1900. N°. 42.
Zaterdag 7 April.
87ste jaargang.
Bij dit no. bekoort een bijvoegsel.
FEUILLETON.
Onder de Boerenvlag.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóop 2 uren op den dag dep
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 6 April 1900.
Volgens het voorloopig verslag over het ont
werp tot wijziging van art. 243 Gemeentewet
kwamen verscheidene leden op tegen het voorstel
tot weglating van den laatsten volzin van dit artikel,
wa&rby kleine afwijkingen van den regel zijn ge
oorloofd, wanneer de bestaande verordening of bij
zondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Zij achten behoud van die bepaling hoogst wen-
schtlijk, opdat bij de uitvoering der wet met be
staande toestanden rekening kunne gehouden worden.
Het Vaderland noemt het voorloopig verslag eene
staalkaart van meeningen, waaruit volstrekt niet
op te maken is, hoe de meerderheid er over denkt.
Stippen wij aan, zegt het blad, dat verscheidene"
leden den gemeente-wetgever geheel zouden willen
weglaten, en dat van de voorstanders van het stelsel
der Regeering »zeer vele" leden de grens van het
zevenvoud van de kleinste som, welke voor nood
zakelijk levensonderhoud wordt afgetrokken, om de
stgging van het percentage te doen ophouden, veel
te laag vonden. Eindeljjk, dat men algemeen van
oordeel was, dat de termijn voor het vervallen der
bestaande verordeningen later moet gesteld worden
dan 1 Januari 1901.
In de Woensdagavond door hot Zeeuwsch
genootschap der wetensch appen ge
houden algemeeno vergadering zijn tot leden o. a.
benoemd
Te Middelburg de beeren A. Butner, eerstaan
wezend officier van gezondheid, mr. J. J. Heyse,
advocaat-procureur, N. M. de Ligt, predikant bg
de Ned. Herv, gemeente, en mr. A. A. de Veer,
advocaat-procureur, lid van den gemeenteraad en
van de Provinciale Staten
in Zeeland, (buiten Middelburg) de keeren L.
van Bruggen, leeraar aan de H. B. school, arr.
schoolopziener en gemeente-archivaris, te Goes, en
J. N. Elenbaas, burgemeester en secretaris van
Krabbendijke.
In plaats van den beer dr. J. C. de Man, die
als voorzitter aan de beurt van aftreding was en
niet herkiesbaar is, werd benoemd de heer dr. J. O.
Voegler, terwijl de secretaris, de heer mr. W.
Polman Kruseman, die wel herkiesbaar was, werd
herbenoemd.
In plaats van den heer dr. J. G. Voegler werd
als bestuurslid benoemd de beer dr. R. Bijlsma en
in plaats van den heer dr. H. Japikse, die moest
aftreden en niet herkiesbaar was, de heer J. A.
Frederiks. (M. Ct.)
Naar wy vernemen, is dezer dagen het wetsont
werp betreffende de organisatie der land
weer, waarbij uitvoering gegeven wordt aan de
desbetreffende bepalingen in het ontwerp-leger-
organisatie, hetwelk in hot najaar van 1899 bij de
Kamer werd ingediend, ter onderzoek bij den Raad
van State ingekomen. (Amk. Ct)
Ook met het oog op de quarantaine, die de
Fransche Regeering vordert van het vee, dat aan
Pit Thorn was met Nathaniël naar de bedding
van de Vaal-rivier gereden. Na eenige uren hield
hg stil, terwijl zij zich naar den oever der rivier
in de schaduw begaven. Hier was een bron, die
hg spoedig had gevonden. Een daarover gelegde
rotsplaat beschutte het kostbaar nat tusschen de
rotsen tegen de zonnestralen. Hij schoof de plaat
weg en liet aan een touw een lederen emmer in
de diepte dalen. Gevuld haalde hij hem weder
naar boven en gaf de paarden, die door don vluggen
rit zeek vermoeid waren, te drinken. Vervolgens
beproefde hij den koffer open te maken, doch deze
was zoo stevig vervaardigd, dat hij elke proef weer
stond. Verscheidene uren had hij met Nathaniël
gemarteld en nog altyd wilde het slot niet open
gaan, toen hij een. laatste middel aangreep en zyn
buks dicht tegen het slot houdende, dit door een
schot verpletterde. Nu stond hij eindelijk voor de
onthulde geheimen van den Engelschman. Hij nam
de papieren, die bovenop lagen, er uit en bözag ze
met toenemende verwondering. Kromme lijnen,
punten, strepen waren op geheimvolle wjjze daarop
geteekond. Hij zocht verder en vond teekeningen,
die er als landkaarten uitzagen en van getallen en
letters voorzien waren. Daarna vond hij een menigte
gedrukte kaarten van Oranje-Vry staat en Transvaal,
waarop veel gesehreven en aangeteokend was. Ver
volgens haalde hij een notitie-boekje voor den
dag, dat helaas in het Engelsch was geschreven
de tentoonstelling zal mededingen is, naar het
Friescli Weekblad mededeelt, besloten, om uit
Friesland geen ros naar Parjjs te zenden.
