1900. N°. 10.
Dinsdag 23 Januari.
87ste jaargang.
Belasting op bedrijfs- en andere
inkomsten.
VEEMARKTEN.
Paarden- en Veulenmarkt
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 eent, eiken regel meer 10 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vry dagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met byblad 10 cent.
inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave-
Het Hoofd van bet plaatselijk Bestuur te Goes
brengt ter konnis van belanghebbenden, dat by hem
ingekomen en aan den ontvanger der directe be
lastingen verzonden is kohier no. 4 der belasting
op bedrijfs- en andore inkomsten, dienst 1899/1900,
invorderbaar verklaard door den directeur der di
recte belastingen enz. te Middelburg den 17 Januari
1900 no. 819;
dat ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen en dat heden
ingaat de termijn van zes weken, binnen welken
daartegen bezwaarschriften kunnen worden inge-
Goes, den 19 Januari 1900.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
WESSELINK.
Ter bevordering van den handel in vee zullen
te Goes
VEEMARKTEN
worden gehouden den tweeden en vierden
Dinsdag van de maanden Februari tot en met
October en op iederen Dinsdag (behalve
den eersten Dinsdag) in Novemberen een
op den eersten Dinsdag in Juni-
Goes, 20 Januari 1900.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
WESSELINK.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLÜIJS.
Wekelijksch algemeen overzicht.
Ondanks de berichten, die in de laatste dagen
tot ons kwamen omtrent overwinningen, die de
Engelschen op de Transvaalschs Boeren
zouden hebben behaald, komen uit Londen tijdingen
over toeneming der vredesbeweging. Er heeft zich
daar een comité gevormd, dat den naam voert van
comité tot verzoening van Zuid-Afrika en zich ten
doel stelt nauwkeurige inlichtingen te verkrijgen
over den juisten toestand van het oorlogsterrein en
die openbaar te maken verder te wijzen op het
belang van een staatkunde van verzoening tusschen
het Britsche en het Hollandscha ras, ten einde zoo
spoedig mogelijk het tegenwoordig conflict bij te
leggen.
Te Londen werd een vredesvergadering gehouden
op initiatief van den predikant Silas Hocking, die
verklaarde het volstrekt niet eens te zijn met lord
Rosebery en zijn geestverwanten, dat de Engelschen,
den oorlog eenmaal begonnen zijnde, hem ook
moesten doorzetten en toonde aan, dat noch de
Uitlandersquaestie, noch de belachelijke bewering
dat de Boeren de opperheerschappij van Engeland
in Zuid-Afrika wilden vernietigen, de ware reden
van den oorlog konden zijn.
Ook Stead liet zich op deze vergadering krachtig
uit en het was in de eerste plaats Chamberlain,
die scherp werd aangevallen. Hij werd de booze
geest genoemd, die Engeland in het ongeluk heeft
gestortbij is de man, die door zijn diplomatiek
optreden den oorlog heeft uitgelokt en de schuld
draagt, dat hij ouder zulke, voor Engeland on
gunstige omstandigheden uitbrak.
Wy hebben, sprak Stead, een onverschillige, een
vaak afvallige kerk. Wij hebben een Regeering
welke overgeleverd is aan intriganten en samen-
spanners, en wij hebben een oppositie, verachtelijker
zelfs dan de Regeering. Dit is een nationale crisis,
een crisis, die op uw kinderen en mijn kinderen
voor vele komende geslachten invloed kan hebben.
Stead deelde mee een brief te hebben gezien van
een jongen Hollander, vechtende in het Boerenkamp
rondom Ladysmith. In dien brief stond >Het is
een vreemde gewaarwording hier dat kampeeren op
het veld, onder die heldere sterren om u heen
hoort ge het gezucht en gekerm der stervenden.
