1900. N°. 102.
Donderdag 30 Augustus.
87sle jaargang.
FEUILLETON.
Een fietsgeschiedenis,
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
A fx ouderlijke nommers 5 centmet bjjblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 et.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 29 Augustus 1900.
Verplaatst met ingang van 16 September
mej. C. F. van Schelven, van het post- en
telegraafkantoor te Terneuzen naar bet telegraaf
kantoor te Goes en de beer H. van Nieuwen-
h u ij z e van Goes naar Terneuzen.
Bij kon. besluit is, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend aan J. A. G e i 11 als offic. van
gez. 2e kl. bij het 3e bat. der rustende schutterij
in Zeeland.
Het Middolburgsch dames-comité
C r o n j en zijne medegevangenen, dat onlangs
weer vijf kisten voor de gevangenen te Simonstad
en op St.-Helena verzonden heeft, wenscht zijn
arbeid nu uit te breiden tot de gevangenen op
Ceylon. Het d<mt daartoe een hernieuwd beroep op
de milddadigheid. De heeren De Vries Co., car
gadoors en expediteurs do Ruyterkade 100 Amster
dam, zullen ook weer voor de verzending naar
Ceylon zorg dragen Goederen, 't liefst kleeren en
levensmiddelen, gelieve men onder het merk M. C.
met opgave van den inhoud aan hen te zenden.
Vracht en verdere onkosten komen voor rekening
van het Middelburgsche comité. Het comité regelt
de verdeeling der goederen van de verschillende
havens in overleg met de consuls, teüzij de schenkers
een bepaalde aanwijzing doen. De eerste verzending
zal half September plaats hebben.
Wissenkerke. In de jl. Maandag gehouden
raadsvergadering werd de rekening van de
gemeente over 1899 voorloopig vastgesteld in ont
vang op f22513,44 V», in uitgaaf op f20524,37 1/2
en alzoo met een goed slot van f 1989,07.
Daarna werd goedgekeurd de rekening van het
Burgerl. armbestuur en deze vastgesteld in ontvang
en uitgaaf op f 1414,27 de begrooting van dat
bestuur werd vastgesteld in ontvang en uitgaaf op
f 1360, terwijl het door dat bestuur, van de gemeente,
aangevraagd subsidie van f1320 werd verleend.
Bij de behandeling dier begrooting bracht het
lid Dieleman in 't midden dat het hem verwonderde,
dat er onder de bedeelden voorkwamen, die als 't
ware kleine boertjes zijn, waarom hij wel wilde
voorstellen, dat arbeiders, die eengemet grond konden
huren, niet meer door het B. A. zouden worden
bedeeld.
Na door den Secretaris, tevens lid van bedoeld
armbestuur, gegeven inlichting dat de ondervin
ding leert, dat juist die mensehen, waaronder er
zijn met 6 a 8 binders, eerst komen na langen
tijd van werkeloosheid in den winter, waarna zij
voor hun levensonderhoud nog geholpen schijnen
te zijn door eene bedeeling gedurende enkele weken
van fl tot fl.50 per week en de door den wet
houder v. d. Maas gemaakte opmerking, dat geen
enkel der door het lid Dieleman bedoelde bedeelden
meer dan 200 roeden grond in gebruik heeft, werd
door dat lid geen verder gevolg aan zijn voorstel
gegeven. Op de voordracht van zetters werden de
aftredenden weder geplaatst als no. 1 en ten slotte
werd aangeboden de gemeentebegrooting voor 1901
met het eindcijfer in ontvang en uitgaaf f 22961,77 i/a
en eene onvoorziene uitgaaf van f559,32.
De verkiezing van een lid van de
Tweede Kamer der Staten-Gen eraal
naar het Duitsch van R. Lindemeyer.
(Slot.)
De dag van bet bezoek verscheen. Kurt wilde
zich des middags te een uur aan zijn oom ver
klaren, doch deze was hem voor.
