1898. N". 23, Dinsdag 22 Februari. 85sle jaargang. De mitgavB dezer Courant geichiedt Maandag-, Woon»dag- en Vrgdagavond, uitgezonderd op ieestaagen. Prjjf per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommert 5 centmet bgblad 10 cent. Bohalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de beeren Nijgh Van Ditvus te Botterdam en verder bjj alle Boeln erkooper» en Brievengaarder!. De prgs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pr jjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, hnweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbonde dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. InssenUna van adrertentlën «Aar uren ais dsn «as der uitgave. \\T. GOESCHE COL Wekelijksch algemeen overzicht. Ofschoon het proces-Zola het leeuwenaandeel beeft in de berichten omtrent het buitenland, leveren enkele andere staten dan Frankrijk toch ook eenig 1 nienwa op. In de eerste plaats moet de aandacht gevestigd worden op Spanje in betrekking tot de Tereeziffde Staten. De verstandhouding tus- ■chen deze beide landen, die in den laatsten tjjd toch nog al iets te wenschen overliet, is door twee feiten er niet beter op geworden n). docr de te rugroeping van den Spaanschen gezant te Washing ton en door het vergaan van den Amerikaanschen kruiser >Maine." Op zeer ongewone wjjze heeft die gezant, Dupuy de Löne, zgn post verlaten. Hg is teruggeroepen door zgn regeering op aandrang van het Amerikaansche gouvernement, omdat hg den president der Unie beleedigd had in een brief aan den redacteur van een blad te Havanna, waarin hg minder vleiende woorden had gebruikt aan het adres van Mc. KinDy, in zjjee qnaliteifi als president, en in het ontBlag is zelfs de gebruikelijke ♦dank betuiging voor de vele en gewichtige diensten, den lande bewezen" achterwege gelaten. Het departement van buitenland8che zaken te Washington deelt, in strjjd met loopende geruchten, mede, dat van Spanje geen verontschuldiging is gfëischt, daar de regeering zich geheel heeft verlaten op Spanje's gevoel van betamelijkheid. Terwjjl de quaestie van Dnpuy de Lóme nog niet van de baan was, kwam het ontzettende bericht van den ondergang van den Amerikaanschen kruiser Maine in de wateren van Onba. Omtrent de ramp Z8lve verwgzen wjj naar ons vorig en naar dit nummer. Het vermoeden was gerezen, dat men aan kwaadwilligheid heeft te denken en dat de vernieling van het vaartuig door een torpedo is geschied. De laatste berichten omtrent deze ramp lniden echter voor Spanje heel wat gunstiger; want men scbjjnt, na onderzoek, vrjj wel te mogen aannemen, dat hier niet aan opzet, maar wel aan een ongeluk moet gedacht worden. De directeur van het Navi gation-bureau te Washington verklaart, dat het on mogelijk een torpedo-ontploffing kan geweest zgn en dat de ramp veroorzaakt is door een uitbarsting in het magazjjn. Er was veel schietkatoen aan boord voor torpedo's en 't is aan te nemen, dat daarin door zelfontbranding een ontploffing is ontstaan. En zoo zgn er meer berichten, welke doen denken aan een ongelnk. Hongarije ljjdt tegenwoordig aan een ernstige crisis, die, evenals de bewegingen in Italië, het ge volg is van den slechten oogst in het vorige jaar en die zelfs in de rjjkste deelen van het Hongaarsche land armoede en ellende doet ontstaan. Het brood is duur, er is geen werk en zoowel de landlieden ais de arbeiders hebben gwbrek. De Hongaarsche regeering heeft onmiddellijk get: acht aan dien toe stand tegemoet te komen door voor ongeveer twee millioen florgnen werk te doen uitvoeren in de meest bedreigde streken. Dit is echter slechts een tjjdeljjke maatregel, want het is moeiijjk tot aan den volgenden oogsttjjd een groot deel der bevolking met openbare werken bezig te houden. Industrie is er weinig bniten de groote fabrieksplaatsen, het grootste ge