Aan Central JVeius wordt uit Hamburg ge
seind dat, volgens vertrouwbare bron, Keizer
Wilhelm een telegram van rouwbeklag
naar Pretoria heeft gezonden, naar aanleiding van
den dood van generaal Joubert, door bemid
deling van dr. Leyds, Keizer Wilhelm achtte Jou
bert zeer hoog.
Aanslag op het leven van den
prins van Wales.
Een telegram uit Brussel van 4 April meldt
De prins van Wales kwam om 5 uur 35 uit Oatende
aan de Gare du Nord alhier aan. Op het oogenblik
dat de trein het station weer verliet klom iemand
op de treeplank en loste een schot uit een zak-
revolver in de coupé, waarin de prins zich bevond,
doch zonder iemand te raken. De dader is gearres
teerd. Hij heet, volgens nader bericht, Sipido en
is blikslager, wonende te St. Gilles bij Brussel.
De prinses van Wales vergezelde den prins. Na
de arrestatie ondervroeg een inspecteur den dader,
die verklaarde, dat hij den prins had willen dooden,
geen berouw van zgn daad had en bereid was om
opnieuw te beginnen, als hij kon.
In verband met dezen aanslag op het leven van
den prins, die met zgn echtgenoote op weg was
naar Kopenhagen, waar zij tot na Paschen de gas
ten zouden zijn van de Koninklijke familie, kan,
zegt het Handelsblad, gewezen worden op een vredes-
meeting, welke Dinsdagavond in den Vlaamscben
schouwburg te Brussel werd gehouden. De verga
dering was belegd door een groep Brusselsche so
cialisten, »La jeune garde". De heer Volkaert opende
de zeer druk bezochte bijeenkomst met een kort
overzicht van do mislukte pogingen tot arbitrage.
Daarop liet hij de volgende woorden volgen »Het
is dus aan de volkeren om te protesteeren. De prins
Von Wales zal morgen door België reizen het is
noodig, dat hij wete, dat het Belgische volk voor
stander is van den vrede."
Niet geheel onwaarschijnlijk is het, dat deze taal
den een of anderen dweper tot zijn betreurens
waardige daad heeft gedreven.
De Engelscbe bladen van gisteren bevatten na
tuurlijk allerlei beschouwingen over den aanslag.
Grootendeels erkennen zij dat het Belgische volk
niet aansprakelijk is voor de euveldaad van een
verbjjsterd jongmensch, terwijl koning Leopold den
Belgischen gezant te Londen reeds opgedragen heeft,
Salisbury de verzekering over te brengen van 's ko-
nings leedwezen over den aanslag, met zgn geluk-
wenscken voor den goeden afloop.
