1900. N°. 4. Dinsdag 9 Januari 87sle jaargang. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der uitgave. mm De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Wekelijksch algemeen overzicht. De Fransche Senaat, zetelend als Hoogstge- rechtsbof, beeft, zooals we iu ons vorig nornmer meldden, uitspraak gedaan in de zaak der samen zweerders tegen den Staat, in de rue de Chabrol te Parijs. Slechts de drie hoofden zijn veroordeeld, nl. Déroulède als hoofd dor Patriotten", Buffet als hoofd der legitimisten en Guérin als hoofd der antisemieten, allen met aanneming van verzachtende omstandigheden, want waren die niet toegepast, dan zouden zonder twijfel eenigen ter dood zijn veroor deeld. Voor een der schuldigen, de Lur-Saluces, is de veroordeeling slechts een formaliteit geweest. Hij is gevlucht, maar was hij verschenen, dan zou ook hij wel zijn vrijgesproken, evenals zes anderen, die onmiddellijk zijn in vrjjheid gesteld. Keert hij vroeg of laat weer in zijn vaderland terug, dan moet zijn zaak opnieuw behandeld worden. Na de uitspraak der straf is bepaald, dat Guérin zal worden gebracht naar het eiland Oléron, aan de westkust van FrankrjjkDéroulède wordt ver bannen naar Spanje, in welke straf, de andere waar toe hp om zjjn breedsprakigheid reeds werd ver oordeeld, is begrepen Buffet gaat naar België. De veroordeelden namen van de vrijgesprokenen een allerhartelijkst afscheid. Het vonnis, dat op do veroordeelden is toege past, is onherroepelijk, en kan alleen worden op geheven door het verleenen van amnestie, waartoe niemand dan de president der Republiek bevoegd is. Het is echter zeer onwaarschijnlijk, dat die amnestie zal worden verleend, want zij is niet be grepen in het wetsontwerp tot kwijtschelding van straf voor de betrokkenen in de Dreyfus-zaak, en zou daarin slechts als amendement kunnen worden opgenomen. De Senaat is, na 46 zittingen gehouden te heb ben, nog juist met zijn uitspraak bij tijds gereed gekomen. Dat er haast bij de zaak was blijkt wel daaruit, dat zelfs op oudejaars- en nieuwjaarsdag de Senaat bijeenkwam. Deze spoed werd gemaakt met het oog op de verkiezingen voor don Senaat, die den 28 dezer zullen plaats hebben, en waarbij l'a der leden zich aan een herkiezing moet onder werpen. De kiezers zullen dus eene geschikte ge legenheid vinden om zich uit te spreken over hunne foed- of afkeuring van het gevelde vonnis. Uit it oogpunt is de uitspraak van zeer veel belang. Ongetwijfeld zullen de aftredenden gedurende deze maand wel rekening houden, bjj de behandeling van zaken, de binnenlandsche politiek betreffende, met de gezindheid hunner kiezers en het dezen naar den zin trachten te maken. Gelijk te verwachten was zijn reeds in Duitsch- land heel wat pennen in beweging gebracht en beschouwingen geleverd over de wijze, waarop door de Engelsche Regeering hot zeerecht wordt toege past in de Znid-Afrikaanscbe wateren, te meer nog omdat, behalve de Bundesrath en in December de Hans Wagner, nu ook de rijkspoststoomboot General van de Oost-Afrika-lijn te Aden is aangehouden om de lading te onderzoeken, die daarvoor moest ge lost worden. Wolff's Agentschap vernoemt uit Ham burg, dat volgens bij de Deutsche Ost-Afrika Linie ingekomen telegram uit Aden, de mailboot General vrijgelaten is. Het schip is thans met het innemen van zjjn lading bezig en hoopt Woensdag zeeklaar te zijn. De Hamburgsche Börsenhalle schreef over die aan houding o. a. »Dat zijn volmaakt onhoudbare toestanden, die tengevolge zullen hebben dat het bedrijf van een Duitsche, dus volmaakt onzijdige stoomvaartlijn ver lamd wordt. Zelfs, als de General onverwijld weer vrij wordt gelaten, omdat blijkt dat er