Dinsdag 7 Augustus, 1900. N°. 92. 87ste jaargang. FEUILLETON. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorto-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Wekelijksch algemeen overzicht. Gcca wonder, dat de gansche vorige week ko lommen vol te lezen waren over de snoode daad van Bresc'. De geheele wereldpers uitgezonderd de anarchistische, socialistische en gedeeltelijk de ultraraontaanscbe is vol afschuw over den moord op den Koning van Italië en vol medelijden met bet Italiaansche volk, dat een goed vorst heeft verloren. Umberto beeft de woorden van zijn vader eer aangedaan, die eens van hem getuigde»bij ■beeft een gezond verstand en een goed hart." Het laatste bewees hij vooral in 1884, toen in Napels in hevigen graad de cholera beerscbte. Nauwelijks kwam bij dit te weten of hij spoedde zich naar do geteisterde stad en zag af van zijn plan do toen plaats hebbende feesten te Pordenone bij te wonen. De Koning en zijn broeder bezochten de meest besmette wijken, de armoedigste woningen. Geheel Italië was vol bewondering en toen de Koning on gedeerd te Milaan terug kwam, bracht de gansche stad hem een ovatie en noemde hem den vader des volks. Dergel$k huldebetoon deed hem zeer aange naam aan, niet omdat hij hulde begeerde, maar omdat hij de liefde van zijn volk op den hoogsten prijs stelde. Toon hem kort na zijn troonsbestijging een groot- sche ovatie werd gebracht, nam hij zijn destijds tienjarigen zoon op de armen en riep uit: »Mijn zoon, ik zweer zoo te zullen leven, dat gij, als ik dood zal zijn, met dezelfde toewijding tot Koning zult worden uitgeroepen." En Humbert heeft zijn woord gestand gedaan. Zijn zoon, de prins vau Napels, is te Rome aange komen om zijn vader te begraven en hem op te volgen het volk juichte den nieuwen Koning toe. In zijn proclamatie aan het Italiaansche volk prijst Victor Emanuel III zijn vader, en zegt dat hij de taak zal voortzetten, hem door zijn vader nagelatende verdediging der instellingen tegen al wie deze mocht bedreigen. Hij zal uit de over eenstemming van denkbeelden met zijn volk, en uit de liefde van zijn volk de kracht putten om zich te wijden aan de bescherming van de vrijheid en van de monarchie, grondslagen van het hoogste belang van het land en waarborg voor de eenheid van Italië, die in den naam Rome saamgevat wordt. Reeds legden de troepen van alle garnizoenen den eed van getrouwheid af. Overal in Italië heerscht volkomen rust, het volk in rouw gehuld, betreurt zijn geliefden vorstde moord brengt verandering van personen, niet van toestanden. Omtrent den jongen koning valt niet veel te zeg gen. Zijn vader deed hem een militaire opleiding geven, hg is commandant van Napels geweest en voerde het bevel over een divisie te Florence. Van zijne moeder genoot hij eene uitstekende opvoeding zij gewende hem al vroeg in het openbaar te ver schijnen en zich aan zijn volk te vertoonen, dat nooit naliet hem toe te juichen. »De naam moeder", zeide zij tot oene groote Italiaansche dame, »is mij dierbaarder dan dien van Koningin. Voor mij is er geen edeler, mooier, vleiender en liefelijker titel, waarnaar een vrouw kan verlangen". Men verwacht, dat Italië aan hem een liberaal en verlicht vorst met een edel gemoed zal hebben. Hg gelijkt in menig opzicht op zijn grootvader, doch hij is meer ontwikkeld en beter op de hoogte van de eischan eener moderne maatschappijbezit een rijken schat van ervaringheeft «groote reizen „IK!" Roman van Ida Boy-Ed. Laatste Hoofdstuk. Toen Hellwang des voormiddags van den laat- sten September door Wilhelm de boodschap