deelte der inwoners leeft van den landbouw. Het gebrek aan brood en werk heeft de ernstigste gevolgen. Er gaat geen dag voorbjj, waarop geen onlnsten plaats hebben. De in opstand gekomen landelijke bevolking trekt door de dorpen onder hst geroep van: »Wjj eiechen verdeeling van den grond en opheffing der belastingenDe ontevredenen kteren zich tegen de vertegenwoordigers van het gezag, steken gendarmerie-kazernes in brand, ver moorden politie-agenten en verzetten zich tegen allen, die geroepen zgn de orde te handhavende afgezonden troepen hebben groote moeite om de orde te herstellen. De woedende boeren werpen verschan singen op, waarachter zjj zich verschuilen en vuren op de gendarmerie. Reeds zij a van beide zjjdea ver- scheidenen gewond en enkelen gedood. Op sommige plaatsen zgn de boeren begonnen den grond te ver- deelen, waarvan zjj dan den eigenaars kennis geven. Een deputatie van boeren kwam een graat berichten dat zjj zjjn landgoed, ter grootte van 2000 bunders, onder eikender hadden verdeeld en hem 48 banders hadden gelaten. Verscheidene grondbezitters werden met den dood bedreigd. Welke krachtige maatregelen de regeering ook neemt, de beweging breidt zich voortdurend uit en de ontevredenheid wordt grooter. Preeei-Zela. De gebeurtenissen in de zitting van Donderdag hadden Vrjjdag weder veel publiek gelekt. Het eerst was Boüdeffre opgeroepen, die alle punten der op zien wekkende verklaring van De Peiiienx beves tigde. Zioh tot de jnry wendende, voegde hg er aan toe>zoo de natie geen vertrouwen heeft in de chcfB van het leger, daa zjjn wjj bereid aan anderen de zorg ervoor over te laten. Gjj zjjt hier het volk, spreek u uit." Hg werd begroet met een »vive i'arméi" en luid applaus. Aan Laborif die Boisdeffre vragen wilde stelie», werd dit door den president belet en onder leven dig protest van Labori werd Esterhazy voorgeroepen, die zeide: »Dis ellendige Mnthieu Dreyfns heeft mjj beschuldigd de dader te zgn van de misdaad, door zgn broeder begaan. Ik ben vrijgesproken. Ik ben bareid te antwoorden op de vraag der juryleden, maar dien lieden daar weiger ik te antwoorden." Clemenceau stelde hem nu een groot aantal vra- geD, maar Eeterhazy deed of hg ze niet hoorde, waarna ten Blotte Clemenceau vroeg of E. niet in betrekking heeft gestaan tot kolonel Von Schwartz- koppen. De president verhinderde echter de vraag te stellen, aangezien, zeide hg, boven alles de eer vi n het leger es de veiligheid van het land gaan. (Donderend applaus Te half vjjf werd de zitting opgeheven. Ergerljjk waB wat nu gebeurde. Bjj het verlaten van het paleis werden de officieren uitbundig toegejuicht, terwjjl de kreten van »Leve het leger!" zich ver mengden met die van >Dood aan de Joden 1" Ver scheidene Israëlieten wilden protesteeren, waardoor een gevecht ontstond en een Israë'iet onder den voet werd getrapt. Zola verliet een uur later hot paleis. Zijn vertrek werd bpgroet met een volle laag van gefluit. Zgn rgtnig ging voorbjj een reeks politieagenten, die op de qnai des Orfèvres waaiervormig waren opgesteld. Op den pont St. Michel wilde de menigte zich op het rgtnig werpeD, maar de agenten hielden de menschen tegen, hetgeen op een kloppartij uitliep. En de president schgnt helaasmeer dan ooit verblind door de schittering der uniformen. Hg wei gert aan de verdediging het recht om vragen te stellen, zelfs zonder dat hg den inhoud dier vragen kenthg laat getuigen redeneeren zonder repliek toe te laten en gedoogt aldus dat invloed op de gezworenen geoefend wordt zonder eenig tegenwicht; hjj gaat door met getuigenverhoor, terwijl de ver dediger zgn conclnsiën steltWaar is bg dit alles bet recht gebleven Het recht, dat zegevierend zon te voorschijn treden nit deze zaak, zoo vraagt men in de N. R. Ct. Omtrent het geheimzinnig stuk of briefje, waarvan