1900. N°. 64. Donderdag 31 Mei. 87sle jaargang. PUBLICATIE. OPROEPING. MILICIENS-VERLOFGANGERS. 7 FEUILLETON. Haar geheim GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. De BURGEMEESTER van GOES maakt bekend: dat ter gelegenheid van de feesten te Goes, te hou den op 4 Juni a. s., de herbergen kunnen geopend blijven tot 2 uur 's nachts en dat het geoorloofd is dien dag in die inrichtingen, danspartijen te geven en muziek te maken, onder uitdrukkelijke voorwaarde evenwel dat zoodra er ongeregeldheden voorvallen de vergunning onmiddellijk door de politie kan worden ingetrokken. Goes, 29 Juni 1900. De Burgemeester voornoemd, W E S S E L I N K. Bij K. B. van 9 April 1900 no. 29 is bepaald, dat zullen worden opgeroepen, om in den wapen handel te worden geoefend, do navolgende der lichtingen 1896, 1897 en 1898. Yau het 8e Regiment Infanterie te Middelburg, van 20 Augustus tot en met 18 September Job Jobse, Marinus Dalebout, Marinus van de Rafelaar, Jan Carel Pilaar, Hendrikus Schrijver, Marinus Weststrate, Johannis de Jonge, Pieter Anthonie van Gorp, Cornelis Wossel, Cornelis Hol- lestelle en Mattheu van de Velde. te Bergen op Zoom, van 20 Augustus tot en met 18 September Hubrecht Schrijver Yan de Genietroepen te Utrecht, Marinus Adriaanse. Zij worden opgeroepen om des namiddags vóór 4 uren tegenwoordig te zijn bij bun corps, wer- waarts zij zich rechtstreeks moeten begeven. Hij die niet aan die oproeping voldoet, wordt als deser teur behandeld, en hij, die niet op den bestemden tijd onder de wapens komt of niet voortdurend aan de oefening deelneemt of wel achterlijk blijft in het aanleeren van den wapenhandel, wordt zooveel langer onder de wapenen gehouden als de com mandant noodig acht. Goes, 30 Mei 1900. De Burgemeester van Goes, WESSELINK. GOES, 30 Mei 1900. De Regeering heeft een wetsontwerp ingediend tot herziening der Drankwet. Reeds meermalen, zegt de Regeering in de Mem. van Toelichting, is gewezen op de noodzakelijkheid van voorziening in den toestand, die met 1 Mei 1901 zal aanbreken. Bij het tot stand komen van de Drankwet in 1881 stond het bij iedereen vast, dat alle vergunningen, die vóór 1 Mei 1901 van hen, die in de daarin vermelde lokaliteiten op 1 Mei 1881 zonder strijd met de wet of verordeningen sterken drank verkochten, in andere handen zouden over gaan met 1 Mei 1901 kwamen te vervallen. Minister Modderman zeide bij do behandeling dat de bedoe ling was dat het recht gedurende de twintig eerste jaren een zakelijk karakter zal bezitten en dat na afloop van die 20 jaren niemand eenig recht heeft dan die den len Mei 1881 het bedrijf uitoefende. Vertelling van H. Oehmke. (Uit het Duitsch.) »Wacht gij al vroeg een zachte meisjesstem. Een hooge slanke gestalte schreed over den drem pel, schudde de sneeuwvlokken af en ontdeed de kleine voeten van de overschoenen. Met moederlijke teederheid zag Steintje in het door het trappen klimmen zacht rood gekleurde gelaat, waarvan de bekoorlijkheid onder den op geslagen crópen sluier dubbel schitterend uitkwam. Haastig hing zij hoed en mantel op den standaard en draaide het licht wat op. »Hoe gaat het met grootmama »Och, gravin, het is altijd het oude liedje," klaagde Steintje, terwijl zjj de kleederen der jonge dame afborstelde. »Ik vrees, dat het onmogelijk is ons geheim op den duur te bewaren, en toch, wanneer mevrouw de gravin er eenig idéé van had dat de jonge gravin Gabriele Sternfels Thalrode Deze bedoeling is echter eenigszins onduidelijk in de wet neergelegd. In elk geval is het wenschelijk, zegt de Regee ring, een strijdvraag over dat punt te voorkomen, en dan ligt het voor de hand zulks te doen door duidelijk in de wet zelve uit te drukken hetgeen van den aanvang M" onmiskenbaar de bedoeling is geweest, d. w. z. dat de sedert 1881 overeenkomstig art. 26, verleende vergunningen niet langer dan tot 1 Mei 1901 zullen geacht worden verlengd te zijn. Indien met 1 Mei 1901 alle vergunningen sedert 1881 aan anderen verleend dan aan hen, die op 1 Mei 1881 het bedrijf rechtmatig uitoefenden, zullen op houden te gelden, zal op dat tijdstip in bijna elke gemeente het aantal vergunningen beneden het maxi mum zijn gedaald, omdat in den loop van 20 jaren een zeer