1900. N°. 84.
Donderdag 19 Juli.
87sle jaargang.
Bewaarschool.
FEUILLETON.
„IK!"
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bjjblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Aangifte van kinderen voor de Bewaarschool op
de Beestenmarkt kan plaats hebben ter seeretarie
der gemeente tusschen 9 uren voormiddags en 2
uren 's namiddags van 19 tot en met 28 Juli a. s.
Goes, 18 Juli 1900.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. J. RAMONDT, 1. b.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
GOES, 18 Juli 1900.
»Deze wreede, onrechtvaardige
veroveringsoorlog kost Engeland o. a. de
vriendschap van Nederland en Vlaanderen, de klas
sieke landen van zelfregeering en vrijheid op het
vasteland van Europa", zeide een der liberale dag
bladen in de provincie onlangs.
En Frederick Harrison, Engelands grootste proza
schrijver onder de levenden, vult deze bewering aan,
door te wijzen op de hartelijke verhouding welke
tusschen Duitschland en Nederland bestaat.
Hij verklaart zeer goed te weten dat Duitschland
de onafhankelijkheid van Nederland met geen ge
weld bedreigt, en ter wille van zijn uitlanders geen
inval zal doen in het bevriende land. »Maar mocht
het groote Rijk dit pogen, dan zou Engeland niets
vermogen", zegt hij. »Wjj zouden mooi mogen
praten over »handhaving van Holland's onafhanke
lijkheid", maar geheel Europa zou met minachtend
gesis onze woorden aanhooren.
»Want Engeland heeft zijn rocht, zijn oud ge
boorterecht verloren, van ooit weder in de Raads
zaal van Europa de woorden te gebruiken van vrij
heid, onafhankelijkheid en rechtvaardigheid
»Van nu af aan zal Engeland steeds worden be
schouwd als het type van den dwingeland, den
roover en onderdrukker van zwakke vrije volken,
en Czaar en Sultan zullen hun plaats innemen als
gewone dwingelanden.
^Engeland is tot aanfluiting geworden bij iedereen
die vrijheid en eer hoog houdt.
»Als Duitschland, Frankrijk of Rusland in het
vervolg aanleiding vinden een zwakke buur te an-
nexeeren en dus te beschaven, dan zal het ministerie
der Britsche Jingo's hun het geleerd hebben."
Deze krasse taal van Engeland's grooten schrijver
toont hoe het geweten ontwaakt.
Volken, die op Engeland vertrouwen, zijn niet
wijs.
Wat ons vaderland leeren moet dat het aan ver
sterking van de landsverdediging en van de vloot,
aan oefening van geheel het volk tot weerbaarheid,
tjjd en geld en geestdrift wijden en zijn hartelijks
verhouding tot Duitschland handhaven moet.
(Hand.)
De correspondent van de Matin seint over
de stemming te Londen:
De Engelschen zijn in het diepst van hun ziel
13
Roman van Ida Boy-Ed.
Viekde Hoofdstuk.
Tweemaal was luitenant Von Defsky te vergeefs
bij Albert geweestbeide keeren had de oude Bach
de schouders opgetrokken, en, zonder hem meer
dan een vluchtigen blik waardig te keuren, het
vermoeden geopperd, dat de .jonge mijnheer dien
dag niet licht te huis te treffen zou zijn, omdat
hij voor zaken naar Potsdam was gegaan. Toen
Defsky de tweede maal in zijne woning terugkeerde
en bij zichzelf overlegde of hij al dan niet naar het
station zou gaan om daar de van Potsdam komende
treinen in het oog te houden, ontving hij eene uil-
noodiging van Agnes en Gustaaf om bij Hiller te
komen dineeren. Hij was dra besloten om de uren,
die dien dag zoo wanhopend langzaam voorbijgin
gen, op die manier door te brengen, en hij schreef
een paar regeltjes aan Albert om dezen te ver
zoeken hem des avonds een onderhoud toe te staan.
