1898. N°. 105. Dinsdag 6 September. 85sle jaargang. D» uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjjdagavoad, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke ncmmers 5 centmet bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nij&h Va.n Ditmar te Botterdam verder bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Db prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 cti. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regelt a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct Aanvrage* om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inaenütng van advertentiën vief uren op eten lag der uitgave. Ten einde maatregelen te treffen in het belang der veiligheid en goede orde bjj de aanstaande Jnhuldiging'sfecslcn noodigen wjj alle Buurtcommissiëa uit, ons hun plan tot versiering te willen mededeelen vóór of op 8 Sept. k. Goes, 3 September 1898. Burgemeester en Wethouders van Goes, W E S S E L IN K. De f. Secretaris, A. A. VAN DELLEN. De Aanbesteding van Steenkolen en Turf, benoodigd voor de gemeente, van 1 October 1898 tot 30 September 1899 zal op Zaterdag 24 September 1898, des voormiddags 10 uur, ten Raadhuize alhier, plaats hebben. De conditiën zullen ter Secr.tarie ter lezing liggen van helen af tot den dag der besteding van des voorraiddags 9 tot des namiddags 2 uren, volgens welke afzonderlijk moet worden ingeschreven voor de leveriiig van stukken en vetschrot Ruhr- kachelkolen, beiden per 100 kiloen voor de korte en voor de lange turf per 1000 stuks Goes, deu 3 September 1898. Burgemeester eo Wethouders van Goes, WESSELINK. De f. Secretaris, A. A. VAN DELLEN. Wekelijksch algemeen overzicht. Slechts twee zaken trokken de vorige week de algemeene aandacht in geheel Europa en ook daar buiten de vredesboodschap van deu Czaar van Husland en de bekentenis van kolonel Henry in Frankrijk. Da zeldzame wondermare, het nieuwe evangelie, dat van dm oever der Newa uitgaat, vormde het onderwerp van bespreking in de geheele pers en de totaal-indeuk, door het optreden van den Czaar ge maakt, is wter te geven in deze woorden geheel zonder zegenrijke gevolgen kan zulk een stap van den machtigen vorst niet big ven. Men kan twgfelen omtrent het tgdttip der vervulling, want het zal niet zoo spoedig komen als men hoopt, maar dat de woorden, van zulk een hooge plaats gesproken, spoorloos zouden wegsterven is niet mogeljjk. Het is geen ideaal, dat de Czaar rastreeft, hg wil niet beginnen met het afschaffin van den oorlog, hjj wi) slechts de kans daarop verminderen door eene al- gemaene ontwapening. Elke mogendheid verontschul digt hare ontzettende krijgstoerusting met de ver- wjjzing naar de toebereidselen tot den oorlog in andere Staten. Beperken alle zich tot een vastgesteld maximum, dan is er voor niemand noodzaak om die grens t9 overschrijden. Elke mogendheid rust zich uit tot den strijd, om den vrede te bewaren daar door wordt het eene kwaad uitgevoerd om het andere te voorkomen en aan dezen toestand wil de Czaar een einde maken. Het behoeft geen afzonderlijke vermelding, dat over deze vredesboodschap verschillend wordt geoor deeld. In alle beschaafde landen van Europa heeft men het denkbeeld van den Czaar zeer toegejuicht, doch de bezwaren niet ontveinsd, die aan de uit voering zijn verbonden. In Frankrjjk heeft een groot deel der pers als voorwaarde van een ontwapening de teruggave van Elzai-Lotbaringen geëischt, welke eisch door Duitschland natuurljjk is van de hand gewezen. Sommige Duitsche bladen zien in de Boodschap slechts eene fijne zet van de Russische diplomatie, die ten doel heeft tijd te winnen voor den beslis- lenden strijd met Engeland