kreeg, dat de dames belet hadden, ging hij hoofdschud dend heen. Hij zocht Albert niet op, want zoo veel had Hellwang wel opgemerkt deze was óf niet genegen óf niet in staat hem eene opheldering te geven over het raadselachtige gedrag van Olga. In doffe ontevredenheid flaneerde hjj den ganschen dag in de stad rond, altijd in de hoop, dat hij mis schien het geluk zou hebben Olga te ontmoeten. Ja, hij ging zelfs naar den winkel, waar hij baar het eerst had gezien, kocht daar een massa nut- telooze dingen, hield er zich lang op, en dat alles in de kinderachtige hoop, dat zij daar zou komen. Hij was vast besloten haar dan om opheldering te vragen. Maar tevergeefs er was geen Olga te bespeuren. Voor het eerst van zijn leven had de baron daarna een onrustigen nacht. Hij keerde zich in bed om en om, steeds nadenkende, wat hij den volgenden dag doen moest. Zijn gevoel van eigenwaarde zeide hem, dat hij zich niet kon la- gemaakt en kent vele landen uit eigen onderzoek, vele toestanden door ernstige, aanhoudende studie. Hij heeft groote menschenkennis opgedaan, en heeft Italië en de Italianen hartelijk lief. Daar uit] zijn huwelijk met prinses Montenegro nog geen kinderen geboren zijn, is thans de ver moedelijke troonopvolger Amedeus van Aosta, de zoon van den broeder van den overleden koning. Van heinde en ver ontvangt de Italiaansche ko ninklijke familie de hartelijkste bewijzen van deel neming. Do telegraafdienst kreeg het te Rome zoo druk, dat het personeel verviervoudigd moest wor den. Ook de politie kreeg handen vol werk, daar het volk zeer verwoed is op de anarchisten. Eeni- gen dezer werden voor hun eigen veiligheid in bewaring genomen. Zelfs een socialistisch blad, dat de regeering verantwoordelijk stelde voor den ko ningsmoord, werd geschorst. Het gerucht liep te Rome, dat de Regeering zou voorstellen aan de Mogondheden een congres bijeen te roepen tot het beramen van maatregelen tegen de anarchisten. De politie te Genève is van meening, dat de aanslagen op Carnot, Canovas, Keizerin Elisabeth en Koning Umberto alle zijn uitgegaan van dezelfde Italiaansche anarchistische bende. Men houdt ook elders die meening voor juist. In het Engel sche Lagerhuis is de ondermi nister Brodrick aan het woord geweest over den stand van zaken in China. Hij verklaarde o. a. dat er geen gemis aan samenwerking is onder de be velhebbers der verbonden troepen en geen noodo- loos uitstel met den opmarscb naar Peking. Deze verklaring komt niet geheel overeen met wat men daarover van andere zijde verneemt, in zooverre dat nog geen opperbevelhebber is aangesteld, maar dat de verschillende legertjes naast elkaar oprukken al geschiedt dit ook met onderling overleg, doch op grond van den naijver, die er tusschen de ver bonden mogendheden heerscht, zal eensgezindheid daarbij wel eens outbreken. Er schijnt zelfs nog een afzonderlijke Japansche colonne op weg te zijn naar Peking, die daar den 9 dezer zou aankomen. Er komen reeds tijdingen, die van vrede spreken. Admiraal Courrejolle telegrapbeert uit Tsjifoe aan den Minister van marine te Parijs, dat er teekenen zjjn, die op rust wijzen, met name een Keizerlijk decreet, waarin gezegd wordt, dat alle handelingen der Chineesche Regeering handhaving van vrede beoogen en dat zij voornemens is de tractaten in acht te nemen. Het zou ook beter zijn indien de Europeesche regeeringen zich tot onderhandelingen lieten vinden, zegt de AT. R. Ctgelijk Li-hoeng-tsjang en anderen willen. Ongetwijfeld zijn de gouvernementen ernstig beleedigd, maar zij mogen wel wat hebben voor de