Hij had voor dien dag vrij van dienst gevraagd
en was dus geheel meester van zijn tijd.
Maar, hoe welkom hem de uitnoodiging ook
was, hij maakte niet veel haast er gebruik van te
maken.
In tegenstelling met zijn vluggen en vroolijken
aard slenterde hij naar het restaurant. Zijne ge
dachten schenen zich met iets zeer onaangenaams
bezig te houdenafentoe keek hij onrustig om
zich heen.
»Nu," zeid? Agnes pruilend, toen hij eindelijk
bij Hiller zich bij hen gevoegd had, »dat is ook
overtuigd, al wachten zij zich wel het te erkennen,
dat zij op het oogenblik niet in staat zijn, in China
de groote zending te vervullen, die in overeenstem
ming zou wezen met de grootheid van hun be
langen daarook willen zij niets meer hooren van
den oorlog in Transvaal.
Het is de gemelijke en onverschillige houdiug
vau iemand, die geen enkele goede tijding verwacht.
Men kan niet anders dan het stoïcisme van een
groot volk bewoudereD, welks opmarsch belemmerd
wordt door een ongelukkig toeval, dat het niet
heeft kunnen voorzien, en dat getuige is van den
voortgang en de krachtsinspanning van zijn me
dedingers, zonder hen te kunnen volgen. De Engel-
sche adelaar zit met een van zijn klauwen vast in
Zuid-Afrika. Men twijfelt in Londen niet aan den
goeden uitslag, maar men heeft evenmin in Novem
ber van het vorige jaar getwijfeld aan de overwin
ning tegen Kerstmis.
Het verwonderlijkste is het geduld, waarmede
de natie van Chamberlain haar behoud verwacht,
terwijl de minister sedert lang niets dan verkeerde
berekeningen en bokken gemaakt heeft.
Hedenmorgen had alhier eene zeker hier on
gewone begrafenis plaats. Het stoffelijk overschot
van Johannes Ortelee, in leven sergeant-
majoor bij de dd. schutterij, werd op militaire wijze
ter aarde besteld. Het lijk werd voorafgegaan door
een tamboer met omfloerste en slaande trom en
door den commandant en twee officieren der schut
terij en grafwaarts gedragen door de leden van het
kader. Daarachter volgden de familie, eenige vrien
den en dhr. J. Plazier als voorzitter der werkmans-
vereeniging, waarvan de overledene secretaris was.
De Kader-Vereeniging, waarvan de overledene voor
zitter was, had een sierlijke krans van levende
bloemen op de lijkkist gelegd.
Aan de geopende groeve werd het woord gevoerd
door den commandant der schutterij en door dhr.
Plazier.
Beiden brachten een woord van waardeering en
erkentelijkheid aan den overledene voor de loffe
lijke wijze, waarop hij zijne verschillende betrek
kingen heeft vervuld en spraken de overtuiging
uit, dat allen, die Ortelee in eenige betrekking
hebben gekend, hem steeds zullen godenken als
een man van trouwe plichtsbetrachting.
Uit naam der familie dankte de lijkdienaar Hengst-
mangers voor de laatste eer, den overledene bewezen.
Zooals wij in een vorig no. reeds meldden is
dhr. L. C. W a 1 r a v e op de Koninkl. Academie
der Schoone Kunsten te Antwerpen met een zilveren
medaille en loffelijke getuigschriften bekroond. De
professoren dier inrichting dringen er ten zeerste op
aan, dat hij, voorloopig nog voor den tijd van één
jaar, zich zal blijven oefenen in de boetseerkunst.
In het vertrouwen dat zij, die tot dusverre finan
cial bijdroegen om de studiën van den heer W.
te helpen bekostigen, zal hun dezer dagen gelegen
heid worden aangeboden om de jaarlijksche bijdrage
te bestendigen.
niet beleefd om ons zoo te laten wachten
»Verschooning, beminnelijke gastvrouw maar ik
moest eerst nog op het appèl verschijnen, dat mijn
ritmeester, met het instinct, dat alle chefs hebben,
waar het het genoegen hunner ondergeschikten
geldt, vandaag juist eens om half vier heeft ge
houden."
