1900. N°. 28.
Dinsdag 6 Maart.
8?le jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,borekcüd.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Wekelijksch algemeen overzicht.
In het Engelsche Lagerhuis werd door het
lid Bowles gesproken over een aanstaand verbond
tusscben Dnitscbland en Nederland, wat ten ge
volge zou hebben, dat een nieuwe Duitsche vloot
zou gevormd worden met Hollandsche matrozen.
Veel waarde werd aan dien inval met gehecht,
want de ministers toonden zich wijs genoog er
niet op te antwoorden. In Duitscbland echter werd
er moer aandacht aan geschonken sommige bladen
zelfs behandelen de zaak vrij ernstig en in wat
zij er van zeggen toonen zij nog al sympathie voor
ons land. De Berliner Neueste Nachrichten o. a. laat
er zich aldus over uitBowles heeft de quaestie
van een toenadering tusscben Nederland en Duitsch-
land in het Lagerhuis ter sprake gebracht in een
vorm, alsof die zaak reeds in het tijdperk van ern
stige diplomatieke onderhandelingen was gekomen.
Wij betreuren, dat de feiten nog lang zoo ver niet
gevorderd zijn als de veronderstellingen van Gib
son Bowles maar inmiddels blyven wij de over
tuiging koesteren, dat de door Duitscbland te vol
gen gedragslijn zich er toe beperken moet, om
met Bowles te spreken, »do kracht der Duitsche
party in Nederland" kalm te laten aangroeien.
Als eenmaal het tijdstip zal aangebroken zijn, waarop
Nederland het doeltreffend zal achten een met zijn
eigen belangen overeenstemmende overeenkomst te
sluiten met Duitscbland, dan zal het in Duitscb
land volledige instemming en alle tegemoetkoming
vinden."
En hiermede zal deze zaak wel spoedig vergeten
zijn tot weer eenig lid van het Parlement een der
gelijk denkbeeld in de gedachten komt, als gevolg
van de overspanning, waarin de Engelschen ver-
keeren, over den loop der zaken in Zuid-Afrika.
Nu de rollen tusscheu Transvaal en Enge
land in de laatste dagen zijn omgekeerd, wordt
van verschillende zijden het denkbeeld van bemid
deling opgeworpen. Reeds de Temps zeide »Een
wijze regoering zou thans vrede sluiten". In de
Italiaansche en in de Duitsche Kamer is door een
aantal leden aan den minister van binnenlandsche
zaken de vraag gesteld of thans het woord des
vredes niet zal worden gesproken. De vroegere
consul-generaal der Z.-A. Republiek te Londen beeft
gezegd alleen heil te verwachten van een tusschen-
komst der Vereenigde Staten, doch president Mc.
Kinley heeft reeds elk plan tot bemiddeling af
gewezen.
De Vo3s. Ztg., al deze bemiddelings-denkbeelden
besprekend, zegt er van
Een poging tot interventie kan, na de besprekin
gen van de Haagsche conferentie, zeker niet be
schouwd worden als een onvriendschappelijke daad.
Maar als een Regeering zich in do aangelegenheden
van andere mengt, moet zij een voorstel kunnen
doen, dat een grondslag kan uitmaken voor onder
handeling.
Hoe echter stellen zij, die interventie wenschen,
zich die voorstellen voor Houden zij ieder prac-
tisch plan voor overbodig Het is gemakkelyk te
zeggen Thans moet vrede worden gesloten maar
het is de vraag wat moet er staan in het vredes
verdrag
Zoolang de verschillen van meening tusscben twee
volken zich nog bewegen op diplomatieken grond
slag, ia de mogelijkheid aanwezig voor een beslis
sing over verschillen door een scheidsgerecht.' Is
echter de oorlog uitgebroken, dan is de taak der
diplomatie voorloopig geëindigd. De oorzaken van
den strjjd hebben nog slechts waarde voor de ge
schiedenis.