onmenschlievende, onrechtvaardige en onchristelijke wijze, waarop zg in de laatste jaren met China hebben omgesprongen. En daarenboven, het ziet er naar uit, dat geweld op den duur niets zal uit werken, en men alleen door de diplomatie zijn dool zal kunnen bereiken. De berichten omtrent de keuze van een nieuwen president van de Vereenigde Staten van Noord- Am eri ka beginnen weder op den voorgrond te treden. Ofschoon Mc. Kinley herkiesbaar is, is bet niet waarschijnlijk, dat hem ten tweedenmale voor een viertal jaren het presidentschap zal worden op gedragen. Naast Bryan, die reeds bij de vorige verkiezing een zware concurrent was, wordt thans ten gebruiken tot speelbal voor de luimen eener vrouw zijne liefde spiegelde hem telkens voor, dat er hier of daar iets gebeurd moest zijn, dat Olga aanlei ding gaf tegen haar zin zoo en niet anders te handelen. Eindelijk vond hg een middelweg, waardoor zijne eigenwaarde genoegdoening ondervond en toch zijne liefde niet alle hoop werd benomen. »Ik zal weg gaan," zeide hij, toen hg opstond, »want de redenen, die de kleine heks voor hare handelwijze heeft, kunnen vandaag en morgen en nog verscheidene dagen achtereen blijven bestaan. Maar dan kom ik terug en dan zal ik weten hoe ik het met baar heb. Ze bemerkt dan tevens, dat ik niet de man ben om voor haar deur te blijven heen en weer drentelen. Ik ga Door Albert zou hij haar laten weten, dat hg tengevolge van haar onverklaarbaar gedrag heen ging, maar dat hij in haar bleef gelooven en zich zelf bovendien gebonden achtte, zoodat hij binnen kort zou terugkeeren. Een vast besluit hetzij dan een vroolijk of een droevig had altijd eene kalmeerende uit werking op Hellwang. Hij ontbeet dus in de kalmste stemming, las onderwijl de courant, en ging daarna op weg naar Albert, bij wien hij in opgewekte stemming en een walsje fluitende binnentrad. Deze zat met den ouden Bach en twee heeren, waarvan hg den éenen als Albert's advocaat her kende, achter in het kantoor rond een tafel, die ook genoemd als caudidaat Theodoor Rosevelt. Dit schijnt een man te zijn van zeer algemeene ont wikkeling. Gedurende meer dan een tiental jaren treedt hij op als politicus en als soldaat, als bewind voerder en als schrijver, als redenaar en als moralist. Daarbij is hij een der meest populaire mannen der Republiek en even bekend als Bryan. Hij werd in 1858 te New-York geboren, waar acht generaties Roosevelt vóór hem hebben gewoond. Zijne familie is een dier oude Hollandsche geslach ten, die de kracht en het sieraad van New-York waren en die daaraan niet alleen rijke kooplieden, maar ook uitstekende burgers schonk. Intusschen worden ook de kansen voor Bryan grooter en daardoor die van Mc. Kinley zeer gering. De voortzetting van den oorlog op de Philippijnen, het slechte beheer op Forto Rico en het gebruik van Amerikaansche troepen in China worden de verschrikkelijke gevolgen genoemd van het tegen woordig bestuur. GOES, 6 Augustus 1900. -Op de passagierslijst van bet uit Zuid- Afrika te Vlissingen gearriveerde stoomschip Arundel Castle treffen wij aan de namen Janssen, Sauer, Moojen, Pilaar, H. Willemse, Castelein on H. W. Steenberg. Op die van de German: J. Wabeke en echtgenoote. Of dit allen Zeeuwen zijn is ons niet hekend, maar naar de namen te oordeelen zul len er zeker wel Zeeuwen onder zijn. Men schrijft ons Weer werd dezer dagen per circulaire een be roep gedaan op den weldadigheidszin der onder wijzers, ten einde steun te verleenen aan de weduwe van een hunner collega's. Zonder pensioen, zonder eenig middel van bestaan, blijft deze vrouw