groot aantal lokaliteiten van eigenaar, althans van gebruiker, is veranderd. Uit den aard der zaak is alsdan een stroom van verzoekschriften om vergunning te wachten, veel grooter dan art. 2 eerste lid der drankwet toelaat in te willigen. Daarmede zal dus de moeilijkheid rijzen aan wie de beschikbare vergunningen te verleenen en aan wie die op grond van het inmiddels weder bereiken van het maximum te weigeren. Het schijnt daarom de plicht van den wetgever vaste regelen te dezen aanzien te stellen. Oude vergunninghouders (die tot 1 Mei 1901 vergunning hebben) zullen nu zich boven andere aanvragers voor een nieuwe vergunning in aanmerking kunnen doen komen, door indiening van een verzoekschrift voor 1 Maart 1901. De hier toe gekende voorrang geldt alleen voor de lokaliteiten, waarin de aanvrager reeds het bedrijf uitoefent op 1 Januari 1901. Zij moeten zich dan voor een nieuwe vergunning eenige opoffering getroosten. Deze bestaat in de betaling van een zeker bedrag ineens, boven het gewone vergunningsrechtHet stellen van een minimum is echter raadzaam bij, die daar beneden blijft, deelt dus niet in den voorrang. Opgemerkt wordt hierbjj, dat niet de absolute, maar de relatieve belangrijkheid van het aangeboden be drag zal beslissen. Aan hen, die hun tegenwoordige vergunning met 1 Mei 1901 zien vervallen op grond van het verstrijken van het 20jarig tijdvak, waarvoor hun een recht op vergunniug was gewaar borgd en niet behooren tot degenen, aan wie een der beschikbaar gekomen vergunningen is verleend, hoewel zij daarom hadden verzocht onder aanbieding van het bepaalde minimumbedrag of meer, wordt toegestaan een schadeloosstelling te vragen uit de door nieuwe vergunninghouders opgebrachte gelden. Hjj, die niet opnieuw vergunning vroeg onder aan bieding van zeker bedrag, kan niet voor schade loosstelling in aanmerking komen. Aan een alge- meenen maatregel van bestuur wordt voorbehouden de toekenning van die schadeloosstelling te regelen. Als in een gemeente een zeer aanzienlijk bedrag mocht zijn gestort, behoeft dit niet geheel voor die schadeloosstellingen in diezelfde gemeente te worden gebruikt. Nieuwe bepalingen zijn in de eerste plaats het brengen van het aantal liters, waarvan verkoop zon der verguoniHg is toegestaan, van 2 op 5. Ten behoeve van slijterijen wordt voorgesteld te veroorloven den verkoop in deze lokaliteiten op den bestaanden voet, dus bij hoeveelheden van ten minste 2 liter, voorloopig voort te zetten, zonder vergun ning. Ter vermijding van een plotselinge toeneming van dergelijke slijterijen wordt echter voor deze vrijgevigheid de voorwaarde gesteld van verkoop reeds op 1 October 1900, welke de belanghebbende desgevorderd zal hebben te bewijzen. In de tweede plaats zal wie op Zondag wil tappen werkte, geld verdiende ik geloof, dat do schande haar zou dooden. Laten wij daarom volhouden het voor haar te verbergen." Steintje gaf haar jonge meesteres een paar schoone manchetten en een wit linnen kraagje, het eenige versiersel op het eenvoudige zwarte kleed. »Dat moeten wij, Steintje", hernam Gabriele kort en beslist. »De zaak is dat wij moeten leven en dat wij met de rente, die slechts in grootmama's verbeelding bestaat, hot niet ver brengen kunnen. Als ik niets verdien moeten wij verhongeren in deze reuzenstad, waar de een den ander onver schillig voorbij gaat. Laat grootmama maar zeggen, dat ze mij voor genotzuchtig, egoïstisch houdt dat is niet het hardste, dat ik dragen moet. Veel erger is de boodschap, die ik breng, Steintjemijn goede betrekking ik heb ze niet meer." »Och, lieve hemel, hoe komt dat toch Ik kan dat zoo in- eens niet zeggen, goede oude, maar beschouw het niet als zoo heel erg. Ik ben vol goeden moed. Met de kundigheden, die ik dit jaar heb opgedaan, zal het mij niet zoo moeielijk vallen als de eerste maal om een betrekking te krijgen. Wanneer mjjn gedwongen vacantie niet te lang duurt, kunnen wij het wel uithouden, niet een met 25 pet. verhoogd vergunningsrecht moeten betalen. Als regel geldt voorts, dat niet mag getapt worden na tien uur 's avonds en voor 7 uur 's mor gens. Verkoop in het klein én op Zondag èn in de late avond- of de vroege morgenuren brengt dus een verhooging van het