1900. N#. 33.
Zaterdag 17 Maart.
87stc jaargang.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
Het eind-examen
der Burgeravondschool
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnor als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
ral gehouden worden voor wat het mondeling ge
deelte betreft op
Donderdag 29 Maart k.,
des avonds van 68.30 ure.
Tot bijwoning worden belangstellenden uitge-
noodigd.
Goes, den 15 Maart 1900.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. J. RAMONDT, 1. b.
De Secretaris,
A. A. VAN DELLEN. I. S.
Gratie van straf.
Er is in den laatsten tijd vrij wat te doen ge
weest over deze instelling van het recht.
We hebben de jammerlijke geschiedenis gehad
van de Dreyfus-gratie in Frankrjjk, en in ons eigen
land eerst de beweging in zake gebroeders Hoo-
gerhuis, nu weer die in zake mr. Troelstra.
Het is bekend, dat mr. Troelstra, volksvertegen
woordiger en woordvoerder der socialistische partij,
die in de nog niet besliste revisiezaak Hoogerhuis
de voornaamste rol heeft gespeeld, ten gevolge
daarvan, en wel wegens beleediging van den officier
van justitie te Leeuwarden, tot gevangenisstraf is
veroordeeld.
Bekend is het ook, dat de heer Troelstra be
sloot zijn maand te gaan »zitten" en dat dit zitten,
in overleg met den minister van justitie, zal plaats
hebben op een tydstip, waarop de heer Troelstra
niet te veel behoeft te verzuimen van zijn parle
mentairen arbeid. Het gaat dus alles recht huise-
lyk en gezellig toe, en wij twijfelen niet of ook
het poosje huisarrest zal den anders nog al beweeg
lijken afgevaardigde geen kwaad doen.
Maar met dat al zijn dergeljjke histories uiter
mate geschikt om een gewoon sterveling de kluts
te doen kwijt raken en zyn begrippen omtrent recht,
straf en gratie aan zware proeven te onderwerpen.
En dat gevaar wordt waarlijk niet minder, wan
neer men mr. Troelstra, in het blad de Sociaal
democraat, hoort verklaren, waarom hij tot zijn
besluit is gekomen om geen poging te wagen, zijne
straf door gratie te ontgaan.
Al dadeljjk herinnert hij er aan, boe hjj, reeds
jaren geleden, in een soortgelijk geval zich gekant
heeft tegen de opvatting, alsof gratie een gunst
zou zjjn.
Het is bekend, dat het groote publiek van deze
en dergelijke rechtsinstellingen veelal slecht op de
hoogte is, en daarom is het wel gewenscht, eens
opzettelijk op hare beteekenis te wijzen. En dan
moeten wy zeggen, dat die uitlating van mr. Troel
stra ons zeer verbaast, ook omdat deze opvatting,
zoolang de nieuwe volkswetten bestaan, toch zeker
nooit onder rechtsgeleerden geheerscht heeft.
Maar, niettegenstaande die opvatting is gratie
nog niet wat mr. Troelstra zegt »het hoogste
recht". Hy stelt dat zoo voor, omdat, waar gratie
van de opgelegde straf mocht verleend worden,
volgens zijne denkbeelden hem het hoogste recht
zou zijn toegekend.
Nu is bet volkomen juist, dat een gevonnisde
geene gratie behoeft te vragen en deze hem toch
kan worden verleend, in welk geval de gratie zelfs
niet zal kunnen worden geweigerd. De grondwet,
die hiervan geheel zwijgt, laat daarom geene andere
opvatting toe.
De gratie is een recht, dat aan de koningin of
het hoofd van den staat, feitelijk natuurlijk aan de
regeering, toekomt, om daar, waar tengevolge van
een overigens juist gewezen rechterlijk vonnis, het
evenwicht tusschen recht en billijkheid, of dat tus-
schen recht en algemeen belang, verbroken is, of
door de uitvoering van het vonnis verbroken zou
worden, dat evonwicht te horstellen.
Inzoo verre zal recht hier ook wel plicht beteekenen,
omdat de hoogste staatsmacht er juist is om het
harmonisch verband in het geheele raderwerk der
samenleving te bewaren.
