1900, N". 67. Zaterdag 9 Juni 8?le jaargang. Bij dit no. beïioort een bijvoegsel. Haar geheim De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo biuner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Inzending van advertentiën vóot* 2 uren op den dag der uitgave- De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel met r 10 et. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. GOES, 8 Juni 1900. De regeering acht het, zooals bleek uit een in ons vorig no. voorkomend bericht, haar plicht alsnog eene poging te doen om onverwijld eene Ongevallen-wet tot stand te brengen. Zij laat een ontwerp gereed maken, gebaseerd op dezelfde grond slagen als het door de Tweede Kamer aangonomene, maar door de Eerste verworpene. Daarin zullen echter zekere bevoegdheden worden toegekend aan de werkgevers, met betrekking tot de wijze, waarop zij aan hunne geldelijke verplichtingen jegens de rijksverzekeringsbank kunnen voldoen. Bovenstaande geeft in substantie de verklaring weer, die de minister Pierson namens bet geheele Kabinet in de Tweede Kamer aiiegde. »De regeering heeft getoond, zegt de N. R. Ct., een juisten blik te hebben op hetgeen 's lands be lang op dit oogenblik eischt. Persoonlijke gevoe ligheid hebben de ministers op zpde gezet voor het groote belang, dat hier op het spel staat. Zij hebben gezorgd de beteekenis van het gevallen votum niet te overdrijven en geen conflict te con- strueeren, dat, indien het werkelijk bestond, een oplossing al hoogst bezwaarlijk zou maken. Op het hooge doel, dat zij zich met de Ongevallen-wet stelden, blijft hun oog gevestigd hunnerzijds wil len zij alles doen om het, ondanks den ondervon den tegenspoed, zoo spoedig mogelijk te bereiken. »Met bijzonderen spoed" verklaart de regeering voornemens te zijn te handelen. Van harte steunen wij haar in haar plan. Geen poging om de mannen van de privaatrechtelijke regeling tegemoet te komen en dus het heele be ginsel van het regeeringsvoorstel overboord te werpen. Maar wel een volkomen gewettigd streven om een wet te maken, die, met handhaving van den publiekrechtelij kon grondslag van het verwor pen ontwerp, tegemoet komt aan de bezwaren, die èn de meerderheid der Eerste Kamer èn eigenlijk ook de meerderheid der Tweede Kamer had tegen het centraliseerend karakter van dit voorstel. Moge het de regeering gelukken eene formulee ring te vinden, die aan de bezwaren de beste op lossing geeft. En mogen dan de Kamers het nieuw in te dienen ontwerp behandelen met een spoed, die gewettigd is na de langdurige voorbereiding, welke de zaak thans reeds heeft ondergaan, en die het mogelijk maakt haar nog in het volgend zit tingjaar af te doen. De ongelukkige slachtoffers van den arbeid zullen, zoodoende, het meest ge baat worden." De Ned. Vrouwenbond ter internatio nale ontwapening heeft thans zijn verzook- schrift aan de bladen verzonden. Het zal' door de vrouwen van alle landen geteekend aan de Staats hoofden aangeboden worden. In het Nederlandsch luidt het verzoek »Aan Hare Majesteit de Koningin. Mevrouw Wij Nederlandsche vrouwen smcekeu Uwe Majesteit, op hetzelfde oogenblik dat in alle andere beschaafde landen de vrouwen haar Souve- rein een zelfde smeekschrift doen toekomen, niet langer te toeven met Hare bemiddeling aan Enge land aan te bieden, in overeenstemming met de 10 FETTILLETON. Vertelling van H. Oeiimke. (Uit hot Duitsch.) Ondanks de zekerheid echter, waarin Gabriele haar geheim gehuld waande, ondanks alle pogingen toch niet zoo dwaas te zijn, kon zij niet verhinderen, dat zij bij elk overgaan der schel opschrikte als een