vergunningsrecht van 50 pet. mede. Onafhankelijk van de inzichten en het initiatief van Gemeenteraden, kunnen naar het ontwerp voor het geheele Rijk bij algemeenen bestuursmaatregel geldende algemeen» voorschriften worden gegeven omtrent de sluiting van voor het publiek toeganke lijke lokaliteiten met vergunning en omtrent de tijdelijke staking alleen van den kleinhandel in sterkedrank in die lokaliteiten, bij gelegenheid van lotingen voor de nationale militie. Geen sterkedrank mag worden geschonken in plaatsen waar arbeidsloon en plegen te worden uit betaald. Voorts wordt vastgesteld op eene voor belang hebbenden niet bezwarende wijze zelfs zonder hen in hun beurs te treffen, om den drankverkoop in logementen aan logeergasten ODder controle te brengen. Nog wordt in het algemeen aangenomen, dat bij verbouwing of herbouw van bestaande lokaliteiten de vergunning kan blijven voortbestaan, mits zij des noodig wordt gewijzigd of aangevuld, wat de ver melding betreft der lokaliteiten, waarvoor zij geldt. De strafbepalingen zijn hier en daar verscherpt. Begrijpen wij de niet al te heldere voorstelling ten opzichte van de voornaamste quaestie wèl, dan zal dus het voorschrift der wet gehandhaafd blij ven, dat alle na 1 Mei 1881 overgegane ver gunningen op 1 Mei 1901 vervallen ook blijft hel. bij de wet bepaalde maximum van kracht. Doordien echter de meeste vergunningen sinds 1 Mei 1881 in andere handen zijn overgegaan, zal het overblijvende aantal beneden dat maximum da len on kunnen er dus weder een aantal nieuwe vergunningen, tot aan het maximum, worden uit gegeven. Hiervoor komen de af vallenden het eerst in aanmerking, maar zij zullen daartoe een verzoek moeten indienen, onder de voorwaarden als hierboven aangegeven, dus met aanbod van een zeker bedrag ineens boven het gewone vergunnings recht. De bepaling daarbij, dat niet met de absolute, maar met de relatieve belangrijkheid van dat aan geboden bedrag rekening zal worden gehouden, kan niet anders beteekenen dan dat niet in de eer ste plaats de hoogstbiedenden de beschikbare ver gunningen krijgen, maar dat in aanmerking zullen genomen worden de aard of de omstandigheden der drankgelegenheid, waarvoor de vergunning gevraagd wordt, of wellicht ook dat de een gemakkelijker in staat zal zijn een hoog bedrag te bieden dan de ander. Yoor hen, die hierin te heslissen zullen heb ben, geen gemakkelijke taak, dunkt ons De aanvragers, voor wie geen vergunning be schikbaar zal blijken, zullen uit de door de anderen te storten bedragen eene schadeloosstelling ont vangen. De Arnh. Ct. schrijft Nude militaire wetten Woensdag (heden) in de afdeelingen der Tweede Kamer zullen worden onderzocht, is de vraag actueel of er in de loopende vierjarige compagne nog iets van zal terecht komen. Met zekerheid kan daaromtrent uiteraard niets worden voorspeld, al mag geconstateerd, dat er van eenigerlei ongezindheid om met dit Ministerie het militaire vraagstuk tot eene bevredigende op lossing te brengen, niets gebleken is. Zelfs zou het waar, Steintje Grootmama wordt opgepast en heeft hare geriefelijkheden even goed als vroeger thuis eu wij beiden zij strekte de oude dienstmaagd hare slanke handen toe wjj hebben ons werk en dat is toch ook wat waard. Het bewaart voor muizenissen en voor veel tobberij. Maar wat scheelt er, Steintje De dienstmaagd had zich over de zachte handen gebogen en vóór de gravin het kon verhinderen, ze met hare lippen aangeraakt. »En zelfs tranen Goede ziel, wat scheelt u toch Steintje zuchtte een paar malen voor zij ant woordde »Ack, Gabriele, dierbare gravin, vergeef mij. Maar wanneer ik zoo achter mijn kookpannen sta en mij dan voorstel hoe die kleine zachte vingers zich den ganschen dag moeten pijnigen, die teedere voetjes over de vuile straten moeten trippelen den eenen dag na den anderen geene ontspanning, geene afwisseling, niets, dat zulk een jong wezen genoegen verschaft en dan nog te moeten aan- hooren dat de gravin onhartelijk is en alleen genot zoekt »Stoor u daar niet aan, Steintje, er zullen wel weer betere dagen komen. Wij zijn nog maar aan voor de meeste politieke partijen een hoele rust zijn, zoo men bij de nieuwe verkiezingen zich met den weerplicht en wat