1900. N°. 89. Dinsdag 31 Juli, 8?le jaargang. FEUILLETON. „IK!" De uitga 7e dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. lig directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Wekelijksch algemeen overzicht. In het Engelsche Lagerhuis is de Zuid-Afri- kaausche quaestie voor de zooveelste maal aan de orde geweest. Bij de behandeling der koloniale begrooting z,eide Sydney Buxton, dat het voorge steld plan om den Trans valeis het kiesrecht geheel te ontnemen, onder zekere omstandigheden de beste straf was voor opstandelingen, maar hij kon niet inzien, dat het thans de geschikte tijd zou zijn om die strafmethode aan de Kaap toe te passen, want daardoor zou de politiek der regeering op eens verdacht worden. Sir Wilfrid Lawson veroordeelde den oorlog, die leidt tot het vernietigen van de onafhankelijkheid van twee Republieken en noemde, met zijn gewone openhartigheid, de staatkunde der Engelsche Regeering in Zuid-Afrika een politiek van vrijbuiters, van zeeschuimers, struikroovers en Boksers. Hg stelde voor de begrooting Koloniën te verminderen. Dit voorstel werp echter met 208 tegen 52 stemmen verworpen, waaruit blijkt, dat de politiek van Chamberlain door een overgroote meerderheid wordt goedgekeurd. Ook Chamberlain heeft zijn hart weer eens lucht gegeven, zooals wij bereids meldden. Ik geloof niet, zoo zeide Chamberlain o. a., aan een lange voortzetting van den oorlog als guerilla- strijd en vol vertrouwen ben ik omtrent een suc cesvol eind van de moeilijke taak der regeering. Ik geloof, dat wij onbetwistbaar den steun der natie hebbenzoo wij ook dien der oppositie hadden zou de oorlog reeds geëindigd zijn, nu is de hoop gevestigd op de reactie, die den oorlog verlengde, evenals in het begin van den oorlog de hoop op vreemde interventie don Boeren steun gaf. Zoowel Chamberlain als de Boeren zijn echter tot de ondervinding gekomen, dat hoop niet altijd wordt verwezenlijkt. De Chineesche quaestie blijft onveranderd. Nog steeds wacht meu op een beslist antwoord van de regeering over de gezanten, die evenmin iets van zich laten hooren. Het ontbreekt overigens niet aan pogingen om tot ecnige zekerheid te komen. De verschillende kabinetten wisselen steeds van gedachten. De regeeringen nemen als grondslag van hun beraadslagingen aan, dat de vertegenwoor digers der mogendheden in leven zijn, en dat de Chineesche regoering, als zij de gezanten weerhoudt berichten te zenden aan de kabinetten, dat doet in de hoop op betere voorwaarden immers, als zij buiten de gezanten om onderhandelt, behoeft zij geen rekening te houden met de beschuldigingen van kwade trouw, die de gezanten dadelijk tegen haar zouden instellen. De onderhandelingen der mogendheden werken eveuwel niet veel uit. Dat de Europeesche rijken, of liever hunne vertegenwoordigerd het oneens zijn is meermalen gebleken. Frankrijk en Rusland treden op met een gezag, alsof alleen zij in de quaestie zijn betrokken Frankrijk heeft het bestuur over het transport te water, terwijl Rusland het beheer heeft over de spoorwegen ook Engeland zou gaarne een doel vau het heft in handen hebben, doch bet gevoelt zich om bekende redenen daartoe niet bij machte. Tientsin wordt voorloopig bestierd door een ver- eenigd Britsch-Russisch-Japanscb bestuur. Ten ge volge van de uitgevaardigde proclamatie om be scherming te verleenen, zijn vele goedgezinde 18 Roman van Ida Boy-Ed. Albert stond opzweetdroppelen parelden op zijn voorhoofd. Hij ging naar het raam, werktui gelijk, en keek tegen de ruit, die van