»Jongen," zeide oom, die zich bereids in zijn
nieuw pak had gestoken, met van geluk stralende
oogen tot zijn met gespannen aandacht luisterenden
neef, sjongen, trek uw beste zwart pak aan en ga
mee, het is een gewichtige stap, maar uw erfdeel
zal er toch niet minder om zijn."
»Gij zelf wiltvroeg Kurt, verrukt in de
onderstelling, dat zijn oom zijn voorspraak zijn
wilde.
»Wat dacht gij dan mijn jongen," viel oom hem
vroolijk in de rede, »mijn besluit staat vast."
De vier-en-twintigjarige Kurt, die tot hiertoe in
stilte vreesde, dat zijn oom hem verwijten zou doen
over zijn zoo vroege verloving, ademde nu lichter,
daar hij meende, dat zijn oom reeds volkomen van
zijn plan onderricht was. Hij hield daarom eene
verklaring aan zijn oom overbodig.
»Gij zijt toch zoo goed, beste oomriep hij
verheugd uit, terwijl hij hem de hand drukte. »Ik
zal onmiddellijk klaar zijn".
in het kiesdistrict Meppel (vacature Smeenge) is
bepaald op Donderdag 13 September de stemming,
zoo noodig, zal plaats hebben op Donderdag 20
September en de herstemming, zoo noodig, op
Donderdag 27 September 1900.
De vrij-autirevolutionaire kiesvereeniging te Hoo-
geveen heeft besloten bij de aanstaande Kamer
verkiezing zich van candidaatstelling te onthouden.
De Sjah van P e r z i is gisteren te 's Gra-
venhage aangekomen.
Er stonden rijtuigen uit de Koninklijke stallen
voor hem en zijn gevolg aan het Station gereed.
Ten aan schouwe van een talrijke menigte aan
het Paleis afgestapt, werd de Sjah aan den ingang
ontvangen door den Hofmaarschalk van H. M. de
Koningin, baron Clifford, en door den intendant,
jhr. Hoeufft van Velzen, beiden in groot gala, die
den hoogen logeergast naar dat gedeelte van het
Paleis begeleidden, dat ter beschikking van den Sjah
is gesteld.
Heden legt hij een bezoek af aan H. H. M. M.
te Soestdijk.
De N. Rott. Ct. van Zaterdag fcevat het vol
gende ingezonden stuk
»De Pretoria-Pietersburg-spoorweg.
Het zijn niet alleen ambtenaren en beambten der
Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maat
schappij, die door het Eng. gouvernement uit Afrika
worden verdreven, ook het personeel van den Pre
toria-Pietersburg-Spoorweg deelt in dat lot.
In de vooruitzichten van het personeel van beide
spoorwegen bestaat echter een groot verschil. Het
personeel der N. Z. A. S. M. heeft alhier een directie,
die verzorgend voor hen optreedt, terwijl het per
soneel der P. P. S. hier niemand weet, tot wien
het zich wenden kan.
De bestuurder van den Pretoria-Pietersburg-Spoor
weg moest, daar hij een Engelschman was, in October
1899 bij het uitbreken van den oorlog, de Transvaal
verlaten. Toen de Engelseken bezit hadden genomen
van Pretoria en de communicatie der spoortreinen
met Kaapstad in zooverre was hersteld, dat weder
reizigers konden worden vervoerd, verscheen dezelfde
bestuurder weder in Pretoria met een haat, naar
het scheen, tegen al het personeel van den spoorweg,
dat tijdens den oorlog zijn plicht tegenover de
Transvaalscke regeering had gedaan. Het gevolg
was dan ook dat degenen van het personeel van
den P. P. S., die geen verraders of spionnen wensch-
ten te zijn, order ontvingen het land te verlaten,
en wel binnen den tijd van 15 uur. Tijd tot op
bergen of verkoop van mobilair werd niet toegestaan.
Mocht de Pretoria-Pietersburg-spoorweg, onver
hoopt, nog verder in handen der Engelschen vallen,
zoo zullen nog wel meer ambtenaren verbannen
worden en velen hier aankomen zonder geld en geen
vooruitzichten.