in de Oost-Aziatische quaestie, ten einde di toerustingen tot den moge- lgken oorlog te volmaken, waaraan het met koorts achtige haast werkt. Rusland heeft, in vertrouwen op de vrees van Engeland voor een duren en on tkeren oorlog, een gewaagd spel gespeeld; het heeft in China meer ondernomen dan het op grond van zgn leger en vloot zich kon veroorloven. Nu Enge land zich voorbereidt om ernstige stappen te doen, moet Rusland zich inspannen om het uitbreken van den oorlog te voorkomen en voor h9t geval dit niet mogelgk is, wil het den tegenstander zoo plaatsen, dat hg als verstoorder van den wereldvrede wordt aangezien. Het Duitsche blad de Vorwdrts zegt o. a.Wjj zien in bet decreet van den Czaar niets anders dan de aanduiding, dat het gevaar voor oorlog zoo groot is en zoo nabjj, als het in tientallen van jaren niet geweest is. Het manifest van den Russischen vorst schgnt ons het begin van een periode van vreeseljjk bloed vergieten en niet van een eeuwigen vrede. Uit Petersburg zelf is het oordeel geheel anders. Daar zegt men dat het denkbeeld geheel en al van den Czaar is uitgegaan, dat zjjn nadrukkelijk ver langen naar vrede hem tot zgn voorstellen heeft geleid en welke resultaten zjj ook hebben zullen, toch he fit de menschheid reden zich er over te ver heugen, daar het goede zaad vroeger of later wel- doende vruchten zal opleveren. De Novosti zegt, dat de uitnoodiging tot de col- ferentia de vredelievende gezindheid van Rusland i toont en de toetssteen is voor de vredelievende ge voelens door andere mogendheden op den voorgrond Van hoeveel gewicht dit edel deckbeeld van den Czaar ook zgn moge, het trekt slechts in hoofd zaak de aandacht in politieke kringeD, doch de tweede zaak, waarop wij boven doelden, komt bjj het gansche lezende publiek ter sprake en wekt evenveel sensatie als het begin dezer tragische ga- beurtetis. Wij bedoelen de bekentenis van kolonel Henry. De binnen- en buitonlandscbe bladen hebben heele kolommen en pagina's gevuld met deze diep treurige geschiedenis. Wel een bewjjs hoeveel be- langstellii g zij wekt, zoowel in als buiten de re publiek. Dat Frankrjjks eer ontzaglijk lijden moet, behoeft geen betoog. »De oorlog met Duitschlaad schrijft een Belgisch blad zeer terecht is min der noodlottig voor het Frar.sch prestige gewepst, dan deze ellendige zaak. Het bloed, in een onge- lnkkigen veldslag vergoten, besmet de uniform niet. Maar uit dit schandaal-riool spitten onuitwischbare vlekken op de epauletten. Het ware »anré terrible" is 1898" Harde woorden, maar welke een groote dosis waarheid bevatten. Zola heeft gezegd (in de Dreyfus-zaak)»de waar heid is in aantocht" en deze prcfetie is dezer da gen een belangrjjke schrede nader tot. hare vervulling gekomen. Er zgn sedert de senator Scb-urer-Kerstner het opnam voor den banneling op bet, Duivels-eilaod allerlei meer of min belangrjjke onthulüögen gedaan, maar geen zoo gewichtig als die van kolonel Hemy, die opnieuw een schaduw, en een nog zwartere, komt werpen op de handelingen van burgerlijke en militaire autoriteiten in Frankrgk. Wat te de.'i ken," zegt de Fronde, »van staatslieden en generaals, die onnoozel genoeg zgn om zich te laten beetnemen door leugenaars en falsarissen? Kan m<n hun in gemoede het lot vai Frankrgk toevertrouwen Een Cavaignac, die van de tribune der Kamer zweert, bg de pchtheid van een valsch stukeen Boisdtfifre en een Pellieux die al het gewicht van hun zwaard in de waagschaal wisipen om Zola te doen ver- oordeeien en dr echtheid van het valsche stuk te betoogen Geen dezer heeren kan beweren niet te hebben geweten, dat het stnk valsch was." De Ind. Beige schrijft o. a. over