1899. N°. 84.
Donderdag 20 Juli.
86s,c jaargang.
FEUILLETON.
Een burentwist.
n.
Kerknieuws.
Onderwijs.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels k 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke noinmers 5 centmet bijblad 10 cent.
Inzending van advertentiën vóór 2 uren op den dag der
uitgave.
GOES, 19 Juli 1899.
Door onvoorziene omstandigheden zal het
Concert door het muziekcorps der dd. schut
terij te Middelburg, ouder directie van dhr. Jan
Morks, niet plaats hebben op Vrijdag 21 Juli
a. s. maar op morgen, Donderdag 20 Juli.
Op de tentoonstelling der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw te Middelharnis is de firma
Franken G o em a u s alhier met den eer
sten prij s bekroond voor den melkontroomer
Alfa Colibri.
Gisteravond werd door de werklieden-
vereeniging »Eigen Hulp" alhier de ge
wone driemaandelijksche vergadering gehouden. Uit
het verslag over het tweede kwartaal van dit jaar
bleek o. a. dat gedurende dat tijdsverloop was
ontvangen f 289,66 de uitgaven bedroegen daar
entegen f 342, waaronder aan een uitkeering wegens
ziekte aan 22 personen f 283, en aan uitkeering
bij overlijden vau een lid f 30. Het saldo der zieken
kas bedroeg op 30 Juni f2752,56, dat der reserve
kas f 402,39.
De vereeniging bestond bij het einde van het
kwartaal uit 217 leden, zoodat zoowel in de finan
ciën als in het ledental een kleine vermindering
heeft plaats gehad.
Bij Kon. besluit is, met ingang van 1 Au
gustus, B. J. E 1 s m a n, thans hulpsluismeester
aan de Oostsluis te Terneuzen, benoemd tot sluis-
meester aan de Westsluis te Sas van Gent.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot dijkgraaf
voor den polder Zuidvliet, C. Kloosterman;
tot gezworen voor don polder Nieuw-Othene, A.
Dekker Antheunisz; tot gezworen voor den
polder AdrianaJohanna, J. H. de Vliegor; tot
gezworen voor den polder van Alstein, J. J. Bau
wen s en tot gezworen voor den Clarapolder te
IJzendijke c. a., A. de Milliano.
De Paus heeft mr. Heydenrijck, lid
van den Raad van State, benoemd tot geheim ka
merheer di Spada e Cappa (met degen en hoed).
Ter waardeerende herinnering aan den kunst
avond van 17 Juni 1899 te 's-Gravenhage, aange
boden aan de Vredesconferentie, heeft de minister
van Buitenlandsche Zaken, de heer De Beaufort,
aan den heer N. A. Bouwman, directeur der
Koninklijke Militaire Kapel van het regiment gre
nadiers en jagers, een fraai gebonden bruin leeren
portefeuille doen toekomen met den muzikalen tekst
van het oud-Hollandsche lied «Bergen-op-Zoom"
en gecalligrafeerde opdracht.
Uit Bern komt het volgende bericht
De internationale Vredes-en Vrijheidsliga bereidt
een oproeping aan de volken voor om, in verband
met de vredesconferentie in den Haag,
een algemeen manifest uit te vaardigen ten gunste
van de invoering van internationale arbi
trage.
De St.-Ct. bevat de wet van 14 Juli 1899,
tot wijziging van den achttienden titel van het
wetboek van strafvordering. (Van her
ziening van arresten en vonnissen.)
Uit het Fransch van Jules Mary.
In zijn jeugd ging vader Faradèche, die toen
niet rijk, maar zeer spaarzaam was, zelf het moeras
in. Hij bleef daar eenige minuten, te midden van
riet en biezen, zonder zich te bewegen en ging
daarna naar den oever. Zijn beenen, bloot tot aan
de dijen, zaten toen vol bloedzuigers, die hij er
af nam en in een kom deed.
