1900. N°, 41. Donderdag 5 April. 87slc jaargang. e FEUILLETON. Onder de Boerenvlag. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrij dagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Inzending van advertenties» vóoi* 2 uren op den dag dor uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. GOES, 4 April 1900. Eene netelige q u a e a t i e hield gisteren de He Kamer bezig. Gelijk wij Vrijdagavond nog onder de telogr. berichten mededeelden, was dien dag aan de orde het wetsontwerp tot goedkeuring van bat op 29 Juli 1899 te 's-Gravonhage gesloten verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen. De beer Pgitersen kwam al dadeljjk met grooten, wellicht iets te warmen nadruk tegen bet voorstel op. Al waren er bij de Vredes-conferentie teleur stellingen geweest, toch had zij de hoop gewettigd op een gunstig resultaat. Maar wat heeft men ge zien Dat de Mogendheid, die 't krachtigst aan de totstandkoming ervan beeft medegewerkt, de scboone gedachten van het tractaat dadelijk met minachting ter zijde gesteld en met verkrachting van alle be ginselen van recht, een oorlog aangevangen bad, die, sedert jaren voorbereid, over de kosten waar van reeds met da Kaapsche Regeering voor 2 jaren onderhandeld was, ten doel bad de onafhankelijk heid der beide Z.-Afr. Republieken te onderdrukken. Onze sympathie voor de Boeren moet ons beletten onze stem te geven aan dit huichelachtig tractaat wij zouden ons, meonae hg, aan medeplichtigheid schuldig maken, aan de vuigsto schanddaad, die ooit, onder aanrosping nog wel van Gods naam, door eenig christenvolk is begaan, als wij dit tractaat aannamen. Een gevolg van die verwerping zou wel zijn, dat 's-Grarenhage niet de zetel wordt van het tribunaal van het permanente Hof van Arbritage, maar de spr. acht dit een voordeel voor ons. Met groote heeren is het slecht kersen eten. Bij het bijeenroepen der Vredesconferentie heeft ons land geen schitterende rol vervuld, omdat ons de macht oitbreekt die te 6pelen, en die onmacht zal blijven bestaan en te ernstiger gevoeld worden als 's-Graven- hage de »cosmopolitiseh® knipplaats" van de ge- haele diplomatie zal zjja geworden. Onze stem, zoo eindigde spr., tegen het verdrag zij een protest tegen de schanddaad en wellicht zal hst bij mach tiger Regeeringen en volken de overtuiging wekken, dat niet langer mag worden toegezien. De heer Veegentdie nu het woord kreeg, was minder scherp en meer practiseh. Ook hg had bezwaar tegen de goedkeuring van 't tractaat, dat gericht was tegen den oorlog, maar waarbij men thans wel moet lezen present war excluded(den tegenwoordigen oorlog uitgesloten) een oorlog tus schen twee bevriende, beschaafde, blanke natiën, waarbij de beschaving van Afrika op 't spel stond. Waar de hoer d'Estournelles de Constant had aan getoond, dat door de uitsluiting van de Transvaal en den Oranje Vrijstaat van de Conferentie, op Enge land'» eisch, de suzereiniteit van Groot-Brittannie over de Z. Afr. Republiek impliciter was erkend waar dit uit de stukken niet bleek, maar toch vooral diende opgehelderd om zich niet daarbij neer te leggen, meende hij, dat het beter was ons voor- loopig te onthouden en de goedkeuring van 't trac taat uit te stellen tot de vrede zou zijn hersteld. Ook namens de heeren Van Alphen, De BoerFokker Van Gilse, Van Gjn, Rinlc en De Waal Male fijt, stelde hjj daarom de volgende motie van orde voor »De Kamer, »het met het oog op den oorlog in Zuid-Afrika raadzaam achtende de behandeling van het wets ontwerp tot goedkouring van het verdrag tot De nacht was voorbij en de gloeiende