1898, Nü. 50, Donderdag 28 April. 85sle jaargang. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Dithaü te Botterdam e* vorder bg allo Bookvorkoopers ea Brievengaarders. In«eu4tinv vs&a COURANT. Dt, prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ctl. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbonde dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct Aanvrage* om em vermelding van liefdegaven 5 cent pei regel, advertentüa vóöï 9 uren ©p den dag der uitgave. Interventie. Het optreden der Vereenigde Staten tegenover SpaDje geeft menigeen aanleiding tot do vraag Wat heeft de Unie zich te mengen in hetgeen voorvalt tus9ehan Spanje en een Spaansche Kolonie Het Handelsbl. zegt daaromtrent o. a. het volgende: Dat recht van interventie of tusschenkomst is, gelijk zoo menige instelling van het volkenrecht, ontleend aan de rechtsverhoudingen tusschen afzon derlijke personen. Zooals art. 285 van ons wetboek van burgerlijke rechtsvordering zegt, erkent het burgerljjk proces recht, dat iedereen, die belaag heeft in een rechts geding, hangende tnsschen andere partgen, aan den rechter kan verzoeken daarin zich te mogen voegen of te mogen tusiehenkomen. In het volkenrecht vindt men geen rechter, die beoordeelt of de intervenient inderdaad voldoende belanghebbend" is in den strijd tnsschen anderen om zjjn tusschenkomst te rechtvaardigen. Daar be oordeelt de Staat, die zich in een twist mengt, zelfstandig. De geschiedenis levert tal van voorbeel den op van zulke tussahenkomst, al of niet door de omstandigheden gewettigd. Gewoonljjk geschiedde het wanneer twee souvereine landen met elkaar in oorlog warenveel minder wanneer in een land onlusten uitbraken, die door de naburen gevaarlijk werden geacht en hen noopten af te wjjken van den regel, dat zij zich in den inwendigen toestand van een anderen Staat niet mogen mengen. Zoo waren de coalitie-oorlogen van de vorige eeuw tegen de Fransche republiek uitgelokt door de vrees, dat de revolutie-vlam over de grenzen zou slaan. Ia den regel hebben de gevallen van interventie zich slechts bepaald tot het voorkomen of beëindi gen van oorlogen. Het laatste is nog kort geleden door de groote mogendheden in Griekenland bewerkt en thans hebben zjj getracht maar zonder sueces den vrede tasschen Amerika en Spanje te be waren. Er z|jn gevallen, waarin interventie een plicht is. Bg een Btaat als België bg voorbeeld, omdat de onzijdigheid van dit land door traktaten is gewaar borgd zoodra het wordt aangevallen is elke garan- deerende mogendheid verplicht tusschen beide te komen. Een bjjzonder geval is het tegenwoordige, waar de strjjd niet wordt gevoerd tusschen twee afzonder lijke Staten, maar tusschen een land en zijn kolonie, die in opstand is. Hier zijn geen oorlogvoerenden de opstandelingen zjju als zoodanig door geen enkel land erkend. Maar de Unie geeft voor ernstige be langen te mo t m verdedigen, die haar nopen een einde te maken aan den op9tand op Cuba. Het klinkt zeker schoon, dat de Unie in het belang der mensche- ljjkheid een eind wil maken aan de barbaarsehhoden en het bloedvergieten, aan den hongersnood en de ellende, die op Cuba heerschen, maar dat hierin een afdoende reden voor de Vereenigde Staten is gelegen om zich in de Cabaansche zaken te mengen, is mis schien aan twjjfel onderhevig »Het is onze bijzondere plicht, zegt de president, want het gebeurt aan onze deuren." Maar tusschen Cuba en Amerika ligt toch nog een water van vele uren breed en de ellende is toch nog niet naar Amerika overgeslagenOp dien grond kan elke mogendheid tusschen tmde komen. Een