1900. N". 101. Diiisdug 28 Augustus. 87sle jaargau 0s Belasting op bedrijfs- en andere inkomsten. Burger-Avondschool. FEUILLETON. Een fietsgeschiedenis, De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. InzendEng van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels A 1,berekeud. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Het Hoofd van het plaatselijk Bestuur te Goes brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der directe be lastingen verzonden is kohier no. 2 der belasting op bedrijfs- en andere inkomsten, dienst 1900/1901, invorderbaar verklaard door den directeur der di recte belastingen enz. te Middelburg den 17 Augus tus 1900 no. 629 dat ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen en dat beden iügaat de termijn van zes weken, binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden inge zonden. Goes, den 27 Augustus 1900. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, WESSELINK. Het TOELATINGS-EXAMEN voor de Burger- Avondschool zal worden gehouden Maandag 3 September en Dinsdag 4 September as., beide dagen des avonds te 6 uren, in het gebouw der Hoogere Burgerschool. Goes, den 27 Augustas 1900. Burgemeester en Wethouders van Goes, WESSELINK. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Wekelijksch algemeen overzicht. De loop der krggsverrichtingen in Zuid-Afrika heeft in de laatste weken een niet ongunstige wending genomen voor de Boeren. Meende men, dat na den val van Pretoria de oorlog spoedig ten einde zou zijn, de laatste berichten getuigen van het tegendeel. De proclamatie van Lord Roberts, waarbij hp den bewoners dor veroverde streken beval den eed van trouw te zweren of het land te verlaten, heeft niet weinig bijgedragen om de Boeren te doen besluiten dan maar liever te strijden tot het uiterste en het den Engelschen zoolang mogelijk lastig te maken, wat hun dezer dagen vrij wel gelukt. Wanneer het op deze wgze verder gaat, wanneer het den Boeren-aanvoerders gelukken moge zich staande te houden of ten minste uit de handen der Engelschen te blijven, dan kon de voorspelling, die zoovele verbannenen, uit Transvaal in ons land aangekomen, uitspraken, wel eens bewaarheid wor den, dat ten slotte de Engelschen de republieken toch nog zullen moeten ontruimen. Een Engelsch oorlogscorrespondent erkent zelf, dat de toestand op bet oogenblik voor de Engel schen niet zonder gevaar is. Onze veiligheid, zegt hij, ligt in de groote voorzichtigheid van den Boer, die hem afkeerig maakt zijn leven te wagen door aanvallenderwijze te werk te gaan. Was hij zoo stout en ondernemend als hij gehard en taai is en hadden de Boeren-generaals voldoende inzichten om naar hot Duitsch van R. Lindemeyer. Om den gestrengen oom wat beter te stemmen besloot Paul hem persoonlijk in zijn woning op te zoeken en nogmaals om vergeving te vragen zijn straf wilde hij gaarne ondergaan. Helene stelde er prijs op haar broeder te vergezellen om hare nieuws gierigheid te bevredigen en om kennis te maken met den oom van Kurt. De griffier stond in zijn woning aan het venster en keek de straat ophij was in een goede luim en floot zachtjes de melodie van een populair deuntje. Plotseling brak hij zijn gefluit af en riep zijn neef. Kurt kwam uit zijn kamer en vroog «Wat belieft u, oom «Kom eens gauw aan het vensterIs dat niet die losbol, die mij omver reed, die daar komt Kurt volgde de richting, die zijn oom hem met den vinger aanwees. «Ja oom, dat is hg, en wel in gezelschap van zijn zuster. «Die wielrijdster vroeg oom geschrokken. «Jawel, dat zgn ze." «Verduiveld Ze komen toch zeker niet naar ons?" «Dat schijnt het geval te zijn zij komen al in de richting van de huisdeur." snel en in gedeelten onze verspreide troepen, die blindelicgs rondtasten, aan te grijpen dan zou onze toestand plotseling een zeer gevaarlijke worden. Maar zooals de zaken nu staan, is het ergste dat wij te vreezen hebben, het steeds voortduren van den oorlog, af en toe gepunctueerd door «ongeluk kige incidenten" en 't verlies van een convooi nu en dan, totdat de troepen onder de wapenen weg gesmolten zijn tot nul en de tegenstanders louter van honger sterven. Intusschen wordt de oorlog kalm voortgezet en nieuwe burgers komen zich bij de commando's voe gen. Volgens bericht uit Pretoria van den