vuurbol der Afrikaansche zon liet opnieuw zijn verzengende stralen nedervallen. De oude Boer Jacobs was zonder eenig ongeval des nachts in sterken galop doorgereden en liet nu zijn vermoeid paard in laugzamen tred overgaan. Plotseling werd het dier onrustig, spitste de ooren en ging van zelf in een vluggeren gang over. Oom Jacobs greep zijn buks en legde die vóór zioh op den knop van het zadel. Scherp keek hij naar links en rechts uit en herinnerde zich de waarschuwing van Halden en van Pit Thom tegen roofzuchtige Kaffers, die den weg onveilig konden maken. Het kwam hem ook meermalen voor, als werd het gras aan zyne zgde, door welke oorzaak ook, van elkander gescheiden. Achter zich hoorde hij een luid, kort snuiven plotseling keerde hij zich om en bemerkte eenige zebra's, die in snellen galop regelrecht op hem toe kwamen. In weinige seconden waren zij naast en voorbij hem. Nu hield hg zjjn steigerend paard met geweld in. Slechts één oorzaak kon er zjjn, die de anders zoo schuwe dieren naar den mensch dreef en die oorzaak was het vuur. Hij zelf sidderde bij de gedachte aan een veldbrand. Vlug sprong hij op het zadel en vroedzame beslechting van internationale geschil len te verdagen, besluit do behandeling uit te stellen tot een nader te bepalen dag Do Minister van Buitenlandse!) e Zaken, de heer De Beaufort nam krachtig positie tegen de motie. Hij ontkende, dat wij door de goedkeuring van dit tractaat partij kiezen of Engelands suzereini teit erkennen zouden. De stellingen van den hoer D'Estournelles waren onjuist, zeide de minister. Die diplomaat wist niet wat er aan de Conferentie was voorafgegaan. Juist door geen uitnoodiging aau de Z.-Afr. Republieken te zenden was de moeilijk heid ontgaan. Had men die uitnoodiging wel gedaan, en op verlangen van Engeland moeten intrekken, dan ware do suzereiniteit erkend. De MiD. ontraadde ten sterkste uitstel van be handeling de ratificatie moest zoo spoedig moge lijk geschieden als 9 mogendheden zijn toegetreden komt da centrale commissie van 't Hof van Arbi trage bijeen. Doch uit den aard der zaak moeten wij voorgaan en verwerping zou nog waardiger zijn dan uitstel. De Min. verklaarde, dat hij de verantwoordelijkheid niet zou aanvaarden van de uit een uitstel voortvloeiende moeilijkheden. Hij stelde dus de portej'euille-kwestie tegenover de motie. Waar de Kamer voor een zoo gewichtige beslis sing geplaatst werd, stelde de heer Mees voor de discussiën tot gisteren (Dinsdag) te 11 uur to ver dagen, opdat men zich beraden kon. Het resultaat van de overdenking gedurende drie dagen van deze hoog opgezette quaestie is geweest, dat in de zitting van gisteren dr. Kuyper mede uit stel bepleitte mot het oog op de gebeurtenissen, die de verontwaardiging van het volk opwekten. De hh. Ketelaar en Van Kol wilden geen uitstel, maar eenvoudig afstemming van het tractaat. De heele zaak is een farce en in den goeden wil der mogendheden stellen zij geen vertrouwen. Daaren tegen bepleitten de hh. Mees en anderen de aan neming, betwistende, dat hierbij de suzereins-quaes- tie van Transvaal was gemoeid. Do hr. Lohman hoewel ook het tractaat een farce noemende, achtte eene verwerping bedenkelijk voor 's lands toekomst. Als mede-gedelegeerde ter vredesconferentie ver klaarde de he«r Van Karnebeekdat geen der mo gendheden uitsluiting der Zuid-Atrikaansche repu blieken beschouwde als erkenning van Engelands suzereiniteitsrechten, zelfs Brittannië zelf niet. De heer Veegens bleef er bij, dat uit het geschrift van den Eranschen gedelegeerde blijkt, dat men de suzereiniteitsvraag