1900. N°. 21.
Zaterdag 17 Februari.
87sle jaargang.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
VEE-UITVOER
naar i eigie.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bjjblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
De prijs der gewone advertentiö'n is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hobbende
dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 eent per regel.
Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht,
dat de invoer van slachtvee, bestemd voor
de abattoirs van Antwerpen, Brussel, Oureghem,
Anderlecht, Gent en Luik alsmede van paarden,
schapen, geiten en vleesch, langs Selzaete
(station) is geoorloofd met ingang van 14 Februari
1900, des Woensdags van 611 uur en des Zater
dags na 12.34.
Goes, 14 Februari 1900.
De Burgemeester van Goes,
WESSELINK.
GOES, 16 Februari 1900.
Onder het opschrift >Iets over oestercultuur
schryft men ons het volgende
Rusteloos zoekend en elke gelegenheid aangrijpend
om zich te vergewissen van de meest voedzame
wateren en gronden voor zijn product, de Zeeuwsche,
oester, heeft zich de oesterkweeker de laatste jaren
zeer veel bezig gehouden met het nemen van proe
ven, door op onderscheidene plaatsen in de Zeeuw
sche stroomeu oesters uit te zaaien. Zoowel door
onderlinge als door buitenlandsche concurrentie ge
dwongen, leidde het er vanzelf toe, dat bijna de
meeste pachters proeVen namen om te trachten het
beste aan de markt te brengen, dat de bodem der
Schelde zou kunnen opleveren.
Oesters zijn ten allen tjjde meer een luxe-artikel
dan een volks voedsel geweest en bieden daardoor
dus de kans, dat meer buitengewone winsten be
haald kunnen worden dan met vele andere voort
brengselen van land of water bet geval is. Eenige
jaren geleden ieder herinnert zich nog dien
tjjd was het zelfs zóó, dat de Zeeuwsche oester-
banken goud schenen voort te brengen, maar die
periode was van korten duur. Velerlei invloeden
waren oorzaak van den algemeenen achteruitgang,
doch alB voornaamste reden kan wel genoemd wor
den de gestadig minder wordende kwaliteit van de
huidige oester, vergeleken met die van vóór circa 15
d 20 jaren. Hoe ook te bejammeren, het is en blijft
een feit van beteekenis, dat sedert onze oester
achteruitging in kwaliteit en men aan de kusten van
Duitschland, Belgiö, Frankrijk en vooral van Enge
land ook oesters uitzaaide, waarvan de resultaten
meer dan bevredigend, zoo niet in enkele gevallen
schitterend waren, de Zeeuwsche oester haar ouden
roem, als een der eerste delicatessen, op de voor
naamste Europeesche markten langzamerhand moest
prijsgeven.
Een direct gevolg hiervan was, dat, hoezeer het
gebruik van oesters in het algemeen ook is toe
genomen, de vraag van die landen, welke zelf eene
goede cultuur verkregen, met name Engeland, sterk
is afgenomen. Dit land vraagt thans niet bet tiende
part meer van zijne vroeger benoodigde hoeveel
heid Zeeuwsche oesters en dat is een geducht
verlies voor ons, als men weet, dat Engeland jaren
aaneen, alleen méér betrok dan Duitschland, Belgié
en Nederland te zamen.
En hoe de talrijke proeven op grooter en klei
ner schaal zijn uitgevallen Men vrage dit eens
aan hen, die er geld voor over hadden, en zij zul
len u antwoorden, tien tegen één, dat zjj wilden
■tnooit oesters gezien te hebben Haast zouden wij
zeggen, dat dit antwoord van toepassing zou zijn
voor alle tegenwoordige oesterkweekers en aandeel
houders van dito maatschappijen, maar dan vreezen
we, bij oningewijden den indruk te zullen maken,
van misschien pessimitisch te zijn en zullen wij
dus enkel doelen op de proefnemingen in de Zui
derzee, Zandkreek, Grevelingen enz, Deze dan had
den tengevolge, dat men bijna zonder uitzondering
weer terugkeerde naar de oorspronkelijke kweek
plaatsen, de Ierseksche- en Bergsche banken, om
er, droomend van vroegere gulden dagen en hopend,
dat de kans weer keoren kon, eindelijk en ten slotte
zjjn bestaan nog zoolang mogelijk voort te sleepen.