corres- dent van de Standard zijn er thans 20000 Boeren in het veld. Dit getal wordt wel wat overdreven geacht, doch zooveel manschappen behoeven de Boeren ook niet. Met kleine troepjes, die zich ge makkelijk verplaatsen, maakt een handig Trans- vaalsch aanvoerder, die het land kent en goede inlichtingen verkrijgt, het den vijand even lastig als met een grootere macht. Volgens den correspondent der Dailg Express te Lorenzo Marques vaardigde president Kruger een proclamatie uit, die beschouwd wordt als antwoord op de bovengenoemde van Lord Roberts. Kruger zegt daarin, dat het nutteloos zou zijn de wapenen neer te leggen, daar Roberts in zijn proclamatie had verklaard, dat alle Boeren boven 12 jaar als gevangenen naar St. Helena zouden gezonden worden en even nutteloos voor de bur gers om hun commando's te verlaten, want hoe dichter zij hunne boerderijen naderden hoe dichter zij ook bij St. Helena kwamen. In een tweede proclamatie van Roberts, gedag- teekend te Pretoria 6 Juni 1900, wordt o. a. kennis gegeven, dat als een burger een pas krijgt onder paragraaf 2 van bovengenoemde proclamatie, bg in bet bezit van zgn vee mag blijven of is een deel of het geheel van zijn vee noodig voor het gebruik van Hr. Ms. troepen, bij er het geld voor krijgt overeenkomstig den marktprijs. Tegen deze proclamaties is nu door het thans in Rusland vertoevend Zuid-Afrikaansch gezant schap een krachtig protest aan lord Salisbury ge zonden. Het gezantschap zegt, dat een en ander is in rechtstreeksehe botsing met beginselen van volkenrecht, die reeds eeuwen van kracht zijn, krachtens dewelke privaat eigendom, geen oorlogs contrabande zijnde, in een oorlog met het land geëerbiedigd moet worden. Volgens de Indep. is de Fransche minister van buitenlandsche zaken voornemens aan de mogend heden een voorstel te doen tot bij een roeping van een internationale conferentie tot regeling der Chi- neesche quaestie. In eeno redevoering, die hij te Foix voor zijne kiezers heeft gehouden, besprak hij uitvoerig deze zaak. Hij betoogde dat de aan wezigheid der nationale troepen in China moet dienen om herstel van de aangerichte schade en zekerheid voor de toekomst te verkrijgen en welke ook do particuliere inzichten van elke mogendheid afzonderlijk mochteD zijn, men mag verwachten dat de eischen zullen gesteld worden naar het draag vermogen van China. De minister verklaarde dat de Fransche regeering deze politiek zal blijven handhaven en dat zij immer zal handelen in over eenstemming met de regeering van Rusland, die harerzijds vóór eenige dagen zich volkomen in over- «Geef gauw mijn beste jas. Ik kan mij toch tegenover dat meisje niet in mijn huisjas laten zien Er werd reeds gebeld. Kurt deed open. Hij ver wachtte iets ongunstigs, daar hij geen vermoeden had omtrent het doel van het bezoek. Beiden traden binnen met een hoffelijken groet, die door oom kort, maar door Kurt vriendelijk werd beantwoord. De uitnoodiging van deze om plaats te nemen wezen beiden beleefd af. Oom greep verlegen naar zgn halsdaszijn oogen hield hg meer op Helene dan op haar broeder gevestigd. «Wat een pracht van een meisjedacht hg bij zich zei ven. «Vergeef ons de vrijpostigheid", begon Paul, «dat wij het wagen zoo onaangemeld bij u te komen, maar ik had geen rust, mgn geweten dwingt er mij toe, u berouwvol vergiffenis te vragen voor het leed, dat ik u door mijne onvoorzichtig heid heb aangedaan. Gaarne wil ik de verdiende straf ondergaan, maar ik bid u, wees niet meer boos op mij." «Ach ja, vergeef hem, mijnheer", viel hem Helene met hare sympathieke stem in de rede, «het zou verschrikkelijk zijn als mijn broeder in de gevan genis moest komeD." Daarbij namen Heienes oogen zulk een smeekende uitdrukking aan, dat Kuno Reichert uit verlegen heid geen woord kon uitbrengen. «Wees niet zoo streng voor mijn broeder. Gij eenstemming verklaarde met de verbonden en be vriende Fransche natie. Geen verdeeling van het Chineesche Rijk, dit schijnt vast te staan. Zoowel keizer Wilhelm te Bremevhaven als president Loubet te Marseille heb ben dit luide verkondigd. Dit baart dus geen zor gen, doch wel de ondergeschikte quaesties, die, als ze niet definitief geregeld worden, later tot ernstige geschillen kunnen aanleiding geven. De werkkring eener conferentie, als Delcassé gezegd