der redenen, die Amerika voor zjjn inter ventie aangeeft, schjjnt van meer belang. Op Cuba wonen een groot aantal Amerikaansche bur gers, die veel schade en moeieljjkheden ondervinden van den voortdurenden strjjd der Cubanen tegen Spanje. In dit opzicht heeft de Unie zeker een groot deel der openbare meening op haar hand. Spanje heeft zeker tegenover Cuba veel misdreven, en zoo vaak zjjn de beloften geschonden, dat de Cubanen den opstand tot het uiterste, hoe lang die ook dunrt, zullen volhouden. Vandaar dat Amerika dat einde wil bespoedigenmaar hoe edel dat doel moge zijn, het zal wel niet bereikt worden dan ten koste van veel bloed, tranen en materieel bezit. De oorzaken van den oorlog. Da schrjjver van de rubriek »Van dag tot dag" in het Handelsblad zegt daaromtrent o. a. het volgende Er kan gesn twjjfel mogelijk zjjn wie met de grootste waardigheid, op de hoffelijkste e* ernstigste manier dezen oorlog begonnen isSpanje gaat den dood te gemeet met de waardigheid en ridderlijken zwier, waarmede tal van Fransche edelen weleer het schavot bestegen. Het Spaansche volk treedt met geestdrift en hel denmoed op de houding van de Cories was oneindig ernstiger en waardiger dan die van het Congres en alle harten gaan uit naar de Koningin-Regentes, de Oostenrjjksche aartshertogin, die zich Maria Theresia, van wie ze afstamt, waar dig toont door ontzettende gevaren met moed het hoofd te bieden, ter wille vooral van haar zoon. Maar dit alles neemt niet weg dat de Spaansche zaak hopeloos slecht is, en dat de boersche, aanma tigende specnleerende Amerikanen gedeeltelijk onbewust wellicht strgden voor de gerechtigheid Wjj erkennen dat de Europaesche pers die meeniDg niet is toegedaan Zij kiest party voor SpaDje, geljjk schouwburg bezoekers dat voor Mary Stuart doen, wier misda den tor wille van haar dramatisch optreden en het medeljjden dat een schoone, zwakke vrouw wekt, vergeten worden. Men neemt onwillekeurig partjj voor den zwakste in een gevecht; en in e#H langdurigen oorlog zou Spanje dit natuurljjk zjjn, al is het land op h«t oogenblik veel beter ten strjjde uitgerust dan de Republiek. En wg vragen ons telkens afweten zjj, die met zooveel sympathie over Spanje scfarjjven, wel dat Spanje alleen onder de koloniseerende mogendheden de oude, ruwe, wreede methode der zestiende en zeventiende eeuw is big ven volgen? dat het van Cuba een hel op aarde heeft gemaakt dat geen veroveraar en onderdrukker tot grooter zegen van de gerechtigheid kan werden weggebezemd uit een wingewest, dan de Spaansche tiran uit Cuba? Indien ons vaderland in Indië één tiende deed van waf Spanje in Cnba doet, zou Nedarland's on gerechtigheid ten hemel schreien, en geen vader landsliefde zou ons beletten te verklaren dat we elk recht misten daar te regeercn dat onze ver drijving van daar een geluk zou zijn voor de m9nseh- heid. Men weet toch hoe Spanje al zjjn koloniën in Zuid-Amerika verloren heeft. Men kent die zwarte geschiedenis van onrecht en uitpersiag. Maar in Cuba geschiedde geheel hetzelfde. Alleen is wat er in de laatste vier jaren plaats greep, nog veel erger dan wat bg onderdrukking van andere opstanden door SpaDje gedaan werd i Wat is de diepe oorzaak van dezen oorlog Spanje's wanbeheer, Spanje's wreedheid of onge voeligheid. Er leefd® een groote, landbouwende bevolking van Spaansche afkomst in de provinciën, waar de opstand woedt. Die bevolking noemde zich onzjjdig. Ze bestond uit paciftcos. Hare sympathie was wtarschgnlgk aan de zjjde van de opstandelingen want van da Spaansche overheerschers ondervond ze nooit iets goeds maar ze