misdadige, dat zij bij eiken hoorbaren stap luisterde, alsof haar noodlot naderde, dat haar de verlossing uit al haar verdriet zou aankondigen steeds sneller klopte haar het hart en traan op traan viel op den brief, dien zijne moeder had gesehreven. Zou hij in de nabijheid van deze zijn geweest toen zij deze regels schreefzou zijn oog niet wellicht een sekonde lang op dit blaadje gerust hebben, dat zij als haren dierbaarsten schat wilde bewaren, een geheel lang, eenzaam leven door »Maar lieve, beste gravin, daar zit gij al weder te schreien," riep Steintje uit, die met een hoog rood gelaat uit de keuken kwam. »Mijn God, waar moet het heen, als gij u ook nog de oogen uitweent »Het was juist zulk een aandoenlijke plaats in de preek", hernam Gabriele, zich diep over het papier buigende, >van sterven en vergaan. Wat woudt ge Hebt gij onlangs ook niet geweend, toen ik u een gedeelte voorlas Oh, wat hebt gij artt. 1 en 3 van den lston titel der Haag^che Con ventie op 29 Juli 1899 door de gedelegeerden onzer Regeoring onderteekend, opdat een voor beide par tijen eervolle vrede gesloten worde, waarbij de onafhankelijkheid der beide Z.-Afrik. Republieken gewaarborgd worde." Den 25n Juni wordt de petitie aan H. M. toe gezonden. Zij, die teekenen willen, kunnen een exemplaar aanvragen bij mevrouw Waszklewicz, Stationsweg 83 te 's-Gravenhage. Bij Kon. besluit is aan Adr. Cornelisse, wed. J. Schipper, in leven rijksklerk ten kantore der directe belastingen en accijnzen te Goes, een pensioen verleend van f 138. Twee adressen zijn aan de Koningin gezonden door den gep. Ie luit. pi. adj. K. Schraver, te Rotterdam, en wel over een gezondheids belang bij kerkelijke ceremoniën. Het betreft de mogelijkheid dat ziekten worden overgebracht door bet wij water in de Katholieke kerken en door den beker, die in de Protestantscbe bij het Avondmaal rondgaat. Adressant herinnert, dat dr. A. E. Post, inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht in Gelderland en Utrecht, reeds in 1898 op dit gevaar van besmetting en op geschikte middelen ter voorkoming heeft gewezen. Daar aan deze wenschen tot dusver weinig gevolg is gegeven, verzocht de adressant de tusschenkomst van regeringswege om de katholieke geestelijkheid en de predikanten tot het nemen van voorzorgs maatregelen aan te sporen. Een nadere nota van wijziging in de bepa lingen betreffende het straffen en de strafrechts pleging ten aanzien van jeugdige personen, is door de regeering ingediend. Een die»* wijzigingen strekt om bij veroordeeling tot plaatsing in een tuchtschool, het beginsel van een proeftijd aan te nemen. Op de geschiedkundige tentoonstelling van het Ned. zeewezen zal één vertrek gewijd worden aan Michiel Adriaanszoon de Ruyter. Reeds zijn omstreeks negentig nummers hiervoor toegezegd. Hier zullen bijeenkomen 8 geschilderde en 14 gegraveerde portretten, alle uit de 17e eeuw voorts 13 gedenkpenningen, die op hem betrekking hebben. Een groote vitrine zal bevatten de sabel, den bijbel en de klok van den admiraalverder den gouden ketting, hem door de Staten aangeboden, zijn Michielsorde, zijn adelsbrieven, oorspronkelijke scheepsjournalen en tal van andere bijzonderheden, zooals het begrafenisbriefje enz. Voortdurend komen nog toezeggingen inzoo zullen ook het stoeltje, waarop De Ruyter aan boord zat, de kerkkroon door hem aan de kerk te Vlieland geschonken, zijn laatste brief aan zijne dochter, enz. tentoongesteld worden. Verzekering van werklieden. Wij vernemen dat het Bestuur der Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers dadelijk na de