Mij is bekend dat een van onze verbannen ambte
naren den 3en Augustus te Vlissingen aan wal werd
gezet zonder eenig vooruitzicht en met slechts f 10
aan geld. Na 30 April 1900 is geen salaris aan het
personeel uitbetaald.
Daar de directie der N. Z. A. S. M. veel doet
om haar personeel te steunen, zoo wenschte ik wel,
dat er voor de overige bannelingen ook iets gedaan
kon worden om hen voor gebrek te behoeden. Laten
Een net rijtuig kwam voor. De griffier wierp nog
een laatsten blik in den spiegel, haalde toen tot
groot genoegen van Kurt over deze opmerkzaam
heid tegenover Helene uit de zijkamer een ge
reed liggend geurig bouquet van roode rozen en
voort ging het naar de ouders der lieve bruid.
In bet huis van den postdirecteur Gabler heerschte
reeds sedert den morgen een vroolijke stemming.
Hij zoowel als zijn zoon hadden voor dezen dag
vrij genomen. Mevrouw Gabler liep nog even on
derzoekend de kamer rond, alles was in de beste
orde. Met moedertrots rustten toen hare oogen op
Helene, hare eenige dochter.
Het was een feestelijk oogenblik, toen oom en
neef met een diepe buiging, die door de anderen
eerbiedig werd beantwoord, binnen traden en Paul
mynheer de griffier Reichert aan zijne ouders voor
stelde, die hem tot hiertoe slechts van naam kenden.
»Wees hartelijk welkom", zeide de postdirecteur
terwijl hij hem beide handen reikte, »en ook gij,
mynheer Reichart junior". Daarna noodigde hij
beiden uit plaats te nemen.
De griffier gaf met anders ongewone vlugheid,
aan die uitnoodiging gevolg. Hy scheen jaren jon
ger geworden.
Kurt daarentegen, wiens hart tot berstens toe
vol was, ging direct op zijn doel los. Hij kuchte
eens en begon toen op eenigszins verlegen toon
»Zeer geëerde heer en mevrouw GablerHoewel
ik eerst sedert korten tijd de eer heb mejuffrouw
uw dochter te leeren kennen, ben ik toch tot de
b.v. eenige invloedrijke personen een comité vormen,
mot vertakkingen over geheel Nederland, dat zich
ten doel stelt en de macht en middelen bezit, in
den eersten nood dadelijk handelend op te treden
en te trachten de bannelingen met zoeken naar be
trekkingen te helpen, hetzij hier of in het huiten-
land.
Zou het ook te veel gevergd zijn, indien eens een
man, bekwaam op het gebied van internationaal
recht, zyne meening in uw blad ten beste gaf,
betreffende het recht en de wijze, waarop de En-
gelsche r9geering burgers en niet burgers der Z. A. R.
over de grenzen laat brengen
Waar blijft het protest van onze regeering tegen
een dergelijke handelwyze met onderdanen van dezen
staat
Laat een ieder toch begrijpen dat Nederland een
der landen is, die het meeste belang hebben bij het
voortbestaan van de onafhankelijkheid der Z. A. repu
blieken en dat het Hollandsch element daar op het
oogenblik door de Engelsche regeering met wortel
en tak wordt uitgeroeid.
Hopende op uwe medewerking en die van het
publiek tot hulp der verbannenen, verklaar ik mij
bereid ten alle tijde inlichtingen te verschaffen.
I. V.,
een der verbannen ambtenaren van den P. P. S."
De correspondent der N. R. Ct. te St. Peters
burg schrijft, dd. 23 Augustus
De Zuid-Afrikaansche heeren woon
den Zondag den dienst bij in de Hollandsche kerk,
een dienst, die opzettelijk voor hen gehouden werd.
Naar ik hoor, is een voor den zomertijd buiten
gewoon talrijk Hollandsch publiek in de kerk aan
wezig geweest. Maandag vertrokken de heeren naar
Moskou, vanwaar zij vandaag terug verwacht wer
den. Van een audiëntie by den Czaar kon vóór
den 23en Aug. geen sprake zijn, omdat de Czaar
eerst den 22en uit het kamp van Krasnoje Selo,
waar hy de logeroefeningen heelt bijgewoond, zou
terugkeeren.