nam da wapenen niet op, en wenschte dat er geen opstand was, want de Spaan sche troepen konden hen niet beschermen, als tel kens voedsel voor mecschen en paarden door de opstandelingen van hen werden afgeperst. Om de rebellen uit te hongeren gaf generaal WVyler een bevel dat Lodewjjk XIV had kunnen teekenen. De geheele landelijke bevolking, mannen, vrou wen en kinderen, werd gedreven naar enkele ver sterkte garnizoenssteden. Iadien een beschaafde regeering in een welvarend land dit deed, zou groote ellende het gevolg zijn van znlk een maatregel, al zou zulk een regeeiing natuurlijk ook gebouwen, kerken, tenten beschik baar stellen om de duizenden te huisvesten, en al voedde zjj hen, geljjk de Parijsche regeering, door een voortreffelijke organisatie, de bevolking voedde tjjden8 het beleg. Maar dit geschiedde in Cuba nietde regeering die zorgen moest, was Spaansch. Toen de ongelukkige concentration, als kudden vee, door soldaten gedreveD, in de steden werden opgesloten, de velden onbebouwd achter zieh latende, schjjnen de Spanjaarden gemeend te hebben dat hun taak was afgeloopen. Da rantsoenen, welke die hulpelooze menigte ont vangen moest, ontving ze niet. Na een paar weken ljjden, ontbering, honger, begonnen ze te sterven als vliegen in het najaar. len paar Honderdduizend mannen vrouwen en kinderen zijn dun reeds om gekomen En nu is een oorlog verschrikkelijk, maar dit is nog verschrikkelijker De ware oorzaak van den oorlog is Spanje's on- menschelijke behandeling van Cuba. Dat mag men niet vergeten 1 Wat men het helpen van de opstandelingen door Amerika noemt, was grootendeels het zenden van levensmiddelen aan ongelukkigen, door duizenden in Amerika, die vrjjwillige giften offerden uit mede lijden en zeker niet als geldbelegging In verband met het bovenstaande deelen wg mede, dat de correspondent van de Times te New-York met president Mc Kinley een lang gesprek gehad en zjjn indrukken daarvan aan zjjn blad geseind heeft. De president, zegt hg, is vol vertrouwen, ja zelfs verklaard optimistisch gezind. Er is in zjjn geest zelfs geen zweem van twijfel aan de rechtvaardigheid van zjjn zaak. Het is duideljjk, dat hg zich slechts door eon breed gevoel van menschlievendheid he6ft laten bewegen. Hij wil Cuba niet hebbenslechts weinig Amerikanen, en niemand, die met eenig gezag over het volk der Vereenigde Staten is bekleed, wil Caba hebben. Hg wenseht geen inljjving. Niemand wenseht dat, een klein deel uitgezonderd. Bovendien heeft de regeering haar handen gebonden door de plechtige verklaring, dat zjj de beslissing over de toekomst van het eiland zal overlaten aan het Cubaangche volk. GOES, 27 April 8198. De Gemeentestem geeft een middel aan de hand, om de in den laatsten tjjd zoo herhaald voorgekomen onregelmatigheden en oneerlijkheden bjj gemeentoljjke financiën beter te voorkomen. Bigkbaai iu het toezicht dat Burgemeester en Wethouders moeten honden, door ten minste eenmaal in de drie maanden de boeken en de kas van den ontvanger op te nemen, niet afdoende. Da Gemeente wet geeft echter ook aan Ged. Staten de bevoegd heid zoo dikwglB zjj dit noodig achten, opneming der kas van hunnentwege te gelasten. Evenals het Rijk door controleurs scherp toezicht houdt op de rijksambtenaren, bjj wie dan ook betrekkelgk weinig tekorten en vervalschingen voorkomeD, geeft De Gsm. in overweging dat fcjj elke provinciale griffie eenige ambtenaren worden aangesteld, uitsluitend belast met de taak om de kassen der gemeente-ontvangers en hun boeken te controleeren. >Een noemenswaard iiaanciëel bezwaar kan daar tegen niet bestaan