deze netelige gesel iedenis»Eéi zaak wekt groote verbazirg en dat is de intellectueels armoede van de officieren van den generalen staf, die voor het hof van Assises, bjj het proceB-Zola met zooveel gezag het vertrouwen vroegen van het land. Zjj hebben de er quête tegen Driyfus geleid, zjj hebben de akte van besehuldi ging opgesteld, zjj hebben den verdachte geoordeeld op de stukken, die in het dossier bjjeen waren en zjj hebben die met zoo weinig zorg, als thans is gebleken, onderzocht en nagegaan. Hoe kan men vertrouwen bezitten in de uitspraak van mannen, die zoo verblind zjjn door hartstocht, zoo volkomen ontbloot zgn van elk-n critischen geest ou zoo totaal ongeschikt voor het werk van rechter Wat zullen de gevolgen zgn van de bekentenis van Hemy Voor de geheele wereld, behalve voor minister Cavaignac en enkele zjjner volgelingen, die evenwel ook reeds beginnen te wankeleoj in hun geloof aan de s- huid van Dreyfus, moet het duidelgk zgn dat de revisie van het proces-Dreyfus niet kan uit- blgven. »Indien Cavaigmc en zgn ministerie werkelgk, zooals 'men zegt, zich tegen de revisie big ven ver zetten, dan ben ik overtuigd dat zjj binnen acht dagen weggevaagd zgn." Aldus de correspondent van de Indép. Hij spreekt misschien te sterkmaar toch, gelet op het >snak- ken naar licht", op de toenemende spanning onder de Fran8chen, op de koortsachtige stemming der Parjjzenaars" vooral, schjjnt het haast onmogeljjk, dat Oivaignac een revisie, een officieele erquëte, of wat dan ook, zou kunnen tegenhouden. Men wil nu alles weten of generaal Mercier de wet verkracht heeft; of du Paty de Clam de medeplichtige was van Esterhazy; wat Esterhazy eigmljjk uitgevoerd heeften op welke stukken Dreytus veroordeeld is. Het nip awe proces zal niet iu het donker gevoerd kannen worden. De openbare meening wil de waar heid, de naakte waarheid, uit den put zien komen, en angstig buigt zjj zich over den rand. Ongezond in den vorm en in het wezen, van alle zjjden verdacht is het vonnis van 1894 onhoud baar, evenals dat waardoor Esterha?y werd vrijge sproken" zegt de Ind. Beige verder. »De onschuld van den veroordeelde is geen vermoed n meer, maar een zekerheid, die gegrond is op de verre gaande onbevoegdheid der rechters, op de oneer lijkheid der beschuldigers en op de onwettigheid van de gevolgde procedure. Er mag thans niet larger worden getalmd. Cavaignac heeft, eens gezegd s>gern enkele reden van staatsbelang zal mg er ooit bereid toe vinden een onschuldige in het bagno te laten." Hij was thans in de gelegenheid die woorden tot waarheid te maken, wat hem gemakkeljjk zou vallen, als bjj wilde overtuigd zjjn dat Drryfus is veroordeeld op hot borderel, dat door Eaterhazy is opgemaakt en op de stukken van het geheime dossier, waarvan het voornaamste als valsch is erkend. Taans big ven nog de stukken van het ultra geheime dossier, over welks bestaan door den ffisaris Henry voor het hof onthullingen zgn gedaan. Hoe kan bij die kennen, als hjj er ni«t zelf in betrokken was Voor Cava'goac was nu de gelegenheid tot eene mooie daad open, maar hij schijnt er niet aan te willenhij heeft zijii ontslag genomen Zullen nu de andere ministers de zaak aanpakken? Icdien het Fransche volk aanspraak wil kunnen maken op den naam van een beschaafd volk te zgn, dan moet h< t thans de revisie van het vonnis tegen Dreyfua vragen, neen eischen. Ea wil men nog reebt doen, dat man zich dan haaste. Aan den leveode is dit nog mogeljjk, aan den doode niet; eo waar wacht men nu eigeulgk op Geruchten loopen, dat de b°faamde Dupa'y de Clam in hechtenis is genomen en dat generaal Gonse als niet schuldig bevondeü, is onlslagen, die