geen sprake kan wezen van contrabande aan boord, is het drin gend noodig dat de Engelsche regeering hare ver tegenwoordigers in de Oost-Afrikaansche wateren en havens onverwijld opdraagt, de schepen van een onz|jdige mogendheid, die van onzjjdige havens komen en naar onzijdige havens gaan en blijkens de scheepsmanifesten geen oorlogscontrabande aan boord hebben, ongemoeid te laten. Een optreden als tegenover de beide Duitsche poststoombooten Bundesrath en General is in het geheel niet geschikt om de totdusver voor Engeland gevoelde vriendschap te versterken of te bevorderen." Andere bladen zijn voorzichtiger. De Germania keurt het af, dat nu reeds in Duitschland meetingen zijn opgeroepen om ernstig te proteBteeren tegen Engelands houding, verontwaardiging uit te spreken over de plaatsgehad hebbende schending der Duitsche eer en daarvoor voldoening te eischen. »Op het oogenblik," zegt dit blad, »is de zaak aan de ver standige en bevoegde zorg van het dopartement van buitenlandsche zaken opgedragen, dat beter dan iemand anders over de middelen tot redres kan oordeelen." Het bewijs, dat de Bundesrath contrabande aan boord bad, is nog niet geleverd. Onmiddellijk na de aanhouding las men wel maar het bericht kwam uit Engelsche bron, dat het schip geladen was met vijf groote kanonnen, 50 ton granaten, 7000 zadels en 150 artilleristen, doch de directeur der Oost-Afrika lijn heeft verzekerd, dat er volkomen gehandeld is overeenkomstig de lastgeving der Re geering om geen goederen te verzenden, die zouden kunnen beschouwd worden als contrabande. Volgens eene officiëele verklaring van de directie dezer lijn heeft de Bundesrath te Hamburg, Antwerpen, Lis sabon en Napels lading ingenomen voor verschil lende plaatsen in Zuid- en Oost-Afrika. Op het oogenblik van de inbeslagneming was de lading, bestemd voor Oost-Afrika, reeds gelost, zoodat enkel de lading voor Lorenzo Marques in aanmerking komt. Uit het manifest van de lading blijkt nu, dat eene geringe hoeveelheid goederen aan boord zijn, die als levensmiddelen of oorlogsproviand voor de Boereu zouden beschouwd kunnen worden. Alles wat over zadels en krijgsvoorraad gemeld is, is onwaar. In de tweede plaats wijst de passagiers lijst uit dat van do 42 passagiers 12 Portugeezen, de overige landbouwers, kooplieden en handelaars zijn, die onmogelijk het Transvaalsche leger van dienst kunnen zijn. Het is duidelijk dat de inbe slagneming, die verraoedeljjk op Portugeesch gebied is geschied, in elk geval volgens de tegenwoordige volkenrechtelijke opvattingen geheel ongerechtvaar digd is. De kapitein van de Bundesrath is Donderdag te Durban voor het prijsgerecht verschenen. De lading wordt gelost. Nog duidelijker dan het geval van de Bundes rathzegt de Hamburgsche correspondent van de Köln. ZtgIaat de bezetting van de stoomboot General te Aden, die post en lading voor Duitsch Oost-Afrika aan boord heeft, verwachten dat het van Engelsche zijde er enkel om te doen is het verkeer van de Oost-Afrika-lijn te verlammen. Men gaat meer en moer golooven, dat al die ver halen van contrabande slechts dienen om in Engeland het denkbeeld ingang te doen vinden de Delagoa-baai te bezetteu en Transvaal geheel in te sluiten, doch naar aan het Berl. Tageblatt uit Petersburg wordt ge meld is door Rusland en Frankrijk besloten het te beschouwen als schending der neutraliteit, indien Portugal in Zuid-Afrika aan Engeland de vrjje hand laatdoch daarop heeft dit rjjk wel geen plan, want het richtte reeds een nota tot de groote mogendheden, waarin het opkomt tegen het aan houden van onzijdige schepen in de Portugeesch e wateren door Engelsche schepen. Ook van Amerika zijn reeds drie