De deputatie is Maandag naar Nederland ver
trokken. Dr. Leyds blijft nog een paar dagen te
Petersburg.
De Deli Ct. schrijft
Er gaan hier geruchten omtrent een positieve
inkrimping van den oogst, die blijkt ons niet
op juiste gegevens kunnen berusten.
Het heet, dat de Deli Mij. van plan zou zijn
het restant van den vorigen oogst en ook die ta
bak van den tegenwoordigen oogst, die geen vol
doende prijzen zou behalen, te Amsterdam op te
slaan in pakhuizen, dat te beginnen met den oogst
van 1900 voor Langkat alleen le en 2e lengte
zou worden geplukt en voor Deli alleen voet- en
zandblad le, 2e en 3e lengte, benevens le en 2e
lengte topblad.
Uit ingewonnen gegevens blijkt ons echter, dat
van al die details bij de My. niets bekend is. Wel
zal er over het algemeen minder ruim geoogst
worden en blad beneden een zekere lengte niet
worden geoogst. Ziedaar in hoofdzaak wat men be
oogt.
En naar wy vernemen zou dit régime ook bij
andere maatschappijen worden toegepast, tot zelfs
bij particuliere ondernemingen.
vaste overtuiging gekomen, dat zij onuitsprekelijk
lief
»Wa-a-a-atklonk het op gerekten toon daar-
tusscheu.
Deze uitroep kwam van den griffier. Hij was bij
het begin van de redevoering van Kurt weer op
gestaan en keek hem met starre oogen aan, terwijl
een zenuwachtige trilling hem door het lichaam
voer. Hij had een gevoel alsof hij geradbraakt moest
worden.
»Ja," vervolgde Kurt, in de meening, dat deze
uitroep van Heienes vader kwam, ik verzoek u in
allo vormen om de hand van uwe dochter, zonder
welke mijn bestaan mij ondragelijk zou zijn. Zij
vervult mijn gansche hartik zou haar op de
handen dragen
»Och ja, lieve paviel Helene iu, »ik bemin
Kurt van ganscher harte."
»A-a-a-ach," deze klaagtoon onderbrak de blijde
stemming van het oogenblik. De griffier liet zijn
bouquet vallen en zonk in zijn stoel terug. Ont
steld keek men hem aan, maar hij bedwong zich
spoedig.
»Het heeft niets te beduiden," zeide hij, »eene
kleine aanval van duizeligheid. Het is al weer over."
De gelaatstrekken van den griffier namen nu een
uitdrukking van gelatenheid aan.
»Ora op uw verzoek terug te komen", wendde
zich de postdirecteur thans met eenigszins ontroerde
stem tot Kurt, »zoo hebben mijne vrouw en ik be
sloten, uwe verloving met mijne dochter niet in den
Of het helpen zal is een tweede vraag, maar de
richting is zeker de goede, daarover zijn allen, die
in de te groote aanvoeren op de Hollandsche mark 1
mede de oorzaak van de slechte x>rijzen zoeken,
het eens.
Grasbranden in oorlogstijd. De
heer Frederik Rompel schrijft aan bet HM, .-
Herhaaldelijk komt het bericht in de bladen voor
dat de Boeren bij de nadering der Engelschen het
gras in brand hebben gestoken. Ook generaal Botha
heeft, volgens de laatste telegrammen, wederom dit
middel te baat genomen. En onwillekeurig is zeker
bij de lezers de vraag gerezen, waarom de Boeren
dit doen.