buiten door een gzeren blind bedekt was. Was het hom mo gelijk hulp te verleenen 'i Neen, dat ging boven zijne krachten. Het onheil was niet te keeren. Wat hij in dezen afgrond kon werpen, al offerde hij er zijn gansche bestaan voor, was nauwelijks voldoende om hem voor een vierde deel te vullen. Daar dacht hij weër aan de revolver. Eene koude rilling liep hem door de leden. Ondragelijk afschuwelijk ja, Gustaaf kon misschien zonder weelde niet leven hij zou den dood verkiezen boven de drievoudige armoede met vrouw en kind. En toch het was zoo niets voor hem hij behoorde tot die karakters, die 'zich altijd buigen. Maar Agnes die was tot alles' in staat, ook tot de lafheid der wanhoop om den dood te zoeken. En had Gustaaf niet hoop om het hoofd boven water te kunnen houden, wanneer hij maar aan zijne verplichtingen van ultimo kon voldoen Hij had een vlug verstand en geniale plannen. Driehonderdduizend Mark kon Albert met Chiueezen in de stad teruggekeerd, welke den 18n eeu allertreurigst tooneel opleverde. De buiten wijken, buiten de ommuurde stad, waren geheel afgebrand ten gevolge van de daar neergevallen granaten, maar de stadsmuur heeft onder het ge schut weinig geleden. De meeste gebouwen bij den muur waren uitgebrand, vele geheel vernield. Onder het puin lagen verkoolde lijken, welke door varkens en honden verslonden werden. Er waren namelijk zoovele, dat ondanks allo krachtsinspanning niet weinige onbegraven hieven liggen. De straten waren bezaaid met allerlei voorwerpen en Chineezen door zochten het puin naar geld of andere dingen van waarde. De Chineezen herekonen dat het verlies aan menschenlevens, sinds de troebelen uitbraken, 11000 man bedraagt. Deze schatting is vermoedelijk over dreven. Zelden hebben huwelijksplannen, zelfs niet hij vorstelijke personen, zulke groote gevolgen, als thans worden gezien in Servië, welks koning Alexander in het huwelijk zal treden met mevrouw Draga Maschin, hofdame van zijne moeder, koningin Nathalie. Koning Alexander is nog geen 24 jaar oud, en zijn bruid, een dochter van een prefect van politie en weduwe van den mijn-ingenieur Soeltoza Maschin, die zichzelf van het leven beroofde, is reeds de 40 jaar gepasseerd. Na den dood van haar man verkeerde Draga in groote armoede, tot zij 6 jaar geleden door koningin Nathalie tot hofdame werd gekozen. Koning Alexander heeft haar eenige jaren geleden te Biarritz leoren kennen. Groot en slank, nog schoon van gelaatstrekken en zeer ontwikkeld, behaagde zij aan koningin Nathalie, die haar langen tijd als hofdame bg zich hield. Verleden jaar werd zij vervangen door een jeugdige dame en ging zich te Belgrado vestigen. Onmiddellijk nadat het Kabinet mot do verloving des Konings in kennis gesteld was werd eon minis terraad belegd, waarin men besloot ontslag in te dienen, wanneer de Koning bij zijn verlovingsplan bleef, daar de regeering de verantwoordelijkheid hiervoor niet op zich wilde nemen. Tevens werd besloten, den adjudant des Konings naar Karlsbad naar koning Milan te zenden, om dezen te bewegen al zijn invloed bij zijn zoon aan te wenden, ten einde, zoo mogelijk, do officieele verloving te voor komen. Na de stormachtige zitting van den ministerraad, waarin het tot een ontslag van het kabinet kwam, gaf koning Alexander bevel dat de koninklijke lijfgarde het huis van mevrouw Maschin zou bewaken. Van verschillende zijden zijn dringende pogingen aangewend om Alexander van zijn huwelijksplannen af te brengen, maar tevergeefs. Zijn eenig antwoord is: «Men mag mijn