1900. N°. 12.
Zaterdag 27 Januari
87slc jaargang.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
FEUILLETON
De Molenaarster.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Inzending van advertentiën voor 2 uren op den dag der
uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels k f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Na aanst. Dinsdag 30 Januari
wordt buiten de gemeente per post-
quitantie beschikt over de dan nog over
1899 onbetaalde abonnements- en adver
tentie-gelden.
De Administratie
Het voorgestelde art. 243 der
Gemeentewet.
ii
Aan het slot van ons vorig opstel over deze
wetsvoordracht zeiden wij, dat ons de mogelijkheid
niet uitgesloten scheen om bp bet kritieke punt
van f 800, (belastbaar f 400,) op een betrekkelijk
boog percentage van de toenemingen te komen,
zonder de inkomens van dat bedrag of lager te
zwaar te treffen. Naar de tegenwoordige Goescbe ver
ordening bv. wordt dat inkomen (bij aftrek van 1/4
wegens nijverheid) belast met (in 1899) f 13.75.
Acht men dezen aanslag billijk, dan dient men, met
bet oog op een onvermijdelijk boogeren factor, bp
eene nieuwe regeling in die klasse niet boven f9
k f 10 te komen. Om hierloe te geraken, bp een
accres van b. v. 4 op de toeneming, moeten nood
wendig de voorafgaande klassen zeer laag worden
belast.
Naar bet volgende staatje zou dit doel bereikt
worden.
w
c i-d
a
Werkelijk
Inkomen.
(lastbaar in
komen.
rcentage ge
ven van het
accres.
elasting ge
ven van het
accres.
Belasting.
Gld.
Gld.
Pet.
Gld.
Gld.
450
50
1
0.50
0.50
500
100
1.2
0.60
1.10
550
150
1.6
0.90
2.—
600
200
2
1—
3.—
650
250
2.5
1.25
4.25
700
300
3
1.50
5.75
750
350
3.5
1.75
7.50
800
400
4
2.—
9.50
Aangezien in bet ontwerp niet gesproken wordt
van voorwaarden omtrent de onderlinge verhou
ding bij de opklimming van het percentage, an
dera dan de genoemde verhouding van 1 tot 2 bij
f400 en bot zevenvoud daarvan, schijnt er geen
wettelijk bezwaar tegen eene indeeling van de
lagere klassen, zooals wij die hierboven aangeven,
te bestaan. Zij heeft bet voordeel, dat de klassen
beneden f800 en even daarboven werkelpk inko
men nog wat minder zouden betalen dan in bet
model der regeering, terwijl die boven de f2800
zwaarder werden getroffen. Immers deze laatste
zouden dan niet f6 zooals in het model, maar f8
Naar bet Duitsch van A. Waldemar.
III.
Ernst Mahler bad zpn papieren weer in den zak
gestoken en liet zijn oog gaan over alle kleinig
heden, die zich in de kamer bevonden. Daar stond
een naaitafeltje. Een boek lag er op. Zou bij den
titel niet eens lezen Hij ging naar het venster,
nam bet boek in do hand en lasAan mijne Christa
Maria bij hare bevestigingvan hare Moederen daar
onder in andere letters Wees getrouw tot in den
dood, en als onderschriftCh. M. Enz.
Dat boek was een Nieuwe Testament.
Dat beeft zp dus geschreven. Christa Maria
Hp herbaalde meermalen dien naam en verheugde
zich in den schoonen klank. Ook dat schrift zeide
hem veel, het verried wilskracht en toch ook weer
lag er zachtheid in die lange lettersalleen de
naam was kort, mooi en vast. Het was hem of hij
weer hoorde zeggen bier geldt maar één wil en
dat is de mijne.