niet buiteu de conferentie hield. Zijn motie wil de mogelijkheid openen tot goed keuring van het tractaat, ook door hen, die zich niet voldoende ingelicht achten en zich willen onthou den, zoolang de vrede niet gesloten is. Wil de Min* wegens zijn toezegging aan Rusland de behandeling doorzetten, dan wenschte hij van den minister de bereidverklaring, de Kamer in comité generaal in te lichten omtrent de besprekingen met de mogend heden vóór de uitzending der uitnoodigingen tot de vredes-conferentie. Op deze vraag antwoorddede minister, dat re denen van Staat zich daartegen verzetten, welk antwoord den heer Veegens aanleiding gaf om zjjne motie tot uitstel in te trekken, maar tevens om te verklaren, dat hg nu tegen het tractaat zou stemmen. Dit laatste werd echter met 65 tegen 20 stern- was nu, reohtop staande, in staat over het gras heen den horizon te zien. Wat hg zag was voldoende om hem met huive ringwekkende zekerheid van den brand van het grasveld te overtuigen. Hjj rook ook de lichte brandlucht, die de nog altgd Noordwestenwind hem toevoerde. In grooten haast sprong hg nu van zijn paard. Hij wist, dat voortrgden bij den sterken wind te vergeefsch zou zgn. Na weinig tijds zou het vuur hem zeker inhalen aan een struik bond hg zgn paard vast, trok oen breed, scherp mes uit den gordel en nadat hg zich nog eenmaal van de rich ting van den wind verzekerd had, ging hij naai de rechterzijde van het smalle pad en hakte daar met zijn mes het gras af. Het zweet liep den koorts achtig werkenden, ouden Boer in stroomon van het lichaam. Na een kwartier was hij zoover gevorderd, dat hij rechts van het pad over een breedte van 10 12 Meter in het vierkant het gras weg had, en het afgesneden gras een groote hoop was ge worden. Nu maakte hij zgn paard los, nam het bij den teugel en terwijl hjj uit zijn zak lucifers nam, stak hij er een aan en wierp hem op den hoop gras. Eenige seconden bleef hij er bij staan en beschouwde het langzame flikkeren der kleine verterende vlammen. Op het oogenblik dat zij hoog opvlogen en, door den wind aangezet,zich verder over het veld uitbreidden, sprong Jacobs in het zadel en reed den weg terug, dien hij iu den nacht gekomen men aangenomen, zoodat deze quaestie hiermede voorloopig uit de wereld is. Ofschoon sedert het uitbreken van den oorlog wel enkele geschriften of prenten zgn uitgegeven, waarbij de regelen van welvoegolijkheid tegenover met Nederland bevriende staten of hunne regee ringen niet altoos voldoende in het oog zijn go- houden, kan ten stelligste het bericht van de Memorial diplomatique worden tegengesproken als zou Engeland ter zake van de verspreiding in ons land van beleodigende geschriften en onbehoorlijke spotprenten, vertoogen tot do Nederlandsche regeering hebben gericht. Van zoodanige vertoogen is te 's-Gravenhage niets hoegenaamd bekend. In de op gisteren alhier onder voorzitter schap van den heer I. D. Fransen van de Putte gehouden vergadering van eigenaren en administra teurs der gemeene Tienden in Zuid-Beveland werd als commissaris gekozen do heer m r. J. de Witt Hamer J. G z.alhier. T# Utrecht is geslaagd bjj bet cand. ex. theol. de heer P. J. Hag Onder do gesneuvelden in een gevecht bij Colesberg op 12 Februari jl. behoort ook de heer A. van Leersum, Hollandseh onderwijzer, 28 jaar oud, als assistent werkzaam geweest aan do school te Fordsburg bij Johannesburg. De beschikking, waarbij het verzoek om gratie voor mr. P. J. T r o e 1 s t r a op grond van ge zondheidsredenen gedaan door diens vader, is afge wezen, is Donderdag 11. verzouden aan den procu