Toch laten de voornaamste bladen niet natebe-
toogen dat zulk een anarchistische aanslag het na
tuurlijke gevolg is van de verbittering, die sedert
lang in België beerscht tegen de Engelschen, waarby
de Times in 't bijzonder opmerkt dat Leyds de aan
stoker daarvan is. liet blad geeft den hoogst ge
plaatsten Engelschen den wenk dat zij wellicht voor
zichtiger zouden handelen, en tevens meer in over
eenstemming met hun waardigheid, als zjj zich
en daar Nathaniël wel Engelsch kon spreken maar
niet lezen, kon deze hem niets mededeelen, dan
eenige honderden alfabetisch geordende namen. Bg
nader onderzoek zag hg dat het alle namen van
bekende Boeren waren, zelfs de naam van den ouden
Oom Jacobs vond hij er onder. Hetgeen er echter
op geschreven was, kon hg niet ontcijferen. Ton
laatste vond hg een zwaar stalen kistjeofschoon
hij ook hier alles beproefde om bet te openen,
wederstond het eiken aanval. Bij dezen arboid was
de dag vervlogen en de nacht aangebroken. Van
bijeenvergaard hout had Nathaniël een vuur aan
gestoken en zij legden zich daarbij neer om van
de vermoeienissen van den dag wat uit te rusten,
alvorens zij hun weg vervolgdon.
Pit Thom had alles weer in den koffer gepakt
en hein met een lederen riem dicbt gebonden. Uit
een kleinen lederen zak had hij mondvoorraad
genomen en die met Nathaniël gedeeld.
Plotseling legde de zwarte zijn oor aan den grond
en maakte zwijgend een veel beteekenende bewe
ging met de armen. Ook Pit Thom luisterde en
duidelijk hoorde hij van de zijde der rivier karren
en het geroep van Kaffers. Mot een vlugge bewe
ging wierp hij den deken, waarop hij lag, over
het vuur en verstikte het. Daarna kroop hij raet
Nathaniël naar den oever en na weinige minuten
zagen zg in den maneschgn een trekwagen naderen,
die door twee ruiters werd gevolgd.
Nu hoorde Pit Thom hoe een bevelvoerende
vrouwenstem den Kaffers toeriep zich te haasten
aan de bron te komen om daar dei nacht door te
brengen. Een Kaffer liep hierop al zoekend heen
en weer, bleef toen onder een luiden roep staan
voortaan niet blootstelden aan dergelijke gebeur
lijkheden. (Deze wenk is practiscker dan de aan
tijging omtrent dhr. Leyds. Het is voor vorstelijke
personen als de prins van Wales beter stilletjes in
hun eigen land te blijven. Daarbuiten zgn ze in
't geheel niot veilig.)
Lord George Hamilton zeide in een redevoering,
te Acton gehouden, over den aanslag te Brussel
het volgendeIndien men zoeken moet naar de
oorzaak van den lagen aanslag op het leven van
don vermoedelijken troonopvolger, moeten wg ons
herinneren, dat Brussel het hoofdbureau is geweest
van die leugensfabriek, waarvan dr. Leyds de di
recteur is.
De N. R. Ct. zegt hiervan
»Dat men in Engeland dien aanslag zou exploi-
teeren om de Boeren en hun vrienden in een hate
lijk, en den prins van Wales en zgn volk in een
fraai licht te zetten, kon men verwachten dat mag
de prins en zgn volk er wel van hebben. Maar dat
een van Hr. Ms. ministers voor >een gemeenen
aanslag op het leven van den troonopvolger" kort
en goed dr. Leyds verantwoordelijk stelt, is ver
bijsterend. Wij voor ons zgn van oordeel, dat, als
Sipido voor zijn daad aansprakelijk mag worden
gehouden (aangenomen dus dat kg niet in krank
zinnigheid handelde), zijü misdrijf zedolgk minder
erg is dan de laster van Lord George Hamilton."
In de Belgische Kamer protesteerde de voorzitter
zoowel als Defavereau, minister van binnenlandsche
zaken, en Woeste, krachtig tegen den aanslag. De
kk. Vande velde en Lorand stemden met die af
keuring in, maar teekenden toch ook krachtig
verzet aan tegen den schandelijken oorlog, door de
Engelschen tegen eon vrij volk gevoerd. De socialist
Furnemont riep Leve de Boeren
Van bepaald deelnemende verontwaardiging hoort
men niets.