De oplossing is zeer eenvoudig. Zooals uit een
recent-telegram van Lord Roberts blijkt, begint het
veld in het oosten der Z.-A. R. reeds een zacht
groen waas te vertoonen. De Britsche veldmaar
schalk verheugde zich reeds in het versche voedsol
voor zijn rij- en trekdieren. Met oen weinig vuur
evenwel hebben de Boeren Bobs een zeer onaan
gename verrassing bereid. Het jonge gras is tot
den grond toe afgebrand en de paarden, ossen en
muilen zullen dus weder als van ouds zich moeten
vergenoegen met het uit Britsch-Indië aangevoerde
hooi of het harde, lange gedroogde Australische
gras.
De Boeren zelf behouden achter hun stellingen
natuurlijk weideveld" voor hun eigen paarden on
beesten.
Het verbranden van het gras hoeft nog een ander
doel. Het belemmert de Engelschen in hun opmarsch.
Doch niet alleen om het jonge gras nemen de
Boeren tot dit middel hun toevlucht. De grasbrand
belet natuurlijk den Engelschen het oprukken en
levert een groot gevaar op, niet zoozeer voor
mensch en dier, die zich snel genoeg kunnen ver
wijderen, doch voor de aanwezige amunitie en wa
gens met hun licht ontvlambaren voorraad hooi en
linnen tenten. Het in veiligheid brengen of beveili
gen van mensch en dier en convooi, eischt natuur
lijk alle zorg en aandacht en belet den vijand op
te letten op de bewegingen der Boeren.
Een uitmuntend middel derhalve is het om een
terugtocht te dekken, zooals dit voornamelijk is
aangewend bij de ontruiming der passen in de
Drakensbergen (Botha's pas, Van Reenens pas en
Laings-nek), waar zwaar geschut van hooge bergen
moest worden gesleept om het met in handen der
Britten te laten vallen.
Eu ten slotte dient het om den vyand gemakke
lijker op verren afstand te kunnen ontdekken. Zoo
als men weet, heeft de kleeding der Engelsche
soldaten een zoo weinig opvallende kleur, dat men
eerst op betrekkelijk korten afstand de Tommies
in het veld kan zien naderen. Het grijs-gele van
het khaki smelt weg tegen het grauwe van den
achtergrond en het flets-groene van den voorgrond.
Zoodra echter bet veld zwart gebrand is, schittert
bet khaki als wit tegen den donkeren bodem en
kan de Boer met zyn blik, als die van een roofvogel
zoo scherp, eiken soldaat in de verte reeds zien
komen. De arme Tommy wordt dus een helder
wit, beweegbaar doelwit voor den Mauserkogel en
het arttllerievuur. Hoe korter geleden de grasbrand
heeft plaats gehad, hoe zwarter het veld is.
Ik wil echter niet zeggen dat elke grasbrand
weg te staan, te minder nog, omdat mijnheer uw
oom door zijne tegenwoordigheid blijk geeft, dat
hij daarmede instemt." Bij deze woorden zocht hy
in de oogen van den griffier diens toestemming te
lezen. Deze wendde echter zijn wankeleude schreden
naar het venster.
Stralende vreugde glinsterde na deze verklaring
van Gabler op het gelaat der beide geliefden Met
de warmste bewoordingen van dank verzekerdo
Kurt, dat hij zijn bruid als ziju dierbaarste kleinood
zou weten te waardeeren. Toen sloot hij Helene in
zijne armen en zeide op teoderen toon »ICom naar
oom, mijn lief!"
De griffier toonde op dat oogenblik meer belang
te stellen in de buitenwereld dan in hen.
Arm in arm met Helene kwam Kurt oom te
gemoet.
»Uwe toestemming, lieve oombegon
Kurt.
»Och wat, toestemming", viel by zijn neef barsch
in de rede, terwijl hij zich, tot verbazing der aan
wezigen, omkeerde, ik heb geen toestemming te
geven."
>Maar beste mijnheer do griffier," smeekte Helene,
3>gij zult toch ons geluk niet in den weg staan
Passen wy dan niet goed bij elkaar
Heienes vragende, zachte toon deed een bard
antwoord versterven, dat de griffier reeds op de
lippen had; toen bij baar aanzag verdween onmid
dellijk zyne verontwaardiging.
»Gy beiden vroeg by met een soort galgen*