verwer ping der Ongevallenwet (eene verwerping, waarop die Vereeniging had aangedrongen) bijeen is ge komen om te bespreken of het nu niet wenschelijk zou zijn een collectieve en uniforme verzekering voor de bij de leden der Vereeniging werkzame (plm. hot warm Wat kookt gij van daag voor lekkers »Voor grootmama heb ik een fijn gerecht gereed gemaakt, maar voor de jonge gravin »Maar Steintje, laat toch dat verschrikkelijke gravin weg. Dat is zuivere spotternij. Gabriele ben ik. Weet gij dat nog altijd niet »Neem mij niet kwalijk, Gabrieltje. Wat ik zeg gen wilde, voor de grav. voor Gabrielle heb ik maar de Brusselsche spruitjes, die grootmama ook krijgt. Wil ik er nog een stukje reebout bij doen »Voor mij Dank u. Maar hebt gij ook voor u in de keuken gezorgd »0, wij zijn voorzien. Wij hebben daar al het soepvleesch. Dat is heel goed vleesch." »Dan eet ik ook van dat goede vleesch, als ik iets gebruik. Ik heb echter niet den geringsten eetlust". »Acb ja, het is God geklaagd. Het wordt maar altijd erger met u. Gij eet niet meer dan een vo geltje. In den laatsten tijd echter »Als ik weer dagelijks in de frissche lucht kom, zal het beter smaken. Tot aan de Louisestraat is het nog een heel eind verder dan vroeger. Gij zult wel aan den staat uwer huishouding merken, welk een honger ik dan meebrengDoch, daar wordt weer gescheld", riep de jonge dame verschrikt uit. Wacht Steintje, als er bezoek mocht komen laat mij dan zoo mogelijk buiten spel, verklap o'm Godswil niet, dat ik hier zit en schrijf." »Ik zal er voor zorgen. Waarschijnlijk is het maar de brievenbesteller of iemand, die iets vor- 60000) arbeiders tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen te organiseeren en dat wel ten aanzien der uitkeeringen op den voet als in het verworpen wets voorstel door de Regeering was bedoeld. Het bestuur heeft besloten in dien geest een voorstel aan de leden te doen en heolt uit zijn midden eene commissie benoemd, die de regeling zoo spoedig mogelijk zal ontwerpen. Deze commissie zal zich een deskundige voor advies in het technisch deel der regeling as- sumeeren. De bedoeling is, dat de bij de leden bestaande individueele regelingen te dezen opzichte bij aanneming vaD het voorstel in de algemeene regeling zullen worden opgelost. (Hand.) Het Handelsblad schrijft We hebben gisteren een bezoek gebracht aan dr. L e y d s den gezant der Zuid-Afrikaansche Republiek en vernamen van hem, dat niet alleen de oorlog geenszins uit is, maar dat er voor de Boeren geen bijzondere reden bestaat om de zaken zwart in te zien. Wat geschied is sedert de overgave van Cronjé moest gebeuren. Tusschen Bloemfontein en Pretoria, vertelde dr. Leyds ons, is geen enkele stelling aan te wijzen, waar het zwakkere Boerenleger met vrucht stand had kunnen houden tegen den over- machtigen vijand. Wel werd deze, hoe verder hij noordwaarts oprukte, steeds zwakker in zijn gevechts front, doordat afdeelingen moesten worden afge zonderd voor de bewaking der gemeenschapsliniën, maar Roberts' vechtleger bleef nog altijd sterk genoeg om de stellingen der Boeren op de flanken om te trekken. Onder deze omstandigheden was stand houden voor Pretoria onmogelijk. De Boeren aanvoerders konden niet anders doen dan het Brit- sebo leger zoo lang mogelijk ophouden, om uit de hoofdstad nog weg te voeren wat men in veiligheid wilde hebben. Er hebben ten opzichte van Protoria twee plannen bestaan, verklaarde dr. Leyds de stad te verdedigen of haar zonder tegenstand over te geven. In de lijn van het eerste plan lag het de stad to voorzien van sterke verdedigingswerken, waar