Omtrent den dader verneemt men nog dat het
is een 15jarige jongen. Hij gaat algemeen door voor
een zachtzinnig en gewillig jonkman, en de ouders
zijn oppassende lieden, die hevig ontsteld waren,
toen zij vernamen dat hun zoon een moord had
willen plegen. Omtrent de reden van zgn daad ver
klaarde Jean Baptista Sipido (zoo keet| de jongen)
in goed Fransch het volgende. Hij had al lang bg
zichzelf gezegd dat de mannen, die uit eerzucht een
oorlog hadden ontketend en zooveel menschenlevens
opofferden, straf verdienden. Toen hij nu hoorde
dat de prins van Wales Brussel langs zou komen,
besloot hij dadelyk de menschheid te wreken op
dien »aartsmoordenaar", zooals hij hem noemde.
Zondag kocht hg een revolver en patronen en was
vast besloten. Het speet hem dat zijn aanslag niot
gelukt was.
Over den aanslag zelf is het meeste al geseind.
Sipido had zich den prins laten aanwijzen, terwijl
deze op het perron wandelde, en toen de prins weer
was ingestapt, even voordat de trein het station ver
liet, sprong Sipido op do tree van den sal on wagen en
loste twee schoten op hem, die beide mis waren.
De stationchef en een student grepen hem vast en
ontrukten hem zijn wapendo trein, die juist in
beweging kwam, stopte en d® prins vertoonde zich
aan 't raampje, om te laten zien dat hij ongedeerd
en de trekwgen hield stil.
»Wij zgn er, mevrouw," zeide hij in slecht
Engelsch.
Mevrouw Hapman want zij was het mot haar
wagon sprong van haar paard en zoide
»Goed, haal water, steek vuur aan, voeder de
dieren, zet wachten uit, morgen vroeg breken wij
op. Wees gij zoo goed, mijnheer Warning en geef
ons wat te eten uit den voorraad." Nu nam zij
een opgevouwen deken van haar paard en zette
zich daarop neer bij een spoedig aangestoken vuur.
Op hetzelfde oogenblik verdwenen Pit Thom en
Nathaniel van hun luisterpost en slopen voorzichtig,
elk geruisch vermijdende, naar de bron terug. Hier
namen zij hunne paarden, verstrooiden spoedig de
verkoolde stukken hout en trokken voorzichtig ver
der. In een kleine diepte van don weg hielden zij
stil en brachten de paarden in een nabij zijnden, hol-
vormigen schuilhoek om ze te beveiligen tegen rond
sluipende roofdieren, daar zij, met het oog op de
Engelschen, het niet waagden vuur aan te steken.
Na dit gedaan te hebben sprak Pit Thom een
oogenblik zacht met Nathaniël en beidon slopen toen
op nieuw naar de rustplaats van do dame terug.
Voor alles wilden zij zich overtuigen of de dame
den dollen moed bezat alleen en slechts begeleid
door den dapperen hoor Warning, te reizen. Was
dit zoo, dan wilde Pit Thom zich in elk geval in
het bezit stellen van deze dwaze schoono Engelscbe
dame en haar naar Pretoria voeren als gevangene,
onder beschuldiging van landverraad.
Achter een rotsblok verborgen, konden zg de
rustplaats geheel overzien. De Kaffers hadden de
ossen aaneengebonden en hun mais toegeworpen
was. Hg vroeg daarop of de dader gepakt was, en
kreeg een bevestigend antwoord, en de trein ver
trok naar Keulen.
Volgens do Kölnische Zeitung heeft de prins van
Wales verzocht, dat men den dader niet te streng
zou behandelen.
Uit het politieverhoor werd vernomen De ple
ger van den moordaanslag (als zoodanig zal hij
vervolgd worden) had het plan den prins te ver
moorden sinds Zaterdag opgevat. Hg bezat 5 francs,
kocht hiervoor een revolver op de Oude Markt,
en wilde eerst naar Parijs gaan, maar gaf dit plan
op, om den moordaanslag te plegen. Hij was Dins
dagavond in den Vlaamschen Schouwburg bij de
Transvaalmeeting en wat hij daar hoorde schgnt
hem in zgn voornemen gesterkt te hebben. Hij zal
nu waarschijnlijk tot zgn 21ste levensjaar in een
Correctiedépöt worden geplaatst. Voor het oogen
blik is hij overgebracht naar de gevangenis van
St. Gilles. Toen hij wegging, weende hg bitter.