Een arme Engelsche soldaat weende eu snikte
vader, moeder Een andere Engelsche soldaat, door
het hoofd geschoten, kermde»0Chamberlain
Chamberlain Op dien kreet van een snevenden
Engelschen soldaat grondde Stead zyn krachtig
■lot, toen hjj onder daverende toejuichingen uitriep
»Ja, laat ons niet rusten voor dat wij dien apostaat
(afvallige) en renegaat, dien landverrader, zyn macht
ontnomen hebben
Men stelle zich echter niet veel voor van die
vredesbeweging. Deze oorlog, zegt het Vad., blijkt
meer en meer het gevolg te zijn van een lang over
legd plan, dat gemaakt is door lieden van veel geld,
groote kapitalen en tot zelfs in de omgeving van
bet Engelsche hof heeft men particulier belang bij
dezen oorlog. Daarbij komt, dat Engeland te veel
valsche schaamte zal hebben, om na zoovele neder
lagen, na zijn geheel vernietigd prestige, zich terug
te trekken.
Ook de Standard, die eenige dagen geledon nog
oppositie voerde, verklaart thans dat de tegenwoor
dige ministers den oorlog moeten eindigen.
Jl. Vrijdag werd in den Duitschen Rijksdag
de interpellatie behandeld over het in beslagnemen
van Duitsche stoombooten door de Engelschen.
Sedert het bestaan van het nieuwe Rijksdag-gebouw
waren de tribunes nog nooit zoo overvol geweest.
De meeste hoogwaardigheidsbekleders uit de naaste
omgeving van den Keizer, o. a. ook de Ameri-
kaansche gezant, waren aanwezig. Vóór het begin
der zitting werd bekend gemaakt, dat men van een
dieper ingaande behandeling der zaak zou afzien.
Het kamerlid Möller, het type van een handelsman,
motiveerde zyn interpellatie scherp, maar rustig.
Zijne uiteenzettingen kwamen daarop neer, dat
Engeland bij het opbrengen van Duitsche stoom
booten verbazend ongegeneerd te werk was gegaan.
Hij herinnerde ook aan de houding van Engeland
gedurende den Amerikaanschen burgeroorlog en
aan het verbreken der neutraliteit door Engeland
zelf. Toen ky van president Kruger sprak »dien
eerwaardigen en grooten man, die zwijgend alle
lasteringen droeg", barstten op alle banken donde
rende toejuichingen los. Hij verklaarde, dat alle
persoonlijke sympathiëen in Duitschland, evenals in
de geheele beschaafde wereld, voor do Boeren zijn,
maar dat de Duitsche regeering de gestreDgste
onzijdigheid heeft in acht gonomen. Engeland, zoo
besloot Möller, moet niet vergeten, dat Noord-
Amerika na den burgeroorlog tientallen van jaren
lang afkeer tegen Engeland had, en Engeland mag
wel oppassen, dat het niet op dezelfde wyze thans
den haat van alle andere volken op zich laadt.
Deze rede werd met instemming aangehoord en
ten zeerste toegejuicht.
De staatssecretaris Von Bulow verklaarde zich
tot dadelijke beantwoording bereid. Hij constateerde
allereerst do ernstige ontstemming, die geheel
Duitschland over het opbrengen der stoomschepen
vervulde, schetste daarna in het kort welke di
plomatieke stappen Duitschland te Londen onder
nomen heeft en legde er daarbij den nadruk op
hoe zwevend en weinig begrensd thans nog de
volkenrechtelijke bepalingen betreffende het zee
recht in tijd van oorlog zyn. Daarna ratte hij het
antwoord van de Engelsche regeering samen, als
hoofdzaak van zyn raededeelingen. Afgescheiden
van schadeloosstelling, heeft de Engelsche regeering
beloofd aan kommandanten van haar oorlogsschepen
te bevelen, dat voortaan Duitsche mailbooten niet
meer op eene bloote verdenking aangehouden mo
gen worden. Ten slotte verklaarde Bulow nog met
nadruk dat Duitschland, met het oog op zijn sedert
dertig jaar algemeen bekend vredelievende politiek
en op gestrenge onzijdigheid, verlangen kan en
met beslistheid verlangt door bevriende staten met
onderscheiding te worden behandeld.
Ook dit antwoord van den staatssecretaris ver
wierf de toejuichingen op allo banken van den
Rijksdag.