Och, wat ging het toen, in dien »ouden tjjd"
toch goedDe oesterafnemers stuurden, zooals nu,
geen ellenlange brieven vol van jammerklachten on
chicanes ovor de vele >watervisschen," de kleintjes,
het geringe gewicht en zoo meer. Naar 't gewicht
vroeg men niet eensals 't vereischto aantal er
maar was, dan was 't voldoende en men betaalde,
zonder iets op do rekening af te dingeD, wat echter
tegenwoordig bij velen meer uitzondering dan regel
geworden is. De kwaliteit der oesters was eenmaal
goed en daarvoor zwichtten alle nog te opperen
bezwaren.
Nu en dan treft men op eenzame plekjes in d©
Ooster- en ook in de Wester-Schelde enkele oesters
aan, die den voortreffelyken smaak van de vroegere
evenaren en zoo iets brengt do vissehers dan wel
eens op het idee om op die plaatsen als proef
eenige oesters uit te zaaien. De jongst genomen
proeven bepaalden zich hoofdzakelijk tot uitplan-
tingen aan de oevers van de Wester-Schelde en
wol voornamelijk bij Kruiningen, Hansweerd, Hoe-
dekenskerke, Borsele, Terneuzen en in den inham
de Braakman. De laatste plaats heeft, blijkens be
richten, zeer bevredigende uitkomsten opgeleverd
en de oesters gingen aan goede prijzen vlug van
de hand. Het gevolg hiervan i», dat bereids proe
ven op grooter schaal genomen worden en men
weldra zal overgaan tot den aanleg van nieuwe
putten. Wij voor ons echter kunnen het niet ver
helen, nog eene groote bezorgdheid te koesteren voor
al deze nieuwe plannen en stellen niet het minste
vertrouwen in de eonigszins blijvende waarde der
nieuw ontdekte kweek- of liever voedingsplaatsen
in de vorraderlijke Schelde. Want verraderlijk zjjn
oesterbeddiDgen nog altijd en in de hoogste mate
Nauw heeft men b.v. op bescheiden schaal, met
zuinig beheer en tegen geringe pacht iets verdiend,
of de zaak wordt uitgebreid en men vertrouwt eene
grootere hoeveelheid, min of meer kostbaar zaaigoed
aan den schijnbaar rustigon bodem der zee toe,
in de hoop ook een geövenredigd grootere winst te
zullen behalen. Doch wat al teleurstellingen staan
den ondernemer soms te wachten De zomer zal,
veronderstel, rustig, kalm en zonder buitengewone
storingen voorbij gaan, zoodat de oesterboer, ovenals
zijn boven-water-boerendo collega de gegronde ver
wachting voedt, dat een rijke oogst ook zijn deel
zal zijn maar hoe deerlijk ziet hij zich veelal
bedrogen
Men zal gaan visschen maar o schrik, de
plaats, die men den afgeloopen zomer zoo zorg
vuldig bearbeidde en vrij hield van alle vuil, en
waarop de oesters zoo welig groeiden, is eensklaps,
in enkele etmalen, bijna een zandplaat gelijk ge
worden. Door den aanhoudenden sterken wind,
gedurende eenigon tijd uit denzelfden hoek, liet het
dikke, troebele water zijn opgenomen voorraad
zand en slib al maar door bezinken en begroef
alzoo zonder mededoogen, gestadig aan des kweekers
rijken oogst.
Weor zal mei: gaan visschen maar voor
of tjjdens het plan ten uitvoer wordt gelegd, over
valt een plotseling felle vorst den varensgast en
ziet hij zich genoodzaakt het bedrijf te staken om
onmachtig toe te zien, dat steeds zich ophoopende
ijsschotsen, al schurende, zijne met zooveel zorg
gekweekte oesters als wegmaaien en meevoeren naar
de diepte der zee, waaruit ze nimmermeer te voor
schijn gebracht kunnen worden.