Laten wij de zaak met een voorbeeld ophelderen.
Gesteld wy leven onder eene strafwet, die zeker
feit als misdrijf opnoemt. Er is echter eene andere
strafwet gemaakt, die 1 Januari 1901 in werking
treedt en waarbij hetzelfde feit slechts als overtre
ding is gequalificeerd. (Een lichtere straf dus.)
Nu wordt door zeker persoon datzelfde feit ge
pleegd onder de werking der oude, doch berecht
onder de nieuwe wet, en dientengevolge zal de
zwaardere straf zyn deel zijn, ofschoon de lichtere
nu de ware straf is.
Waarom Eenvoudig omdat de rechter de wet
heeft toe te passen. Hij kon niet anders handelen,
maar het valt niet tegen te spreken, dat er nu geen
overeenstemming tusschen recht en billykheid be
staat.
Welnu, in zulke omstandigheden is de regeering
geroepen om het conflict te vermijden en gratie te
vorleenen vaD de zwaardere straf.
En nu ligt het voor de band, dat wel de re
geering in het publiek belang somtijds deze taak zal
te vervullen hebben, maar tevens, dat, waar de veroor
deelde steeds een persoonlijk belang bij de gratie
heeft, het verzoeken door hem regel zal zyn een
vorzoek, niet in den zin van vragen van gunst of
genade, maar een verzoek, waarbij aangetoond wordt
dat er grond bestaat voor de gratie en dus wordt
gewezen op de wenschelijkheid, om het verbroken
evenwicht te herstellen.
Hoeveel dwaalbegrip hieromtrent nog heerscht
bewijzen de talrijke verzoeken om gratie, die voort
durend worden ingediend wegens de eenvoudigste
strafvonnissen, die volkomen in overeenstemming
met de wet en in geheel normalen toestand zyn
gewezen, doch waardoor de veroordeelde zich zoo
genaamd bezwaard acht. In dergelijke requesten
worden dikwijls de ongeloofelykste pogingen ge
daan om de zaken aldus voor te stellen, dat de
rechter inderdaad een verkeerd vonnis gewezen
heefteen feit dat, zoo het al bestond, toch in geen
geval tot gratie aanleiding zou kunnen geven.
Mr. Troelstra nu redeneert aldus»Tegenover
mij zou gratie in dit geval toepassing van bet hoog
ste recht zijn maar ik vraag ze niet, omdat de
regeering van het geheele geval op de hoogte is.
De regeering moet het zelf weten wat zij doet,
daar zy kan beoordeelen of de straf gerechtvaardigd
is, dan wel of hare toepassing tot onrecht zal leiden.
Een zonderlinge redeneering voorwaar, die ons
recht geeft een groot vraagteeken te plaatsen achter
hetgeen mr. Troelstra in het genoemde blad schrijft
»Wanneer ik geen gratie vraag geschiedt dit niet
met het oog op de propaganda, die trouwens met deze
maand zitten niet te duur zou zijn gekocht
Het laatste zal de waarheid wel zyn. De propa
ganda, de verbreiding der socialistische beginselen,
die hoopt men te bevorderen want mr. Troelstra,
die aanstaanden zomer een paar weken uit logeeren
gaat, wordt daardoor natuurlijk een martelaar
Het kan zijn nut hebben er in tijd» op te wijzen,
dat dezen martelaar althans geen doornenkroon op
het hoofd zal worden geplaatst.
De meening van mr. Troelstra berust geheel op
het feit, dat zyn beleedigende uitdrukkingen tegen
een rechterlijk ambtenaar geeu beleediging konden
inhouden, omdat hij, herstel van een rechterlijke
dwaling beoogende, handelde in het algemeen be
lang een meening, die verworpen werd door het
Hof, dat in hoogste instantie over do feiten te
oordeelen had.
Nu is het merkwaardig inderdaad, hoe in onzen
tyd het beroep op bet algemeen belang een stok
paard wordt voor ieder, die op de eene of andere
manier zyn boekjo te buiten ging.