jaarwedde en reiskosten zouden voor ieder misschien f 2000 bedragen, en de ingeze tenen der gemeenten zouden gaarne, in den vorm van eene kleine verhooging van rjjks- of provineiale belasting, m die kosten bydragen." (Wjj merken hierbij op, dat in Zeeland reeds ge durende eenige jaren de gewoonte bestaat, dat van wege het Provinciaal b stuur op onbepaalde tjjden en zonder voorafgaande kennisgeving, een ambtenaar gezonden wordt, die kaB en boeken nu eens van dezen dan van genen ontvanger opneemt en alles betreffende de comptabiliteit onderzoekt) Ter algemeens vergadering der libe rale kiosvereeniging »Goea", gisteravond in de Prins van Oranje" alhier gehouden, waren behalve de vjjf bestuursleden slechts twaalf gewone leden tegenwoordig, niettegenstaande de agenda een belangrjjk punt vermeldde, nl. het opmaken van een candidatenlysfc voor de a. 8. verkiezing der Prov. Staten. Na opening der vergadering door dhr. J.J. Ramondt deelde deze mede, dat hg op verzoek der andere bestuursleden deze vergadering zou leideD, doch dat dit niet in zich sloot, dat hg definitief als president optrad. Het nieuw gekozen bestuurslid mr. J. de Witt Hamer heeft zjjn benoeming aangenomen en zich met het secretariaat belast. Op de candidatenlyst werden, behalve de reeds in een vorig nummer genoemden, die allen op één na zich een eandidatuur zullen laten welgevallen, nog geplaatst dhrn. Ph. Al. de Ronde Bresser en J. J. Ochtrnan. Van dhr. C. Koert was tot veler leedwezen bericht ontvangen, dat hjj voor eene eventueele eandidatuur bedankte, terwijl dhr. Ochtrnan verklaarde geen plaats op de lijst te verlangen. Na bespreking der genoemden werd tot stemming overgegaan, waaruit bleek dat van de 17 stemmen waren uitgebrachtop dhrn. J. M. Kakebeeke 17, W. F. J. Wagtho 16, W. F. K. Lenshoek 15, Ph. M. de Ronde Bresser 7, J. A. P. Geill 6, A. Brug' geman 6 en C. Koert 1 stem. In eene volgende ver gadering zal uit deze voorloopige candidaten, bene vens uit die, in andere Afdeelingen gesteld, een definitieve keuze van vier candidaten voor lid van de Provinciale Staten worden gedaan. De Voorzitter deelde nog mede, dat bereids van de kiesvereeniging Staatsbelang" te Baarland eene voorloopige ljjBt van candidaten was ingekomen, waarop hebben verkregen dhrn. J. M. Kakebeeke 12, 0. Koert 12, J. A. P. Geill 11, A. Bruggeman 8, C. der Weduwen 4 en W. F. J. Wagtho 1 stem. Na eene aansporing tot trouwe opkomst in de volgende, werd deze vergadering gesloten. Met ingang van 1 Juni a. 8. wordt dhr. C. C. den Decker, klerk der posterjjen en tele grafie alhier, als zoodanig verplaatst naar Grave. Met zekerheid deelt men ons mede dat de heer J. L. Bootsgezel te Breskens, onlangs geslaagd ials opzichter van 's Rjjks waterstaat, met 1 Mei as. als standplaats is aangewezen de gemeente Goes. De kiezersijjstte Baarland vermeldt voor '98—'99 voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten 107 en voor den Gemeenteraad 105 kiezers. Deze cjjfers waren voor '97'98 respectievelijk 116 en 114. ISllswoutsdIjk. De verplaatsing van den hs«r J. P. van O o 8 tRijksambtenaar alhier, naar Hoe- dekenskeike, waarvan onlangs in deze courant werd melding gemaakt, is ingetrokken, zoodat genoemde heer voorloopig op deze standplaats bljjft. Men schrjjft ons uit Heerenlioek Maandagavond werd in de openbare school alhier eene vergadering gehouden ter bespreking van het kroningsfeest. Ofschoon door den Burgemeester verscheidene op roepingen waren aangeplakt, was de opkomst zeer gering, wat mjjn inziens aan eeH soort van onver schilligheid moet worden toegeschreven. Door de