Zijn deze plagen al van de zwaarste, die den
kweeker kunnen treffen, er zijn nog tal van andere
en haar aantal wordt eene oneindige reeks, wanneer
de vele variation ep de oorspronkelijke thema's van
diverse onheilen zich van tijd tot tijd ook nog laten
gelden. Zoo zal de cultuur vaak bedreigd worden
door een overvloedigen plantengroei of mosselzaad-
val, zoodat de oe&ters door het aanslibbend vuil
verstikkenen dit kwaad to keeren is dikwijls
al even lastig als om te beletten, dat krabben,
zeesterren en ander onderzeesch gedierte zich ver
gasten aan het heerlijk >zeebanket". Of anders treft
hot menigmaal, dat de uitgezaaide voorraad, in
weerwil van een warmen zomer, toch nog geen
spoor van groei vertoont en bovendien de visch er
slap en waterig uitziet, terwijl het wel voorkomt,
dat slechts 30 of 40 procent van het oorspronkelijk
getal is blijven leven. In den regel zegt men dan,
dat de zomer te warm, de broedval te groot of
hot water te zout was. (Schrale troost
Eindeljjk gebeurt het ook wel eens, dat de
oesters werkelijk flink haar best gedaan hebben
ze zijn groot en dik geworden en zitten vol visch,
maartoch deugen ze nog niet, want zo zijn,
in plaats van de gewone tint te bezitten, nota
benegroen gekleurd. Deze eigenschap, waar
mede hoofdzakelijk de baard of kieuwen behept
zijn eu ontstaan is door de aanwezigheid van zekere
infusorié'n, maakt de oesters totaal onverkoopbaar
en verdwjjnt doorgaans niet, dan nadat ze eenigen
tijd in ander water geleefd hebben. Men ziet, het
is nü dit, dan dat en de arme oestertobber zou hot
met do genoemde plagen al vrjjwel kunnen stellen,
maar neen, we zijn er nog niet. Hij staat nog bloot
aan andere rampen. Er verdwijnen daar, in de Ooster-
Scheldo, wel oesters en soms op zóó raadselachtige
wijze, dat men zou wanen, als men niet beter wist,
dat ze er uit eigen beweging zoo maar van door
gingen. Gaven wjj tegen de voorgaande ziekte een
middel ter verbetering, wij willen met het oog op
die geheimzinnige verdwijning ook hiervoor wel
eon goeden raad verschaffen en die isbewaak ze
Goed bewaken
Na deze uitweiding over geheele en gedeeltelijke
mislukking der cultuur, keeren wij nog even terug
tot de Wester-Schelde, van welke men tegenwoor
dig zoo hoog opgeeft over den voorspoedigen groei
der uitgezaaide oesters en willen wij in herinnering
brengen het oordeel van oude, ervaren vissehers.
Deze zeggen ons, dat er, behoudens enkele uitzon
deringen, op den duur nooit oesters bleven loven,
omdat het zoutgehalte van 't water, door den altijd
durenden zoetwaterstroom der Schelde uit België,
te gering is. Wel bezit dit water voor de oester
vele voedende bestanddeelen en kan het voorkomen,
dat magere visch er in ongelooflijk korten tijd zeer
vet wordt, maar ook kan het gebeuron, dat de
oesters, door den al te milden toevoer van opper-
water, binnen enkele dagen alle sterven. Het vorige
jaar bleek gunstig voor de proefnemingen, doch
men vergete niet, dat de zomer betrekkelijk droog
en het water dus minder zoet was dan andere
jaren, zoodat het succes van geringe sterfte en
goeden groei zich tamelyk wel laat verklaren.
Beschouwt men de W.-Schelde uitsluitend als
voedingsplaats, waar de oesters slechts korten tijd
verblijven, dan zal ze toch altijd nog eene bron
van gevaar blijven, omdat de uitgezaaide voorraad
doorgaans niot zoo spoedig weer kan opgevisebt
worden als noodig is om te voorkomen dat som
wijlen een te groote toevoer van zoet water een
doodelijken invloed zou uitoefenen.
Voor de Ierseksche- en Bergsche banken is het
maar jammer, dat de verbinding tusschen Ooster
en Wester-Schelde, door middel van het Kreekrak,
verbroken is wjj zouden anders, evenals oudtijds,
het vruchtbare Wester-Scbeldewater weer over de
Bank hebben, daardoor het zoutgehalte op behoor
lijk peil krijgen en door de strooming tevens ver
lost zijn van nadeelig vuil en zand, dat zich nu
vastzet en de kostbare oesterkweekplaats, zoo niet
met algeheelo vernietiging, dan toch zeker met
eene verplaatsing, van het oosten naar het westen,
bedreigt.