wordt te willen voorbereiden, wijst zich. dus van zelf aan. Afgezien daarvan, dat er in China nog genoeg in orde te brengen zal zijn, zoodat Waldersee in ieder geval wat te deen krijgt, zullen do bijzondere belangen van de verschillende landen zich steeds bij elke gelegenheid doen gelden. Nu reeds be ginnen de mogendheden elkander te beschuldigen, dat zij te ver zgn gegaan. Het zgn vooral Rusland en Engeland op wier handelingen het oog gericht blijft. Waar Rusland in het Noorden van China zoo eigenmachtig optreedt, tracht Engeland in het midden, te Sanghai, zijn macht te doen gelden, wat zeker beter vlotten zou, indien niet zijn beste troepen zich elders moesten bevinden. De nieuwe koning van Italië toont met kracht op te treden en een nieuwe richting te willen geven aan de tot hiertoe gevolgde politiek. Zijn procla matie bg de troonsbestijging deed hem reeds kennen als een geheel andere persoonlijkheid en van een geheel verschillende opvatting van het Italiaansche koningschap dan zijn vader. Victor Emanuel moet van plan zijn zelf een groot aandeel te nemen in de binnen- en buitenlandsche politiek. Indien dit werkelijk op den duur het geval is en hij de kracht en de begaafdheid bezit zoo noodig den wil der volksmeerderheid te doen wijken voor zijn persoon lijke inzichten, dan laat het zich aanzien dat ook de rol, welke door Italië in bet Europeesch concert wordt gespeeld, in belangrijkheid zal winnen en een macht zal worden, waarmede in de Europeescbe politiek rekening is te houden. In den laatsten ministerraad moet het warm zgn toegegaan. De jonge Koning zou dadelijk hebben verklaard, dat hij niet van zins was, om, evenals zgn vader deed, maar alles te teekenen wat hem door bet ministerie wordt voorgelegd. Ten minste drie dragen te voren wenscht hij alle stukken te ontvangen, want zonder een nauwkeurig onderzoek, ook door hem ingesteld, teekent hij niets meer. Daarbij moet de Koning tal van inlichtingen hebben gevraagd, waarop onderscheidene ministers, die te zeer in de oude sleur waren ingeroest, bet antwoord moesten schuldig blijven. Zij waren gewoon den Koning ja en amen te booren zeggen op al wat hem werd voorgehouden. De vruchten van Victors nog kortstondig koning schap zijn reeds te zien. Een aantal oud-gedionden zgn gepensioneerd. Onverwachts overvalt hij de militaire wachtposten en onderhoudt hij zich met de soldaten buiten tegenwoordigheid hunner supe rieuren. Dan rgdt hij door Rome, door kurassiers geëscorteerd, en ook dit is het groote publiek wel gevallig. Men heeft zich te Rome altijd een beetje geërgerd, dat Humbert met veel minder statie rond reed dan de Paus, en bijna een vreemdeling in zijn hoofdstad scheen. Humbert bleef zoo kort mogelijk ziet er zoo goedhartig uit, mijnbeer de griffier", vleide zij verder. «O, juffrouw", hernam Reichert, die zich door de laatste woordon van Helene liet verteederen «het is van beide zijden zoo kwaad niet gemeend. Maar de schrik en nu, aangifte bij de politie zal ik niet doen, mijnheer Gabler, en dat hebt gij j voornamelijk te danken aan de voorspraak van rno- juffrouw uw zusterwant om de waarheid te zeggen hierbij rustten zijne oogen met een veel- zeggenden blik op Helene ik ben er in 't ge heel niet meer toe in staat." Een glimlach kwam op het gelaat van alle aanwezigen. Helene klapte verheugd in de handen en reikte in hare naïviteit er eene aan Kuno Reichert met de woorden «Mgn hartelijken dank, geachte heer Met beide handen greep de griffier, die nu heel wat vroolijker keek, de hand van Helene en streelde die. «Kom, kom, geen verontschuldigingen meer, wij willen liever vriendschap sluiten Men wordt tegen over zulk een meisje op nieuw jong," zeide hg in zich zeiven, nadat Helene hare hand zachtjes terug getrokken had. Zoo scheidden zij vriendschappelijk van elkaar. Kurt was na vorloop van eenige weken een goed fietser, zonder dat zijn oom dit bemerkte en hij beoefende deze sport gverig in gezelschap van Paul en Helene. Men koos daartoe een weg, waar men zich veilig achtte voor een overrompeling van den griffier. Maar voor Kurt viel een schaduw op deze zon- te Rome, Victor Emanuel zal daarentegen er het grootste gedeelte van het jaar vertoeven. Dit alles maakt deu nieuwen Koning geliefd" onder het volk, en er is zeker geen middel, waardoor