Zooals wel te vermoeden was, heeft het debat
in Engeland een slechten indruk gemaakt.
De Standard verzekert dat de Engelsche oorlogs
schepen zullen voortgaan met gebruik te maken
van het recht der oorlogvoerende natiën om alle
verdachte onzijdige schepen te doorzoeken, ondanks
Salisbury's verontschuldigingen in dit geval tegen
over Duitschland, en onverschillig onder welke vlag
zij varen. Engeland moet betalen voor zoogenaamde
vergissingen, maar het kan geen afstand doen van
hot bedoelde recht.
Do Keizer van Oostenrijk hield eenige dagen
geleden bij een feestmaaltijd, dien bij de delegaties
aanbood, een toespraak, waarin hy op ondubbel
zinnige wyze zyn afkeuring over de houding der
Czech en in Bohemen te kennen gaf, en wees op
het onhoudbare van de onbeteekenende quaestie, die
door de Boheemsche troepen is opgeworpen, om bij
het afroepen der namen alleen te willen antwoorden
met het Czechische woord >Zdé" (present
De taal van bet leger is Duitsch, zeide de Keizer,
en laat het leger buiten de taalquaestie blyven. Hij
wilde dat de beide volken in Bohemen elkaar leeren
verdragen en verklaarde eerder den staat van beleg
te zullen afkondigen dan toe te laten, dat in het
leger een geest van verzet ontstaat, die door de
Jong-Czechen wordt aangemoedigd.
Bovendien verklaarde de Keizer geen amnestie te
zullen schenken aan hen, die wegens het gebruiken
van het Czechiscb in plaats van het Duitsch in het
leger, veroordeeld zijn.
De kracht en de eenheid van het leger, dat een
waarborg vormt voor de eenheid der monarchie, is
alleen te behouden door de eenheid van taal. En
die moet worden gehandhaafd.
Dit alles zeide de Keizer in het Duitsch, waar
door de Czechische afgevaardigden nog meer werden
gekrenkt.
Ook door graaf Goluchowsky werd in de dele
gatie een redevoering gehouden, die kan gelden als
een bewijs dat de Oostenrijksche minister met hart
en ziel verbonden is aan de politiek van zijn Keizer
en aan het behoud van het Drievoudig Verbond.
Veel nieuws daarvan kon hij niet mededeelen,
maar zijn rede was voornamelijk gericht tegen de
oppositie, die de Slavische elementen tegen den
Bond voeren en voorgeven, dat Oostenrijk daarvan
geen voordeelen trekt en grootere militaire uit
gaven heeft, dan wanneer de monarchie alleen stond.
Goluchowsky bestreed deze beschuldigingen zoo
krachtig, dat geen der afgevaardigden het geraden
achtte er op te antwoorden.
Oostenrijksche bladen zyn overtuigd, dat dez«
rede een zeer goeden indruk zal maken en dat de
banden, die het rijk verbinden met Duitschland en
Italië, er slechts te hechter door zullen worden.
Het ministerie-Von Wittek is ontslagen en op
gevolgd door een kabinet, waarom Von Körber mi
nister-president is, terwijl Von Wittek op nieuw
is benoemd tot minister der nationale verdediging.
De Wiener Abendpost ontvouwt het program van
het nieuwe ministerie en zegt dat de regeering
beoogt, een einde te maken aan den strijd tusschen
de nationaliteiten door een vergelijk en dit be
schouwt als zijn voornaamsten plicht.
GOES, 22 Januari 1900.
In verband met de opmaking der k i e-
zerslysten voor dit jaar, herinneren wij er aan,
dat vóór den len Februari het verschuldigde in
's-Rijks directe belastingen over het volle laatst-
verloopen dienstjaar moet zijn voldaan, om zonder
aangifte als kiezer krachtens belastingbetaling op
de lijst te kunnen worden gebracht, en dat voor
de personeele- en de grondbelasting het volle laatst-
verloopen dienstjaar het jaar 1899 is. Wie zijn
aanslag over dat jaar nog niet heeft aangezuiverd,
hem bevelen wij derhalve aan dit alsnog in deze
week te doen.