generaal De Pellieux Donderdag Bprak en dat zulk een ontroering en opzien baarde, wordt door den correspondent der N. R. Ct. de volgende lezing gegeven Aan het ministerie van oorlog is een papier ge komen". Uit dit »gekomen" moet zeker niet worden afgeleid dat het papier voor het ministerie van oorlog bestemd was. Immers, daar hoefde men waarljjk niet gewaarschuwd te worden dat er een interpel latie over de zaak Dreyfns in aantocht was. Het papier is blijkbaar door een agent van het ministerie opgevischt of het is dozen als een kostbaar docu ment in handen gespeeld door een belanghebbende. De eerste lezing was, dat het aan een vreemden ambassadeur gericht was, bv. door zgn regeering. Maar veel aannemelijker is de verklaring, dat het werd afgezonden ten minste dat de generale staf gelooft, dat het werd afgezonden door den Duit- echen militairen attaché von Schwartzkoppen aan zgn Italiaan8<?hen collega Panizzardi, beiden te Parjjs. Deze laatste zon van de betrekkingen, die tusschen Dreyfns en Dnitschland bestonden, op de hoogte zgn geweest en Schwartzkoppen, bang dat er iets zou nit ekken, zou ham in November 1896 een briefje gezonden hebbenEr is oen interpellatie over Dreyfns ophanden. Pas op dat je nooit iets merken laat. Dit briefje zon daarop zgn onderschept of later buitgemaakt. Door deze lezing wordt ook de vrees voor oorlog verklaard. Immers door Dnitschland is in de laatste maanden herbaaldeljjk cfficiöel verklaard, dat bet nooit tot Dreyfus in betrekking gestaan heeft. Werd daartegenover nu het bovengenoemde briefje van den Dnitschen attaché militaire gesteld, dan zon dit met sooveri woorden hetzelfde zgn als: Wij Fransche staf, zeggen, met voorkennis van onze regeering, dat gg Von Bülow, staatssecretaris van buitenlandsche zaken, en gg graaf Mlinster, ambassadeur te Parjjs, hebt gelogen, toen gg zeidet Dreyfns niet te kennen. Zoo komt men, bg aanneming van de boven staande, waarsehgnijjkf, lezing, tot dit alternatief óf Dnitschland heeft officiëel gelogen, óf de Fransche staf en het ministerie zgn dnpe van een bedrieger, die het briefje van 8ehwartzkoppen gemaakt beeft. Dit laatste is de meening van overBte Pieqnart. De zitting van Zaterdag leverde niet veel be langrijks op. AehtereenvolgenB werden nog Pieqnart en De Pellieux gehoord. De laatste, zich tot Picqaart wendende, zeide dat hem de houding bevreemdt van •en meneer, die nog do uniform van Fransch officier draagt, en desniettemin drie generaals herit beschul digd, valschheid te hebben gaplesgd en er partjj van te hebben getrokken. (Storm van toejuichingen Pieqnart antwoordde dat hij da goede trouw van zijn coefs niet in verdenking heeft willen brengen. Hij verzocht dat Gallifet geboord zou worden om te zeggen wat deze van Pitqaart's eerljjkheid denkt. Doch de Voorzitter weigerde dit, waarna Labori, bjjna telkens als hg wilde spreken, door den president het woord ontnomen werd. Toeh wist Labori nog in 't midden te brengen »Ook ik geloof' dat de militairen te goeder trouw zgn, en juist dat jaagt mjj schrik aan." De voor zitter viel hem in de rede, zeggende»U hondt een pleidooi." Labori hernam>Neen, maar ik moet hier den vinger leggen op iets wat mg van 't grootste belang dunkt. Men tracht mij angst aan te jagen, men schrjjft mgn vrouw brieven om haar baBg te maken." Generaal Pellieux zeide nog dat de rol, die hg in deze zaak heeft gespeeld, buiten zjjn wil is geweest. Labori wilde nu spreken, doch de voorzitter be dreigde hem met een disciplinaire tuchtstraf. Toen Labori nu aan anderen e«n vraag wilde stel len, barstte een oorverdoovend gebrul los. Labori riep uit: >Ja, verheugt, er u maar over, dat het recht verkracht wordt. Ik vraag mg af," zich tot Zola wendende, »ot het niet beter zou zjjn de zit ting te verlaten, liever dan ons den mond te laten snoeren." De