Later kocht hij oude paarden, die voorde slacht
bank bestemd waren en reeds aan den paarden-
slachter te Grandpré waren verkocht. Hij deed de
paarden in het moeras gaan de bloedzuigers kwa
men in menigte op dit begeerlijke lokaas af in
lange, bruine rijen. Zij hechtten zich aan de poo-
ten en aan den buik dor dieren, die weldra, uit
geput en bevende van pijn, tegen riet en biezen
de diertjes van zich trachtten af te schudden,
maar te vergeefsmen moest medelijden hebben
met die arme paarden. Faradèche haalde, toen ze
vol genoeg zaten, hen aan een touw op het droge
en ontdeed ze van de bloedzuigers. Hij joeg ze
toen weer in de weide en zoodra ze weer waren
hersteld van hun bloedverlies, begon de kuur op
nieuw tot het einde van het seizoen was gekomen
en de arme dieren tot niets meer deugden dan om
Als vervolg op de uitgifte der franke er-
zogels van een gulden wordt, met ingang
van 1 Augustus a. s., een nieuw type van de
frankeerzegels der overige waarden in gebruik ge
steld.
Tegelijkertijd worden briefkaarten en briefomsla
gen met het nieuwe zegel-type in gebruik gesteld.
Van die zegels, briefkaarten en briefomslagen zal
ambtshalve eene eerste toezending aan de postkan
toren geschieden in den loop dezer maand.
De tegenwoordig in gebruik zijnde zegels, brief
kaarten en omslagen blijven tot nadere aankondi
ging geldig. De op de postkantoren aanwezige voor
raad zal dus eerst worden opgebruikt.
De nieuwe zegels enz. mogen, onder geenerlei
voorwendsel, vroeger dan 1 Augustus a. s. worden
uitgegeven, noch, aan wien ook, ter inzage worden
verstrekt. Met nadruk is de aandacht van de amb
tenaren der posteryen op deze bepaling gevestigd.
Do postbladen worden voorloopig niet door an
dere vervangen.
Dezer dagen is het besluit geslagen, waarbij
Kota-radja en omstreken voor de meeste offi
cieren als v a s t g a r n i z o e n zal gelden, zoodat
de duur van het verblijf aldaar onbepaald wordt.
Een ieder is verplicht zijne echtgenoote te doen
overkomen, op poene van intrekking van allo voor
deden. Zij, wier echtgenooten in Holland zijn, krij
gen hiervoor 6 maanden tijd. (J. B.)
Transvaal. In de Nieuiue Arnhemsche Cou
rant richt de hoofdredacteur, de heer Pyttersen,
een open brief aan den minister van buitenland
sche zaken, waarin hij er op aandringt, dat onze
regeoring hare bemiddeling aanbiede in het
geschil tusschen Groot-Britannië en de Zuid-Afri-
kaansche Republiek.
Ook wij hopen van harte, zegt de V. K. C., dat
onze regeering termen kunne vinden om iets voor
onze Transvaalsehe broeders te doen. Heeft mis
schien het aanbieden van bemiddeling zijne bezwa
ren, het aanbieden van de goede diensten onzer
regeering zou dan aanbeveling verdienen.
Nu gedelegeerden van alle mogendheden, die aan
de Vredesconferentie deelnemen, bij de behandeling
der arbitrage van internationale geschillen, zoowel
bemiddeling als aanbieding van goede diensten door
eene mogendheid aan andere mogendheden, die op
gespannen voet verkeeren, als een gewenschten
maatregel hebben erkend, zou een dergelijke daad
van onze regeering geheel in de lijn liggen van
het humanitaire denkbeeld, dat op de conferentie
ingang gevonden heeft.
En dat juist de Nederlandsche regeering dezen
stap deed, zou met het oog op de stamverwantschap
van ons volk met het Transvaalsehe, zeker volkomen
verklaarbaar worden gevonden.