»Maar nu moet ge ook den geheelen avond bij
ons blijven. Mijn man heeft plaatsen besproken
voor de première in Walhalla."
»Tot mijn spijt heb ik vandaag piket," zeide
Defsky, terwijl hij plaatsnam. »Mijn oppasser zal
mij straks de schriftelijke order brengen, en dan
is het waarschijnlijk, dat ik u tegen negen uur
moet verlaten."
Hij had zijn oppasser op het hart gedrukt pre
cies om half zeven bij Hiller te zijn en hem te
laten roepen, want hij wist al lang, dat Agnes geen
andere bezwaren duldde dan die door den dienst
werden veroorzaakt.
Het diner werd lang niet in zoo vroolijke stein-
ming gebruikt als bij deze drie personen anders
het geval was. Gustaaf scheen slecht geluimd en
sprak met den officier over de meerdere of mindere
kans op verwikkelingen tusschen Rusland en En
geland en over den invloed, dien geruchten daar
omtrent heden op de beurs hadden uitgeoefend.
Defsky, die anders altijd vol allerlei verhalen en
anecdoten was, bracht nu geen enkel grappig woord
over de lippen, toonde zich zenuwachtig en on
gerust en vermeed de bezorgde blikken van Agnes.
Hierover was deze nu weder uit haar humeur;
zij had alles willen geven om Defsky ouder vier
oogen te kunnen vragen, wat hem scheelde, en dat
ze daartoe niet in de gelegenheid was maakte haar
op haar beurt ongeduldig en prikkelbaar.
Toen de beursaangelegenheden grondig bohau-
Door de werklieden-vereeniging
»Eigen hulp" alhier werd gisteravond de gewone
driemaandelijksche vergadering gehouden. Uit het
verslag over het tweede kwartaal van dit jaar bleek
o. a. dat was ontvangen f 288,85 en uitgegeven
f 220,98. Aan tien personen was uitkeering wegens
ziekte verstrekt tot een bedrag van f 162, terwijl
ook nog 30 was uitgekeerd aan de nabestaanden
van een overleden lid. Het kas-saldo bedroeg op
30 Juni f 2788,58, dat der reservekas f 639,15.
Wegens voortdurende ongesteldheid werd aan twee
leden eene verlengde uitkeering toegestaan.
De vereeniging bestaat uit 219 leden.
Men deelt ons mede dat door den Minister
van Oorlog bepaald is, dat boven en behalve het
kosteloos te verstrekken aantal patronen aan
elk lid eener weerbaarheids-vereeniging, of aan de
vereenigingen zeiven, tegen betaling patronen kun
nen worden verstrekt, en dat de prijs daarvoor op
ruim f3 per 100 is gesteld. Ook kan elk lid eener
weerbaarheids-vereeniging zich een eigen geweer
aanschaffen, tegen betaling van een geweer, M. 95,
voor f 41,20 of een karabijn M. 95, voor f 39,27.
(B.-o.-Z. Ct.)
Bij kon. besl. is, met ingang van 1 September
1900, tot rechter in de arrondissements-rechtbank
te Rotterdam o. m. benoemd mr. K. W. Brevet,
kantonrechter-plaatsvervanger, advocaat en procu
reur te Middelburg.
In de 2de helft van November zal te 's-Gra-
venhage een vergelijkend examen worden gehouden
voor Nederlanders, minstens 20 jaar oud zijnde
en den leeftijd van 30 jaar nog niet bereikt heb
bende, die genegen zijn op in de Stct. No. 164
aangekondigde voorwaarden" te worden aange
steld tot militair opzichter der genie
3de klasse bij het Nederlandsch-Indisch leger. Ter
toelating tot het examen wende men zich vóór 1
November e.k. tot het departement van koloniën,
bij gezegeld request met duidelijke opgave van adres
en onder overlegging van daarbij vermelde stukken.