Aarzelend legde bij het boek op zijn plaats en
•tond nog aan het venster toen do molenaarster
weer binnenkwam. Een blos kwam op haar gelaat,
toen zij hem daar zag staan. Was het boosheid,
was het verlegenheid Ernst nam het eerste aan
en verontschuldigde zich
Vrees niets, molenaarster, ik bekeek alleen het
van iedere f 100 meer inkomen betalen, zoodat
stel, dat men bij f2800 tot f120 belasting ware
gekomen iemand met een inkomen van f 4000 nog
12 maal f 8 f 96 meer of f 216 zou moeten
opbrengen. Wel is waar zou dit cijfer door den
hoogeren factor nog al beduidend stijgen, maar
naarmate de hoogere inkomens wat hooger worden
aangeslagen dan in het model, zal de factor in
quaestie kunnen dalen. En wordt f8 van elke f 100
meer te voel gevouden, welnu, men volge het model,
maar met dien verstande, dat men bp f2800 niet
6 maar 7.2 van het accres heffe. Bovendien lette men
er wèl op, dat met de genoemde percenten niet
getroffen wordt het gansche inkomen van den be
lastingschuldige de percentage heeft slechts betrek
king op de toenemingen. Zoo blijkt uit het model,
dat, waar bij een percentage van 6 pet. op de
toeneming van een inkomen ad f2900, van dit in
komen slechts f117 of 4.68 pet. wordt gevorderd.
Het is dan ook volstrekt geen spoliatie van de
rpken", te noemen wanneer op de toenemingen b.v.
8 pet. wordt geheven, want men vergete niet, dat,
wanneer van de hooge inkomens geen betrekkelijk
hooge belasting zou kunnen gevorderd worden, al
het nadeel van de verandering ten laste van den
middelstand zou komen. Immers, nu een bepaalde
som voor levens-onderhoud zal worden afgetrokken,
verdwijnt niet alleen een groot aantal ingezetenen
geheel van het kohier, maar moet ook van alle
overige eene som van f400 vrijgelaten worden, zoo
dat het totaal aan te geven of te schatten inkomen
der ingezetenen, waarop de gemeenten belasting
heffen, aanzienlijk daalt.
Daarom wezen wij er op, dat, waar een bepaald
bedrag aan Hoofd, omslag moet worden geheven,
noodwendig de factor zal moeten stijgen. Wat Goes
betreft, hebben wij dit reeds in het breede aange
toond bij de wording van het tegenwoordig artikel
_243.
Wij kwamen toen, na eene uitgebreide bereke
ning (te vinden in ons no. van 22 Oct. 1896) tot
de conclusie, dat, wanneer een levensonderhoud
van f 400 als aftrek werd aangenomen, en ook al
moet de hier thans bestaande bepaling, dat van
inkomsten uit nijverheid slechts s/4 belastbaar is
vervallen (omdat zulk een aftrek bij het gewpzigde
artikel niet meer mag plaats hebben), het totaal aan
de belasting te onderwerpen inkomen der ingeze
tenen dalen zou van f 755000 op plm. f 560000.
Het zou on3 dan ook niet verwonderen wanneer men
te Goes bp eene regeling in den geest der wet tot
een factor van plm. 1.4 moest komen, waarmede
de aanslag naar de verordening zou moeten ver
menigvuldigd worden om het tegenwoordig bedrag
van den Hoofd, omslag te verkrijgen.
Nu is hot zeker, dat, hoe hooger de vaste grond
slagen dezer belastingheffing worden genomen, hoe
eerder men er toe geraken zal om den factor niet
of niet te veel boven het cijfer 1 te moeten be
palen. Maar bij zulk een aanzienlijk verschil van
plm. twee ton belastingplichtig inkomen is stijging
van den factor haaal onvermijdelijk, en waar zou
het heen moeten als bij de toe te juichen ver
mindering of ontheffing voor de allerlaagsten, ook
nog de groote inkomens eenige vermindering van
belasting zouden genieten en een zeer hooge factor
titelblad van dit boekje en las de schoone spreuk
wees getrouw tot in den dood."
»Ik heb geen geheimen", hernam zp. »Gaat gij
mede naar den molen
»Met genoegen."