voor inderdaad reeds groote bedragen zijn uitge geven. Maar de verdedigingswerken waren nog niet klaar, o. a. was de bewapening der forten niet ge reed. Waarschijnlijk heeft deze omstandigheid er zeer veel toe bijgedragen om per slot van rekening te doen besluiten het tweede plan te volgen. Daarbij kwam nog een omstandigheid in aanmerking. Wilde men Pretoria verdedigen, dan moest het vesting- geschut dat tot dusver in bet veld groote diensten heeft bewezen, naar de forten worden overgebracht. Een groot deel van het Boerenleger met de beste stukken geschut zouden in de stad worden opge sloten en lord Roberts zou langs zijn gemeenschaps liniën de handen veel meer vrij hebben gehad. Dit zou bezwaarlijk als een voordeel kunnen worden opgevat. Bovendien bestaat het moreele nadeel van de overgave van Pretoria voor de Boeren slechts in de verbeelding der Europeanen. Op de Engelsche soldaten zal de overgave een bemoedigenden indruk hebben, de Boeren laat zij vrij koud. De Boer in het algemeen geeft niets om een stad, hij is de man van het veld, op de ruime vlakte voelt hij zich thuis, dat is zijn land, dat hij met hart en ziel liefheeft. De hoofdstad is voor hem slechts de plaats, waar de kantoren zijn, geenszins het hart koopen wil". Nauwelijks was Steintje vertrokken of ook Ga brielle stond aan de deur. Met het oor aan het sleutelgat luisterde zij met ingehouden adem. Zij hoorde spreken het kwam nader een geritsel van kleederen een zachte welluidende vrouwenstem een geluid van deuren openen. i>7Aj is het", zuchtte Gabriele, terwijl zij beide handen op het kloppend hart drukte. »God in den hemel, hoe zal ik het doorstaan, haar zoo nabij te weten van waar verkrijg ik den moed haar onbevangen onder de oogon te treden Zij zette zich weder aan de schrijftafel, doopte de pen in den inkt en verdiepte zich in het ste nogram. Maar zij kon geen enkelen zin neerschrij ven. De kleine schrijfteekons bewogen zich als dansende poppetjes voor hare oogen, een vloed van tranen bedekte haar gelaat. De ijskoud ge worden vingers trilden zoo, dat een regen van inktspatten op het voor haar liggende schrift viel. Werktuigelijk nam zij een nieuw blad en schreef den laatsten volzin nog eenmaal af»Jezus Christus slaat met do roede der smart, maar hij zwaait ook met den staf der zachtmoedigheid. In het donkere tranendal, in den duisteren nacht dor sraarte daalt do troostrijke gedachte in de versagende ziel neder het is de Hoer, die mij geleidt. En zoo gij ge huld zijt in nacht en verschrikking, bevangen door de plaag des twijfels, dan weet gij dat het weer dag, licht en klaarheid wordt, en iu dit. bewustzijn wandelt gij uwen weg zonder te vertwijfelen, zonder van het land, niet wat Parijs is voor Frankrijk. Is Pretoria door de Engelschen bezet, wel dan worden de kantoren naar elders vorplaatst, de Boer ziet daar niets in. »Neen, de oorlog is niet uit", herhaalde dr. Leyds nog eens aan het eind van het onderhoud. De oorlog is alleen van karakter veranderd. Om lord Roberts leger zwermen nu kleine bewegelijke Boerentroepen, die overal zijn en nergens, die plotse ling verschijnen als ze meenen een voordeeltje te kunnen behalen en niet meer zjjn te vinden, zoodra de Britsche troepen tegen hen optrekken. De gue- rilla-benden hebben hun tegenwoordigheid reeds doen gevoelen. Natuurlijk kunnen zij niet zulke groote slagen slaan, als wij in het begin van den oorlog aanschouwden, maar daarom behoeven de kansen nog niet verloren te zijn. Slechts wanneer lord Roberts erin slaagt alle Boeren te drijven naar het district Lijdenburg en daar op te