aanwezigen is desniettemin eene feest commissie benoemd, met den burgemeester den heer J. G. P. Timans als eere-voorzitter, O. P. Serrarens, voorzitter, J. B. Werri, vice-voorzitter, J. Paré, penningmeester, N. Pols, hoofd der openbare school, secretaris, Th. den Hond, P. J. Spelier en M. Smit leden, welke commissie in opdracht kreeg een feest te organiseeren, onze geliefde Koningin waardig. Den heer J. A. F r e d e r i k s te Middelburg viel de onderscheiding te beurt van de Fransche Regeering te ontvangen de vpalmes académiques." (Atidd. Ct.) Uit middelburg; schrijft men ons: De heer jhr. mr. E. A. O. de Oasembroo heeft zich de benoeming tot Hoofdcommissaris der B8grafenis-Maatschappjj »Uit Voorzorg" laten wel gevallen. De heer Van Kerkwijk nam gisteren zjjn plaats in de Tweede Kamer, wegens zijn ziekte ge- rniraeo tjjd onbezet, gebleven, weder in. Ook de heer Kerdjjk was weer tegen woDrdig. De commissie, belast met de in dit jaar te houden keuring van voor den krijgsdienst geschikte paarden, is in overleg met den minister van binnenlandsche zaken, voor Zeeland samengesteld als volgt Voor district I. Gepensionneerd kolonel der artil lerie H. H. J. baron van Haersolte van den Doorn, te 'u-Gravenhage, lid en voorzitter; gepensionneerd ritmeester van het O.-I. leger H. W. A. van Je veren, te Hees, lid en plaatsvervangend voorzitter; plaats vervangend districtsveearts M. Luciëer, te Oost burg, lid. Voor district II. Gepensionneerd luitenant-kolonel van het O.-I. leger J. J. Munniks de Jong, te 's-Gra- venhage, lid en voorzittergepensionneerd ritmeester der cavalerie M. Sprenger te 's-Gravenhage, lid en plaats/er vangend voorzitter; plaatsvervangend dis trictsveearts E. L. van Mervencée te Middelburg, lid. Met ingang van 6 Mei wordt de luitenant ter zee le klasse O. A. Dominicus, dienende als le officier aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam, overgeplaatst in de rol van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, en belast met het bevel over Hr. Ms. kostschip te Vlissingen. In de Midd. Ct. komt een schrjjven voor uit het land van Axel, waarin een beroep wordt gedaan op de Vereeniging tot bescherming van dieren, ten einde de slachting onder de kikvor- schen tegen ti gaan, ook omdat dit in het belang van den landbouw zou zjjn. De inzender vertelt o. m. het volgende Niet ver van grenspaal no. zooveel bevindt zich een landeljjk herbergje, waar de Belgische »puien- vangers" hun exportslachterjj hebben opgericht. Naambordje is niet noodig, een oorverdoovend ge kwaak wjjst u den weg eu weldra bemerkt ge een drietal, ongeveer een meter diepe, patten, waarin de slachtoffers bewaard worden. Af en tos nadert een kar of een persoon, beladen met kikvorschen. In iederen put staat een slachter, die gewoon weg de beestjes in tweeën snjjdt. De achterdeelen worden aan anderen toegeworpen, die ze stroopen, aan stok jes rjjgen en, in jjs verpakt, voor de verzending gereed maken. Elke zending is voorzien van het volgende bewjjs of certijicat d'origine. »Le Soussigcé bourgmestre de la commune de déclare que les cuisBes de gre- nouilles sont d'origine des ruisseaux et des étangs de la commune de et ses environs". De voorste gedeeltenkop, borst en voorpooteu worden op hoopen rond de putten geworpen, waar deze deelen nog wel 6 a 7 uren liggen te stuiptrek ken en daarna door de omliggende bewoners als mest- sto! gebruikt worden. De Vossische publiceert het volgende sensatie- bericht uit Brussel Een ongehoorde toestand heerscht op de B e n e -

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1898 | | pagina 1