Gisteravond vergaderden in de sociëteit V. O. V.
alhier de leden der Voreeniging »De Ambacht s-
Behoo 1." Slechts 7 bestuurs- en 2 gewone leden
waren aanwezig.
Het eerst was aan de orde de rekening over het
jaar 1899. Zij werd goedgekeurd in ontvang op
f 5278.68, in uitgaaf op f 4833.50 en weos dus
een batig saldo aan van f 445.18. Op dit gunstig
cijfer was van veel beteekenenden invloed de meer
dere ontvangst voor afgeleverd werkzjj gaf een
bate van f 414.95 tegenover een ramingscijfor van
f 250.
Vervolgens werd verslag uitgebracht over den
toestand der Vereeniging gedurende het afgeloopen
jaar, aan welk verslag wij het volgende ontleenen
Op het einde van het jaar bedroeg het aantal
leden 105 eü dat der begunstigers 19, zoodat deze
aantallen respectievelijk zijn verminderd met 6 en 1
en wel door vertrek of overlijden.
De in uitzicht gestelde voorbereiding eener nieuwe
afdeeling, nl. het schilderen, werd door het bestuur
krachtig ter hand genomen. Het mocht zijn pogingen
om de Hoogo Rogeering te bewegen het rijks-subsidie
met een bedrag van f 900 por jaar te verhoogon
met goeden uitslag bekroond zien, zoodat die tbans
f 2900 bedraagt.
Omtrent de regeling der lesuren word door de
Regeering hare goedkeuring gehecht aan do be
staande regeling ten aanzien van het godsdienst
onderwijs, eehtor onder voorbehoud, dat, mocht bij
den aanvang van een volgenden cursus het aantal
leerlingen aanmerkelijk zijn toegenomen, in dit
geval op den lesrooster vaste uren voor hot gods
dienstonderwijs zullen worden aangewezen.
De toewijding van den Directeur en der onder
wijzers behield de tevredenheid van het Bestuur,
terwijl het gedrag der leerlingen bevredigend was.
De onderlinge wedstrijd tusschen de leerlingen
werd ook dit jaar weder gehouden, met den uit
slag, door ons reeds vroeger gemeld.
Hot aantal leerlingen bij den aanvang van den
cursus op 1 September bedroeg 31, te weten 16
voor het timmeren en 15 voor het smeden, terwijl
1 leerling voorwaardelijk voor het timmeren werd
toegelaten. Hun leeftijd wisselde af van 13 tot
20 jaar.
Na afloop van den vorigen cursus kon aan 9
leerlingen, die de school zouden gaan verlaten,
een getuigschrift worden uitgereikt, nl. aan 7 voor
het timmeren en 2 voor bet smeden. Zij werden
daarna allen in een werkkring geplaatst. Ook hunne
namen werden reeds door ons vermeld.
Tusschentijds werd de school verlaten door 1
loerling, die een anderen werkkring kooi.
Behalve ter gelegenheid van de uitreiking der
diploma's, genoot de school geen bezoeken.
Omtrent de vroeger geuite wenschelijkheid tot
een pensioenregeling voor het onderwijzend per
soneel valt geen nadere mededeeling te doen.
De gebouwen en hulpmiddelen bij het onderwijs
verkeeren in goeden staat van onderhoud.
Omtrent het voorstel tot het invoeren, van het
onderwijs in het schilderen deelde de voorzitter,
dhr. C. C. Coomans, mede, dat het bestuur, na het
verkrijgen van verhooging der subsidie, een plan
heeft laten opmaken tot verbouwing der school.
De kosten van die verbouwing werden eerst ge
raamd op f 1400, doch later bleek dat zij op f 2000
moeten gerekend worden, en te vinden zijn uit
eene aan te gane leening. Het bestuur is er reeds
in geslaagd die te kunnen sluiten en vroeg daar
toe de machtiging der leden, welke zonder hoofde
lijke stemming werd gegeven. Tot de aanbesteding
der verbouwing zal ten spoedigste worden over
gegaan.
Ten slotte werden de periodieke aftredende be
stuursleden A. de Beste en J. W. van de Weert
W.Jzherbenoemd.