daarmee samenhangt het hoofd niet te breken had. Bestaat er eenig uitzicht op afdoening In de tegenwoordige zitting natuurlek niet. Naar toch vrij algemeen verluidt, gaat de Kamer einde Juni uiteen om tot September van de haar gegunde rust te genieten. Van de laatste zitting in dit vierjarig tijdvak is het najaar al zoo goed als vergeven aan de kieswet en den begrootingsarbeid, zoodat pas in 1901 met de openbare beraadslaging in de Tweede Kamer zou kunnen worden aangevangen. Kort dag alzoo. Toch zou er heelemaal geen vrees voor uitstel en afstel behoeven te bestaan, bijaldien na het winterreces dadelijk met de leger wetten c. a. be gonnen wierd, doch het is bekend genoeg, dat de commissie van voorbereiding voor de Woningwet hard werkt en aan deze hoogst gewichtige en brood- noodige hervorming gaarne de prioriteit zou toe gekend zien, om van de Drankwet en de Rusttijden- wet niet eens te spreken. Gesteld echter dat alles méeloopt en Eland's voorstellen in de volgende lente op do agenda komen, dan zal het dus af hangen van den tijd, welken de Kamer, met het oog op de algemeene verkiezingen in Juni, bijeen kan blijven. De Standaard schrijft, dat in een jaar met alge meene verkiezingen »gemeenlijk" niet langer dan tot half April gewerkt wordt, zoodat in dat geval de kans, de militaire wetten in het Staatsblad te krijgen, al heel gering zou wezen. Het komt ons echter yoor, dat, wanneer de ernstige wil tot afdoening bij het Parlement bestaat, de werktijd zonder bezwaar tot midden Mei kan worden uitgedijd. De Kamerleden behouden dan nog een goede maand om aan de voorbereiding der verkie zingen, desgewenscht, een werkzaam aandeel te nemen en kunnen dan welgemeend den boer opgaan om hun politieke hart te luchten. We willen maar zeggen, dat er nog allerminst reden is om te vreezen, dat de Minister Eland slechts voor het archief gewerkt heeftWhere there is a will there is a wag. Borsele. Behalve de benoeming van een dijk graaf en een gezworene werd Maandag in de vergadering van ingelanden van den polder B o r s e 1 e ook behandeld een voorstel van het bestuur om eenige wegen door bezanding te ver beteren en daarvoor gedurende zes jaren een bedrag van f 0.20 per hectare 'sjaars vast te stellen. Met groote meerderheid van stemmen besloot de ver gadering zich met het voorstel te vereenigen. Hoedekenskerke. In de jl. Maandag gehou den vergadering van ingelanden van het Water schap Hoedekenskerke, waar, onder do te behandelen zaken, ook voorkwam het opmaken van een voordracht ter benoeming van een gezworene in de plaats van dhr. C. Boonman Dz., wegens zijne benoeming tot dijkgraaf, zijn de na volgende personen op die voordracht geplaatst 1. J. van der Linde, 2. M. G. Verbeek en 3. C. Boogaard. Met ingang van I Juni is overgeplaatst van Rotterdam naar Terneuzen de klerk der postergen en telegrafie mej. C. P. van Schelven. (M. Ct.) Kolijnsplaata De vergadering der afd. »Noord- Beveland" van de Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland werd Maandag- het begin. Als ik maar eerst zooveel geld verdien, dat ik voor grootmama geschikt een wagen huren kan, opdat zij meer afwisseling heeft. Maar wij staan hier te babbelen, Steintje," vermaande de jonge dame, terwijl zij den onderzoekenden blik der oude ontweek. Het is wel wonder, dat groot mama nog niet schelde. Is alles al gereed »Zeker, als u mevrouw maar wilt halen. Jk ga terstond de soep opdoen." Statig als wachtte haar een uitgelezen gezelschap, kwam de oude gravin de eetkamer binnen, liet zich in den armstoel neer, en sprak met. een luide, heldere stem het tafelgebed uit. Gabriele zat tegenover haar. Het licht der over dekte lamp viel op haar blonde lokken en op haar eenvoudig, zwart wollen kleed, dat hare schoone jeugdige gestalte nauw omsloot. Zij gebruikte slechts een eenvoudig maal, dat alleen uit groente bestond. Voor de oude dame was echter een volledig diné gereed gemaakt, dat zij langzaam en met de gewone pauzen gebruikte. Haar grootmoeder zoo weinig mogelijk in hare gewoonten en behoeften beperkt te zien, was de levenstaak, die de jonge gravin zich had gesteld. Inderdaad de bedienden en koks bestonden nog

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1