Zeker, de mogelijkheid bestaat, dat die stap niet
het gewenschte gevolg had. Van een niet slagen
zouden wij alsdan de regeering allerminst een grief
willen maken. Wij zouden meenen, dat ook in dat
geval de moreele indruk, dien hare poging zou
achterlaten, niet anders dan gunstig zou kunnen
zijn.
De Transvaalsehe crisis. De onder
voor de laatste maal als lijk tot lokaas te dienen.
Op een nacht dreef Faradèche een half dood
paard tot dicht by den molen in de leiding, waaruit
de molen zijn water ontving en liet het in den
modder zitten, waar het weldra den laatsten adem
uitblies. Vijf of zes dagen later, op een beeten
zomeravond, opende Donizet de sluizen van zijn
molen en den volgenden dag bemerkte hij het doode
paard, dat reeds tot ontbinding was overgegaan
en den geheelen molen verpestte door de uitwase
mingen van het rottende lijk. Donizet was woe
dend en vermoedde onmiddellijk, wie hem deze
kool gestoofd had. Hij begaf zich naar Agussol,
den burgemeester van het dorp, een rijken bijen
houder, om zich over zijn aartsvijand te beklagen.
De burgemeester kende den twist tusschen zijne
twee dorpelingen en had ook gehoord in de ber
bergen van den trek, dien Donizet Faradèche ge
speeld had, door hem te bemoeilijken in zijn mui
zenvangst.
Gedurende eenigen tijd hielden de- twee onver-
zoenlijken zich stil, maar zij hielden elkaar voort
durend in het oog.
De zes honderd vijftig inwoners van het dorp
Apremont hadden gedeeltelijk partij getrokken voor
Donizet en gedeeltelijk voor Faradèche. De twist
nam verontrustende afmetingen aan en een der
slachtoffers van dozen vinnigen oorlog was de school
meester, Achille Vlot, die in den laatsten tijd de
stoutheid had gehad zich te verzetten tegen den
geestelijke Buffières, die de kerk van Apremont
bediende. Hij bad geweigerd nog langer gratis de
staatssecretaris vau oorlog Wyndham zeide in het
Engelsch Lagerhuis
De drie baiterijon, welke nu op bet punt staan
scheeps te gaan naar Zuid-Afrika, gaan om andere
af te lossen maar indien de omstandigheden het
noodig maken, kunnen de batterijen, die nu in Zuid-
Afrika zijn, daar gehouden worden. In dat geval"
zouden de eerstbedoelde drie batterijen versterkin
gen worden.
De Volksraad te Pretoria hervatte gisteren
de behandeling over het wetsontwerp op het kies
recht. De beraadslaging bracht uit, dat de leden
grootelijks voor een stemrechtftna zeven jaar verblijf
met terugwerkende en toekomstige kracht gezind
waren. In antwoord op een desbetreffende vraag zeide
president Kruger, dat het voorstel van Sir A. Milner
te ver ging. Werd het aangenomen, dan zouden de
oude burgers overstemd worden. De wijziging van
de negen jaar in zeven was echter slechts een klein
verschil, en de president steunde het ten bate van
eerlijkheid en gerechtigheid. De wijziging bezorgt
allen hetzelfde voordeel en neemt den grond van
Eügelands bezwaren weg. Het land zou er geen
gevaar door loopen en daarbij de toejuiching van
de geheele wereld winnen. De Volksraad nam daarop
het voorstel aan.
Art. 4 alinea 1 luidt nu«Ieder persoon, die
zich voor de in werking treding van deze wet in
de Z.-A. Republiek metterwoon heeft gevestigd,
zal bij voldoening aan de voorwaarden van art. 1
brieven van naturalisatie met het volle stemrecht
kunnen verkrijgen na verloop van 7 jaren na zijne
vestiging.
Dreyfus. De Independence beige ontvangt per
telefoon uit Parijs het volgende bericht
«Inlichtingen uit de beste bron maken het zeer
waarschijnlijk dat de regeeringscommissaris bij den
krijgsraad te Rennes de aanklacht tegen
kapitein Dreyfus zal intrekken, en
dat het proces hoogstens drie dagen zal duren."