'tls weer een nieuw soort van ontoerekenbaar
heid, dat groote euvel, dat tegenwoordig in meer
dan een opzicht tegen de zuivere toepassing van
het staatsrecht stryd voert, en maar al te vaak don
misdadiger, die in het tuchthuis behoort, naar de
bomvrije ziekenzaal verwijst.
Het algemeen belangeen ding waarmede men
solt
Waarlijk, bet is nog zoo onverklaarbaar niet,
wanneer de regeering zich niet geroepen acht tus-
schenbeiden te komen.
Na het schryven van dit artikel kwam heden
het bericht van het Nieuwsblad van Almelo e. o.,
hetwelk mot zekerheid verneemt, dat de vader van
den heer mr. P. J. Troelstra gratie gevraagd heeft
voor zyn zoon. »Het is te wenschen, voegt het blad
er by, dat de minister van justitie door een gunstig
advies van het gerechtshof, dat hem veroordeelde,
er toe wordt geleid aan H. M. de Koningin een
gunstige beschikking voor te dragen."
Wat dus de zoon niet wilde doen, doet de vader
voor hem. Hoe zal de zoon dit nu opnemen
GOES, 16 Maart 1900.
Wij kunnen zeker niet klagen, dat de Zeeuw
te weinig aandacht schonk aan onze korte opmer
king over de uitlatingen van dr. Kuyper en mr.
Lohman. Uitvoerig zet zij het verband uiteen,
waarin de door ons vermelde uitdrukkingen ge
bezigd werden om daaruit te concludeeren, dat do
uitroep van mr. Lohman volkomen juist was, al
had by wellicht boter van »onnoozelen" dan van
»ezels" gesproken, en dat dr. Kuyper >in jovialen
betoogtrant scherpe waarheden zeggen kan".
De zaak lykt ons niet van dat gewicht oui er
breedvoerig op terug te komen. Alleen ditbet is
niet de vraag of er reden was om iets te zeggen
in den geest van wat beide heeren zeiden, maar of
de werkelijk gebezigde uitdrukkingen in den mond
van twee zoo hoogst beschaafde en ontwikkelde
mannen er mee door kunnen.
Als de heer De Klerk spreekt van »het corpu
lente lichaam van dhr. Van Kempen", dan is dit
eene »platkeid", die terecht afgekeurd wordt. Maar
als dr. Kuyper tegenover een minister, dien men
hoe men ook over de zaak zelve denkt den lof
niet kan onthouden, dat hij met hart en ziel een
oütwerp verdedigt, hetwelk hij in het waarachtig
belang van ons volk achtals tegenover zulk een
minister dr. Kuyper zegtde boeren zouden uw
ontwerp >een schaap op drie pooten" noemen, dan
lykt ons dat eene snijdende en voor den minister
pijnlijke qualificatie, waarvan de scherpte temeer
gevoeld moet worden, nu hij, die haar uit, zoo
hoog staat en hjj, dien zij wordt toegevoegd, zoo één
is met zjjn gewichtig werk. Kiesch kunnen wij do
uitdrukking in geen geval noemen.
Wat den uitroep van mr. Lohman betreft zegt
de Zeeuw, dat >ezels" nog zoo dom niet zyn. Wij
willen dat niet tegenspreken, maar zy zal ons wel
toestemmen, dat men toch niet gaarne zoo »wijs"
als een ezel wordt geacht. Waar echter de Zeeuw
zelf erkent, dat, als mr. Lohman, in plaats van met
een uitroep, in eene redevoering had moeten ant
woorden, hij wellicht een zachter woord zou gebruikt
hebben, daar willen ook wij wel denken aan een
minder gelukkig oogenblik. Maar om dio zelfde en
nog andere redenon mag men bij een lid uit den
werkmansstand ook wel iets door de vingers zien.
Wij vestigen de aandacht op de advertentie,
waarin eenige Middelburgsche dames benevens mevr.
Leignes Bakhoven te Goes te kennen geven zich in
commissie vereenigd te hebben om giften in ont
vangst te nemen voor Cronjé en zijne dapperen en
in 't algemeen voor de Bóeren-krijgsgevangenen te
Kaapstad, die aan alles behoefte hebben. Naar wij
vernemen zullen lysten voor dit doel circuleeren.