Uit Kopenhagen wordt gemeld van 5 April
De prins en de prinses van Wales zijn
vanavond hier aangekomen. Zg werden aan het
station door do koninklijke familie ontvangen en
door een talrijk publiek op den weg naar het paleis
levendig begroet.
H. M. de Koningin heeft gisterochtend
reeds vroegtijdig haren ordonnance-officier, jhr. Van
Suchtelen van de Haare, opgedragen een bezoek
af te leggen bg den Engelschen gezant alhier, Sir
Howard, ten einde den vertegenwoordiger van Ko
ningin Victoria Harer Majesteit» gelukwensch
over te brengen met het mislukken van den
op den prins van Wales in België gepleegden aan-
slag.
Sir Howard heeft onmiddellijk telegrafisch aan
Koningin Victoria dezen gelukwensch van onze
Koningin overgebracht.
De Koningin van Engeland is
Woensdag te Dublin aangekomen en heeft een
adres van aanhankelijkheid in ontvangst genomen.
Zij is daarna naar het paleis van den onderkoning
gereden onder voortdurend gejuich.
Officiöel is bekend gemaakt op Dublin Castle,
dat de Koningin de vermoeienissen van de reis
goed heeft doorstaan en diep getroffen was door
de geestdrift van het lersche volk.
De zeereis van de gryze vorstin moet alleron
aangenaamst zgn geweest, tengevolge van den he-
vigen wind maar er zgn geen ongelukken bg ge
beurd. Zelfs is het koninklijk jacht vóór het bepaalde
uur ter reede van Kingstown aangekomen, met dit
gevolg, dat het geschut der forten eerst 20 minuten
nadat do Victoria and Albert" het anker had laten
vallen, het koninklijk saluut gaf en de lord-luite
nant van Ierland een goed uur te Iaat kwam om
de Koningin te verwelkomen.
Aan een deputatie van den Graafschapsraad, die
haar een adres van toegenegenheid kwam aanbie
den, betuigde de Koningin haar dank en verklaarde,
dat de sympathie, welke al hare onderdanen hebben
betuigd met hen die door den oorlog lijden of nog
lijden zullen, haar een groote troost is geweest, en
drie groote vuren brandden tot bescherming tegen
de roofdieren op eenigen afstand van den wagen
en waren zoo aangelegd dat hun voertuig in het
midden stond Over het vuur hingen ketels, waarin
de zwarten hun avondeten gereedmaakten.
Een kleine linnen tent was dicht bij den wagen
geplaatst en daar vóór lag mevrouw Hapman, het
schoone, energieke hoofd op de hand geleund en
in de andere een boek houdend. Vóór haar zat op
een veldstoel mijnheer Warning, die bezig was een
groot stuk koud gebraad op te peuzelen. Nu en
dan hield hij op en keek de dame aan. Zijn meening
omtrent haar vermetel plan wil ik liever niet moe-
deelen, alleen dat hg later in Londen vertelde, dat
zij den ecliteu kolder der tropen had.
»Een zonderling genoegen", filosofeerde hij bij
zich zelf, »in plaats van in Londen of Parijs op
haar gemak hare millioenen te verteren, dwaalt zij
hier met ossen en Kaffers rond en waagt haar leven.
Ja - hij zelf ook, maar met hem is dat iets anders,
hij moet all right zgn beroep was het. en
do roem zijner dapperheid als voormalige Hoog
lander God zegeno onze Koningin die hem
in den dienst der Royal Chartered-Company gesteld
had. En zoolang het maar op dat beetje reizen en
trekken aankwam, was bot hem onverschilligde
eetlust was daardoor des te beter en de voeding
bij de Company liet niets te wenschen over. Als
die vervloekte Kaffers, Boeren en ander roovers-
gespuis er maar niet waren. Sedert hij geen mili
tair meer was, kon hg het schieten niet meer boo-
ren. Ja die zenuwen; en zenuwen behoorden bij de
zaak Zijn alleenspraak werd nu door de dame
afgebroken, dio hem verzocht uit den proviand.-