1898. N°. 103. Donderdag 1 September. 85stc jaargang. De gewichtige dag. 10) FEUILLETON. De gevonden Hand De mitgave dezer Courant geschiedt Maandag-f Woensdag- en Trydagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertent,iën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Va.n Ditmar te Rotterdam ®a verder bjj alle Boek-serkooper» ea Brievengaardsvs. H I®E©i8'«fiE&i8: v£n rèow 9 uren «p lea dag der altffave. Dt. prijs der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel moer 10 ets. 13jj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelyks- en doodberichten en de daarop betrekking bobbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen* niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 c Aanvragen om ea vermelding van liefdegaven 5 cent pei regel. Aan het graf van Koning Willem III sprak wijlen de grjjza hofprediker C. E. van Koetsveld »Zoo is dan ons Koningshuis uitgestorven, maar God dank 1 niet geheel. Wat in een hoogeren zin de profeet van Dav'd's hu s z-idc, is ook op het onze van toepassing Een rjjske zal voortkomen uit den afgehouwen tronk". Ons b'jjft; de jeugdige Koningin, als Prins s reads de oogappel van ons valk, dat nu met dubbelen nadruk bidt >0 God 1 bescherm, bewaar en lfid Haar aan de hand eeaer vrome en vrijze aioader, oplat eens de sprait worde tot een krachtigen boom!' S nds zjjn 8 jaren verloopen en die wensch is vervuld. Do knop is eena sierljjke bloem gewoiden V *a Nu reeds gedurende 18 jaren was de 31» Angustus ern gewichtige, een vreugdedag; dit jaar is hij de dag, de vreugdedag bij uitnemendheid. Het was op d«n 3len Augustus van het jaar 1880 dat Koning Willem III dea volke verkondigde: »Ons werd eeoe dochter geboren." En onmiddellijk daarop volgde het door eiken Nederlander met niet minder blijdschap ontvangen bericht, dat de konink lijke Moeder z'eh in goeden welstand verheugde. De geboorte van e9n kind, de welstand van een moeder zjjn twee zoo eenvoudige, alledipgsche feiten, dat zij nauwelijks de aandacht meer trekken buiten dm allernaasten kling. Maar deze geboorte wekte bljjdschap van den Dollard tot de Schelde en van de Noordzee tot den Oosteljjksten uithoek van ons land Ea niet zonder reden 1 Heel Nederland toch vormt d"n allernaasten lering van het Vorstelijk Huisinnig is de band tus- Bchen Nederland en Oranje, dat de koninklijke bood schap »Oni is eeoe dochter geboren' door oansch b«t rjjk als e^ho wperklonk en niet a'leen Willem III en vjjoe gemalin, maar elk Nederlander gevoelde het: ons, de door eendracht en gehechtheid aan OraDj9 verbonden Nederlanders, is een dochter ge boren. Wij ea dit is onzs kracht en onze buteekenis als volk beschouwen een Koningskind als een kind van den Staat. Als zoodanig hebben wij Haar, die heden rechtens den titel aanneemt van Koningin der Nederlanden, ei d e wjj voorta-n niet meer zullen noemen het prinsesje, zelf* niet de prinses, ook niet de jonge Koningin, maar eenvoudig, hartelijk, als van hart tot hart: Kon'ngin Wilhelminazoo hebben wjj Haar zien opgroeien als was Zij onze dochterwjj hebbon gevraagd waf Zij leeido en hoe Zij leerde wij hebben nagegaan wie Zij speelde, welke kleeren Zjj droeg, hoe baar hoofdtooisel werd opsje naakt; wij wilden niet, dat er iets omtrent dat kind, omtrent die jonkvrouw, omtrent die aanstaande gebiedster z ru wezen, dat wjj niet zouden kennen. Wjj allen leefden mede haar kind-zijn, haar jonkvrouw-worden hare ontwikkeling, alles aan Haar trok onze aan dacht, vond weerklank in onze