Te Goes is den 12 Febr. een provinciale
vergadering gehouden van de Nat. C h r. O e h.-
Onth. Vereen., waarop een provinciaal comité
voor Zeeland is tot stand gekomen, bostaande uit
ds. A. G. H. v. Hoogenhuyze te Ierseke, voorzitter
J. J. van der Peijl te Ierseke, secretarisJ. F.
Schmelzee te Vlissingen, penningmeester; ds. C.
Hunningher te Vlissingen ds. C. J. Six Dijkstra
te St. Maartensdijk; ds. G. van Diste Zuidzande
ds. C. J. H. Verweys te Wissenkerke ds. A. Bur
ger te Dreischor en J. J. Visser te Goes.
In de avondvergadering in de Groote Kerk, werd
voor een helaas kleiü gehoor de zaak der geheel
onthouding bepleit door ds. Verwoy en ds. v. Dis.
(De Ned.)
Ierseke. Gisteren vergaderde de gemeen
teraad.
Ten gevolge van het verbouwen van het lokaal
der Zondagschoolvereenïging Eben-Haëzer is deze
vereeniging, evenals de knapenvereeniging Dankt
God in alles en het chrisfe. fanfarenkoor Solt Deo
Gloria tijdelijk van een vergaderlokaal verstoken.
Daarom hadden deze vereen igin gen verzoekschriften
ingediend om gedurende 13 weken over lokalen
van de openbare scholen te mogen beschikken.
Deze verzoeken werden ingewilligd tegen een
vergoeding van f 2,50 voor vuur en licht voor elk
lokaal.
Een even gunstige beschikking werd genomen
omtrent een verzoek van een pas opgerichte zang-
vereeniging om een lokaal van school 2 te mogen
gebruiken, doch hiervoor werd do vergoeding op
f 10 '8 jaars bepaald.
De vergoeding van de zangvereeniging Excelsior
die in school 1 vergadert, werd van 5 tot 10 gld.
verhoogd.
Reeds 4-maal is door H. M. de Koningin een
verzoek om het aantal vergunningen tot 12 te be
perken, ingewilligd, telkens voor 3 jaar. Op 1 Mei
a. s. eindigt de laatste termijn van 3 jaar, daarom
stelden B. en W. voor andermaal een dergelijk
verzoek tot H. M. te richten. Doch daar er sedert
18 April 1898 een vergunning open is, waarom
nog niemand heeft gevraagd, wenschten B. en W.
de beperking tot 11 uit te strekken. Aldus werd
besloten.
Onder hetgeen de leden aan het eind der ver
gadering ten beste badden, verdient vermelding
eon voorstel van den heer Muller om, wegens de
buitengewone armoede ten gevolge van gebrek aan.
arbeid van wege den raad eene collecte to houden.
De Voorzitter (de burgemeester) had niets tegen
de collecte, maar hij wenschte, als zij bepaald noo
dig was, haar aan het particulier initiatief over
te laten. De gemeente is geen philantropische in
stelling.
Do heer Sandeeals lid van het burgerl. armbest.,
achtte de collecte nog niet noodzakelijk.
Het voorstel van den heer Muller werd met 6
tegen 1 stem verworpen.
Rilland-Bath. Geen station aan de
Zeeuwsche lijn ziet er zoo min uit als het
stationsgebouw alhier, 't Was dan ook oorspronke
lijk een wachters woning, die eerst tot halte, later
door eenige verbouwing tot station werd ingericht.
Thans, zegt men, bestaat het plan een werkelijk
station te bouwen, een weinig noord-oostoljjk van
het tegenwoordige. Gebrek aan de noodige ruimte
voor los- en ladingplaats moet meewerken tot deze
verandering.
Men schrijft ons
Op hot eiland Tolen zijn de toestanden
voor den werkman geheel anders dan elders in
ons land. De hofsteden, waartoe honderd en meer
gemeten, hoofdzakelijk bouwland, behooren, worden
in de laatste jaren hoe langer hoe meer in 't klein
verpacht; de veldarbeider, die ter goeder naam
bekend staat, wordt voor 7 jaar pachter van een
perceeltje, groot een, twee of drie gemeten, goed
bouwland, waarop hij des zomers met vrouw en
kinders zooveel verdient, dat hjj gedurende den