reur-generaal bjj het gerechtshof te 's-Gravenhage en door dezon Vrijdag 11. ter uitreiking aan den belanghebbende verzonden aan zijn ambtgenoot te Leeuwarden. In zijn dagblad Het Volk maakt mr. Troelstra, in sterke bewoordingen, er der Regeering een ver wijt van, en in het bijzonder den Minister van justitie, dat het verzoek om gratie voor hem, door zijn vader ingediend, niet werd ingewilligd. »De schande van dit schreeuwend feit" heet het o. m. »zal op dit ministerie van sociale rechtvaardigheid als een Kaïnsmerk blgven drukken. Tegen dit nuchtere, onweerspreekbare feit van bru taal geweld spatten al de mooie praatjes, waarover onze verlichte" en vooruitstrevende" regeerings- mannen in zoo ruims mate beschikken, als zeep bellen uiteen." De onlangs te Dordrecht overleden heer dr. J. J. Stronck C.Wz. heeft gelegateerd aan de Wees inrichting te Neerbosch een som van f 10,000. Voor examen diploma-kinderjuf- f r o u w moet men aangifte tot toelating doen vóór 15 April a s. bij mevr. v. d. LaanDe Joode, Leeghwaterstraat 14 te Haarlem. Eene commissie tot het afnemen der examens is bereids benoemd. Een wetsontwerp is ingediend tot nadere rege ling van het Nederlandsche muntwezen. De toestand is van zoodanigen aard, zegt de mi nister van financiën, dat voorziening niet langer mag worden uitgesteld. Krachtige maatregelen zijn noodig. Het geldt hier niet alleen een oeconomisch belang, ofschoon dit in geenen deele is gering te schatten. was, schijnbaar het andere ras nader komende vuur tegemoet. Dit was echter niet zoo het was alleen om niet te dicht bij het door hem zelf aangestoken vuur te blijven, want op een afstand van twee honderd meter, hield hij zijn paard in, deed het weder omkeeren en zag toen vóór zich oen gewel digen brand, die zware, dikke rookwolken ten hemel dreof en de zij do rechts van het pad vrijmaakte. >Sapperloot," ontviel zijn mond, »dat was juist op tijd." Nu bleef hij als een metalen standbeeld wel een half uur lang rustig op zijn paard zitten, keek naar het zich rechts vóór hem steeds verder ver wijderende vuur tot hij aan den verren horizon aan die zijde slechts den walm van den brand zag wegtrekken. Met «en trouwhartig lachje blikte hij nu ten hemel en zeide ^Sapperloot, lieve God, ik, oude Boer Jacobs, heb U wader ecu nieuwe schuld te betalen. Ik moet toch een vertrouwde schuldenaar voor U zijn. Nu zal mij wel geen mensch kwal jjk nemen, als ik mijn pijp eens aansteek." Uit een kleinen, om den hals hangenden zak nam hij tabak en pjjp. Ofschoon de wind groote vlokken asch met zich voerde en de temperatuur door het achter en daarna naast hem voortwoeke rende vuur al hooger en hooger steeg, stopte oom Jacobs op zijn gemak zijn eindje pijp, stak het ©ven rustig aan, keek nog eenmaal aan dachtig om naar hot vuur achter hem, en reed Een aantjjging. Hoever kerkelijke harts tocht, die met godsdienst niets te maken heeft, in ons land gaan kan, daarvan levert het laatste num mer van Het Bed. Dagbladhet »orgaan tot ver spreiding van de Cbristclijk-Historisehe beginselen", dat dag aan dag de Katholieken bestrijdt, een treurig bewijs. Dat orgaan heeft de leerplichtwet bestreden en is uitteraard zeer verbolgen over de eindstemming. Het bevat dan ook een zeer scherp artikel over den uitslag, deelt in zijn woede rechts en links slagen uit en eindigt met de volgende a a n t jj- ging: >De steun van dr. Schaepman aan deze wet werpt een nieuw licht over de meer of min intieme verhouding tusschen hem en het tegenwoordige Kabinet. Was het niet opraerkelgk, dat den dag vóór de stemming over het