harten. Ea dat is de glorie van den vroeg gestoiven vader ea vooral van de ten einde toe getrouw gebleven moeder, dit zy hebben begrepen, wat het Neder- landsehe volk wilde, en dat zjj dat ver langen van het Nederl. volk hebban goedgevonden en toegejuicht. Een verhaal uit de Amerikaan sche rechtspleging, naar het Duitsch van H. Sheff. Heb ik gesproken?" vroeg Hillmann. >Hm, ja ik heb gedroomd verschrikkelijk gedroomd Detert. Lucie, 0 dat was een vreeseljjke droom »Wilt gjj dien oub niet vertellen, mynheer Hill mann, dat zal u misschien verlichting geven ►Ja, misschien, maar verschrikkelijk voor mji, verschrikkelijk. Hoe was het ook en waar begon hjj? O ja, die vrouw kwam, een vrouw uit EI Paso, aan de grenzen van Mex'co die vrouw kwam en di6Ïgde mjj ia het tuchthuis te brengen. Zjj zaide, dat ik haar man was en dat ik twaalf jaar geleden haar het gift verBchaft had, waarmede zjj haar eersten man heeftzjj liegt, die vrouw, ik wist niet met welk doel zjj dit slaapmiddel heb ben wilde, en toen, toen heb ik haar getrouwd, de weduwe Godefroy ha, ha, alles in mjjn droom, Gjj hebt eeue andere genomen, zeide zjj mjj toen Laat andere volkea zeggen wat zjj niet zwjjgen kunnen over het Koningschap in hot alg'ineen,'aat z lfs in ons land hier of daar een b spiegelend wijs geer theorhëa erover verkondigen allen «rkennen en zullen steeds moeten irkennen: »met Nederland is het een bjjzonder geval, daar gelden onze et- brekende redeneeringen, onze a'gemepne beschouwin gen niet, want de jeugdige W ilheliniua heorsebte over ieders hart, eer Zij er nan dacht een scheptor te zwaaien, zich met een diadeem te tooien 1 Bij onze liefde voor Haar en haar huis, voor Oranje, worden wjj gedreven door onstoffelijke beginselen, door de biste roerselen van het menschelyk hart: vaderlandsliefle en gehechtheid aan de traditie der eeuwen. Onze liefde voor Konin gin Wilhelmina zetelt, geljjk wjj ook reeds vroeger schreven, in die aandoenlijke trouw, welke in de ure dis gevaars helden ea martelaars maakt. Gelukkig Nederland Gelukkige Konirgin De stempel der ouders is gedrukt op de dochter. Was Willem III niet in 186L de Goede en was bjj niet altjjd de forsche, sterke men van karakter, wiens hart bovendien warm klopte voor de kunst en voor elke gezonde gedachte Was Koningin Emma niet de lieffcalligste der vrouwen, de zorgvuldigste der moeders, de mededeelzaamste onder de rjjk*n en toonde Zij haar goed hart niet, waar Zjj nood zag of ellende vermoedde Ja voorwaar, het kiad, da jonga vrouw^ waarop die beide Majesteiten haar stempel drukten, is waardig de liefde, die Zjj geniet en die w'j Haar beder, niet voor het eerst, maar sterker en nadrukkelijker dan ooit, bezweren. Wat hebben die vader en vooral die moeder, na den dood des Koning??, de wenschen van bet Neder- landsche voik begrepen De eerste onderwijzer van het Koningskind was dezelfde man, die de kinderen des volks onderwees. Met al wat het volk belang inboezemt, maakte Zjj kennis en Zij leerde een pop eaokleeden als een kind des volks van hare moeder. Zjj heeft onterwjjs geh.td van professoren, van schilders en kunsfcwtrk- sters met de naaldmaar de eerste grond werd gölegd door de moeder en door een onderwjjzer dtr openbare schorl. Man schatte dat beginsel niet gering: onze Koningin Wilhelmina staat krachtens hare opleiding niet buiten het volk van Nederland; wel staat Zj er boven, doch rustend op de sterke, door eecdracbt en eerbied voor den last, dubbel sterke schouders van een volk, dat een geschiedenis