sluiten, zou men gerechtigd zijn, den toestand duister in te zien, maar daarop bestaat heel weinig kans. Op zeer scherpe wijze wordt., vooral in de Fransche pers, critiek uitgeoefend op den oorlog, die door Engeland is in het leven geroepen. In de Echo de Paris zegt H. D. De Boeren heb ben op schitterende wijze hun levenskracht, hun gematigdheid en hun doodsverachting, hun deug den als familieleden, hun liefde voor de vrijheid en voor hun land en bovendien een buitengewone be schaving getoond. Het Angel-Saksische ras is eveneens een edel en sterk ras. Het is van dezelfde familie, van dezelfde levenskracht, en van denzelfden godsdienst. Maar juist hierdoor is deze oorlog te afschuwelijker ge worden. Het was een strijd tegen een geweldadigde massa, die een voortreffelijk volk verpletterde, een groote hoeveelheid van ruw geweld, die een der meest treffende bewijzen van do inensehelijko deugd, die men in de geschiedenis vindt, uitroeide. Het is de civilisatie van de menschheid, die in Trans vaal is vertrapt. Ziehier de waarheid, die alle sophismen der eco nomisten tart. De Boeren zijn op dit oogenblik overwonnen, wij weten niet in welken toestand zij zich bevinden en wat er van hen wordon zal. Hun toekomst is als in een donkere wolk verborgen, maar zij zijn niet overwonnen door den oorlog. Was dit een oorlog Neen tochDeze oorlog der Engelschen, bijgenaamd de Khaki-oorlog een naam, dien hij zal blijven behouden iu de geschie denis is ontbloot van alles wat oorlogen tus schen mannen met zich brengt. In plaats van zich in purper en goud te klceden voor de tragedie, hebben zij zich in stof en mod der gehuld als vrijbuiters. In plaats van zich te kleeden voor de glorie, hebben zij zich vrijwillig van glans ontbloot voor den diefstal. Ik maak een onderscheid tusschen de particuliere handelingen, die den oorlog beteekenen voor den een, en anderzijds tusschen de soldaten van Roberts, tusschen gevaren en oorlogswerktuigen voor den een en voor den ander. In het geheel samenvattend is er geen kunst bij, behalve die voortdurende beweging, waarmede 200,000 menschen tegen 30,000 optrekken, geen enkel gevaar voor Engeland, geen enkel toeval, bezorgdheid, gesteund door het vaste vertrouwen, dat uw pelgrimstocht op aarde slechts de brug is naar die oorden, waar eeuwige klaarheid, eeuwig licht, eeuwige liefde u wachten »Gelukkig zij, die de brug over zijn," zuchtte Gabriele. »Hoe lang en vermoeiend is de weg Zij begon echter te verkeeren in een toestand van rust, die hare droefheid deed bedaren een stil wegschemeren, een onbewust zich schikken, zij verdiepte zich in haren arbeid tot Steintje haar weer opschrikte. »Ik wilde u maar zeggen, dat er werkelijk be zoek gekomen is, lief bezoek. En grootmama heelt er zich over verheugdik heb haar de tranen moeten afdrogen. Een schoone goedige damezij ziet er nog in het geheel niet uit als een tijdge- noote uit de jeugd van grootmama. Nu zitteD zij bij elkaar neem mij de uitdrukking niet kwa lijk als een verliefd paar en zij vertellen van vroegere schoone tijden! Maar of Gabrieltje uit de voeten zal kunnen blijven, weet ik werkelijk niet. Het eerste dat de gravin vroeg was wie haar toch dien brief geschreven had. En toen moest grootmama vertellen van al hare treurige onder vindingen en dat gravin Gabriele slechts bare cenige vreugde was gebleven »Het is goed, Steintje." Meer kon bet jonge meisje niet uitbrengen. »Ik boorde ook nog boe grootmama n ro nude en zeide, dat gravinnetje zoo attent was en toen vertelde zij van de pree ken

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1