1900. N°. 25.
Dinsdag 27 Februari.
87ste jaargang.
VEE-UITVOER
naar Felgië.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking bobbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
VERl>R!>EJNli\GEN.
De Burgemeester en Wethouders van Goes doen
te weten dat door den Raad dier gemeente en zijne
vergadering van 2 Februari 1900 is vastgesteld
Eene gewijzigde verordening voor het Bestuur
van het Gasthuis, betreffende de verpleegkosten. en
Een gewijzigd tarief der inkoopsgclden van pro
veniers in het Gasthuis.
Zijnde deze verordeningen medegedeeld aan Hee-
reu Ged. Staten van Zeeland blijkens hunne mis
sive dd. 17 Februari 1900 no. 687j8 lste afdeeling.
Goes, 24 Februari 1900.
De Burgemeester en Wethouders van Goes,
W E S S E L 1 N K.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLÜIJS.
Bij K. B. van 4 Januari 1900 no. 24 is Z. E.
don Minister van Marine gemachtigd om de zee-
militiens-verlofgangers der lichting 1898 voor den
tpd van vjjf weken in werkelijken dienst te doen
oproepen.
Namens genoemden Minister roep ik mitsdien
op den zeemilicien-verlofganger der lichting 1898
dezer gemeente
Willem Frederik Johannes van Riet
om zich den 3en April a. s. zoo mogelijk dea
middags vóór 12 uren aan te melden bij den
commandant van het schip Reinier Claeszen te Hel
le voetsluis, gekleed in de bjj zijn vertrek met groot
verlof medegenomen militaire kleedingsstukken en
voorzien van zijn zakboekje.
De milicien, die aiet aan de oproeping voldoet,
wordt als deserteur behandeld, en hjj, die niet op
den bestemden tyd onder de wapens komt of niet
voortdurend aan de oefening deelneemt of wel ach
terlijk bljjft in het aanleeren van den wapenhandel,
wordt zooveel langer onder de wapenen gehouden
als de commandant noodig acht.
Goes, 24 Februari 1900.
De Burgemeester van Goes,
W E S S E L IN K.
Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht,
dat de invoer van slachtvee, bestemd voor
de abattoirs van Antwerpen, Brussel, Cureghem,
Anderlecht, Gent en Luik alsmede van paarden,
schapen, geiten en vleesch, langs Hamond
(station) is geoorloofd met ingang van 21 Februari
1900, des Woensdags bij het doorrijden van den
eersten trein en Vrijdag van 89 uren zal geoor
loofd zijn den uitvoer van paarden, schapen, geiten
en vleesch via Hamond (dorp), benevens iederen
werkdag van paarden langs de beide stations en
vleesch langs Loozen, mits 24 uur te voren kennis
is gegeven aan den veearts te Peer.
Goes, 26 Februari 1900.
De Burgemeester van Goes,
WESS ELINK.
Politie.
De Burgemeester van Goes brengt ter algemeene
kennis dat met ingaDg van 1 Maart 1900
HENDRIK KRAMER
eervol wordt ontslagen als hulpagent van Politie
en met ingang van dien datum is benoemd tot
hulpagent van Politie
Hendrikus van den Broek.
Goes, 26 Februari 1900.
De Burgemoester van Goes,
WESSELINK.
\v i; 4i i: x
Naar aanleiding van een verzoek van het Bestuur
van den Algemeenen Nederlandschen Wielrijders-
Bond noodigen Burgemeester en Wethouders van
Goes de eigenaars van doornheggen en hen die met
snoeiwerk belast zijn uit, te zorgen dat
geeu door nu op de tregcu worden
geworpen of blijven liegen,
wanneer de heggen worden gesnoeid of geknipt.
Goes, 24 Februari 1900.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
WESSELINK.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLÜIJS.
Ambtenaren.
Burgemeester en Wethouders van Goes brengen
ter algemeene kennis, dat is benoemd tot klerk
ter secretarie
B. B. Quist Bz. te Goes.
Goes, 24 Februari 1900.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
WESSELINK.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLÜIJS.
Wekelijksch algemeen overzicht.
In het Engelsche Lagerhuis werd jl. Dinsdag
door den afgevaardigde D. A. Thomas eon motie
voorgesteld, waarin werd verklaard dat een volledig
onderzoek naar den oorsprong en de omstandig
heden van de samenzwering tegen de Transvaalsche
Regcering en naar den gewapenden inval in de
Zuid-Afrikaansche Republiek in 1895 gowenscht is.