Victor Ema nuel gemakkelijker en meer ongemerkt zgn persoon- Igken invloed voor dien van het volk zal kunnen in de plaats stellen, dan wanneer hij gesteund wordt door de toegenegenheid zijner onderdanen. GOES, 27 Augustus 1900. «Als ik de hoven, de adel, enfin de bourgeoisie en wat er voor knielt, al dat intenselijk door mij gededaigneerde vee van Europa's bevolking aftrek, dan blijft slechts een klein gedeelte overiets zeer subliems. Hiertoe behoort Bresci." Alzoo schreef een student, L. II. Grondijs gc- heeten, in het Studenten-weekblad Vox Studiosorum. Bresci is, gelijk men weet, de moordenaar van den koning van Italië. De student Grondijs noemt dien koningsmoordenaar dus «iets zeer subliems". Nu, dat zal men, te oordeelen naar deze uiting, van Grondijs zelf voorloopig niet zoggen, en toch houdt een gedeelte der pers zich met dat jonge mensch druk bezig. Voor verscheidene bladen is «wat deze kwajongen in een baldadige bui uithaalt" (zooals de Zeeuw den heer Grondijs en zijn geschrijf qua- lificeort) eene welkome gelegenheid om weder eens te wijzen op de gevolgen van het liberalisme. Het bekende «trapje" van Groen is weder eens van den zolder gehaald en de Cort v. d. Lindens, Van Houtens, Krabbés enz. worden de geestelijke vaders van de Grondijs', zelfs indirect van de Bresci's genoemd. Nuchter komt nu echter het Volk, het dagblad van mr. Troelstra, de klaagliederen over de gevolgen van het liberalisme verstoren. Het blad schrijft: «De schrik van het Handelsblad over uitingen als de hierboven aangehaalde is zeker meer gerecht vaardigd dan het politieke leedvermaak daarover van de Nederlander en de Tijdwien die dolle ont boezemingen van dezen Utrechtschen student in ons meest aristokratisch studentonorgaan slechts een welkome aanleiding zijn om den zondigen invloed van ons liberaal onderwijs aan te toonen. jBresci is geen kind vanhet liberalismehij is een zoon van het katholieke Italiëevenals bijna alle anar chisten in Italië en Spanje zijn geboren en gekweekt. Voor leedvermaak van anti-liberalen is bij deze droeve gebeurtenis en wat eraan vast zit, dan ook geen aanleiding". Dit schijnt ons volkomen juist geredeneerd. De snoode daad van Bresci heeft met het liberalisme niets te maken. En wat nu betreft de uiting van den jeugdigen Grondijs, door de redactie van Het Volk een «jeugdigen wildeman" genoemd «kwasterig in den vorm", zijn wij het met de Zeeuw eens, dat «dezen fuifmakers te veel eer wordt bewezen als men met hen gaat redetwisten." Maar is bet dan logisch, vooral is bet rechtvaardig, om voor «wat een kwajongen uithaalt", geheel een onderwijs met professors incluis verantwoordelijk te stellen Men kan ver komen met dergelijke gevolgtrekkingen, maar men vergete niet, dat de vruchten in eigen hof vaak o zooveel afwijking vertoonen van het uit gestrooide zaad. En dat personen als Grondijs afwij- nige dagen, als bij dacht aan het verbod van zgn oom. Op een schoonen Zondag deed de griffier met zgn neef een wandeling buiten do poorten der stad naar een uitspanning met een afgelegen tuin. Vol gens afspraak met Kurt zouden ook Paul en Helene, wier ouders op reis waren, daar komen. En zij kwamen. Een klein wolkje van misnoegen kwam op het eerst zoo vergenoegde gelaat van den grif fier, toen hij, door Kurt op hen opmerkzaam ge maakt, beiden per fiets zag naderen. Doch hoe dichter zij kwamen, hoe meer zijn gelaat ophelderde, want Helene was op haar «staalros" een zeer liefe lijke verschijning, wat de griffier niet nalaten kon op te merken, toon hij haar door zijn brilleglazen aanstaarde. Na een hartelijke begroeting ontspon zich spoedig bg een glas schuimend gerstenat zulk een levendig gesprek, dat de griffier hierdoor geheel zijne gewone stijfheid verloor. Helene was tegenover Kurts oom de lieftalligheid zelve en de oogen van den griffier straalden van vreugde. Weldra gebeurde iets buitengewoons. De griffier had een geheim voor zijn neef. Het viel dezen op dat zgn oom al minder en minder thuis te vinden was. Had hij gelegenheid gehad een kijkje te nemen in de rijbaan voor eorstbeginnendon, die van alle zijden aan het oog van onbescheidenen ontrokken was, dan was hij ten opzichte van zgn eigen geheim, mot genoegdoening vervuld gewordenwant nie-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1