Leerplicht-ontwerp dr. Schaepman's vriend en geestverwant mr. Van Berckel, oud-Kamerlid, tot kantonrechter te Nij megen werd banoemd En wie, die dit in verband brengt met de welwillende verhouding, die dit Kabinet heeft aangenomen tegenover de Roomsch- Katholieken in zake de briefwisseling met den Paus, waarvoor het beloond vrerd met hun steun tijdens de beraadslagingen over de Staatsbegrooting en de Ongevallenwet, ziet daarin niet een nieuwe tactiek, om zioh bijtyds van Schaepman'» 6tem vóór den Leerplicht te verzekeren Deze nu achten wjj in strijd met beginsel en waardigheid. Zoo verloo chent ook het Kabinet zgn oorsprong. Ieder zal dit moeten erkennen. Maar langs dezen weg bereidt do Regeering en de partjj, die haar steunt, haren eigen ondergang, want het karakter van het Neder landsche volk strekt ons tot waarborg, dat het van zulk een politiek op den duur niet zal willen ge diend zgn." Het artikel, dat deze schandelijke beschuldiging bevat, is niet als gewoonte is in dat blad met de letter van een der hoofdredacteuren onder teekend. Nu, het is begrijpelijk dat men daarvoor is teruggedeinsd. Tegenover zulk een belachelijke aantijging kan dr. Schaepman en kunnen de Minis ters met een verachtend schouderophalen volstaan. Wij spreken er echter ons leedwezen over uit, dat een NederJandsch blad, nog wel van Christelijke richting, zich door zgn papenhaat zoozeer heeft kunnen vergeten. (Handelsbl.J Naar de Arnh. Ct. mededeelt, is bij den Raad van State in behandeling een wetsontwerp, strek kende tot reorganisatie van het g e w e s t e- 1 ij k bestuur op Java in den zin van decen tralisatie. Onze vier militaire attachés bg de Boeren zgn niet gelukkig, scbrgft de N. R. Ct. Een van hen, jhr.Ram, werd bij zijn aankomst te Pretoria ziek, en wij hebben nog niet gezien dat hij hersteld naar het front was gegaan. Een ander, luitenant Thomson, werd met zijn Russischen collega op het slagveld tusschen Paardeberg en Bloemfontein hulpeloos achtergelaten cn door de Engelschen op genomen. En nu zijn er bij Mieliesspruit w<e twee achtergebleven, waarvan er een, luitenant Nix, naar we met leedwezen in een telegram lezen, in het gevecht daar gevaarlijk gewond is. Luitenant Nix was blijkens de laatste Transvaalsche mail met luitenant Asselbergi, evenals hij van het Neder- toen met de grootste gerustheid zijn weg verder. Toen hij het korte eind afgesneden grasveld door gereden had zag hij vóór zich een uitgestrekte zwart-bruine vlakte, waarop de wind nog hier en daar grove, zwarte aschstof voortdreef. Waar hij reed was echter de bodem door den sterken wind nu als schoon geveegd, zoodat het paard dien onge hinderd begaan kon. Zoo reed Oom Jacobs voort, terwijl hg met de meeste kalmte zgn stompje pijp rookte. Aan de linkerzijde stormde het vuur als een hollend paard voortaan de rechterzijde, waar bij reed, was het als een gevluchte duivel verdwenen. Oom Jacobs overpeinsde hoe de brand kon ont staan zgn hij wist hoe elke Boer en Kaffer de grootste voorzichtigheid in acht nemen om een veld brand te voorkomen. >Het zou rag toch sterk verwonderen als niet die vervloekte Engelsche windhonden den brand hadden doen ontstaan. Kom, nu wat sneller voor uit, oude Mary" hij klopte het paard op den hals wat vlugger, het wordt ons ander» in den rug te warm." Het paard zette zich in snelleren gang en op het oogenblik, waarop het naderend vuur, te vergeef» nieuw voedsel zoekend, aan den uitgebranden rand zich zelf stuitte, verdween aan den verren horizon een klein donker punt Oom Jacobs.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1