Er wordt ongetwijfeld veel gevraagd tegenwoor
dig, maar bjj den voor de Boeren zoo droevigen
loop van zaken, zullen de Goesenaars, die wat
geven kunnen, zeker wel geneigd zijn om op
deze wijze een nieuw blijk te geven van hunne
sympathie voor dat »volk vol heldenmoed", welks
voortbestaan als zelfstandig volk zoo ernstig en
deerniswekkend bedreigd wordt, terwijl een groot
aantal ervan zucht in balling- of gevangenschap.
Woensdag waren den gekeelen dag 99 leden
aanwezig in 's lands Raadzaal. Slechts
ontbrak de heer Van Kerkwijk, die, naar bericht
wordt, aan toevallen lijdt en wel korte wandelingen
op straat maakt maar steeds vergezeld van een be
diende. Men zegt, dat hij bij geen mogelijkheid
aan de eindstemming zal kunnen deelnemen. Het
is anders wel meer gebeurd, dat een ziek Kamer
lid in de vergaderzaal werd gedragen om zijn stem
te kunnen uitbrengen. Zoo iets zou ook nu weer
kunnen plaats hebben. (Stand.)
Bij het departement van koloniën is, volgens
de St.ct., ontvangen het volgende, van 14 dezer
gedagteekende, telegram v&n den gouverneur-gene
raal van Nederlandsch-Indië, betreffende de te Sile-
raka (Nieuw-Guinea) gevangen genomen scheeps
officieren der Koninkljjke Paketvaartmaat-
schappjj
>Controleur Kroesen van de afdeeling West- en
Zuid-Nieuw-Guinea bericht officieren van de Gene
raal Pel vermoord zes daders gevangen."
Hierdoor wordt dus het telegraphisch bericht in
ons vorig nommer bevestigd.
De correspondent der N. K. Ct. te Batavia seint
onder dagteekening van gisteren
De Serdang zette eene marine-divisie te Butirika
aan wal. De inboorlingen daar verklaarden, dat de
drie vermiste officieren van de Generaal Pel ver
moord waren onmiddelljjk nadat zij aan wal waren
gekomen. De Serdang nam elf moordenaars gevangen.
Naar wij vernemen bestaat het voornemen in
1901 te Amsterdam een internationale vis-
scher ij tentoonstelling te houden in den
geest als die te Bergen (Noorwegen) heeft plaats
gehad. De Regeering zou reeds haar steun hebben
toegezegd. Als plaats voor de tentoonstelling wor
den genoemd de terreinen aan de overzjjde van
het IJ. Vad
In verscheidene couranten heeft men het be
richt kunnen lezen, dat de milicien Wendt,
algemeen bekend door zyn dienstweigering, eene
vrijwillige verbintenis heeft aangegaan bij het leger.
Wjj zjjn in staat dit met de meeste beslistheid tegen
te spreken. Wendt is niet ongenegen eene verbin
tenis aan te gaan, wanneer hij de verzekering heeft
gedurende zyn gebeelen diensttijd bij het hospitaal-
personeel te blijven ingedeeld. De militaire autori
teiten moeten echter do blaadjes verhangen hebben
en zeggen Eerst teokenen en dan kan een verzoek
worden ingediend om als hospitaalsoldaat te wor
den ingedeeld. (Buss. Ct.)