beiden met kolonel Henry de aanleggers zija van da geheele Dr> yfus-veroor- deeling. Dat zou een daad van rechtvaardigheid zgn maar eerst z*e man t^ch om naar den arme op het Duivelseiland. Laat men alvast zgn vrouw naar hem toezenden, wat zjj met zooveel aandrang heeft verzocht. De beulen van haar man zijn haar die tegemoetkoming wel reeds schuldig. Eu waarom cibt van nu af het ljjden vau Drtyfns verzacht, zooveel da wet toelaat, met het oog op zgn mogelgk later bewezen onschuld, ot slechts op een schuld, die gean straf rechtvaardigt, zoofis hij ou ondergaa Behalve de twee bovengenoemde belangrjjke zaken kan nog worden gemeld, dat da onderhandelingen tusschen de regeeringen van Oostenrijk en Hon garije over da overeenkomst zijn geëindigd. Veel verder, althars tot een d fiaitief besluit, is men niet gekomen. Blgkans da berichten uit Weanen is het resultaat het volgendeDa Hongaarscha wet van 1 Januari 1898, waarin da Hongaarscha regeering wordt uitganoodigd de zelfstandige wettelijke rege ling voor te stillen, indien de overeenkomst niet vóór het einde vaa dit j*ar op wettige wjjze tot stand komt, heeft de Oosten rjjksehe regeering tot het besluit gebracht nogmaals een beroep te doen op den Rijkara id en dazen te verzoeken de overeen komst op wettige wjjze goed te kenden. Da Hon- gaavsche regeering heeft van dit besluit keunis ge nomen en zai het ontwerp aan het Hongaarsehe parlement overleggen. De O jstenrjjksche regeering zal echter rekaning moeten big ven houd«n met de mogeljjkheid, dat da purlem ntaire goedkeuring op moeilijkheden stuit. Hierover is geruiman tg t be raadslaagd en de regieringen zgn eindelijk eenstem mig geraakt over de middelen, die zjj zullen toe passen en de voorstellen, die zjj zullen doeD, wan neer h'it bljjken mccht, dat op 31 December de overeenkomst niet watteljjk is vastgesteld. Welke plannen <?e regeeringen in dat geval hebbeD, is niet bekend geworden. GOES, 5 Septembar 1898. H. M. de Kor.iagin-Moeder ontving Vrijdag namiddag half zes in plechtige audiëntie de hoofd commissie tot aanbieding van het h u 1 d e b 1 jj k van het Nederlandsche volk. De burgemeester van Amsterdam sprak H. M. toe en bood namens de Nederlandsche natie het geschenk aan H. M. aan. Bg het geschenk was gevoegd een album, bevat tende de namen van de leden der commissies die zich hadden gevormd om het geschenk bjjeen te brengen. De burgemeester deelde aan H. M. mede, dat een bedrag van ongeveer f300,000 was bijeengebracht (uit Zeeland beliep dit f 10,381,69) H. M. de Koningin-Moeder dankte voor de aan- I bieding in de volgende bewoordingen »Ik ben zeer getrofhn door uwe woorden; het geschenk, Mjj aangeboden door het Nederlandsche I volk bij het nederleggen vau h9t Regentschap, stel Ik op den hoogsten prjjs. I »Mjjn dank daarvoor uit te drukken, zooa's Ik dien gevoel, is Mg op dit oogenblik niet mogeljjk. I Slechts dit wil Ik u ^zeggen, mjjne heeren, dat Ik bg het einde van Mjjn taak in de liefde sn den dank van het Nederlandsche volk, waarvan dit geschenk getuigt, de grootste, de schoonste voldo°ning vind i voor wat Ik gepoogd heb te doen in het belang vau i Laüd en Volk. »Ik hoop aan hot geschenk een wairdige beslem ming te geven, en Ik meen dit niet beter te kunnen doen dan door het te bestemmen voor een liefdadig doel. >Sedert lang was het Mjjn w°nsch eene stichting in bet leven te roepen, waaraan Ik geloof dat groote behoefte bestaatIk bedoel een sanatorium voor longlijders, dat in de eerste plaats ten bate van hen, die de middelen missen in het buitenland hulp te zoeken tegen de vreeseljjke kwaal, die, helaa»- in ons vaderland zoo veelvuldig voorkomt en zulke ernstige