Esterhazy komt in de Matin met nieuwe ont
hullingen voor den dag. Hij erkent nogmaals, het
borderel geschreven te hebben, eerst met potlood,
zooals het hem voorgezegd werd, daarna schreef
hij het over. Men wist dat Schwarzkoppen niet
te Parijs was en dat het dus gemakkelijk zou zijn,
het stuk te onderscheppen. Aldus geschiedde. Het
doel was, een «bewijs" in handen te hebben voor
Dreyfus' schuld, welke door agenten te Berlijn,
(die men onmogelijk noemen kon) ontdekt en aan
gebracht was.
Esterhazy zegt de bewijzen in handen te hebben
dat de chefs in 1894 alles wisten aangaande het
borderel, althans wat Gonse en Boisdeffre betreft.
Van generaal de Peliieux, dien Belhomme bij
het Zola-proces (1898) voor het eerst gezien be
weert te hebben, zegt Esterhazy dat hij met eigen
oogen den expert in Peliieux' kabinet gezien heeft,
op 20 of 22 November (1897), in tegenwoordig
heid van majoor Ducassé, en, gelooft hij, van den
commissaris van politie Bernard.
De Radical verzekert dat brieven van Dreyfus
op het Duivels-eiland geschreven en aan de voor
zitters van Kamer en Senaat gericht, achtergehou
den zijn, en nu bij het dossier van de Zaak ge
voegd zullen worden.
betrekking van koster en klokluider te vervullen,
zooals hij al zoolang onbezoldigd koorzanger was.
Vlot was een vriend van de familie Faradèche.
Men zeide ook, dat hij het hof maakte aan de
dochter van den molenaar, wat niet waar was,
dewijl zij reeds twee jaar lang verloofd was met
Jan, den zoon van den bloedzuigerkoopman. Deze
vriendschap van don onderwijzer voor de beide
vijanden was do vonk, die den brand in hot kruit
stak. Donizet wildo Vlot niet meer zien, omdat hij
met de familie Faradèche omging en deze verwaar
digde zich niet zich met den schoolmeester in te
laten als hij hem ontmoette in de straten van Apre
mont of in de herberg van Courtinat, wegens de
betrekking, waarin hij tot Donizet stond.
Gedurende een maand werd Vlot van de eene
party naar de andere geworpen als een bal, die
wordt opgevangen voor hij nog den grond geraakt
heeft en dan weer in do hoogte wordt gegooid.
En toch, al werd het dorp Apremont voor hem
een hel, al werd zijn positie onhoudbaar, het was,
wonderlijk genoeg, juist de strijd tusschen de beide
ouden, die hem redde. In het geschil, dat den
geestelijke en Vlot scheidde, had Donizet partij ge
trokken voor den eerste en tot wraakneming, had
hij aan de dorpelingen een verzoekschrift aan den
prefect van do Ardennen rondgezonden, om daarop
hunne handteekening te stellen en waarin ver
zocht werd Vlot af te zetten of hem te verplaatsen.
Van dit oogen blik af staakte Faradèche alle
vijandschap tegen den meester. Hij bekende open
lijk zijn ongelijk en vroeg vergiffenis, toen hy hem
De verontwaardiging tegen den ex-minister
L e b o n den beul van Dreyfus, is algemeen. Htt
gerucht loopt te Parijs, dat het bestuur van het
Crédit Foncier, waarvan Lebon deel uitmaakt, hem
zal uitstooten.
Het is volstrekt niet _onwaarschijnlijk dat, als de
schuld van LeRon wettelijk wordt geconstateerd in
het proces te Rennes, in de Kamer zal voorgesteld
i worden, den oud-minister van koloniën in staat
van beschuldiging te stellen, evenals ten opzichte
van generaal Mercier is gevraagd.
Met het opschrift «Eerherstel" schrijft
het Ned. Dagbl.