Gisteren deelde Balfour in bet Engelsche
Lagerhuis mede, dat de zaakgelastigde van de
Yereenigde Staten den 13den dezer ter kennis van
Lord Salisbury bracht het volgende telegram van
den staatssecretaris HayDoe den Engelscben mi
nister van buitenlandscbo zaken, bjj wege van vriend
schappelijke aanbieding van goede diensten, weten
dat ik heden een telegram ontving van den Ame-
rikaanscben consul te Pretoria, meldende dat de
regeeringen der Zuid-Afrikaansche republieken dén
President der Vereenigde Staten verzoeken om
tusschenkomst met het oog op staking der vijande
lijkheden. Een gelijk verzoek is aan de vertegen
woordigers der Europeesche mogendheden te Pre
toria gedaan. Bij het mededeelen van dit verzoek
heeft president Mac Kinley mij (Hay) gelast de hoop
uit te spreken, dat er een weg gevonden zal wor
den om den vrede tot stand te brengen, en te
zeggen dat hij verheugd zou zyn op eenigerlei
vriendschappelijke wijze hulp te verleen en om zulk
een uitkomst te bereiken. Toejuichingen van de
Ieren.) Lord Salisbury beeft hierop den zaakgelas
tigde verzocht aan de Amerikaansche regeering de
oprechte erkentelykheid van het Britsche gouver
nement over te brengen voor don vriendschappe-
lijken toon van hare kondgeving en te zeggen, dat
het Britsche gouvernement niet voornemens is de tus
schenkomst van eenige mogendheid in Zuid-Afrika te
aanvaarden.
Geen interventie dus. Het wordt beves
tigd. zooals ik gisteren al deed uitkomen, schrijft
de Londensche correspondent van de Petit Bleu, dat
bijna alle mogendheden besloten hebben om niet
tusschenbeide te komen ten gunste der Boeren.
Indien de Yereenigde Staten voorzichtig Engeland
gepolst hebben en geboord, dat dit Rijk geene tus
schenkomst wenscht van zijn Amerikaansche vrien
den, dan is dit alleen geschied, omdat Mc Kinley
in het belang van zijne herkiezing als president
van de republiek in November a. s., begrepen heeft,
deze comedie te moeten spelen om de algemeene
opinie, die grootendeels ten gunste der Boeren is,
voor zich te winnen.
De Boeren worden dus aan hun lot overgelaten.
De regeeringen, die hadden moeten en kunnen
tusschenbeide komen om deze omhalsbrengerij te
voorkomen, zullen alleen pleizier van hare neuira-
liteit hebben wanneer de Boeren lang genoeg weer
stand bieden om Engeland uit te putten.
Wanneer de Boeren spoedig bet opgeven zal
Europa zijn onverschilligheid bitter betreuren. Want
Engeland is thans als een dolle stier en in de
trotsche opwinding over zyn vermeende overwinning
zal het zich met uitgestrekte horens bij 't minste
voorwendsel op een van ben werpen, die het door
hun lamlendigheid in staat gesteld hebben Trans
vaal en den Oranje-Vrijstaat te veroveren.
Zij die zeggen dat Europa spijt zal hebben dat
bet Engeland niet op dezen gevaarlijken weg heeft
tegengehouden, zullen gelijk hebben, evenals de
weinige Engelscben, die hun koelbloedigheid be
waard hebben, moeten erkennen, dat door zich aan
bet militairisme een roes te drinken, Engeland, dat
scboone land van beschaving, gedoemd wordt tot
een fataal en snel verval dat zal de boetedoe
ning zijn. (Tel.)
De Engelsche bladen, met uitzondering van
den Morning Leader, juicheo lord Salisbury's
antwoord toe, en beschimpen en beleedigen
de Republieken.
De Standard zegt, de Boeren-besturen kunnen
wellicht min of meer in de gelegenheid worden
gesteld om hunne binnenlandsche zaken te behan
delen in overeenstemming met hunne bijzondere
denkbeelden en gewoonten, maar als autonome staten
zullen zy moeten verdwijnen.
De Dailg News is het met Yves Guyot eens, dat
het aanbieden van den vrede door president Kruger
alleen geschied is, om de openbare meening te
misleiden.
De Morning Post zegt, dat elke mogendheid, die
thans interventie aanbiedt, daardoor Engeland be-
leedigt.
De Daliy Mail beklaagt zich, dat lord Salisbury
nog niet ver genoeg gaat, en dat bij moest hebben
afgekondigd de annexatie der Republieken en het
uitroeien van het Boerenbestuur in Zuid-Afrika.
De Times verneemt uit Lorenzo Marquez van den
12e, dat de vredesdeputatie der Boeren, bestaande
uit de lieoren Wolmarans, Fischer en Wessels., den
volgenden dag met de boot der Hamburg-Oost-
Afrika-lijn naar Europa zou vertrekken.