In zijne toelichtiug verklaarde hij, dat het rap
port van de Zuid-Afrikaansche commissie door het
land met teleurstelling was ontvangen en thans is
het land vervuld van diepe verontwaardiging over
de onthullingen, die de onpartijdigheid der com
missie aantasten en daarbij een smet werpen op de
eer van het Huis. Het is in het belang van de
natie, van het Huis en van Chamberlain zelf, dat
een volledig en grondig onderzoek zou geschieden
door eon onpartijdige rechtbank, die op de een of
andere wjjze een eind zou maken aan de verdacht
makingen en beschuldigingen tegen het Departe
ment van Koloniën. Een groot deel van het volk
gelooft, dat de inval van Jameson in de eerste
plaats verantwoordelijk is voor den oorlog en dat
Minister Chamberlain ernstig betrokken was in deze
ellendige en afkeurenswaardige zaak.
De mot ie werd ondersteund door verscheidene
Kamerleden, die eenstemmig getuigden, dat het
vorige onderzoek onvolledig en onvoldoende was
en dat, als het verder was uitgebreid, de commissie
tot een ander resultaat zou zijn gekomen.
Daar de naam van Minister Chamberlain door
den inval was aangetast, was het zijn plicht ge
weest aan de commissie alle inlichtingen te ver
schaffen, die hij kon geven. Zijn gedrag heeft aan
leiding gegeven tot ernstige verdenking. Het ach
terhouden van telegrammen, die voorzeker compro-
mitteerend zijn, wees op medeplichtigheid van het
Departement van Koloniën.
Het land vraagt een onderzoek, ten einde aan
de wereld het bewijs te kunnen geven, dat Groot-
Brittannië zijn gevoel van rechtvaardigheid niet
heeft verloren.
In zijn antwoord noemde Minister Chamberlain
do beschuldigingen, tegen hem ingebracht, geen
werkelijke beschuldigingen, maar insinuaties, die
berusten op vermoedens en geheimzinnige betich
tingen. Zij, die ze herhalen, durven niet zeggen
dat zij zelf ze goioovon. Er werd gezegd dat een
verder onderzoek noodig was om de critiek van
het buitenland te ontwapenen. Hij is echter niet
overtuigd dat buiteolandsche critici tot zwijgen zou
den worden gebracht door wat het Huis ook deed
of hij kon verklaren.
De eenige grond, waarop een nieuw onderzoek
zou kunnen worden gevraagd, is dat een nieuw
feit zou zijn uitgelekt, doch sedert de Zuid-Afri-
kaanacho commissie zitting had gehouden, was er
niets nieuws bokend geworden. Er is niets in de
overgelegde stukken, dat niet aan de commissie
en aan iedereen bekend was.
Men wil, zeide hij, door een nieuw onderzoek
niet het algemeen belang dienen, maar alleen trachten
hem, den Minister van Koloniën, te overtuigon van
meineed.
Sir William Harcourt wilde een onderzoek, om
dat hij meende dat alle verdachtmaking uitging
van do mannen van Rhodes zeiven, die hun eigen
schuld trachten te dekken, door het Departement
van Koloniën als medeplichtige aar. te wijzen.
Rhodes heeft iedereen bedrogen, Chamberlain moot
het middel aangrijpen om de verdachte goede trouw
van Engeland van allen blaam te zuiveren.
Sir Henry Campbell BaDnermann deed een be
roep op de Regceriug om het onderzoek toe te
staan. Hjj vreesde dat het antwoord van Chamberlain
de verdenking niet zou verminderen.
De motie werd ten slotte verworpen met 286
tegen 152 steramen.
Het is te begrypen, dat de grooto Engelsche
bladen niet in gebreke zijn gebleven de motie van
Thomas te veroordeelen.
Enkele bladen durfden zich echter vorklaren voor
de motie. Zoo zegt de Morning Leaderdat Rhodes
de voornaamste beschuldiger van Chamberlain is
indien Chamberlain onschuldig is, is hij de dupe
van Rhodes en is Rhodes de grootst denkbare
schurk het schandaal is ontzettend, cn een nieuw
onderzoek noodzakelijk."
Do Economist zegt
Het debat deed de ongerustheid, die er bestond,
evenmin verdwijnen als de enquête deed en het
was om die reden geheel en al onbevredigend en
nutteloos.
De heer Chamberlain gaf antwoorden, die goed
genoeg waren voor het parlement, maar welke niet
iedereen buiten het Lagerhuis zal overtuigen, dat
de geheele waarheid werd gezegd.
Het kan zijn, dat het gebeurt, dat de geheele
waarheid zal worden ontsluierd, maar dan zou dit
door leden van de regeoring en niet door minister
Chamberlain moeten geschieden. En zij zou op
zoodanige wijze moeten worden aan het licht ge
bracht, dat eindelijk en voor goed de ongelukkige
indruk wordt te niet gedaan, dat het gouvornemeDt
slechts by de gratie van den heer Rhodes zijn
positie blijft bekleeden.