Wie zal echter voorwaarden kunnen stellen, waar
mede zoowel Engeland als de Republieken tevreden
zullen zijn
De Engelsche Regeering heeft, door haar gedrag
en haar woorden den indruk gemaakt, dat zjj
niet rusten zal voordat de beide onafhankelijke
republieken geheel zijn onderworpen. Dit verlangen
kan niet ten grondslag liggen aan een bemiddelings
voorstel. Doch hierdoor vervalt tevens de mogelijk
heid van zulk een voorstel. Of wie zal aan de
Republieken den raad geven zich te onderwerpen
aan dezen eisch, die uitloopt op hare staatkundige
vernietiging? En evenmin kan men aan Engeland
voorstellen doen, die in flagranten strijd zijn met
de staatkunde van de Engelsche regeering.
Zoolang geen goede grondslag gevonden wordt
voor een bemiddelingsvoorstel, acht de Vost. Ztg.
het denkbeeld onuitvoerbaar, en het ziet er geen
heil in pogingen te gaan aanwenden, waarvan het
mislukken vooraf is na te gaan.
De bekende Russische staatsraad en hoogleeraar
Yon Bloch, wiens werken over don oorlog den
Czaar aller Russen bewogen hebben tot het byeen-
roepen der Vredes-Conferentie, heeft ook als zijn
opinie uitgesproken, dat de Boeren nu den eigen
lijken »kleinen" oorlog zullen voeren, waarin ze
meesters zijn.
Ook acht de heer v. Blocb het niet onmogelijk
dat, daar de oorlog lang kan duren, de een of
andere Staat party zal trekken van de zwakheid
van Engeland.
Dit alles in aanmerking genomen, beschouwt de
beer v. Bloch do overgave van Cronjé slechts als
eene episode zonder veel gewicht.' Hij meent, dat
het gejubel der Engelschen te vroeg komt, want
hij beschouwt den toestand voor Engeland als zeer
ernstig, en daar Engelands levensbolangen op het
spel staan, hoopt hij, dat dit Rijk de behaalde
overwinning zal aangrijpen om tot vrede te geraken.
Dat Engeland daartoe echter vooralsnog niet
gezind is, valt niet te betwijfelen.
De Times, in een hoofdartikel den toestand in
Zuid-Afrika besprekende, zegt nog eens dat elk
vertoon van zwakheid, ook maar de schijn van te
willen toegeven, elke aarzeling van de Britsche
regeering tegenover het buitenland in bet aankon
digen van haar onherroepelijk besluit om de Boeren
republieken in te lijven, verderfelijk zou zijn voor
het rijk.
By don Senaat komt in behandeling een van de
tFransche regeering uitgegaan amnestie-voorstel
in de Dreyfus-zaak.
Reeds twee jaar geleden was op voorstel van
eenige Kamerleden een amnestie-ontwerp aangeno
men over misdrijven, die met de Dreyfus-zaak niets
to maken haddon. De Senaat liet dit ontwerp liggen
en heeft het eerst nu weder ter hand genomen,
naar aanleiding van eon stap door de regeering ge
daan. Deze wenschte namelijk in het aanhangig ont
werp een aanvulling gebracht te zien om het tot
de Dreyfus-zaak uit te breiden en verzocht in No
vember roods de Senaatscommissie daartoe mede te
werken. Dit stuitte echter af op de moeilijkheid,
dat de regeering niet het recht heeft amendementen
voor te stellen op ontwerpen, van Kamerleden uit
gaande. Daarom heeft de regeering nu in een af
zonderlijk ontwerp bij den Senaat de aanvulling
aanhangig gemaakt, welke zij had willen zien aan
gebracht.
Volgens dat voorstel worden vervallen verklaard
alle strafvervolgingen betreffende zaken, samenhan
gende met de Dreyfus-zaak, en alle vervolgingen,
reeds begonnen of nog kunnende ingesteld worden
krachtens de wetten op de drukpers, of andere straf
bepalingen, behalve die op moord.
Hieruit volgt dus, dat de vervolgingen tegen
Zola, Picquart, Joseph Reinacb, en ook tegen ge
neraal Mercier zullen vervallen, maar niet wegens
den moordaanslag tegen mr. Labori, gesteld dat
de dader ooit wordt ontdekt.
Het ontwerp bepaalt uitdrukkelijk, dat de bur
gerlijke rechtsvorderingen, met deze zaken samen
hangende, niet vervallen, zoodat bijv. de weduwe
van kolonel Henry den heer Rsinaeh tot schade
vergoeding zal kunnen dagvaarden en de officieren
van den krijgsraad den boer Zola wegens zijn
»J,accnso."