Het bestuur van de afdeeling Zeeland der
Ned. vereoniging tot bescherming
van dieren zond dezer dagen aan de hoofden
der scholen in die provincie zeer nette kalenders,
om in de schoollokalen op te hangen. Het verzoekt
tevens den onderwijzers er de leerlingen op te wij
zen, hoe verkeerd en onmenschelijk het is dieren
te kwellen en geeft afbeeldingen van de meest
nuttige voor den landbouw. Dat naar aanloiding
van hetgeen deze kalender te zien geeft, zoo nu
en dan een hartig woordje tot de klasse zal ge
sproken worden is zeker Bij velen, vooral op het
platteland, zal de leerstof wel een herhaling zijn,
maar onnoodig nog niet't Is ook hier het voor
gaan der volwassenen, dat tot navolging aanspoort.
Immers padden, kikvorschen, hagedissen, die af
schuwelijke leelijke dieren, hoe kunnen die nuttig
zyn Men trapt ze dood en de jeugd, die het ziet,
volgt dit voorbeeld. Mollen, egels, uilen hebben
het tot heden nog dikwijls zoer hard te verant
woorden en op dien leeftijd meent de jeugd zonder
eenig medelyden, een goed werkje te doen met
een handje te helpen en mishandelt en doodt naar
hartelust. De afdeeling Zeeland deed een goed werk.
Ook in dezen geldt het»Jong gewend, oud gedaan".
Naar De Stand, verneemt, is het bericht der
aanho uding van den gewezen artillerie-officier
Keulemans een verzinsel, blijkens een
Regeeringstelegrara van den consul te Durban.
Aan het op 18 Jan. gehouden examen (Fransch
en Duitsch) by de Maatschappij tot Expl. van Staats
spoorwegen namen 9 candidaten deel, van wie o. a.
slaagde de heer A. Veenkant te Rilland-Bath.
Door het bestuur der vereenigmg ^Landbouw
en Veeteelt" te Wolfeiffsdyk is uit zijn midden
benoemd tot voorzitter de heer C. Zuydweg,
sedert 1 jaar vice-voorzitter en tot vice-voorzittor
de heer J. Koert.
Geslaagd te Amsterdam voor het aanvullings
examen natuurkunde de heer L. 1 a P o r t e van
Wolfertsdjjk.
Te Sas van Gent werd Vrijdag in tegenwoor
digheid van mr. Henuequin, lid der Tweede Kamer,
het gemeentebestuur en verschillende rijksautori-
teiten, door het bestuur der vereeniging genoodigd,
de eerste steon gelegd van de eerste Neder-
landsche Coöperatieve Bee twortel-suik er-
fabriek aldaar.
De voorzitter, de heer Collot d'Escury, dankte
allen, die hadden meegewerkt aan de stichting en
ging in 't kort de geschiedenis na. De heer Vogel
vanger bracht hulde aan den voorzitter mr. Henne-
quin betuigde ingenomenheid met de stichting, en
de burgemeester, de heer Verschaffel, vertolkte de
ingenomenheid dor ingezetenen met de fabriek.
De bovenbouw der fabriek, waaraan men nu
bezig is, is aangenomen door den heer G. van der
Peyl te Ter-Neuzen, voor f 88679.
Als een bijzonderheid diene dat op het terrein
door den aannemer een aankondiging is geschied,
waarbij hij zijne arbeiders aanspoort met vlytige
handen te arbeiden, »Gods naam niet smadelijk te
misbruiken" en geen sterken drank te gebruiken.
Hy looft daarbij, naar men aan de M. Ct. meldt,
tevens een premie van f 500 uit, te verdeelen on
der de werklieden, wanneer het werk is afgeloopen.
De Standaard zegt van harte het protest van
de Maasbode tegen het voorschrijven van uniform-
kleeding voor de ambtenaren der pos
ter ij e n te steunen.