voorzitter riep»Koro, kom, zeg geen onzin!" Nog eenig9 getuigen van miader bateekanis wer den gehoord, waarmt het getuigenverhoor was af~ geloopen. Maandag (hed«r) zon het rrquisitoir worden ge nomen. Men verwacht Woensdag of Donderdag be ëindiging der zaak. Naar men aan het Hanielsbl. mededeelt is de straf op «ene zaak als deze gevangenis van 8 dagen tot een jaar, en boete van frs, 100 tot frs. 2000 of wel slechtB een dezer beide straff-n. De meest optimistische beschouwing is, dat de jniy Zola schuldig zal verklaren, doch zjjne goede trouw zal aannemen. Inderdaad is nog door niemand beweerd dat Zola den brief J'accuse, heeft geschre ven om geld of om een ander doeleinde dan om een nader onderzoek der zaak te bewerken. In dat geval zon het Hof met een enkele boete kunnen volstaan, doch zeer zeker niet tot het maximum der vrijheid straf kunnen overgaan. GOES, 21 Februari 1898. Godsdienstige wijding van de aanvaarding der Regeering door II. M. de Koningin De Synodale Oomnuissie der Nelerl. Herv. kerk heeft twee be sluiten genomen ten aanzien dezer aangelegenheid, die reed9 vele pennen heeft in beweging gebracht 6n in bladen van verschillende richting is besproken, maar waai over de gevosIödb niteenlo open. Het eerste is om de kerkaradeo, onder uiteenzetting der redenen, die haar nopin aan dezen datucn de voorkeur te gever, uit te noodigen op den 31 Aug. e. k den dag zeiven, waarop krachtens de bepalingen der Grondwet H. M. feitelijk de regeering aanvaardt, deze gewichtige gebeurtenis door gé bed en dank zegging te wjjden in een daa< toe in den voormiddag te houden godsdienstoefening. Het tweede dat zij, als vertegenwoordigster van het talrijkste kerkge nootschap, meende, zonder den scbjjo van aanmatiging op zich te laden, den eersten stap te kunnen doen ter verkrijging eener in deze hoogst wenscheljjke eenstemmigheid en samenwerking van alle godsdien stige gezindten in Nederland, en daartoe aan hare besturen een afschrift van boveabodoelde uitnoodiging aan den kerkeraden zal doen toekomen, met be leefd verzoek van hunne zjjde het beoogde doel te helpen bereiken, opd»t dön 31 sten Augustus Ne derland het verheffende schouwspel a^nbiede, dat zgn zonen en dochtereu, hoe ook in belijdenis en eeredienst verschillend, maar ééi in lief Ie voor vaderland en koningin, zoo mogelijk op hetzelfle uur, in hun bedebuizen saamgskomTi, dezelfde ge beden voor het heil onzer jeugdige koningin en het geluk Harer regeericg voor den trooa van aller Hemelschen Vader opzenden. De Synodale Commissie is voorts gemachtigd daarbjj te voegen, dat reeds lang bjj H. M. de Ko ningin het voornemen bestond om aan den Bisten Augustus eeae godsdienstige wijding te geven, door het bjjwonen van een© godsdienstoefening, hetzg in het Koninkljjk Palei», hetzg in een der keiken van de Residentie, en mitsdien Hoogstdezelve, evenals H. M. de Koningin-Regentes met bjjsondere inge nomenheid kennis hebben genomen van beide, hier boven 'vermelde en Haar medegedeelde besluiten der Synodale Commissie. Ter aanvulling van het bericht in ons vor'g nr. wordt ons van bevoegde zjjde medegedeeld, dat ook de hh. A. Le Clercq te Kruiningen en J. Lindenbergh Oz. te Wemeldinge zijn aange wezen als schatters van het mobilair voor de per- soneele belasting in Zuid-Beveland. Naar de Avondpost verneemt, is onlangs een wetsontwerp tot afschaffing van het verbod tot onderzoek naar bet vaderschap bjj den Raad van State ingekomen. Aan het Departement van buitenland sche zaken bestaat gelegenheid tot plaatBing van twee tweede-klerken, aanvankeljjk op eene jaarwedde van f 400. Nederlanders, die op 1 Januari 1898 den Jeefljjd van 18 jaren hebben bereikt en dien van 25 jaren niet hebben overschreden en die voor eene benoeming in aanmerking wenschen te komen, wordt verzocht zich vóór of op 10 Maart