In den Oostenrijkschen Rijksraad deed de
voorzitter een dringend beroep op alle partyen om
te zorgen, dat betreurenswaardige tooneelen, zooals
in vorige vergaderingen weer zijn voorgevallen, niet
meer zouden voorkomen. Mochten ze zich herhalen,
dan zou hij zeer bezorgd worden voor het parle
mentarisme in Oostenryk. Deze woorden misten
aanvankelijk hunnen invloed niet. De zitting ken
merkte zich door een ongewoon vreedzame beraad
slaging, die ontsproot uit de samenwerking van drie
leden den Duitscher Gross, die voorstelde al de
spoedeiscbende voorstellen aangaande de verkorting
van den werktijd in de mijnen te verwy zen naar een
commissie Kaftan, die voorstelde om de commissie
vóór 12 Maart verslag te laten uitbreDgen, en den
Duitscher Roser, die voorstelde dat de vergaderingen
van de commissie openbaar zouden zijn. Eenparig
vereenigde het Huis zich met al die voorstellen.
Die eenstemmigheid zal zeer waarschijnlijk niet
van langen duur zijn, want in de laatst gehouden
vergaderingen is reeds gebleken, dat er veel ver
schil van gevoelen bestaat omtrent de verkorting
van den werkdag.
Evenmin bestaat er eenstemmigheid over de keus
van den eersten ondervoorzitter van het Huis van
Afgevaardigden. De leiders van de Duitsche par
tijen hebben het uitvoerend comité eon brief ge
schreven, dat hunB inziens do zetel van eersten
ondervoorzitter aan de Duitsche partyen toekomt,
en dat zij daarvoor Prade aanbevelen. Heden heeft
de verkiezing plaats.
Do Jong-Tsjechen zullen zich waarschijnlijk tegen
de verkiezing van Prade verzotten. Zij zijn trou
wens ontevreden over de Polen en clericalen, om
dat deze hen in den steek laten by hun verzet
tegen de lichtingswet. De Tsjechen trachten nu een
meerderheid in de meerderheid te vormen, welke
tegen de beide machtige partijen zou zijn gericht.
In de zitting van jl. Vrijdag stelde de sociaal
democraat Gradnauer een vraag over de houding
der Duitsche regeering tegenover do Vredesconfe
rentie. Billow antwoordde Ons doel is altijd ge
weest den vrede te bewaren. Door ons zal de vrede
niet verbroken worden daarentegen kunnen wij het
behoud van den vrede niet waarborgen, daarom
moeten wy gewapend blijven. Aan verplichte arbi
trage konden wij ons niet onderwerpen, daarbij
moet elk geval afzonderlijk beoordeeld worden.
De Keizer, die van plan was nog eenige dagen
in Boedapest te blijven, is reeds in Ween en terug
gekeerd. Uit een bezoek dat minister-president
v. Koerber hem heeft gebracht, leidt men in Boe
dapest af, dat het uitzicht op een vergelijk, en zelfs
op een wapenstilstand in het Oosten rij ksche parle-
ment, verkeken is.
Een eerlijker wijze om in het bezit te komen
van koloniën, dan ze met geweld van wapenen te
veroveren wil de Rogeering der Verenigde
Staten van Amerika volgen. Zij heeft 3 1/2 milli-
oen dollars geboden voor de Deensehe Wost-Indische
eilanden. Het is echter nog niet bepaald of deze
koop zal doorgaan.
In Kopenhagen werd reeds een vergadering ge
houden om deze zaak te behandeleneen groot
aantal personen uit allo kringen en van alle par
tijen was tegenwoordig. Het is te begrijpen, dat
het vooral de bandelaren zijn, voor wie de quaestie
van veel belang is. De meesten waren tegen den
verkoop, waaronder de voormalige minister van
Eeredienst. De vergadering nam een voorstel aan,
waarin den Rijksdag werd verzocht in deze aan
gelegenheid geen besluit te nemen dan na rijp
overleg.
GOES, 5 Maart 1900.