voornemen billijken of niet, ik heb de vrouw lief, die ik gekozen heb, en zal met haar trouwen. Liever doe ik afstand van de regeering, dan van deze vrouw". De vader van Alexander, ex-koning Milan, is zoo verstoord over dit aanstaand huwelijk, dat reeds deze week zal plaats hebben, dat bij zijn ontslag heeft genomen als opperbevelhebber van bet leger. Koningin Nathalie daarentegen is er ten zeerste mede ingenomen daardoor is zij mot haar echt genoot weer eens in de contramine en heeft haar zoon telegraphisch geluk gewenscht met zijn ver loving. Dus is de oorlog in het vorstelijk gezin opnieuw behulp van zijn crediet bijeenbrengen. Maar als het nu nutteloos bleek te zijn, dat offer, wanneer Gustaaf ten slotte toch moest vallen, dan was ook zijn eigen bestaan vernietigd, en dan kon hij niet eens voor Hansi's toekomst zorgen, wat hem nu toch mogelijk was. En toch zich opofferen, zich opofferen, zij het dan ook nutteloosDat ééne af schuwelijke verwijt zou hem dan tenminste nooit van de lippen van den armen knaap worden tege moet gevoerd, dat hij niet bet alleruiterste gedaan had om zijne ouders voor totalen ondergang en zelfmoord te vrijwaren. De beslissende ure vond Albert zwak. Hij had gedacht onverbiddelijk het koude «Neen" te zullen kunnen uitspreken, dat door verstand en recht van hom werd geëischt. Hij wist, dat hij ook de be langen van Gustaaf's schuld ei schers beter diende, door hom na de catastrophe langzamerhand er wéér bovenop te helpen. Maar nu, op dit oogenblik, was al zgn beslistheid van hem gevloden, had hij niet den moed de catastrophe in het leven te roepen. «Ik zal u helpen," zeide hij aarzelend, torwijl hij zich afwendde, «driehonderdduizend Mark zal ik wel bijeen kunnen brengen". Met een juichkreet vloog Gustaaf op zijn broe der toe en viel hem om den hals. «Neen", sprak daar op eens eouo stem, reeds heesch van ouderdom, en Bach stond van zijn zetel op en steunde met beide handen op hot tafeltje uitgebroken en het volk verdeeld, niet wetend, aan wien het zich zal houden. Ondanks het vermoeden dat Alexander moeite zou hebben om een ministerie te vindon, dat zijn huwelijk zal goedkeuren, en in zekeren zin tegen den oud-Koning in zal rogeeren, is reeds een nieuw ministerie benoemd. Zooals gebruikelijk is bij dergelijke plechtigheden, verleende do Koning, bij zgn verloving amnestie aan do politieke misdadigers, uitgezonderd aan de bedrijvers van den aanslag op het leven van zijn vader Milan. Dat er werkelijk veel tegen dit huwelijk te zeg gen is, kan overigens niet worden ontkend. In de eerste plaats toch had men gehoopt het Servische Koningsgeslacht in aanzien te doen toe nemen door vernaaagschapping met andere Konings geslachten. Deze hoop is door dit huwelijk ver vlogen. En dan, wat nog erger is, door deze Ser vische vrouw te huwen, wordt de Koning ver maagschapt aan Servische families, die onderling in naijver leven en niet zullen nalaten om to trach ten invloed in hofkringen te krijgen. Van vrede in hot land kan dus niet veel sprake zijn. GOES, 30 Juli 1900. Men seint ons «Gisterenavond is te Monza de koning van Italië door drie revolverschoten ver moord De dader Angelo Bresti is gevat. De Kroonprins is naar Monza vertrokken." Umberto of Humbert I was de zoon van Victor Emanuel II. Hij werd geboren 14 Maart 1844 en volgde in 1878 zijn vader op. In zijn politiek sloot hjj zich hij Oostenrijk en Duitsch- Jand aan. Monza is eene stad in de Italiaauscbe provincie Milaan, aan de Larnbro. Waarschijnlijk vertoefde de koning op het koninklijk