gevolgen na zich sleept. »Ik hoop eerlang de vrjje beschikking te kipgen over het landgoed Oranje Nassau-oord, bg Renkum, en dit af te staan voor bet doel, dat Mfi lief is. Door deskundigen voorgelicht, stel Ik mij voor op dat landgoed het eerste Neder landBche Sanatorium te stichten. »T)at het gpschenk van het volk, dat Ik lief be b, Mg daartoe in staat i-telt, maakt Mij oprecht gelukkig en stemt Mjj tot groote dankbaarheid. »Moge op deze wjjzo hot huldebljjk Mjj heden aangeboden, een zegen worden voor velen tot in lengte van dager. »Nog hoop Ik ook in onze Indische bezit tingen eene herinnering achter te laten aan de huid?, Mij heden gebracht. Oprecht en innig ben Ik dankbaar voor het Mjj aangeboden geschenk." M<t groote ingenomenheid, schrijft de N. R. Ct., zal zeker kennis genomen worden van deze beslissing van H. M. de Koiingin-Moeder, waardoor aan het geschenk der natie zulk eene menschlievend9 be stemming wordt gegeven. De daad van H. M. krjjgt nog honger waarde door hare toezegging om Oranje-Nassauoord eerlang voor hare stichting af te staan. Door het besluit van H. M. zullen in eene niet ver verwgderde toekomst tal van ongelukkige lijders, die door gebrek aan middelen zich de v-ior hen noodige verpleging niet kunnen verschaff-n, deze deelachtig worden. De behoefte aan inrichtingen voor onvermogende longljjders werd in den laatsten tjjd luide uitgespro ken en op tal vau plaatsen zijn comité's verrezen om de oprichting er van in Neder'and te bevorderen. De daad van de Kouiogin-Moeder is een beslissende stap voor de verwezenlijking van hetgeen men van vele zjjden zoo barteljjk hoopte. Eq het Handelsblad zegt er vau Welk een heerlijk voorbeeld heeft de Koninpia- Moeder aldus gegeven Een >eerste" Nederlandsche Sanatorium wil zjj stichten Het Nederlandsche volk toone dez9 woorden in hunne volle beteekenis te begrjjpen, en binnen weinige jaren zullen degelden bjjeen zija om in nog ïuimere mate dan door deze vorsteljjke beschikking mogelgk is, in de behoefte aan verpleging van longljjders te voorzien. »Het Nederlandsche volk zjj groot in alles, waarin ook een klein volk groot kan zjiu" zoo heeft H. M. in haar proclamatie van 30 Augustus ge schreven. Deze heerljjke, verheffende woorden, die ook bni- ten onze grenzen bewondering hebben gewekt, hei ft H. M. thans bezeg-ld door een echt vorsteljjke daad Tan menschlievendheid. Naar wjj vernemen zal op morgen (Dinsdag), den dag der inhuldiging va H. M. de Ko ningin, door vele Goesenaren de vlag worden uitgestoken. Wjj durven eerwachten, dat dit vrjj algemeen zal geschieden en dat daardoor op dien voor Koningin en volk zoo uiterst gewichtigen dag ook door Goes 9en bljjk vau belangstelling gegeven zal worden. H. M. de Koningin-Moedor heeft ter ^e'pgenheid van den verjaardag van Hare dochter giften in geld gegeven aan de armen van alle ge meenten in Nederland boven tienduizend zielen, daarbjj rekening houdende met het aantal inwoners. Vanwege H. M. de Kouingin kregen ook de be hoeftige oud-8trjjders giften. De Ministers hebbon 31 Augustus hunne bedieningen ter beschikking van H. M. de Koningin gesteld. Hare Majesteit heeft de Ministers in hunne be trekkingen gehandhaafd. H. M. de Koningin beeft bg Kou. besluit mr. j N. G. Pier son, Minister van Financiën, bevordeid tot commandeur in de orde van den Nederlandfchen Leeuw. Na gehouden examen is aan de kweekschool voor vroedvrouwen te Rott:rdam o. a. geplaatst mej. C. T. Moerdjjk te Middelburg, g*b)ortig van Ellewoudsdjjk. Holijnsphsat. Toen de allegorische optocht Vrjjdag 11. voor de eerste maal hier rendging, weid

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1898 | | pagina 1