Door het hoofdbestuur van bot Ned. Z u i d-
Afrikaaasche fonds voor daadwerkeiijken
steun wordt dezer dagen tamelyk algemeen rond
gezonden een zendbrief (circulaire), waarin het doel
van het fonds wordt uiteengezet en ouze mede-
Nederlanders worden uitgenoodigd het fonds gel
delijk te steunen. Verder gaat er bij de officiëele
naamlijst der tot heden toegetreden bestnurderen
en correspondenten.
Dit manifest, gericht tot alle inwoners van Ne
derland, gaat uit van een drieduizendtal der in
vloedrijkste mannen uit alle oorden van ons land,
van alle gezindten.
Onder hen komen 0. a. voor de heerenA. A.
Bekaar, hoofd-ingenieur van den rijks-waterstaat
mr. Ph. J. Callenfels, rechter in de arr. rechtbank
jhr. mr. E. A. O. de Casembroot, lid der Gedepu
teerde Staten van Zeeland S. Gratama Hz., rechter
in de arr. rechtbank; mr. M. Jacq. de Witt Hamer,
rijks-advocaat; M. B. G. Hogerwaard, hoofd-inge
nieur van den prov. waterstaat in Zeeland dr. H.
Japikse, directeur der R. H. B. S.mr. B. W. F.
Kronenberg, rechter in de arr. rechtbank W. Pol
man Kruseman, griffier der Staten van Zeeland
C. Lucasse, lid van de Tweede Kamer en van Ge
deputeerde Staten van ZeelandJoh. L. van der
Pauwert, directeur-hoofdredacteur der Mtddelburg-
sche Courantjhr. mr. E. P. Schorer, rechter in
de arr. rechtbank jhr. mr. L. Schorer, burge
meester Herm. Snijder, leeraar aan de R. H. B. S.
jhr. mr. A. van Reigersberg Vorsluijs, president
der arr. rechtbank dr. J. G. Voegler, rector van
het gymnasium en C. L. van Woelderen. directeur
der Maatschappij Zeeland, allen te Middelburg.
Verschonen is een manifest, onderteekend
door 177 mannen en vrouwen van verschillenden
stand en van elke politieke richting, uit alle deelen
des lands en uit de voornaamste steden van Nedor-
landsch België. Het is een opwekking tot de land-
genooten om in menigte toe te treden tot de »Nederi.
Zuid-Afrikaansche Veroeniging" en deze aldus te
hervormen tot een machtigen werkelijk nationalen
bond voor Zuid-Afrika. Contributie f 3. Secretaris
de beer Paul den Tex, Heerengracht 318, Amsterdam.
Onder de onderteekonaars komen voor, wat Zee
land betreftte Goes de heer J. M. Kakebeeke;
te Middelburg movrouw H. J. de Witt Hamer
Overman eu de heeren dr. J. O. Bolle, Herman
Snyders en H. L. Gerth van Wijkte Vlissingen
de heer mr. C. Bakker.
De antirev. kiesveroeniging ^Nederland en
Oranje" te Middelburg heeft tot candidaat voor
het lidmaatschap der Provinciale Staten in het
kiesdistrict Middelburg (vac. Kloppers) gesteld mr.
P. D i e 1 e A a n te Middelburg.
De kiesveroeniging te Stavenisse heoft tot
candidaat voor de Provinciale Staten (vac. wijlen mr.
vaD Buren) gesteld don heer C. A. H. Wagtho,
to Tholen.
De anti-revoluiionnaire kiesveroeniging voor het
eiland Tholen en St. Philipsland heelt, volgens
de Iers. en Th. Crt., den heer G. B 0 1 i e r Gz.
te Scherpenisse, candidaat gesteld.
Kolsjnsgilaai. Vrijdagavond 1.1. trad do heer
J. Z. R i s c h van Goes als spreker alhier in het
Nutsdepartement pNoord-Bevelandop. Als naar
gewoonte gaf hij eigen werk, thans echter alleen
vóór de pauze. Zijne novelle, met den cenvoudigen
titel *Eene schetsbevatte in den trant van Hilde-
brand's »Het diakenhuismannetje" de ontvangst en
het huiselijk verkeer eener baker, die, om de diensten
aan zekere familie in verschillende geslachten her
haaldelijk bewezen en haar gehechtheid aan de leden
dezer familie, een soort familiestuk was geworden.