schepen met levensmiddelen aange houden. Ten slotte zou Portugal door den afstand van Delagoabaai onmiddellijk zijn neutraliteit schenden, wat ten gevolge zou hebben, dat de Boeren met het volste recht het gebied van Lorenzo Marquez zouden kunnen bezetten. Het is bekend, dat Engeland al zijn beschik bare manschappen oproept en bovendien middelen aanwendt om in het buitenland soldaten te werven, ten einde de sterkst mogelijke legermacht naar Zuid-Afrika te kunnen zenden. Zelfs zou het er toe willen overgaan de bezettingen van uit andere koloniën daarheen te verplaatsen, indien het de gevaarlijke gevolgen daarvan niet vreesde. In Italië loopon in de laatste tjjden geruchten, dat de En gelsche regeoring pogingen aanwendt de Italiaansche over to halen om Italiaansche troepen te zenden naar Egypte, teD einde de Engelsche, die naar Zuid-Afrika zouden worden gezonden, tijdelijk te vervangen. Uit Ancona wordt zelfs bericht, dat do bezetting aldaar reeds last heeft ontvangen aflos singstroepen te zenden naar Bari, omdat het zich daar bevindende legercorps naar Egypte wordt ge zonden ter aflossing der Engelsche bezetting. Deze geruchten eischen echter nog nadere be vestiging. GOES, 8 Januari 1900. De vraag werd ons gedaan hoe het, nu dit jaar de voorbereidingsklasse aan de Hoogere Burgerschool wordt opgeheven, gaan moet met ben, die er op gerekend hadden dit jaar aan die school te worden toegelaten Het antwoord kan eenvoudig zijn. Ditjaarenin den vervolge kan men natuurljjk tot de H. B. S. slechts worden toegelaten als men met goed gevolg het admissie-examen voor de eerste klasse dier school heeft afgelegd. Men weet, dat daartoe een weinig Fransch behoort. Maar tevens weet men, dat tegelijkertijd aan de lagere school (A) een 7e leerjaar wordt verbonden, waarin Fransch en verder datgene onderwezen zal worden, dat anders in de voorbereidingsklasse der H. B. S. werd geleerd. Naar dat 7e leerjaar zal men dus do bewuste aspiranten kunnen zenden en voor zeor velen, vooral ook voor hen, die van buiten komen, zal dit nog het voordeel hebben, dat zij in dat jaar minder botalen zullen aan school geld, wijl dit aan school A natuurljjk niet zoo hoog zal zijn als in de tegenwoordige voorbereidings klasse der H. B. S. Ongetwijfeld zullen ook voorwaarden aan de toe lating tot het 7e leerjaar van school A worden verbonden, doch deze zullen zeker wel niet hooger zijn dan die thans voor de toelating tot de voor bereidingsklasse der H. B. S. gelden, zoodat voor niemand eenige moeite ontstaat, terwjjl de kosten geringer zullen zijn. Alleen zullen de tegenwoordige leerlingen in de voorbereidingsklasse der fl. B. S. te zorgen heb ben, dat zij allen in Sept. a. s. naar de le klasse dier school kunnen overgaan. Met inspanning en den noodigen ijver zal hun dit wel niet moeieljjk vallen. De hoofdredacteur van het Handelsblad, de heer Boissovain, heeft in de Kerstdagen een open brief in de Engelsche taal geschreven aan den hertog van Devonshire, welke brief, juist zoo als hij hem schreef, gisteren in het blad werd afgedrukt. De brief bevat wat in menig »Van dag tot dag" door hem werd opgemerkt en is gericht niet tot ons volk, dat weet, maar tot duizenden Engelschen, die niet weten. ♦De aanleiding, welke tot schrijven mij dwong, zoo zegt de hoer Boissevain, was een beschuldiging, door den hertog van Devonshire te Leicester uit gebracht tegen alle buitenlandsche journalisten, die den oorlog in Zuid-Afrika veroordeelen. Wij, de journalisten van Europa en Amerika, die voor deze overtuiging uitkomen, zouden öf on wetend zijn, of uitsluitend onze inlichtingen ont vangen van dagbladen, welke mr. Leyds subsidieert Hierop heb ik