slot aldaar. Het Handelsblad meldde Zaterdag het volgende «Sinds enkele weken wordt ons van verschillende zijden bericht, dat II. M. de Koningin op haren komenden verjaardag van haar aanstaand k u w e - 1 ij k aan haar volk het bericht zal mededeelen, en de naam van den Bruidegom werd ons genoemd. Het zal het gekeele volk van Nederland ver heugen als wat ons ter oore komt waar blijkt te zijn. Wij achten het echter onbescheiden den naam te noemen, die ons ter oore kwam, daar aan H. M. het voorrecht moet gelaten worden, haar onder danen dien mede te deelon." De Midd. Ct. had een uitvoeriger bericht hier over, waarin de naam van den bedoelden bruidegom genoemd en eenige bijzonderheden omtrent dezen medegedeeld werden. In zgn nr. van gisteren schrijft nu echter het Handelsblad «Het doet ons buitengewoon leed, dat door ons gisteren een mededeeling werd gedaan omtrent het aanstaande huwelijk van H. M. de Koningin, welke ons heden blijkt geheel onjuist te zijn geweest. Alle loopende geruchten over een al of niet spoe dig te verwachten huwelijk van H. M. de Koningin en ovor Hr. Ms. keuze zijn verzinsels, die geen grond van waarheid hebben. Wij behoeven niet te zoggen, dat wij dit bericht voor zich. «Neen, wij zullen niet helpen, want hier is alle hulp vergeefsch. Wij zullen geen cent in deze door en door verrotte zaak steken. Ik wil niet". De beide broeders staarden den oude sprakeloos aan. Deze keek met zijne diepliggende oogen niet Gustaaf, maar alleen Albert doirdringend aan en vervolgde «De heeren verwonderen er zich over, dat ik op mijn recht sta Ja, mijnheer Albert, het staat in ons contract, U hebt zonder mijne toestemming, evenmin als ik zonder de uwe, niet het recht aan onze zaak geld te onttrokken. Ik weiger elke over name van schuld, hoe gering ook, uit de zaken van mijnheer Gustaaf. Wanneer u dit mijn optreden niet bevalt, mijnheer Albert, dan kunt u onze zaak liquideeren en er mij uitzetten, maar vóór dat gebeurd is, is mijnheer Gustaaf lang failliet.". «Bachriep Albert waarschuwend, terwijl Gustaaf doodsbleek in den naastbijzijnden stoel nederviel. «Ik weet wat ik doe en waarom ik het doe, en wanneer wijlen mijnheer uw vader hier tegenwoor dig was, zou hij mg toeknikken en zeggon «lieel goed Bach heel goedantwoordde Bach op den kreet van Albert. Deze begreep homdezo beproefde oude had do wilskracht, die hem op dat oogenblik ontbrak. Hij strekte beide handen naar hem uit. «Maar het is hard en gewaagd, oude mom pelde hij. niet zouden verbreid hebben, indien wij niet meen- den^het ten volle te kunnen vertrouwen. Het doet ons meer leed dan wij zeggen kunnen, dat wij misleid werden en dat wij, ons haastende om anderen zich met ons te doen verheugen, in binnenland en buitenland een onware tijding ver spreid hebben, wat niet anders dan onaangenaam kan zijn aan Haar, die wij hoven allen ecren". Ook de Haagsche briefschrijver aan de Arnh. Ct. deelt mede, dat in de residentie dergelijk gerucht loopt, en dat de veelwetende «men" vertelt, dat een hertog van Mecklenburg de uitverkorene zal zijn. Hij voegt er echter bij't Praatje kan wel eenvoudig daar vandaan komen, dat onder de Meck- lenburgsehe prinsen een paar ongehuwden zijn, wier leeftijd hen voor zulk een echtverbintenis juist geschikt maakt. Dit zgn de hertogen Adolf Frederik en Hendrik van Mecklenburg Schwerin, die resp. 27 en 24 jaar oud zijn. Er zijn natuurlijk plan nenmakers, die met den Almanak van Gotba in handen alle vorstenhuizen napluizen om te zien waar een koninklijk bruidegom te