»Ik zal u voorgaan, omdat
»Omdat gij de meesteres zijt, natuurlijk
»Neen, omdat gij hier vreemd zijt. Laat die steed-
sche vormen maar weg, waaruit gewoonlijk niets
dan ergernis en verdriet voortkomt" zeide zij en
opende de deur.
Zonder een woord te spreken gingen zij naast
elkaar de breede gang door en traden door een
zware eikenhouten deur den molen binnen. Alle
machines stonden op dat oogenblik stilde knechts
hadden rust voor den maaltijd alleen een leerjongen
was aan het opruimen en vegen.
I Ernst ging langzaam en aandachtig voorthet
scheen, dat zpn doordringende blik alles wilde
omvatten. Toen zij uit het voorlokaal in den eigen
lijken molen traden, bleef Enrst op eenmaal staan
en sloeg een kennersblik op alles wat zich aan
zpn oog voordeed. Eerst daarna volgde hij de
molenaarster, die hem bij eene machine van nieuwe
constructie wachtte.
1 »Uw man gaat met zijn tijd mede, molenaarster,
ik zie daar menige uitvi'ling van den nieuwereu
tijd. Hij schpnt afgezien iv hebben van de oude
methode en dat is voor den molenaar van den
tegenwoordigen tijd een gebiedende noodzakelijkheid.
Het verwondert mij, dat hij ook nog niet dien ouden
vloer heeft weggebroken."
Deze woorden deden haar goed, dat zag men
noodig werd De inkomens van f 1700 tot plm,
f 3000, de middelstand dus, die toch de dupe der
zaak wordt, zou een zeer zwaren druk ondervinden.
Onder deze categorie vindt men zeer velen, die van
hunne betrekking of uit handel en nijverheid bestaan.
Tot f1600 zouden zij voordeel, althans geen schade
hebben van de omstandigheid, dat de aftrek van 1/4
voor nijverheid vervalt, omdat daartegenover de af
trek van f 400 voor levensonderhoud staat. Maar voor
de daaropvolgende klassen zal ook dit voordeel in
een nadeel overgaan, omdat voor deze de vaste af
trek van f 400 minder is dan de tegenwoordige
aftrek van i/4 wegens nij verheid, die vervallen moet,
terwijl het alweder voor hen, die leven uit eigen
inkomsten welke bij de hier nu vigeerende ver
ordening geheel aanslagbaar zpn een voordeel
wordt, wanneer ook zp f 400 voor levensonderhoud
mogen aftrekken.
Uit dit alles blijkt, dat de gemeentebesturen
wordt het voorstel wet eene regeling moeten
trachten te ontwerpen, waarbij door de perceutage-
regeling op de toenemingen, de gefortuueerden al
thans niet lager dan nu worden getroffen. Naar
ons inzien is dit bij het voorstel der regeering mo-
geljjk en is ook daarom het gewijzigd artikel in
ieder geval verre te verkiezen boven
hel tegenwoordige*
In het nieuwe artikel worden ontegenzeggelijk
de grenzen verruimd, waarin het artikel van de
ministers Sjjrenger van Eijk en Van Houten de
gemeenten met ingang van 1901 zou gekneld
hebben. Wèl wordt het eene grief geheetcn, dat de
stijging van het percentage op de toenemingen ein
digt, waar ongeveer de groote inkomens aanvangen,
maar men moet niet over het hoofd zien, dat het
artikel 243 van de hierboven genoemde ministers in
het loven is geroepen, juist omdat er voor de ge
meentebesturen als 't ware een onbeperkte vrijheid
bestond om de belasting op die hoogere inkomens
zoodanig op te voeren, dat men gevaar liep de hen
met de gouden eieren te slachten, m. a. w., dat
rijke ingezetenen, die niet aan de gemeente, waarin
zp wonen, gebonden zpn, zich elders vestigen.