geantwoord. Ik heb pogen aan te toouen, dat Hollandsche journalisten schrijven over een zaak, die ze bestudeerd hebben, en dat hun veroordeeling van dezen oorlog als noodeloos en dus misdadig gegrondvest is op kennis van den toestand in Zuid-Afrika. Tot den hertog van Devonshire richtte ik mij, omdat zijn onrechtvaardige beschuldiging mjj als een kaakslag was omdat hij, die nu als minister verantwoordelijk is voor den oorlog, weleer toen hij nog markies van Hartington was deel uit maakte van het ministerie-Gladstone, dat uit staats manswijsheid en om alles wat nu plaats heeft, oorlog en burgeroorlog, te beletten, do onafhanke lijkheid van de Zuid-Afrik. Republiek erkende omdat de hertog door karakter en eervol verleden achting verdient. Maatregelen zijn door ons genomen om den brief te verspreiden in Groot-Brittannië, in Australië en Amerika Eerst gaan een paar duizend exemplaren van het Handelsblad aan het adres van staatslieden en journalisten alom. Dan wordt het opstel als een stuivers-brochure uitgegeven in de Engelsche landen. Indien het slechts enkele Engelschen, Australiërs en Canadeezen dwingt oprecht de vraag te beant woorden ♦Waarom voeren wij dezen oorlog?" dan ben ik reeds zeer tevreden. Ik kan de Jingoes niet dwingen te lezen en te argumeuteeron ik weet zeer goed dat deze brief slechts één droppel is maar elke droppel helpt. Laat ons allen getuigen en pogen kennis te ver spreiden over den waren toestand in Zuid-Afrika. Het is de eenige manier, waarop wjj onze Broe ders van over zee kunnen bjjstaan." De brief zelf is een dier gemoedelijke, kernachtige betoogen, waarvan de schrijver het geheim bezit. Op zulk een journalist mag de Nederlandsche pers, mag hot gansche Nederlandsche volk trotsch zijn. Al zal misschien ook dit woord geen ingang vin den bij de machthebbenden in Engeland, het zal niet nalaten indruk te maken bij hot Engelsche volk, dat omtrent de aanleiding tot dezen oorlog nimmer zoo goed zal zijn ingelicht geworden. Voor dit »mannenwerk" den heer Boissevain aller hulde »Dit grenst aan het ongelooflijke", schrijft -De Nederlanderhet bericht van de N. R. Ct. be sprekende, waarin melding wordt gemaakt van o p- ruiing on bewapening der Kaffers te gen de Boeren. ♦Indien dit bericht waarheid behelst, dan zou Engeland gezakt zijn beneden het peil der be schaafde natiën, ja lager dan de Kaffers zelvon komen te staan, want als de Kaffers moorden en plun deren en vrouwen en kinderen vermoorden, dan is dit hun manier van strijdvoeren, barbaarsch doch in hun oogon gewettigd. Als echter de Engelschen Kaffers ophitsen tegen een weerlooze blanke bevolking om daardoor een bevolking van mannen, die zij niet vermogen te overweldigen, te dwingen die vrouwen te gaan beschermen en alzoo den kamp te staken, dan han delen zij niet alleen in strijd met alle oorlogsge- bruiken, maar dan staan zij op ééne lijn met laf hartige moordenaars, alleen met dit onderscheid, dat een moordenaar er nog zijn eigen loven aan waagt, terwijl deze aanstokers tot moord achter de schermen blijven, wetende dat zij niets wagen en zelfs niet strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. De Nederlander hoopt van harte, dat de N. R. Ct. zich vergist heeft. Evenwel, nu de Engelschen openlijk van regee- ringswege, altijd in het belang van hun handels belang en hun ♦invloedsfeer", het Mohammedanisme in Afrika gaan bevorderennu Lord Kitchener, wien de onderwerping der Republieken is opgedra gen, met behulp van de Engelsche natie een Mo- hammedaansche Seminarie heeft gesticht, moet men zich over niets meer verwonderen. Als christelijke natie schjjnt Engeland afgedaan te hebben. De Mammon viert thans in dat land, zjj het ook op luguberen toon, zjjn hoogtijd. Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe, en die vuil is dat hij nog vuil worde, staat er geschreven. En de overige ♦christelijke" mogendheden zien al deze dingen geschieden en zwijgen." Wanneer de Zangvereeniging ♦Ex celsior" alhier een s o i r e geeft, kan zij re kenen op een talrijke opkomst van hare leden en van hen, die door het betalen van entree toegang hebben gekregen, overtuigd als ze zjjn rjjkelijk en in den waren zin des woords to zullen genieten van wat deze vereeniging haar publiek steeds weet aan te bieden. Den goeden naam, dien zjj bezit, heeft zij ook weder jl. Vrij dagavond alle eer aan gedaan. Deze avond was niet in hoofdzaak gewijd aan den zang het programma noemde alleen twee too- neelstukken en twee tableaux-vivants. Het eerst opgevoerde stukje, getiteld ♦Verdacht", een klucht spel in één bedrjjf door A. Ilsen en J. M. van Aken, bleek uitstekend geschikt om het publiek in een vrooljjke stemming te brengen, zoodat de eerste indruk van den avond al dadelijk eene goede was. De vorm, dien de schrijvers hebben gegeven aan den inhoud van het stukje, die overigens ernstig genoeg was, (een vermoedelijke diefstal, waarnaar de politie onderzoek deed) en het goede spel van de executanten droegen daartoe in gelijke mate bij. Het tweede tooneelstuk ♦De Bergfee", een dra matische schets in twee tafreelen, in versmaat en met zaag, door P. Vasseurwas wel het glanspunt van den avond. De samenspraak tusschen den land bouwer Hansdie in loon voor zijn arbeid den grond zocht voor een tevreden leven, en zjjn vrouw Lise, die integendeel haar geluk verwachtte van geld, oer en aanzien de plechtige koorzang der Feeën, die de vrouw ten goede raadden de viering van Lises jaardag en eindelijk de instemming van Lise met de wenschen van haar man dat alles boeide. De beide tableaux >De intocht der Lonte" en ♦Het Roode Kruis in Zuid-Afrika", waren prachtig en loonden ruimschoots de vel e moeite, die voor zeker verbonden is aan de vervaardiging der vele en schoone costumes en aan wat verder zulk een meest altijd bevredigend nummer eener publieke uitvoering mot zich brengt. Het licht van Ben- gaalsch vuur verhoogde nog den indrukwekkenden aanblik der tableaux. Terwijl bij het laatste tableau het gordijn voor de vierde maal was opgehaald, werd staande door het gansche publiek en begeleid door een strijk orkest, dat zich ook gedurende de pauzes liet hoo- ren, het Transvaalsche volkslied gezongen en een hoera voor de Boeren aangeheven. Met de meeste zelfvoldoening mag Excelsior op dezen avond terugzien. Men schrijft ons uit Middelburg i Hier ter stede is op 71-jarigen leeftijd overleden de heer J. P. I. Buteux, geboren en vroeger wonende te Heinkenszand, oud-burgemeester van 's-Heer Arendskerke en Heinkenszand, gedurende goruimen tijd griffier van de Staten van Zeeland en daarna tal van jaren lid van Gedeputeerde Staten. Verder had de overledene gedurende enkele jaren zitting als lid der Tweede Kamer voor het district Middelburg, waarvoor hjj destijds bodankte wegens zijn minder gunstigen gezondheidstoestand. Van toen af trok hij zich uit het openbare leven terug. Buiten deze openbare betrekkingen bekleedde de beer Buteux tot aan zijn dood die van commissaris der Maatsch. tot Expl. van Staatsspoorwegen, wa6 hij vico-voorzitter van den raad van commissarissen der Koninklijke Maatsch. ♦De Schelde" te Vlissingen, directeur van hot Zecuwsch Genootschap der Water schappen enz. enz. De overledene was ridder in de orde van den Nederlandsehen Leeuw. Middelburg verliest in hem

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1900 | | pagina 1