>De uniform-bacil dringt ook ten onzent steeds
verder door" zoo betoogt het blad »en zoo
Duitschland als Frankrijk toonen ons, waar het
heengaat, als die uniform-woede op de spits wordt
gedreven. In Frankryk draagt zelfs de gymnasiast
eon eigen pakje en heeft een pet met gouden rand
op het hoofd.
In ons burgerlijk Nederlandsch Staatsleven daar
entegen hebben wij nooit iets van die dwaasheid,
alsof het kleed don man maakte, willen weten.
Uit het burgerleven was standskleeding en allerlei
nationaal costuum opgekomen.
Men zag aan een tuinman aan, dat hij tuinman
was, gelijk nu nog aan een schoorsteenveger dat
hy in hot roet werkt. Maar dat is heel ietB anders
dan een uniform. Standskleeding doet het maat
schappelijk leven in zijn onderscheiden aard naar
buiten treden, de staatsuniform sluit alle onder
scheiden leven in het symbool van den staatsdienst
op. Provinciale en zelfs plaatselijke costumes, gelijk
op Marken en Volendam, verraden den geest der
bevolking, de uniformpet is teeken van civiele
eenvormigheid. Een merk op het paard gebrand,
een teeken in blauw uit den verfpot gesmeerd op
de wol van het schaap.
En dat in dagen, nu de Boeren, die zelfs voor
hun leger van geen uniform willen weten, aan heel
de wereld getoond hebben, dat het heusch de knoo-
pen en trensjens niet zijn, die als talisman dienst
doen hij het gevecht."
Uit Londen schrijft men aan Het Vaderland:
Donderdagochtend stond in de Financial News
een bericht dat de beurs zeer opgewonden was
door het rumoer dat haar bestuur het geval aan
bet onderzoeken was van een lid van het »Huis",
van wien gezegd werd dat hij een belangrijk bedrag
gecontribueerd had aan het o o r 1 o g s-
fonds van de Boeren. Ik heb navraag gedaan,
waaruit blijkt, dat bedoeld beurslid onze voormalige
landgenoot, de heer F. C. Stoop, is, thans genatu
raliseerd Engelschman, die tegelijkertijd 100 pd. st.
zond aan het Engelsche Mansion House fonds en
aan het Nederlandsche ambulance-fonds. Men wordt
heusch wat al te brutaal op de Londensche beurs
eerst werd de heer Hertzfeldt te lijf gegaan, omdat
hij (en dan nog ten onrechte) beschuldigd werd
van de salarissen te weigeren uit te keeren aan twee
zyner bedienden, die het prettig vonden om in Zuid-
Afrika op kosten van hun chef soldaatje te gaan
spelenen nu mag de heer Stoop niet eens een
bewijs van onpartijdige barmhartigheid geven zonder
met laster vervolgd en in do kranten aangetast te
worden. Het wordt hoog tyd dat iets gedaan wordt,
anders komt er nog een schrikbewind aan de beurs!
In elk geval schijnt het mij dat een patriotisme,
dat alleen door angst en schrik gaande gehouden
kan worden, niet bijzonder voel waard is.
In een »Van Dag tot Dag" naar aanleiding
van zyn open brief aan den hertog van Devon
shire deelt de heer Boissevain mede, van de
»Exe Yacht club" te Exmouth een brief te hebben
ontvangen, waarvan do inhoud vertaald luidt
Mijnheer
Hadden wij onze eerste opwelling gevolgd, dan
zouden wjj uwe stoutmoedige opmerkingen met
minachting behandeld hebben, maar opdat gy niet
moogt denken, dat uwe onhandige slimheid eenigen
invloed op ons heeft, deelen wij u mede, dat uw
onmenschelijke wreedheid jegens do inboorlingen
van Zuid-Afrika, om nog niet eens te spreken van
de omkoopbare rechtspraak en van de tyrannieke
verdrukking van onze landgenooten, voldoende is
voor dozen oorlog, waaraan enkelen van ons deel
hebben genomen. Wij deelen u verder mede, dat
er verder millioenen meer onder ons bereid zyn,
het leven op te offeren voor vrijheid en recht.
De geest van Engeland is gewekt, en wij waar-