Ook bp belastingheffing, vooral in kleinere ge
meenten, moet men de practische zijde der zaak
niet uit het oog verliezen. Wij hebben in Goes op
dat punt ondervinding opgedaan.
Daarom hebben wij ons in dit opstel ook niet
begeven in wetenschappelijke of theoretische be
schouwingen over hot onderwerp, maar ons bepaald
tot eenige toelichtingen, in verband mot bestaande
regelingen, waardoor de beteekenis der ingediende
wijziging, naar wij hopen, te beter zal worden be
grepen. We zijn er allen immers van overtuigd,
dat belasting naar de draagkracht het billijkste be
ginsel is van belastingheffing, maar de draagkracht
in quasstie is niet absoluut afhankelijk van eenige
honderden guldens meer inkomen. En waar die
meerdere honderden te zwaar zouden getroffen wor
den, zouden ze op andere wijze onttrokken kunnen
worden aan de algemeene nijverheid en nering, aan
nuttige doeleinden, of voor de gemoente geheel
verloren gaan.
Dit neemt niet weg, dat de billijkheid vordert,
dat men in dezen zoo ver ga, als eenigszins mogelijk is.
En nu komt het ons voor, dat bij eene oor-
duidelijk op haar gelaat.
»Er blijft toch nog altijd veel te doen om de
concurrentie het hoofd te kunnen bieden, want die
is tegenwoordig sterk."
»Ja, ik weet het, ineens is het doel niet te
bereiken. Wij voeren zooveel verbeteringen in en
toch is buurman Knoop ons de baas", hernam de
molenaarster, dio zich overtuigde of de machines
gesteld waren, zooals zij het verlangde.
j>De molenaar is zeker al lang van huis?" vroeg
Ernst.
Waarom?"
»Oradat ik zie, dat hier het oog vau een man
ontbreekt en nog meer do leiding van een bekwaam
molenaar. Ik heb alle respect voor uwen arbeid,
maar de plaats van een goed vakman kunt gij niet
innemen en daarom kunt gij het punt, dat gij nu
bereikt hebt, nooit overschrijden."
Zp zag hom verschrikt aan.
»Niet overschrijden? Wp moeten met Kerstmis do
levering uitvoeren of wij vervallen in een strenge
straf."
»Hoeveel zakken en wanneer
»Vpftien honderd, den 20 December."
»En hoeveel zijn er reeds klaar
»Zoo goed als geene, daar wij eerst voor andere
leveringen moeten zorgen."
iHm Hoeveel maalsteenen hebt gij
»Drie, twee oude en dezen nieuwen."
>Als gij maar dien vermoeienden en tijdroovenden
handenarbeid niet hadt", meende Mahler. »Alles
moest met machines gebeuren. Het heerlpko berg
water moest nog op andere wijze worden ge-
deelkundige rogeling van de percentage-heffing op
de toenemingen met het nieuwe artikel bv. hier
in Goes zou kunnen bereikt worden, dat de hooge
inkomens minstens evenveel belast bljjven als thans.
Ons dunkt, dat dit een belangrpk voordeel is boven
den toestand, die hier vorkregen zou worden, wan
neer het tegenwoordig artikel ook voor Goes wet werd,
al valt het te betreuren, dat desniettemin de mid
delstand een zwaarderen druk waarschijnlijk niet
zal kunnen ontgaan.
Ten slotte zij opgemerkt, dat wij hier geschreven
hebben in verband met de cpfers, door de regeering
in haar model genoemd, maar dat natuurlijk elke
gemeente vrij is een anderen aftrek voor levens
onderhoud en een ander percentage aan te nemen,
mits zich richtende naar de bepalingen van het
gewijzigd artikel, dat, naar wij hopen indien
verbetering mogelijk is verbeterd maar anders
zelfs ongewijzigd zal worden aangenomen.
Het betere zij ook in dezen niet de vpand van
het goede
GOES, 26 Januari 1900.