heeft, 011 die geschiedenis is de geschiedenis van Haar geslacht, en dat stevig rusten op de liefdevolle schouders zal Haar in hare groote en grootsche taak schragen en beveiligen. Hot volk verw. c'it van Haar zjju geluk. Gisteren nog een kind, is Zjj heden een vrouw, waarvan een gaaech lasd zjjn vrede en welvaart, de vervulling va a zjjn liefste wenschen verwacht. Inderdaad, die taak is groot en grootsch tevens Iu onze wellicht onbescheiden verbeelding hebben wjj ons hedenmorgen de eerste ontmoeting van deze moed? r en dochter op dezen voor Haar zoo gewich- t gen dag voorgesteld. Wat zal het aandoenljjk ge klonken hebben, dat: Moeder, Ik dank U voor al wat Gij voor Mij deedten wat zal het aangrypend gnweegt zjj", die moeder te hooren zeggen: Kind, Ik had Uw vader en Nederland beloofd U met Gods hulp tot een goede Koningin te makenIk deed, wat Ik meendedat Mijn plicht was." zjj my na twaalf jaren in Elisabeth opspoorde want na éér jaar heb ik haar weer verlaten, die afschuweljjke vrouw, die moordenares, maar gjj zult my volgen en die vioolyke jonge gans laten loopen j*, dat zeide zjj. Gjj wilt niet? Bedenk wat gjj doet, bigamie brengt u in het tuchthuis, en dan die zaak met Godefroy. Ik boud u vast aan twee kettingen, myn jongen, aan twee, ik heb u in myn macht Om van haar ontslagen te zjjn, gaf ik haar geld, huurde haar een huis, zy wilde meer, zjj wilde alles. Zjj ontwierp een plan voor my om te vluchten. En gjj Lucie, u zond ik naar Duitechi&nd naar mjjoe mjjne ouders ja, het is waar, ik zou er een eed op kunnen doen, dat alles waar is, maar Het is maar een droom, mynheer Hillmann, en gjj ziet, gjj zyt nu bjj ons." Met deze woorden stelde JD.tert hem gerust, opdat hjj verder zou vertellen. Ja, ja ik zie het het kan maar een droom zyn. En dau die gtschieienis met die ba, ha, die geschiedenis met die band Lucie z"cht steun aan den arm van Detert, die haar een bemoedigend »houd u go6d, haast zjjn wjj aan ons doel" toevoegde, en zich dan wendde tot den patiënt Heorljjk tafereel, waarbij voorzeker trsnfln van geluk, tranen van dankbaarheid ia de oogon van mee Ier en kird zjjn ontsprongen I Vooral op dat oogenblik zal het kind, thans vrouw geworden, het gewicht hebben gevoeld van de groote oplichtingen, welke van heden af op Haar rusten. Ia onze verb3elding verrees dnarbjj d« geest van den koninkljjken vader, die de meerderjarigheid van zjjae dochter niet mocht beleven, doch die op dezen plechtigen dag niet mag vergeten worden, en aan wiens nagedachtenis ook thaDS een woord van dank past voor wat Hjj de^d voor Haar, die van beden af over het volk van Nederland eu over de volken in Oost en West, die aan haar gezag zyn onder worpen, Koningin zal zyn. Dat Zjj liefderyk zal ^egeeren, dat waaiborgeü ons hare gaven van hoofd en hart. Moge de Koningin-Moe Ier nog lang voor hare dochter en voor Nederland gespaa'd bijjven en Haar steeds eene gewaardeerde raadsvrouw zyn. Mogen Koningin Wilhelmina steeds bewindslieden omgeven, die gedreven worden door onbaatzuchtige en wjjze liefde voor Haar en voor ons land Binnen weinige dagen zal Zy in voor ieder ver staanbare, door de Grondwet Haar in dpn mond gelegde woorden, dea volgendon eed fl 'ggen Ik zweer dat ik da onafhankelijkheid en het grondgebied des rjjks met al mjja vermogen zal verdedigen en bewaren; dat ik de alfemeene en bjjzondere vrjjheid en di rechten van alle rojjue onderdanen zal beschermen, en tct instandhouding en be/ordering van de algem ene en byzondere welvaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten ter mjjuer beschikking stellen, zoo als een goede Koningin schuldig is te doen." Ea in naam van het Nederl. volk zei de Voor zitter der Staten-Generaal de volgende plechtige woo»den spreken Wij ontvangen en huldigen, in naam van hot Nedorlaadsche volk en krachtens de grondwet, U als Koningin wjj zwereü, dat wij uwe onsehend- baarheid en de rechten uwer kroon znlleo hand- haveD wjj zweren alles te zullen doen wat goede en getrouwe staten-generaa! schuldig zyn te doen." Op beide phchtige verklaringen zullen de bekende indrukwekkende woorden volgen: »Zjo waarljjk helpe mij (ons) God almachtig". Ea als wjj op dezen dag het luide of in ons bin nenste uitroepeD»leve Koningin Wilhe'nrna", ver eenigen wjj ons dan tevens in deze bede M «ge deze 31 Augustus de eerste dag zyn van enre lange en gelukkige regeering door Koningin Wilhelmina. ÉJod zij met Blaar en met Uaar volk! GOES, 31 Augustus 1898. Een Buitengewone Nedrrlandsche Staats-Courant van Dinsdag 3D Augustus 1898 bevat de vo'gende Proclamatie van Hare Maj steit de Koningin- Weduw Regentes: In naam van Hare Majesteit Wilhelmina, bjj de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Na8&au, enz., enz., enz. Wjj Emma, Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkryk. Landgenooten De taak, die My in 1890 werd toevertrouwd, is weldra geëindigd. My valt h?t onwaaideerbaar voor recht ten deel, Mjjne beminde Dochter den L? fip te zien bereiken, waarop Zy naar het voorschrift ►Die geschiedenis met die handwat hebt gy dan van een hand gedroomd Daar zult gjj om lachen, kinderen l Hoe slim, hoe geslepen kan men tech in een droom bandelen. De weduwe Godefroy heeft het bedacht. Ik zou verdwijnen en dood gewaand worden, vermoord, opdat men niet naar mjjn verbljjf zou onderzoeken. Om dit plan ten uitvoer teb.engen, ging de weduwe Godefroy naar New-York en knoopte daar betrekking aan met den bediende van een arts, die vele operaties deed en wist van hem, tegen ru me betaling een afgezette hand te verkrygen, de rechterhand van een man, die door den arts was geamputeerd. Die legden wjj in de kelder van mjjn huis, en ik stak uw verlovingsring, Lucie, uw ring aan een der doode vingers en toen wierpen wjj myn rnet bloed be vlekten jas in een hoek, en besmebrden dan muur met met bloed b$, dat is versehrikkelyk ge droomd. Gij weent, Lucie ►Ja ja, ik ween, omdat d ze droom zoo vreess- lyk is." Vreeselyk", kreunde de zieke en liet zich in zyn kusseDB terugvallen, »o vreeseljjk. Ik vluchtte met de weduwe Gadefroy en wjj gingen naar Mexico terug. Nu, nu hield zjj mjj aan drie kettingen, want zjj was de koortslyaer sidderde zjj was een der Grondwet tot de regiering wordt geroepen. Ia dagen van smart en rouw trad Ik op als Regentes van het Koninkryk, thans schaalt zich het geheele Volk in vreugde om den troon zyner jorge Konirgin. God heeft Mjj in deze jaren gesteund, Myn dier baarste wensch is vervuld. Aaa allen, die Mjj met raad en daad hebben ter zjjde gestaan en die Mij gesteund hebben door Innne liefde en gehechtheid, breng Ik Mijnen dank. Moge het ons Land met zyne Bezittingen en Ko- looiëa onder de regeering van Koningin Wilhelmina wel gaan 1 Het zjj groot in alles, waarin ook een klein volk groot kan zjjn 1 Ik treed af van de ho^ge plaats, die Ik in ons Staatswezen heb bekleed, met den diepgevoelden wensch, dat op Koningin en Volk te zamen, door de nauwste banden verecnigd, Gods zegen blüve rosten. EMMA. (Deze proclamatie is door alle ministers