De Bond van hoofdcommiezen bij
's Rijks belastingen wendt zich tot den Minister
van Financiën om verschillende verbeteringen in
hunne positie.
Blijkens bij het Departement van Marine ont
vangen berichten zijn Hr. Ms. pantserdekschip Piet
Hein en pantserdekschip Koningin Wilhebnina der
Nederlanden respectievelijk 14 en 15 dezer naar de
Chineesche wateren vertrok keü. (St.-ct.)
De Matin bevat een zeer lezenswaardig artikel
over de nog steeds heerscbende steenkolen-
crisis. Wel is waar wordt daar in deze dagen
minder over gesproken, want het groote publiek
kent den steenkool in hoofdzaak slechts als stook-
middel en wie denkt daar nu aan doch in
den komenden winter zal het anders zijn en zal de
kolennood ernstiger optreden dan in den afgeloopen
winter.
deld waren, vroeg Gustaaf»Wat is er toch giste
ren of beter gezegd van nacht in de club gebeurd
»Hoezoo luidde de wedervraag van Defsky
en hij schonk zich een glas wijn in, waarbij zijn
hand een weinig beefde.
»Er moet ontzettend verloren zijn
»Dan wordt er gewoonlijk even ontzettend ge
wonnen," zeide Defsky luid lachend. »Mahrenholz
was de gelukkigedie heeft reeds driemaal een
vermogen verspeeld en even dikwijls er een terug
gewonnen."
»En wie was de verliezer vroeg Gustaaf. »Ik
ontmoette straks Fitzgerald, maar die had het slechts
van hooren zeggen en wist geen namen."
Defsky dronk zijn glas uit, veegde daarna hoogst
bedachtzaam zijne lippen en zijn knevel af, en zeide,
terwijl hij de servet naast zich op de tafel legde
»Ik ben er zelf ook een beetje bij betrokken."
Gustaaf zweeg verlegen. Hij was bang, dat Defsky
hem zou vragen hem uit een »oogcnblikkelijke"
verlegenheid te helpen. Zulk eene verlegenheid is
altijd »oogenblikkelijk". En Gustaaf zou het ook
gaarne gedaan hebben, want hij kende zulke toe
standen van zeer nabij en hij zou dan ook de
laatste zijn om iemand daarvan een verwijt tema
ken. Maar hij had op het oogenblik zelf ieder
bankje van honderd broodnoodig. Agnes daarente
gen ergerde zich dood, dat Gustaaf niet gulweg
zeide »Waardo Defsky, wanneer ge soms in geld
verlegenheid verkeert, dan kunt ge vrij over mij
beschikken."
Aan die pijnlijke stilte werd een einde gemaakt,
doordat Defsky onbevangen opmerkte
^Iedereen moest eigenlijk het voorbeeld van Heli-
wang volgen, die uit beginsel nooit speelt. Dat is
trouwens in alle opzichten een familie-relatie, waar
mede men u mag geluk wenschen want dat juffrouw
De schrijver van het artikel heeft Engelsche,
Belgische en Fransche steonkoolhandelaars geraad
pleegd, die het eens waren over de oorzaken, die
gezocht moeten worden in de reuzenvraag van de
geheele wereld naar steenkool, vooral voor Rusland,
Siberië en China. Men was het eens, dat de crisis
nog zou voortduren en eer nijpender zou worden
dan afnemen.
Door tusschenkomst van het ministerie van
buitenlandsehe zaken is bij den voorzitter van het
Nederlandsche Roode Kruis, van onzen consul-ge
neraal te Pretoria, telegrafische mededeeling ont
vangen dat de verpleegsters van de twee
de ambulance naar Nederland zullen terug-
keeren.
De Arundel Castledie 500 verdreven ambte
naren van de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche
Spoorwegmaatschappij, en 262 vrouwen en kinderen
aan boord heeft, dus te zamen 762 personen, zal
in Vlissingen aankomen en wel vermoedelijk den
30en of 31en dezer.