vindon is. En als men zich dan tot de Protestantsche dynastieën be paalt, dan is de keus niet zoo overrijk, of bij, die een gissing waagt en wereldkundig maakt, heeft nog zoo'n slechte kans niet, dat de toekomst hem in 't gelijk stelt. De voortdurende werkzaamheid aan 't paleis, waar de Koningin-Moeder haar intrek nemen zal, draagt tot het opduiken van dergelijke huwelijksberichten natuurlijk ook iets bij. De raad van 's-Gravenpolder vergaderde Vrijdagavond. De gemeente-rekening over 1899 werd overgelegd, waarvan de ontvangsten bedragen f7111,99, do uitgaven f6485,77, zoodat er eeu goed slot is groot f 626,22. De heer Paardekoopev Overman vroeg of het dagelijksch bestuur zijn gedachten reeds had laten gaan over een mogelijken aankoop van het ge meentehuis, als dit in het najaar met een daar achter liggend gebouw en schuur en een stuk grond verkocht wordt. De burgemeester antwoordde, dat de wethouder en hij besloten hadden geen voorstel to zullen doen, daar de gemeente nog ruim elf jaar huur heeft aan het gemeentehuisalleen voor het geval het gemeentehuis op zich zelf ver kocht werd, zou de aankoop later een punt van bespreking kunnen uitmaken elf jaren is een lange tijd on burgemeester en wethouders wenschen, daar het gemeentehuis voldoende is, liever af te wach ten wat over elf jaren gebeuren kan dan thans de gemeente op hooger lasten te brengen. Do heer Overman dankte voor de inlichtingen, waarna de vergadering gesloten werd. De Vlissingschedienst. De Londen- sche correspondent der N. U. Ct. schrijft «Ik had een onderhoud met den directeur voor het vastelandsche verkeer der South-Eastern-en London-Chatham and Dover Spoorwegmaatschappij, gecombineerd. Doel ervan was te hooren, welke plannen er zijn gemaakt sedert den brand in het havenstation te Queenshoro', ten aanzien van don Vlissingschen maildienst. De directeur zeido mij, in antwoord op mijne vragen, dat er nog geeu besluit genomen is, maar dut de vereenigde directiën zich naar Port Victoria zullen hegeven, om daar, na een inspectie ter plaatse, tot een besluit te komen. «De Vlissingsche dienst", zeide de directeur, «is «Dat is dus uwe aanhankelijkheid, dat uw dank tegenover de firma Mesmer riep Gustaaf klagend. «Inderdaad, dat is het," zeide Bach met nadruk. «En verder is hier van avond zeker niets moer te doen. Ik heb de eer de heeren beleefd te groeten Gustaaf verborg kreunend het gelaat in de hen den Albert ging langen tijd met snellen pas in het vertrek op en neer. «Hij ziet verder dan wij, de oude man," zeide hij eindelijk, terwijl hij voor zijn broeder bleef staan, «en hij heeft gelijk. Onze hulp zou voor u niets anders geweest zijn dan een kunstmatig en tijdelijk hoven water houden vermoedelijk had uw verbrijzeld schip ons weldra beiden mede omlaag getrokken. Nu blijven tenminste mijne krachten behouden in ons aller belang. Het verlies van de helft van mijn vermogen zal mij bewaren voor het verwijt, dat ik uit oigenbaat geweigerd heb. Nu blijft mij genoog over om u en de uwen in het vervolg van nut te kunuou zijn, om u op mijn kantoor een plaats te kunnen aanbieden om dan te samen verder te handelen. Want ik hoop van harte, dat, als uw ondernemingsgeest hand aan hand gaat met mijue voorzichtigheid, wij nog veel zullen kunnen tot stand brengen." Gustaaf nam do hand zijns broeders en legde die togen zijn brandend voorhoofd. Hij trachtte kalm na te denken, maar zijn geest was als verdoofd. «Ga naar Agnes", sprak Albert op hartelijken

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1