De diamantbewerkers. In vorige nos. hebben
wij een en ander medegedeeld omtrent den toe
stand der diamantbewerkers te Amsterdam, die,
thans ten getale van 3000, tengevolge van de cri
sis in Transvaal, zonder werk zijn.
Kort geleden nog hadden deze personen ruim
f 650 bijeengebracht ten behoeve van de Trans
valere en nu ontneemt de oorlog hun het brood.
Er is te Amsterdam reeds eene som verzameld
om hen te ondorsteunen en de Rothschilds hebben
dezer dagen vrij belangrijke giften gezonden, maar
voor de 3000 huisgezinnen, volgens de Telegraaf
tezamen 15000 personen sterk, is natuurlijk veel,
zeer veel noodig en er schijnt bittere armoede en
ellende te worden geleden.
In het jongste nummer van het N. Isr. Weekblad
wordt uit zulk een huisgezin het volgende mede
gedeeld
>Het was middernacht, toen ik nog een visite
ging maken bij een mijner kennissen, een diamant
slijper, die sinds kort aan het ziekbed gekluisterd
is, welke ziekte hp mijns inziens nooit weer te
boven zal komeü.
Een kille damp kwam mij tegemoet, toen ik dat
benauwde, donkere vertrek betrad, waar de engel
des doods weldra zou binnen gaan. »Waarom is
het hier zoo donker en zoo koud was mijn eerste
vraag." »Waarom, mpnheer" is het beleefde,
doch beschroomde antwoord, »omdat wp dachten,
dat zulks beter voor den zieke zou zijn en dan
daarbij, koud is het hier volstrekt niet." »Hoe gaat
het met den patient", vroeg ik, daar ik aan de
onregelmatige ademhaling hoorde, dat deze slui
merde. »Nu, sinds vanmiddag gaat het nog al".
»Vader is zooeven ingeslapen," zeide het 13-jarig
dochtertje. »Heeffc hp wat versterkende middelen
gebruikt vervolgde ik weder. »Ja neen" klonk
het tegelijk, »veel trek heeft hij niet." Een ge
smoorde zucht weerklonk in het akelige vertrek.
Ik begreep helaas, wat hier te doen was en toch
kon, noch mocht ik het zeggen, vreezende deze
eerbare lieden te krenken. Langzamerhand bracht
bruikt, dan alleen om het groote rad te draaien.
Gij, natuurmolenaars, wilt gewoonlijk van kunst
molens niet hooren, maar zij zijn u de baas. De
meeste arbeid geschiedt langs machinalen weg; men
spaart geld en tijd, omdat voel minder bediening
noodig is."
Vrouw, het eten is gereed."
Christa Maria keek om.
»Oh, zijt gij het Valentin Kom hiorik stel u
onzen nieuwen meesterknecht voor. Dat is Valentin
de oudste knecht, Mahler. Tot hem hebt gij u te
wenden, als gij iets weten wilt."
Die onaangenaam uitziende man maakte geen
gunstigen indruk op Ernst, to meer daar hij nijdige
blikken op den vreemde sloeg en een spottende
lach hem om den mond speelde.
»Meesterkn»cht vroeg Valentin. *Gij hebt tot
hiertoe den molen zoo goed bestuurd als een man
het maar kan en" voegde hij er nog smadelijk aan
toe »hij zal u den arbeid niet uit de handen nemen."
»Maar hij zal er voor zorgen, dat geen van u
den eerbied verliest, dien gij aan uwe meesteres
verschuldigd zpt" riep Mahler met flikkerende oogen
en in opgeheven houding uit. »Wat het besluit der
molenaarster betreft, daaraan hebt gij niets te ver
anderen, al is daardoor uw heerschappij in den
molen uit."
Hoe rustiger Mahler voor Valentin stond, des te
giftiger werd deze. Hij beproefde ook in 't geheel
niet zpn toorn en haat te verbergen, maar mom
pelde in zijn grjjzen baard een verwensching en
maakte zich uit de voeten.
(Zie vervolg in het bijvoegsel.)