met nog 5 onverzorgde kinderen drin gend uitzien naar hulp. Zonder pensioen, omdat het tot heden toe nog maar niet is gelukt de onderwijzers weduwen in het rijkspensioenfonds te zien opgenomen. Genieten de weduwen en zelfs de weezen van al do rijks ambtenaren dit voorrecht, de onderwijzersweduwen staan voor eon groot deol hulpbehoevend na den dood harer echtgenooten. De armzalige traktemen ten, vooral ten plattenlande, nauwelijks'voldoende om te leven, laten meestal niet toe een levens verzekering te sluiten. En zonder middel van be staan, omdat de wet den onderwijzer niet toestaat zijn salaris te verhoogen door handel, als anders zins en dit verbod zelfs uitstrekt tot zijn huisge- nooten. En waar het eerste ontbreekt en het tweede bij de wet verboden wordt, rest voor velen slechts het vragen om hulp. Is het wonder, dat er ver langend wordt uitgezien naar verbetering, opdat bedelbrieven voor weduwen en weezen van onder wijzers tot het verleden zullen behooren Het hoofdbestuur der Schippersvereniging »Schuttevaer" heeft o. m. een adres gezonden aan den Minister van waterstaat, met verzoek m i s t- signalen te doen aanbrengen aan de beide uit einden van het Zuid-Bevelandsehe ka naal. De Vlissingsche dienst. De Lon- denscke correspondent der N. R. Ct. schrijft d.d. Vrijdagavond: In aansluiting bij mijn vorige mededeelingen met papieren bedekt was. Albert stond op en ging naar Hellwang toe. >De lange rede, die deze reeds woord voor woord overdacht had, en die eigenlijk geheel voor Olga besterad was, bestierf hem op de lippen. »Meusch wat zie jg er uitWat is er gebeurd Beu je ziek klonk het achtereenvolgens. »Neen", zeide Albert zacht, »maar mijn broeder is geruïneerd en bovendien is zijne vrouw gestorven". O riep Hellwang, cn nog eens»0 Hij stond met de handen in de zakken van zijn jacket wijdbeens voor Albert, koek oen oogenblik diepzin nig naar don grond, zette toen eensklaps zijn hoed achter in den nek en liep weer de straat op. Albert had te veel in zijn hoofd om het zonder linge gedrag van zijn vriend langer dan een secoude te overdenken, en ging zijn onderhoud met do rechtsgeleerden hervatten. Maar Heliwang liep als een dolleman over straat, met de handen in den zak, het hoofd voorover ge bogen, en hij moest telkens pardon roepen, omdat hg elk oogenblik tegen iemand aan liep. De plot selinge schrik over Gustaaf's ongeluk, de spijt over den dood van do vriendelijke Agnes, ze waren spoe dig geweken voor een krachtig gevoel van triomf. Ja, nu was het zoo klaar als de dag, do voorname, eerlgke en trotsche ziel der kleine had er zich met kracht tegen verzet, hem op zulk een wanhopend oogenblik tegemoetkoming te betoonen, hem in eene familie te lokken, die op den rand van het verderf moet ik melden, dat er nog geen beslissing is gc- vallon in zake Port Victoria of Queenboro'. Uit al de inlichtingen nochtans, welke ik heb kunnen in winnen, zoowel aan den overkant der Noordzeo als aan dezen, moet ik de gevolgtrekking maken, dat er feitelijk geen ander besluit zal kunnen ge nomen worden dan het herbouwen van het haven station te Queenboro', en dat wel op andere en grootere schaal. Vrijdag kwam te Vlissingen binnen de German die 500 mannelijke passagiers en 300 vrouwen en kinderen aan boord had. Onder de passagiers waren ook genaturaliseerde Transvalers. Onder weg werden twee kinderen geboren en bij aankomst van het stoomschip was een kind over leden. Ook deze uitgezette personen werden, nadat de ontscheping, die te 7 uren aanving, was afge- loopen, in de douanonloods vereenigd en door de directie