mr. de Savornin Lohman heropend is.
Van der Linden staat ongunstig bekend, was
destijds ook in verhoor in verband met den dub
belen moord en oefent geen ambacht uit, kortom
leidt een renteniersleven, terwijl bij steeds in ge
zelschap was van personen als Kraagenbrink, Schmitz
en dergelijken. Hij hield eerst verblijf in het bier
huis van Schmitz, en toen deze gearresteerd werd,
verhuisde Van der Linden naar het bierhuis van
Kraaijenbrink. Door de moordenaars werd te Ber
kel een som van f20,000 aan effecten enz. buit
gemaakt.
Voor de ontdekking van de schuldigen was des
tijds een belooning van f1000 uitgeloofd.
De commissaris der Koningin in de provincie
Gelderland bracht onlangs een bezoek aan een wel
varende plattelandsgemeente en bezocht bij die ge
legenheid, in gezelschap van den burgemeester, ook
de bijzondere christelijke school. De leerlingen van
een der klassen kregen juist onderwijs in een vak,
waarvoor de Commissaris nu juist niet beel veel
gevoelde. Daar de tgd kort was, verzocht hij bet
hoofd der school, dat aan die klasse onderwijs
gaf, een leesles met do kinderen te behandelen,
iets waarin Z. E. meer belang stelde.
Het schoolhoofd had daarin evenwel niet bijzonder
veel zin. Wel liet hij de kinderen de leesboeken
voor zich nemen, maar toen die geopend waren,
vroeg hij, of de Commissaris 't ook goed zou vinden,
indien verder de rooster van werkzaamheden gevolgd
werd. De commissaris der Koningin antwoordde
toestemmend.
«Welnu kinderen" hernam daarop het school
hoofd «dan kan jelui naar buiten gaan", en
tot den Commissaris der Koningin U moet
namelijk weten, dat de rooster nu juist een half
uur spelen voorschrijft
Men kan zich voorstellen, dat Z. E. heel vreemd
opkeek.
De burgemeester evenwel kwam nu tusschenbeide
en richtte tot het schoolhoofd het dringende ver
zoek, de kinderen niet naar buiten te zenden, maar
het geld is."
«Ik moet in elk geval het geld hebben."
Een triomfeerende lach gleed over de gelaats
trekken van den wookeraar, maar na een oogenblik
vertoonde zich weer de gewone, zich altgd gelijk
blijvende vriendelijkheid.
»Ik wil het beproeven, mijnheer de baron, omdat
gg het zijt, maar ik weet werkelijk nieten
wanneer hebt gg het noodig
«Van middag om 12, hoogstens 1 uur."
«Au, mgnheer de baron, dat is een korte tijd,
een zeer korte. Het is nu 10 uurik zal doen
wat ik kan, dat weet mgnheer de baron wel. Zal
ik zelf bij u komen
«En wanneer?"
«Om 11 uur, hoogstens half 12 ben ik bg mgnheer
de baron."
«Goedik zal u wachten."
«Het zal mij aangenaam zijn als ik u helpen
kan, maarzestigduizend mark
Harden was opgestaan. Hg scheen de laatste
woorden niet te willen hooren en viel Berndt in
de rede«Alzoo ten laatste half 12, goed."
«Mijnheer de baron kan er op vertrouwen. Een
man een man, een woord een woord."
Om zgn woorden kracht bg te zetten reikte hg
Harden, die reeds aan de deur genaderd was, de hand.
«Gegroet", hernam deze en raakte de aangeboden
band met de toppen der vingers aan.
«Dag, mgnheer de baron."
Wordt vervolgd.)