e. k. bjj gezegeld verzoek schrift te wenden tot den minister van voornoemd departement. Vereischten stian vermeld in da Staats courant. De directie der Algemeene Ned. Militie-ver- zekeringmaatschappjj te Amsterdam heeft een 3dres gericht aan de ministers van oorlog, marine en binnenl. zaken, naar aanleiding van de Memorie van Toelichting bg het wetsontwerp tot invoering van den persoonlijken dienstplicht. In de M. v. TT wordt o. a. gezegd, dat maatschappijen en commissionnairs in de keus der plaatsvervangers en num- merverwisselaars niet altjjd kiesch zgn, zoo dat het gehalte dier manechapp9n te wenschen laat. Adressanten herinneren dat de eisch voor het zedelijk en moreel gehalte aan plaatsvervangers ge steld, zóó hoog is, dat geen enkele kan worden toe gelaten, dan nadat hem door den burgemeester zijner woonplaats is uitgereikt een bewijs van goed gedrag, waarin èi de burgemeester ói twee meerderjarige ingezetenen verklaren, dat de man is van een goed zedelgk gedragdat dit bewp beslist wordt gewei gerd aan hem, die, zij het ook slechts eéimaal ver oordeeld is geweest wegens overtreding der drank wet, of wel om welke andere redenen ook door den strafrechter is veroordeeld. Zgn de plaatsvervangers en nummer ver wisselaars bjj hun korps ingeljjfd, dan zjjn de provinciale ad judanten bovendien nog verplicht aan den officier van justitie te vragen, of de man iets ten zjjnen laste heeft, zoo ja, dan geeft de provinciale adjudant daarvan kennis aan den minister van oorlog met opgaaf van het vonnis. Van d9 70C0 plaatsvervangers, door adressanten geplaatst, zjja wegens wangedrag in het geheel 12 nit den dienst ontslagen, en zulks niettegenstaande in den regel een plaatsvervanger, die tweemaal wegens dronkenschap is gestraft geworden, met een briefje van ontslag uit den dienst wordt verwjjderd. Dat het gehalte goed is, meenen adressanten ook hieruit te mogen afleiden, dat bjjna alle hoofdoffi cieren en officieren bg voorkeur plaatsvervangers als hunne employé'3 of oppassers aanstellen, en een groot deel der marechaussees plaatsvervangers waren. Een informatiebureau. De heeren Th. M. Ketelaar en H. Tegelaar te Amsterdam heb ben het plan opgevat tot stichting van een bureau tot het verstrekken van inlichtingen omtrent het verblgf en verkeer van studeerende jongelieden in binnen- en buitenland. Meermalen komr het voor, zeggen genoemde hee ren in een rondschrijven, dat het voor jongelieden uit families met een beperkt inkomen wenschelijk is, met het oog op bnane stndiëa zich tjjdolgk te verplaatsen, 't zg in binnen- of buitenland. En wan neer nu op de plaats, waar hjj zich wenscht te vestigen, een ander huisgezin is, waarvan de zoon of dochter eveneens tgdeljjk verplaatsing wenscht naar eon omgeving, waar de eerstbedoelde familie verbljjf houdt, zou het zeer goed mogeljjk zjjr, dat beiden overeenkwamer, zonder vergoeding elkanders familieleden in den huiseljjken kring op le nemen en daardoor te gemoet te komen aan de fUane ëele bezwaren, die anders eene dergelijke verplaatsing in den weg zouden staan. En tevens zon men meer vertrouwen kunnen hebben in het toezicht en de leiding, die odzb jongelieden nog noodig mochten hebben, wanneer op deze wijze de belangen in dat opzicht wederkeerig werden. Inlichtingen in dezen hoopt het bureau te ver- krjjgen door het stichten van correspondentschappen in verschillende plaatsen in 't binnen-en buitenland, die met hst oog op het hierboveD omschreven doel belangrjjk kunnen geacht worden". Ook meenen de heeren K. en Tdat voor het welslagen van studiereizen voor groepen leerlingen van onderwjjs-inrichtingen het bureau uitstekende diensten kan bewgzen. De Doitsche keizer moet alles wat hg bezit aan etukkeo, b°trekking hebbende op het huis

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1898 | | pagina 1