Intusschen is het voor de Regeering eene groote
opluchting, dat deze zaak voorloopig van de baan is.
Omtrent de houding van Rusland in
Azië, eenig8zins in verband met den EngeBsch-
Zuid-Airikaanschen oorlog komen belang
wekkende berichten.
De Daily Telegraph verneemt uit Petersburg, dat
luitenant-generaal Kurapatkin, de minister van oor
log, de man is geweest, die het geheele plan van
Rusland's optreden in Afghanistan opmaakte.
Het zenden van troepen naar Koetsjk was geheel
op zijn eigen verantwoordelijkheid gebeurd. Toen
bij met nader uitgewerkte plannen by den Czaar
kwam, vond hij dezen echter niet bereid bem te
steunen. De Czaar moet zich zelfs in deze bewoor
dingen hebben uitgelaten »Het is inijn voornemen
de striktste onzijdigheid gedurende den tegenwoor-
digen oorlog te bewaren, niettegenstaande de pu
blieke sympathie voor de Boeren."
In verband hiermede wordt zelfs van een onge
nade van den minister van oorlog gesproken en de
namen van verschillende mogelijke opvolgers ge
noemd.
De Daily Mail daarentegen ontvangt uit Bombay
een bericht, dat wel eenigszins in strijd met boven
staand bericht van Rusland's lijdelyke houding
schijnt te zijn. Aldaar moet groote ontroering zijn
gewekt door de tpding, dat een Russische kruiser
te Boenderabbas in de Perzische golf het anker
heeft laten vallen. Het Engelsche oorlogsschip Po-
mone en de kanonneerboot Sphinx zyn daar heen
gegaan. Alle Engelsche officieren hebben hun ver
lofpassen zien intrekken en eenige officieren, die
zich naar Engeland zouden inschepen, hebben by
hun troepen moeten blijven.
Volgens een telegram van gisteren uit Londen
aan do Patrie is er last gegeven, een sterke afdee
ling ruiterij naar de grens van Afghanistan te
zenden, wegens de versterking van de Russische
troepen in die buurt. Andere voorzorgen worden
genomen, maar blyven geheim.
In den Duitschen Rijksdag werd opnieuw ter
sprake gebracht de intrekking van een artikel,
dat handelt over de beheersching van Elzas-Lotha-
ringen, het zoogenaamde dictatuur-artikel. De Rijks
kanselier Von Hohenlohe sprak daarover in vrij
scherpe bewoordingen. »Dit artikel is, zeide bij,
in zekeren zin een waarschuwingsbord, een vaandel,
dat wy planten tegenover Fransch-gezindhoid, voor
zoover die nog bestaat. Ik erken gaarne, dat de
bevolking van het Rijksland Duitschgezind en trouw
is. Maar men kan niet loochenen, dat er nog een
minderheid is, die anti-Duitsch gezind is, en deze
gezindheid heeft wortels geschoten, waaruit van
tyd tot tijd weer nieuwe loten ontspringen. Ik
wil daarover die minderheid geen verwijt maken,
ik stel alleen de werkelijkheid vast. Elzas-Lotha-
ringen is een grensland. Onze naburen zijn prik
kelbaar. De bevolking staat op vele plaatsen nog
in betrekking tot haar vroegere landgenooten, en
het blijft mogelijk, dat wy te eeniger tijd met ons
naburig land in verwikkelingen raken. Wel zyn
onze betrekkingen tot de Fransche Regeering zoo
goed als denkbaar, maar een waarborg, dat deze
stemming aanhouden zal, bestaat niet. Dorhalve
moeten wy op alle gebeurly kheden voorbereid zijn
en mogen wy de middelen, die wij tot beveiliging
van ons bezit noodig hebben, niet uit de handen
geven. Wy hebben Elzas-Lotharingen niet door
een volksstemming gewonnen, maar door geweld
van wapenen. Wy willen het herwonnen land be
houden, want dat is ons recht."
De Fransche minister-president Dechanel heeft
by zyn opneming in de Académie oen redevoering
gehouden, waarin hij uitdrukkingen hoeft gebruikt,
die zinspeelden op de wijze, waarop de veroverde
provinciën door Duitschland worden bestuurd. Men
wil nu in de woorden van Hohenlohe een ant
woord zien op die van Dechanel.
De zitting van den Ocstenrijkschen Rijks
dag werd Donderdag geopend met een heldere
redevoering van den minister-president Von Kör-
ber, die eon beroep deed op de eensgezindheid der
leden. Zijn woorden vonden een kalm en welwil
lend onthaal. Alleen de bekende Wolft* veroorloofde
zich den minister enkele malen met een opmorking
in de rede te vallen. De redevoering betrof in de
«erste plaats de noodzakelijkheid van het herstel
van den national en vrede, door opheffing van het
nationale vraagstuk omtrent de taal verordening
verder de werkstaking en den werktijd in de steen
kolenmijnen, de goedkeuring van het vergelyk en
de hernieuwing der handelsverdragen.