mede onderteekend). De Koningin aanvaardde hedenmorgen de Re giering met de volgende Proclamatie Aan mjjn Volk! Op dezen vo">r U en Mjj gewichtigen dag gevoel Ik Mij gedrongen eenige woorden tot U te richten. Allereerst een woord van warme dankbaarheid Sedert Mijne vroegste jeugd hebt Gjj Mjj omgeven met Uwe li'tie. Uit alle deelen van het Koninkryk, uit alle kringen der maatschapnjj, van ouden en jonger, ontving Ik steeds de tr» ffendste bijjken van gehechtheid. Nadat Mjjn beminde Vader Mij was ontvallen, w^rd al Uwe aachankeljjkheid aan Mijn stamhuis op Mjj overgebracht. Thans, nu Ik gereed sfa de schoone, doch zware taak, waart je Ik geroepen b^n, te aanvaarden, gevoel Ik My als gedragen door Uw trouw. Ontvangt, Mjjnen dankHetgeen Ik tot dns ?er mocht ondervinden liet onuitwisebbare indrukken bij Mjj na. Het is \Ijj een waarborg voor d8 toekomst. Mjjne inn'g geliefde Moeder, aan Wie Ik onuit- sprekelyk veel verschuldigd beD, gaf My het voor beeld van een edele en verhevene op/atting der plichten, die nu op Mjj russen. Ik stel Mij tot levensdoel dat voorbeeld na te volgen, te regeeren zooals van een Vorstin oit bet Huis van Oranje wordt verwacht. Aan de Grondwet getrouw wensch Ik den eerbied voor den Neder- landschen naam en de Nederlandsche vlag te be vestigen, Ik wensch bjj het Opperbestuur over de Bezittingen en Koloniën in Oost en West rechtvaar digheid te betrachten, gd naar Mjjn vermogen bjj te dragen tot v^rhooging van Uw geesteljjk enstoff?- ljjk welzjjn. Ik hoop en verwacht, dat U aller steun, in weikeu ambteljjken of maatschappsljjken werkkring bincen of buiten het Koninkryk Gjj zyt geplaatst, My daar by nooit ontbreken zal. Op God vertrouwende en met de b^-de, dat Hjj Mij sterke, aanvaard Ik de regeering. 's-Giavethage, 31 Augustus 1898. WILHELMINA." (Ook deze proclamatie is door alle Ministers mede onderteckend.) Met verbazing ontvingen wjj hedenochtend per post, die hier te 8.17 arriveert, een bijvoegsel van de Zierikzeesche Nieuwsbode, waarin reeds de proclamatie van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina voorkomt en welk bjj voegsel dus reeds gisteravond moet ge drukt zyn. Aangezien de redactië 1 der bladen van den Minister van Binn. Zaken een zeer te waardeeren schrjjven heks. Zy verkwistte myn geld en trad my met voeten. En ik was op mjjn dood voor haarik was ook zoo zwak, zoo in haar macht. Morphine, o Defcört, loop gauw in de apothetk en breng my een goede doöiB morphine." Ik zal ze u terstond haleu, mijnheer Hillmann en dan gaat gy slapen en als gjj weder wakker wordt zal de arts hier zyn, die u gedu.ende uwe ziekte heeft behandeld en hem moet gij uw droom nog eens verteller, want bjj moet u kennen, om uw toe stand te kannen beoardeelen, en vooral om te weten, dat gjj morphine g bruikfc voor een beteren, rustiger slaap zonder dioomen." Ja, jik zal hot ook hem vertellen gauw morphine, ik Jjjd ondrageljjk." Weinige oogenblikken later lag de huiveringwek kende zieke in een loodzwaren slaap. Detert had hem ten middel toegediend, dat hem de ellende van zyn laatste levensstonden voor een oogenblik onbe wust deed ljjden. Nauwelijks was Detert ontheven van de zorgen voor Hillmann, zoolang deze sliep, of hjj haastte zich naar de politie zjjeer woonplaats h«t bericht te zenden, dat de moordgeschiedenis, die \óór driejaren te Elisabeth zooveel opzien had gebaard, tot klaar heid was gekomen door de verhalen van een ylenden

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1898 | | pagina 1