De Londensche correspondent van het Hbl.
deelt mede wat een dokter hem van de hospi
taalschandalen in Zuid-Afrika vertelde. Het
moet er nog veel treuriger uitzien, dan het Parle
ment half kan vermoeden.
Hij, deze dokter, had in den beginne voor zijn
hospitaal 8 a 9 geneesheeren onder zich, doch stuk
voor stuk werden dezen hem afgenomen en elders
aan 't werk gesteld, zoodat hij op 't laatst niemand
meer had dan 2 oppassers, met wie hij 475, zegge
vier-honderd-vijf-en-zeventig zieke soldaten moest
verzorgen.
Het natuurlijk gevolg was dat de mannen als
vliegen stierven, niettegenstaande de reusachtige
inspanning die deze dokter zich getroostte en dat
deze geneesheer zelf nu met een door oververmoeienis
vernielde gezondheid naar huis is moeten terug-
keeren.
Dezelfde man vertelde nog dat in Kaapstad
50,000, vijftig-duizend Engelsche soldaten »liggen",
die absoluut niets uitvoeren dan hun tijd doodslaan
en van wier aanwezigheid niemand iets begrijpt.
De couranten hier hebben af en toe wel eens schuch
ter gevraagd, waar toch al die 200,000 man zaten
dit bericht heldert al heel wat op.
Oorlog Transvaal-
Luitenant-kolonel C. de Wit schrijft aan de
N. R. Ct.:
>Zooals de zaken op het oogenblik staan, moet
Roberts alle krachten inspannen om zich staande
te houden te Pretoria, waar hij van alle kanten
door de Boeren wordt aangevallen. Op Buller kan
hij niet rekenen, zoodat, wil hij de Boeren uit het
Magaliesgebergte verdrijven, hem niet veel anders
overblijft dan versterking uit den Oranje Vrijstaat
te halen, hetgeen Steyn en de Wet zeker niet on
gevallig zoude zijn.
.Trouwens het blijkt nu dat deze nog altijd niet
Olga hem hare hand zal schenken, lijdt wel geen
twijfel".
Gustaaf en Agnes ademden ruimerbeiden ont
vingen den indruk, dat Defsky door zijn speel
schuld niet in verlegenheid verkeerde en dat »men"
het bedrag er van heel wat overdreven moest
hebben voorgesteld."
»Hoe zwaar zou Hellwang wel wegen vroeg
Gustaaf in beurstaal vervallende.
»Ik hoorde Mahrenholz onlangs beweren, dat
Reinhof een van de grootste bezittingen van het
district moet zijn. Bovendien heeft hij van moe
derszijde in Silezië nog twee kleinere landgoederen,
en aangezien er reeds gedurende drie geslachten
bij deze Hellwangs altijd maar één of twee kin
deren waren, en bovendien Hellwang's vader zoo
wel als diens schoonvader om hunne gierigheid
berucht waren, moot er ten overvloede nog een
enorm vormogen in geld aanwezig zijn", vertelde
Defsky.
^Benijdenswaardriep Agnes en ze dacht met
J bitterheid, hoe gelukkig Olga zou zjjn. Gustaaf
I trok het bedrag der opgaven in twijfel en toen
gingen ze het vermogen van Hellwang in bjjzonder-
j heden nacijferen. Wanneer iemand het tafelgesprek
van die drie monschen had afgeluisterd, zou hg do
zonderlinge opmerking hebben kunnen maken, dat
het uitsluitend over geld en nogmaals geld liep.
Het scheen wel, alsof ze door de groote rijkdommen
van anderen, dio ze zich voor den geest riepen,
i voor zich het recht wilden eischen om hun eigen
uitgaven gering te noemen, en er tevens den moed
I en de hoop uit te putten zelf ook eenmaal zulko
schatten te zullen verwerven.
t Defsky's oppasser verscheen stipt op het afge
sproken uur en spijtig doelde de luitenant mede,
dat hij inderdaad het piket bud. Toen zij vóór de