De minister diende een wet in tot het aanleggen
van verscheidene nieuwe spoorwegen. Het geld,
daarvoor benoodigd, in een ronde som 500 miilioen
kronen, zal verkregen worden uit leeningen, waar
voor de regeering machtiging aanvroeg. De bespre
kingen omtrent de ministerieele verklaringen wer
den verwezen naar de volgende vergadering, die
ouder gewoonte, zeer woelig is geweest.
De voorzitter van het Huis verklaarde dat hij
aan het eind van do vergadering gelegenheid zou
geven om de spoedeiscbende voorstellen toe te lich
ten. De Tsjech Engel had daar dadelijk mee willen
beginnen. Bij de beraadslaging over het vaststellen
van de sterkte der lichting vielen de Jong-Tsjechi-
sche afgevaardigden het legerbestuur aan. De mi
nister van oorlog verdedigde zijn departement. Ter
wijl de minister van landbouw bezig was voorvallen
tijdens de werkstakingen te bespreken, werd hij
heftig in de rede gevallen door socialisten. De
voorzitter slaagde er niet in, de orde te herstellen
en sloot do vergadering temidden van groot rumoer.
Het kabinet-Silvela in Spanje heeft in den
laatsten tijd wanhopige pogingen moeten doen om
zich staande te houden. Ten gevolge van den oorlog
met Amerika was het genoodzaakt zware lasten te
heffen, waartegen zich. de oppositie krachtig ver
zette, doch door groote tegemoetkomingen is het
er in geslaagd de aanneming der begrooting voor
1901, die in Mei a. s. zal ingediend worden, mo
gelijk te maken. De regeering is in het aangaan
van concessies zelfs zoo ver gegaan, dat zij het
geldelijk beheer van het ministerie van oorlog en
van marine onder toezicht van den minister van
financiën heeft geplaatst, om daardoor buitensporige
uitgaven voor de landsverdediging tegen te gaan,
oen maatregel, waartegen de militaire partij zich
tot nog toe krachtig heeft verzet.
De regeering is voornemens de hand aan het
werk te slaan tot oplossing van een aantal sociale
vraagstukken van den tegenwoordigen tijd, die zich
ook in Spanje doen gelden. Allereerst zal zij in
behandeling nemen een wet op den vrouwen- en
kinderonarbeid, op de Zondagsrust, op het bouwen
van arbeiderswoningen en andere maatregelen ten
behoeve der arbeidende klasse.
Voor hare sociale hervormingsplannen kan de
regeering rekenen op den steun van de commissie
uit de Cortez, die over de ingediende wetsontwerpen
een zeer gunstig verslag heeft uitgebracht.
GOES, 26 Februari 1900.
Wy herinneren er aan dat zy, die hunne
grondbelasting of personeele belasting over 1899
eerst in den loop van deze maand hebben betaald
en kiezer wenschen te b 1 ij v e n volgens de
kieswet verplicht zijn aan den burgemeester van die
betaling te doen blyken. Zij hebben zich daartoe
vóór 3 Maart e. k. te wenden met overlegging van
hun voor voldaan geteekend aanslagbiljet ten stad-
huize.
Zaterdag is tot klerk ter gemeente-secretarie
alhier door burg. en weth. voor een jaar benoemd
de heer B. B. Quist Bz., tijdeljjk als zoodanig werk
zaam geweest. Er waren in 't geheel 34 sollicitanten.
Do hoogleeraar mr. J. de Louter, te
Utrecht, heeft den volgenden open brief gericht
aan het bestuur' der Liberale Unie:
»WelEd. Geb. heereu
Ik heb de eer u kennis te geven, dat ik voor
het buitengewoon lidmaatschap der Liberale Unie
bedank. Immers het jongste manifest in zake kies
recht schijnt mij toe
1. in stryd te zyn met de zelfstandigheid en
waardigheid der liberale party, omdat hot, zooals
terecht reeds elders is opgemerkt, ten aanzien van
een der gowichtigste politieke vraagstukken een
voudig hot programma der sociaal-'domocratische
party overneemt en onderschrijft. (Zie 1 van het
program der Soc.-dem. Arbeidersparty 18 April
1897)
2. de groote belangen, betrokken bij een krach
tige en regelmatige staatswerkzaamhoid, voor on-
bepaalden tijd achter te stellen bjj eene politieke
agitatie, die de hartstochten ontboeit en de vrucht
bare werking der wetgevende macht jarenlang met