De Maasbode verwijt aan de pers van Nederland,
dat zij eerherstel weigert aan broeder Flamidianus
te Rijssel, die nu vrijgesproken ismaar hoe heeft
de Roomsche pers zelf gehandeld tegenover Dreyfus
Broeder Flamidianus is hier nooit beschuldigd.
Berichten betreffende hem werden met de noodige
objectiviteit uit de vreemde bladen overgenomen.
Het bericht van zijne vrijspraak evengoed als dat
van zijne inbeschuldigingstelling. Er valt hier dus
niets goed te maken, maar Dreyfus is door de
Roomsche bladen in Nederland zonder ophouden
gelasterd. Terwijl elk eerlijk man zich door zijn
gemoed gedrongen gevoelde voor hem party te
kiezen, is de Roomsche pers van Nederland, zelfs
na het arrest van het Hof van Cassatie, in hare
houding blijven volharden, en wie ook nog getwij-
feld hebben aan het ware karakter van de Dreyfus-
zaak, heeft die alleen reeds uit de houding der
Roomsche pers in Nederland kunnen leeren kennen.
Zij heeft niet een oogenblik opgehouden van die
zaak eene Roomsche zaak te maken en daardoor
meer dan eens de verontwaardiging van enkele
eerlijke Roomschen opgewekt.
Laat dus de Maasbodeals zij eerherstel eischt
voor onschuldig belasterden, zich in de eerste plaats
tot de Roomsche pers in Nederland wendeu.
Ned. Hervormde kerk.
Beroepen te Cadzand (toez.) de heer J. Hom
burg te Biervliet.
Gereformeerde kerk.
Beroepen te Oud-Vosmeer ds. J. P. Tazelaar
te Weesp.
Dinsdag werden tot de eerste klasse der
Hoogere Burgerschool alhier toegelaten F. J. M.
Bakker, P. C. Geus, J. W. van Harmeien, Meta N.
Massee.
VoorwaardelijkP. D. Goetheer, N. E. Neter.
Zeven candidaten werden afgewezen.
Heinkenszand. Dhr. J. van der Weele, onder
wijzer aan de openbare school alhier, is gisteren
benoemd tot hoofd der school te Sirjansland (gem.
Oosterland).
Benoemd tot onderwijzeres aan de school met
den Bijbel te Krabbendijkemej. M. L. A. Rolloos,
van Nieuwerkerk ad. IJsel. (St.)
op een Zondag ontmoette bij het balspelen, na het
eindigen der kerk en om de uitwerking te ver
nietigen, die het verzoekschrift van de aanhangers
van don geestelijke begon te genieten, diende hij
een tegen-verzoekschrift in, waarin het behoud van
den onderwijzer van Apremont gevraagd werd.
De prefect der Ardeunen voldeed aan het ver
zoek van Donizet en Vlot werd verplaatst, maar
stelde ook de aanhangers van Faradèche tevreden
door hom te bevorderen tot onderwijzer op het
veel grootere dorp Grandpré, wat tevens een ver
hooging van salaris met zich bracht.
Alzoo eindigde de eerste, periode van een strijd,
dien men zich in het kanton nog heden ten dage
herinnert. Maar de strijd tusschen de beide dorps
bewoners had ernstiger gevolgen en deze comedie
moest eindigen als een drama.
Jan, de zoon van Faradèche, beminde Emeline
Donizet, doch beiden wanhoopten, als zij zagen hoe
hun vaders elkander verfoeiden, of zij ooit voor
hun geheele leven zouden kunnen vereenigd worden.
Deze wraak schaadde hunne liefde en de beide
vaders hadden den jongelieden reeds aangezegd,
dat zij elke betrekking tot elkander hadden te
staken.
Het was op een avond in de eerste dagen van
Juni. Emeline plukte in den tuin een bouquet en
vloog daarby als een nachtvlinder van bloem tot
bloem, streelde met de toppen van hare tengere
vingers de witte bloemkroon der lelies of schudde
zachtjes de bladeren der rozen, reeds vochtig ge-