Door haar veel sprekende in te voeren, door allerlei
kleine trekjes dier vrouw aan te geven, leerde men
die eenvoudige brave ziel kennen en hoogachten.
Schoon gestileerd en goed voorgedragen boeide
de schets alle aanwezigen, evenals de voordracht
van zijn gedicht, Armen" getiteld.
Na de pauze werd de lachlust niet weinig opge
wekt door de humoristische schetsen van den grooten
Amerikaan Mark Twain, getiteld»De Barbier",
»Tegen verkoudheid" en »De man van Orelia".
Kortgcne. Het feestprogramma voor de in
stallatie van onzen burgemeester op
a, s. Donderdag is opgemaakt als volgtDes mid
dags te 2 uren afhalen aan den prov. steiger door
de wethouders en een eerewachtvervolgens rijtoer
door het dorp met muziek, en zang door de school
kinderen, daarna plechtige installatie en diner, en
's avonds concert en illuminatie.
De Latijnen gevolgdHet Wetsontwerp op
Leerplicht is thans in de Tweede '.Kamer in
behandeling gekomen.
Men kan er zich over verheugen, omdat er nu
eindelijk een eind zal komen aan een uitgeput
debat.
Wel tot bet einde toe zijn de bestrijders bij de
stukken gebleven. Onvermoeid. En alles kon als
projectiel dienst doen. Canards ook.
Zoo ving een der laatste stukjes ter afkeuring
en afwijzing van den leerplicht aldus aan
»Men spreekt van leerplicht; maar waarom niet
eetplicht er bij
»Men kent toch het Latijnsche versje
Plenus venter
Non studet libenter,
hetwelk vrij vertaald zeggen wil, dat men met een
uitgehougerde maag niet leeren kan."
En nu weet een heel jong gymnasiast reeds, dat
het bekende Latyusche versje zeggen wil
»Een volle maag studeert niet graag."
Maar zoo'n geleerde bestrijding pakt toch.
Vaderlander.)
De Arnh Ct. schrijft
Worden in deze dagen bij de behandeling van
den leerplicht de meeningon van aanzienlijke
landgenooten medegedeeld om het nut van behoor
lijk onderwys aan te toonen, sterk sprekend is het
feit dat bij het begin der Christelijke jaartelling
het geven van behoorlijk onderwijs bij de Israëlieten
reeds geregeld was. Zoo lozen we dat Simon, de zoon
van Setocb, 100 v. Ch. reeds districtsscholen op
richtte en dat Josua, de zoon van Gamola, 50 na
Ch., de verordening vaststelde, dat in alle gemeenten
van Palestina scholen werden opgericht voor 6-
jarigo kinderen toegankelijk. Alléén op feestdagen
was er geen onderwijs en in het heete seizoen
Juli'Augustus was het onderwys +ot 4 uur daags
beperkt. Verschillende paedagogische regels troffen
wo van hem aan, waaruit blijkt dat bet onderwijs
tot minstens 15-jarigon leeftijd werd voortgezet en
niet vóór 6 jaar begon en dat herhalingsondcrwijs
zéér werd aangeprezen. Wc zullen ze bier niet
alle laten volgen, maar voor onze oude tijden is
van belang zijn gezegde: »Groot is de verdienste
der moeders, wanneer zij baar kinderen tot school
bezoek aansporen".
Men ziet dat Josua van Gamola zelfs bij velen
onzer Kamerleden nog verre vooruit was.
Het Handelsblad schrijft
Met do veroordeeling der twee suppoosten van
het weezengesticht Noorbosch tot een ge'd-
boete is do vervolging geëindigd, welke opt ieuw
de aandacht heeft gevestigd op de toestanden in
dat gesticht. De rechtbank te Arnhem heeft een
geringe straf opgelegd, in aanmerking nemende,
dat slaan door de directie nimmer was verboden
en als gewoon tuchtmiddel werd beschouwd.
Bij hot getuigenverhoor is tevens aan het licht
gekomen hoe gebrekkig het toezicht is in bet ge
sticht. Hieruit schijnt wel duidelijk te blijken dat
de verbeteringen, welke zouden worden ingevoerd
na het onderzoek, dat eenige jaren geleden heeft
plaats gehad, volstrekt niet tot liaar recht zijn ge
komen, en zeer begrijpelijk is het dan ook, dat