der N. Z. A. S. M. toegesproken. Aan sommigen werd het achterstallige salaris uitbetaald. De voeding was slecht geweest en ook het logies liet veel te wenschen over. Ook was de reis voor de vrouwen, die kinderen hadden, onaangenaam geweest, omdat het vaak aan het meest noodigc ontbrak. Zelfsjaan wasch- water voor de kleinen. Do kapitein had alles gedaan om het verblijf geriefelijk te maken, doch de mid delen hadden hem daartoe vaak ontbroken. Het gansche verloop der zaak was gelijk aan dat bij do aankomst van de Arundel Castle. Evenals de Donderdag gerepatrieerd en lieten deze lieden zicb zeer verschillend uit over den oorlog in Zuid-Afrika en het waarschijnlijk einde ervan. Er waren heel wat optimisten onder, maar daar tegenover stonden er velen, die de zaak van een donkeren kant bekeken. Een persoon, die generaal De Wet en Botha persoonlijk kende, had het diepste respect voor deze nobele mannen. De geest onder de Engelsche soldaten was nog veel slechter dan de Europeesche bladen vermeldden. Met een extratrein vertrokken de meesten naar Holland. Den 19en of 20en dezer kan het stoomschip üawarden Castle te Vlissingen aankomen met 800 passagiers, onder welke 250 spoorwegambtenaren uit Transvaal. De rest bestaat uit persouen van alle natiën. Vrijdag kwamen de detachementen uit Gorin- chem en Dordrecht, onder bevel van de luitenants Stam en J a n s s e n, te Bergen-op-Zoom terug. De geschiedkundige tentoonstelling van het Nederlandsehe Zeewezen is sedert de opening den löden Juli bezocht door 4 a 5000 personen. Als bijzonderheid zij medegedeeld, dat o. a. een schilderij van Van der Helst, voorstellende de buste van den luitenant-admiraal ICortenaor eeno in zending van het Rijksmuseum verzekerd is voor f 30,000. Ook onderscheidene andere schilderijen en voorwerpen zijn verzekerd, tot een totaal bedrag van circa 7 ton gouds. Nog steeds komen nieuwe inzendingen de fraaie collectie voorwerpen verrijken. Zoo werd onder meer uit Amsterdam tor bezichti ging beschikbaar gesteldeen admiraalsstaf van admiraal Van Meppeleen lepel, vork cn mes met verguld-zilveren heften in étui, toebehoord hebbende aan De Ruyter, en 6 Loosdrechtsche porseleinen borden met beeltenissen van verschillende zeehelden. stond. In het oogenblik, waarop zij het naderende onheil vernam, trok ze zich terug. Zij wilde niet de verdenking op zich laden, dat zij zijn geld, zijn persoon uit eigenbaat voor zich en hare familie bad trachten tc vermeesteren. Zij deed uit trots afstand van bare liefde, zij wilde als lid van een arm, ineengestort huis niet aan een rijk man hare neiging verraden. Zoo was het, juist zoo en niet anders Ha dat had hg dadelijk moeten begrijpen dadelijk hij kon toch zoo iets van haar verwachten. Er zat ras in do kleine, veel ras. Welk een gelegenheid om haar nu zijne gansche liefde te toonen, baar te laten weten dat hij haar volkomen begreep en de bare was, nu eerst recht en voor altijd Het scheelde weinig, of hij had al de ellende van Gustaaf als een gelukkige beschikking van hot lot beschouwd. Eindelijk begaf bij zich, nog altijd in denzelfden stormpas, naar zijn hotel terug en schreef daar het volgende briefje »Waardo Mesmer Het vreeselijke ongeluk, dat u getroffen heeft, heeft ook mij diep geschokt. Albert zeide mij, dat ge ook in zaken ongelukkig zijt geweest. Ik ver zoek u dringend, wanneer mijn erediet en mijn geld u kunnen belpeu, kunnen redden, over mij te beschikken als over een oprecht vriend uwer fa milie. Ik geef hiermede Albert volmacht mijn Ka-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1